Artikel
Algemene doelstelling
De overheid biedt financiële ondersteuning aan nabestaande partners en wezen.
De overheid vindt dat mensen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s) en die vanwege leeftijd, de zorg voor een kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) in een eigen inkomen kunnen voorzien, verzekerd moeten zijn van financiële ondersteuning. Daarom regelt zij op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) een nabestaandenuitkering voor de overblijvende partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren.
Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) recht op een uitkering.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij 36 is verantwoordelijk voor:
-
• De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
-
• De vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;
-
• De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door de SVB;
-
• De organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Beleidsconclusies
In het regeerakkoord Rutte/Asscher is afgesproken de Anw-duur voor nieuwe instroom vanaf 1 juli 2014 te beperken tot 1 jaar. Deze voorgenomen beleidswijziging werd tevens in de begroting aangekondigd. In het begrotingsakkoord 2014 is afgesproken deze maatregel geen doorgang te laten vinden.
Budgettaire gevolgen van beleid
artikelonderdeel | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | – | – | 814 | 864 | 964 | – 100 |
Uitgaven | 0 | 679 | 869 | 814 | 864 | 964 | – 100 |
Inkomensoverdrachten | 0 | 679 | 869 | 814 | 864 | 964 | – 100 |
AWW (Caribisch Nederland) | 0 | 679 | 869 | 814 | 864 | 964 | – 100 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
artikelonderdeel | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 1.085.697 | 985.433 | 859.031 | 724.640 | 594.282 | 548.590 | 45.692 |
Inkomensoverdrachten | 1.085.697 | 985.433 | 859.031 | 724.640 | 594.282 | 542.014 | 52.268 |
Anw | 1.064.744 | 968.000 | 843.342 | 711.461 | 584.645 | 533.040 | 51.605 |
Tegemoetkoming Anw | 20.953 | 17.433 | 15.689 | 13.179 | 9.637 | 8.974 | 663 |
Nominaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.576 | – 6.576 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Inkomensoverdrachten
Toelichting financiële instrumenten
A1. Algemene weduwen- en wezenverzekering (Caribisch Nederland)
Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) recht op een uitkering. De SZW-unit bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regeling in Caribisch Nederland.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven zijn in 2014 € 100.000 lager uitgekomen dan begroot. De uitkeringen aan weduwen, wezen en halfwezen zijn leeftijdsafhankelijk. Hoewel het totale aantal gerealiseerde uitkeringen (afgerond) gelijk is aan het begrote aantal (300 uitkeringen) leidt een lichte daling van het aantal uitkeringen en een verschuiving tussen uitkeringen aan weduwen, halfwezen en wezen tot lagere uitgaven.
Beleidsrelevante kerncijfers
Het aantal AWW-gerechtigden is (afgerond) ten opzichte van vorig jaar gelijk gebleven en komt (afgerond) overeen met het begrote aantal gerechtigden.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Volume AWW (x 1.000 personen, ultimo) | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0 |
A2. Algemene nabestaandenwet (Anw)
De Anw is een volksverzekering en regelt bij overlijden een uitkering voor de partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren. Daarnaast ontvangt iedere Anw-gerechtigde maandelijks de Anw-tegemoetkoming. De Anw wordt door de SVB uitgevoerd.
Budgettaire ontwikkelingen
De gerealiseerde uitkeringslasten van de Anw komen € 52 miljoen hoger uit dan de begrote uitkeringslasten. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 6,4 miljoen, in tabel 9.2 onderdeel van de post nominaal) komen de uitgaven € 45 miljoen hoger uit dan begroot. Er is een aantal factoren dat hieraan bijdraagt. Een deel van het verschil wordt verklaard door een andere samenstelling van de populatie nabestaanden. Daarnaast waren de uitgaven die betrekking hebben op voorgaande jaren niet in de raming verwerkt. Vanwege het niet mogen toepassen van het woonlandbeginsel als gevolg van uitspraken van de CrvB zijn de uitkeringslasten die betrekking hebben op voorgaande jaren relatief hoog uitgekomen (€ 14 miljoen). Tot slot speelt het niet mogen toepassen van het woonlandbeginsel in het begrotingsjaar een rol.
De gerealiseerde uitkeringslasten van de Anw-tegemoetkoming komen € 0,7 miljoen hoger uit dan begroot, en indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 0,2 miljoen, in tabel 9.2 onderdeel van de post nominaal) komen de uitgaven € 0,5 miljoen hoger uit dan begroot. Dit komt doordat het totaal aantal nabestaanden (in personen) iets hoger is uitgekomen dan verwacht.
Beleidsrelevante kerncijfers
Het gemiddelde aantal Anw-uitkeringen (zowel in uitkeringsjaren als in personen) is in 2014 flink gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. De groep Anw-gerechtigden die vóór 1950 is geboren en daar het recht op Anw aan ontleent, is voor een groot deel uitgestroomd vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarnaast is het aantal Anw-uitkeringen in 2014 gedaald vanwege de integratie van de halfwezenuitkering met de nabestaandenuitkering. Deze maatregel is voor bestaande gevallen op 1 oktober 2013 in werking getreden.
Het aantal Anw-uitkeringen in uitkeringsjaren is in 2014 gelijk aan het aantal geraamde uitkeringsjaren en het aantal personen met een Anw-uitkering is iets hoger uitgekomen dan geraamd.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 20142 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Volume Anw (x 1.000 uitkeringsjaren, jaargemiddelde) | 68 | 54 | 38 | 38 | 0 |
Volume Anw (x 1.000 personen, jaargemiddelde) | 81 | 65 | 47 | 46 | 1 |
Onderverdeling volume Anw: | |||||
Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 uitkeringsjaren, jaargemiddelde), ingang recht voor 1 juli 1996 | 16 | 13 | 12 | 133 | – 1 |
• waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering 4 | 0,2 | 0,1 | 0 | 0 | 0 |
• waarvan alleen nabestaandenuitkering | 16 | 13 | 12 | 133 | – 1 |
Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 uitkeringsjaren, jaargemiddelde), ingang recht na 1 juli 1996 | 50 | 40 | 25 | 24 | 1 |
• waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering4 | 9,0 | 8,4 | 0 | 0 | 0 |
• waarvan alleen nabestaandenuitkering | 27 | 21 | 25 | 24 | 1 |
• waarvan alleen halfwezenuitkering | 14 | 11 | 0 | 0 | 0 |
Volume wezenuitkering (x 1.000 uitkeringsjaren, jaargemiddelde) | 1,4 | 1,4 | 1,5 | 1,4 | 0,1 |
Berekeningen SVB. De in het SVB-jaarverslag gepresenteerde uitkeringsjaren zijn excl. de uitkeringen die binnen het begrotingsjaar (2014) met terugwerkende kracht zijn verstrekt.
Handhaving
Het aantal geconstateerde overtredingen is ten opzichte van 2013 gehalveerd. Dit komt mede doordat de SVB gebruik maakt van reeds tot haar beschikking staande informatie. Het gemiddelde benadelingsbedrag is € 20.000 en dat is ten opzichte van 2013 een verdubbeling.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | |
---|---|---|---|
Preventie1 | |||
Gepercipieerde detectiekans (%) | 61 | –2 | 83 |
Kennis van de verplichtingen (%) | 95 | –2 | 90 |
Opsporing3 | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000) | 0,5 | 0,2 | 0,1 |
Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln) | 4,1 | 1,9 | 1,9 |