Artikel
Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie opgenomen. In beleidsartikel 11 zijn de bijdragen aan de ZBO’s verder toegelicht. Voor een uitgebreide toelichting op de agentschappen wordt verwezen naar hoofdstuk 9 van dit jaarverslag.
Budgettaire gevolgen
artikelonderdeel | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | – | – | 250.629 | 256.278 | 285.829 | – 29.551 |
Uitgaven | 252.042 | 239.556 | 242.137 | 251.182 | 250.857 | 285.829 | – 34.972 |
Personele uitgaven | – | – | 164.702 | 180.005 | 179.912 | 176.600 | 3.312 |
• waarvan eigen personeel | – | – | 159.054 | 174.308 | 173.719 | 172.407 | 1.312 |
• waarvan externe inhuur | – | – | 3.040 | 3.269 | 3.470 | 1.458 | 2.012 |
• waarvan postactieven | – | – | 2.608 | 2.428 | 2.723 | 2.735 | – 12 |
Materiële uitgaven | – | – | 77.435 | 71.177 | 70.945 | 109.229 | – 38.284 |
• waarvan ICT | – | – | 13.385 | 14.084 | 13.004 | 14.587 | – 1.583 |
• waarvan bijdrage aan SSO's | – | – | 38.614 | 44.592 | 46.394 | 81.287 | – 34.893 |
• waarvan overige materiële uitgaven | – | – | 25.436 | 12.501 | 11.547 | 13.355 | – 1.808 |
Ontvangsten | 6.675 | 8.030 | 12.542 | 9.744 | 4.761 | 3.500 | 1.261 |
De gegevens voor de jaren 2010 en 2011 zijn niet uitgesplitst omdat de nieuwe structuur van de begroting pas vanaf 2012 wordt gebruikt.
A. Personele en materiële uitgaven
Toelichting
A1. Personeel
De hogere uitgaven worden onder andere verklaard doordat er in de loop van 2014 nieuwe taken, met name bij de Inspectie SZW, zijn bijgekomen.
A2. Externe inhuur
Het verschil tussen de begroting en de realisatie wordt verklaard doordat bij het opstellen van de begroting nog niet bekend was hoeveel budget er benodigd was. In de loop van het jaar is dit budget aangevuld. De realisatie van € 3,5 miljoen blijft binnen de verwachting van € 4 miljoen die in de toelichting op de begroting (op blz. 112) genoemd is.
A3. Postactieven
De gerealiseerde uitgaven komen overeen met de in de begroting geraamde uitgaven.
A4. ICT
De onderuitputting heeft voor het grootste deel betrekking op in 2014 geleverde producten en diensten waarvan de betaling in 2015 zal plaatsvinden.
A5. Bijdrage aan SSO’s
Het verschil wordt met name verklaard door het naar 2015 verschuiven van het voor de afkoop van de boekwaarde van het huidige pand beschikbare bedrag vanwege het uitstellen met een jaar van de verhuizing van SZW naar De Resident.
A6. Overige materiële uitgaven
Het verschil is een saldo van herschikkingen binnen artikel 96 en met andere beleidsartikelen, overboekingen met andere departementen, uitdeling van loon- en prijsontwikkeling en onderuitputting.
B. Ontvangsten
In de loop van 2014 zijn enkele bedragen ontvangen waar in de begroting geen rekening mee was gehouden. Dit gaat met name om een teruggave door de Belastingdienst van de betaalde WAO/WIA-premie in 2013 en om vergoedingen voor detacheringen.
artikelonderdeel | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie | 2.486.667 | 2.374.357 | 2.286.971 | 2.277.543 | 2.404.112 | 2.468.179 | – 64.067 |
Kerndepartement | 252.042 | 239.556 | 242.137 | 251.182 | 250.857 | 285.829 | – 34.972 |
Totaal apparaatskosten agentschap | 29.238 | 30.385 | 31.350 | 19.509 | 19.091 | 14.920 | 4.171 |
Agentschap SZW | 18.067 | 21.516 | 21.741 | 19.509 | 19.091 | 14.920 | 4.171 |
Inspectie werk en inkomen1 | 11.171 | 8.869 | 9.609 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s 2 en RWT’s | 2.205.387 | 2.104.416 | 2.013.484 | 2.006.852 | 2.134.164 | 2.167.430 | – 33.266 |
UWV | 1.938.349 | 1.847.272 | 1.767.835 | 1.769.181 | 1.908.187 | 1.938.371 | – 30.184 |
SVB | 259.861 | 250.834 | 239.173 | 229.890 | 219.405 | 223.309 | – 3.904 |
IB | 7.177 | 6.310 | 6.476 | 7.781 | 6.572 | 5.750 | 822 |
Toelichting
Bovenstaande tabel bevat een totaaloverzicht van alle apparaatsuitgaven van het departement en alle apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s/RWT’s die onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van SZW vallen. De toelichting op de ontwikkeling bij het kerndepartement is te vinden bij tabel 96.1. Zie beleidsartikel 11 en bijlage 4 voor een toelichting op de ZBO’s/RWT’s en hoofdstuk 9 voor de agentschappen.
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Bezetting ultimo | 2.398 | 2.259 | 2.153 | 2.184 | 2.254 |
Toelichting
Na verwerking van de voor 2014 geldende taakstelling in fte is de bezetting van SZW ultimo 2014 ten opzichte van ultimo 2013 per saldo toegenomen vanwege een uitbreiding van taken. Deze uitbreiding doet zich voor bij het Agentschap SZW (uitvoering sectorplannen) en de Inspectie SZW (aanpak schijnconstructies, businesscase grote constructies en gefingeerde dienstverbanden en de aanpak van declaratiefraude in de zorg).
2016 | 2017 | 2018 | Structureel | |
---|---|---|---|---|
Departementale taakstelling (totaal) | 23.354 | 52.803 | 64.978 | 64.978 |
Kerndepartement | 3.354 | 7.703 | 9.378 | 9.378 |
Agentschappen totaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschap SZW | 0 | 0 | 0 | 0 |
ZBO’s totaal | 20.000 | 45.100 | 55.600 | 55.600 |
UWV (inclusief BKWI) | 17.700 | 39.700 | 48.900 | 48.900 |
SVB | 2.300 | 5.400 | 6.700 | 6.700 |
Toelichting
Concrete maatregelen voor invulling van de taakstelling 2016–2018
De taakstelling 2016–2018 voor het kerndepartement SZW wordt onder meer ingevuld door een verdere versobering van de bedrijfsvoering. Dit leidt tot besparingen op de betreffende budgetten van het kerndepartement. Voorts worden de processen rond het beroep en bezwaar van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) vereenvoudigd en gestroomlijnd. Tevens wordt door deregulering gestopt met het organisatie- en systeemtoezicht op het UWV en de SVB. Deze maatregelen leiden eveneens tot een besparing op de apparaatsuitgaven. De taakstelling van het kerndepartement is verhoogd om extra formatieplaatsen te kunnen creëren voor medewerkers uit de doelgroep «kwetsbare groepen». Per saldo dienen de maatregelen in 2018 te leiden tot een structurele besparing op de apparaatsuitgaven van het kerndepartement SZW van € 9,378 miljoen (inclusief de taakstelling die de directie Integratie en maatschappelijke samenhang heeft meegenomen bij de overgang van het Ministerie van BZK naar SZW).
De taakstelling van UWV en SVB wordt ingevuld door drie typen maatregelen. Ten eerste worden maatregelen voorbereid die toezien op een meer doelmatige uitvoering, bijvoorbeeld door verdere samenwerking in de keten van werk en inkomen en het efficiënter benutten van bestaande voorzieningen. Ten tweede wordt een versobering van taken en dienstverlening beoogd. Voorts wordt vereenvoudiging van wet- en regelgeving voorbereid. In 2018 dienen deze maatregelen, die op dit moment eveneens nog nader uitgewerkt moeten worden, te leiden tot een structurele besparing op de apparaatsuitgaven van UWV en SVB van € 55,6 miljoen.
De implementatie van enkele van de in deze paragraaf geschetste maatregelen vergt wijziging van wet- en regelgeving.