Artikel
Algemene doelstelling
De overheid ondersteunt bij het vinden van werk en biedt inkomensondersteuning en aangepaste arbeid aan hen die dat echt nodig hebben.
Wie kan werken, moet dat ook doen. Dit is in de eerste plaats in het belang van de betrokkene zelf: werk zorgt voor economische en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en biedt kansen om volop mee te doen in de samenleving. De overheid streeft naar een transparant en activerend sociaalzekerheidsstelsel dat mensen enerzijds de zekerheid biedt van een adequaat vangnet als dat echt nodig is, en dat hen anderzijds prikkelt om (weer) aan het werk te gaan als dat kan.
Mensen hebben de verantwoordelijkheid om in het eigen inkomen te voorzien en nemen daartoe zelf het initiatief. Alleen als het vinden van werk op eigen kracht niet lukt, helpt de overheid hierbij door ondersteuning bij re-integratie te bieden. Ook faciliteert de overheid via de sociale werkvoorziening de arbeidsparticipatie van mensen die uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn. Aan mensen die (tijdelijk) niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien biedt de overheid een sociaal vangnet in de vorm van bijstand. Daarbij streeft de overheid er in de vormgeving naar om het aantal loketten waar uitkeringsgerechtigden mee te maken hebben te beperken.
De overheid biedt inwoners van Caribisch Nederland waar nodig re-integratieondersteuning en inkomensondersteuning op grond van de Onderstandsregeling.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister stimuleert het vinden van werk met het verstrekken van het participatiebudget aan gemeenten (vanaf 2015 onderdeel van de integratie-uitkering Gemeentefonds). De Minister financiert de inkomensondersteuning met uitkeringsregelingen. De Minister14 is verantwoordelijk voor:
-
• De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
-
• De vaststelling van de hoogte van de algemene bijstandniveaus;
-
• Het ter beschikking stellen aan en verdelen van middelen onder gemeenten voor de inkomensvoorziening vanuit de WWB, IOAW, IOAZ en Bbz;
-
• Het houden van systeemtoezicht;
-
• Het verdelen van een taakstellend aantal Wsw-arbeidsplaatsen en bijbehorende middelen onder gemeenten voor de uitvoering van de Wsw en het bevorderen van uitstroom naar werk;
-
• Het ter beschikking stellen aan en verdelen van middelen over gemeenten voor de Wet participatiebudget;
-
• Het terugvorderen van onrechtmatig bestede middelen van het participatiebudget en het terugvorderen van middelen van niet gerealiseerde plekken in de Wsw;
-
• De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door de SVB (AIO, bijstand buitenland) en het UWV (TW);
-
• De organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Het Rijk verschaft gemeenten middelen voor de uitvoering en geeft de wet- en regelgeving vorm waarbinnen deze uitvoering plaats vindt. Het Rijk stelt een toereikend macrobudget vast om de WWB-uitkeringen te betalen. Dit budget wordt in 2014, evenals het participatiebudget en het Wsw-budget, zoveel mogelijk op basis van objectieve factoren over de gemeenten verdeeld. Het Rijk houdt systeemtoezicht. Bij ernstige tekortkomingen in de gemeentelijke uitvoering van de WWB kan het Rijk aanwijzingen geven aan gemeenten over de uitvoering van de WWB of ingrijpen in de uitvoeringsorganisatie.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de rechtmatige en doeltreffende uitvoering van de WWB, de Wet participatiebudget, de Wsw en aan genoemde wetten verwante wetten en voorzieningen. Gemeenten zijn daarnaast verantwoordelijk voor de handhaving van de naleving door personen die een beroep doen op deze wetten.
Beleidsconclusies
Het in de begroting 2014 voorgenomen beleid voor 2014 is gerealiseerd of ligt op schema (waaronder de Participatiewet 15). Het kabinet heeft uitvoering gegeven aan een belangrijk deel van de afspraken uit het regeerakkoord en uit het sociaal akkoord van 2013. In 2014 is het onderzoek «De doorwerking van de financiële prikkel van de WWB binnen gemeenten» afgerond en zijn de resultaten aan de Tweede Kamer aangeboden16. Geconcludeerd wordt dat een effectieve doorwerking van de prikkels afhankelijk is van de interne organisatie van de gemeente en de keuzes die aldus worden gemaakt. De gemeente heeft meer aandacht voor de uitvoering als er een tekort ontstaat op de uitgaven aan bijstand. Het kabinet heeft afgezien van het aanpassen van de alimentatieregels en heeft de verbetering van de prikkelwerking van de WWB uitgesteld tot 2016. Dit is reeds toegelicht in de SZW-begroting 2015.
Ten opzichte van de begroting 2014 zijn de gerealiseerde uitgaven aan de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten € 490 miljoen en aan de subsidies € 207 miljoen lager uitgekomen. Zie voor een toelichting op de budgettaire ontwikkeling van deze instrumenten de onderdelen A1 en C.
Budgettaire gevolgen van beleid
artikelonderdeel | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | – | – | 10.660.968 | 6.333.698 | 10.578.380 | – 4.244.682 |
waarvan garantieverplichtingen | – | – | – | – 125 | – 617 | – | – |
Uitgaven | 9.272.242 | 8.983.232 | 9.146.831 | 9.751.058 | 9.732.855 | 10.578.354 | – 845.499 |
Inkomensoverdrachten | 9.219.279 | 8.931.026 | 9.137.711 | 9.741.716 | 9.653.128 | 10.194.899 | – 541.771 |
Bundeling Uitkeringen | 4.103.795 | 4.093.690 | 4.981.875 | 5.667.195 | 5.736.429 | 6.226.760 | – 490.331 |
Inkomensvoorzieningen | |||||||
Gemeenten (BUIG) | |||||||
Bijstand zelfstandigen | 117.471 | 145.448 | 90.886 | 70.952 | 66.216 | 51.362 | 14.854 |
Participatiebudget | 1.895.596 | 1.698.565 | 994.553 | 865.936 | 694.832 | 689.425 | 5.407 |
WSW | 2.476.792 | 2.341.807 | 2.371.638 | 2.381.490 | 2.389.997 | 2.382.220 | 7.777 |
TW | 418.894 | 425.875 | 482.882 | 540.135 | 555.000 | 542.526 | 12.474 |
AIO | 205.231 | 222.916 | 213.000 | 213.450 | 208.000 | 229.547 | – 21.547 |
Bijstand buitenland | 1.500 | 1.657 | 1.723 | 1.600 | 1.400 | 1.600 | – 200 |
Eenmalige uitkering koopkrachtpakket | – | – | – | – | 0 | 70.000 | – 70.000 |
Repatriëringsregeling | – | – | – | – | 5 | 0 | 5 |
Onderstand (Caribisch Nederland) | 0 | 819 | 743 | 958 | 1.249 | 999 | 250 |
Re-integratie (Caribisch Nederland) | 0 | 249 | 411 | 0 | 0 | 460 | – 460 |
Garanties | 197 | 387 | 1.005 | 928 | 0 | 480 | – 480 |
Garanties | 197 | 387 | 1.005 | 928 | 0 | 480 | – 480 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 4.408 | 77.047 | 283.900 | – 206.853 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 4.408 | 77.047 | 283.900 | – 206.853 |
Opdrachten | 52.464 | 51.515 | 7.811 | 3.702 | 2.376 | 98.771 | – 96.395 |
Opdrachten | 52.464 | 51.515 | 7.811 | 3.702 | 2.376 | 98.771 | – 96.395 |
Bekostiging | 302 | 304 | 304 | 304 | 304 | 304 | 0 |
Bekostiging | 302 | 304 | 304 | 304 | 304 | 304 | 0 |
Ontvangsten | 1.088.423 | 1.035.542 | 337.745 | 111.947 | 106.277 | 53.853 | 52.424 |
Tot en met 2012 was sprake van een andere begrotingsstructuur. De toenmalige post «Bijstand overig» is nu opgenomen in het WWB-inkomensdeel, omdat deze post in de nieuwe begrotingsstructuur niet bestaat.
A. Inkomensoverdrachten
Toelichting financiële instrumenten
A1. Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (BUIG)
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
BUIG | 4.964.814 1 | 5.667.195 | 5.736.429 | 6.226.760 | – 490.331 |
WWB-inkomensdeel | 4.770.157 | 5.425.510 | 5.468.713 | 5.969.081 | – 500.368 |
IOAW | 143.199 | 189.116 | 212.997 | 204.707 | 8.290 |
IOAZ | 22.932 | 24.168 | 25.201 | 24.572 | 629 |
Bbz-levensonderhoud (startende ondernemers) | 28.526 | 28.400 | 29.518 | 28.400 | 1.118 |
Tot en met 2012 was sprake van een andere begrotingsstructuur. De uitgaven WWIK in 2012 van ruim € 17 miljoen zijn in tabel 2.1 in 2012 opgenomen als onderdeel van uitgaven BUIG. De WWIK is per 1 januari 2012 afgeschaft. De uitgaven WWIK in 2012 betroffen een overgangsregeling en zijn niet in tabel 2.2 opgenomen.
Wet werk en bijstand (WWB)
De WWB voorziet in een sociaal vangnet voor personen die niet zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien. De WWB bestond in 2014 uit een inkomensdeel en een werkdeel. Het inkomensdeel maakt onderdeel uit van het gebundelde budget BUIG (zie tabel 2.2). Hieruit worden de bijstanduitkeringen betaald. Het werkdeel maakt onderdeel uit van het participatiebudget (zie tabel 2.7). Hieruit wordt de re-integratieondersteuning betaald.
Budgettaire ontwikkelingen
Ten opzichte van de begroting 2014 zijn de gerealiseerde uitgaven aan het WWB-inkomensdeel € 500 miljoen lager uitgekomen. De belangrijkste oorzaak is de meevallende economische ontwikkeling ten opzichte van de eerdere verwachting, welke heeft geleid tot minder bijstandsuitkeringen (€ 531 miljoen). Daarnaast zijn de uitgaven opwaarts aangepast voor de doorwerking van de gestegen lonen en pijzen (€ 13 miljoen) en voor rijksbeleid (€ 17 miljoen), met name door aanpassingen van het inmiddels aangenomen wetsvoorstel Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten. Op basis van nieuwe inzichten in de toe- en afgewezen verzoeken om aanvullende uitkering is, in plaats van de in de begroting opgenomen uitname van € 28 miljoen, uiteindelijk € 27 miljoen van het macrobudget gebruikt voor de in 2014 uitgekeerde meerjarige en incidentele aanvullende uitkeringen.
Beleidsrelevante kerncijfers
Het volume van de WWB is onder invloed van meevallende economische ontwikkeling ten opzichte van de eerdere verwachting gedaald.
Realisatie 20122 | Realisatie 2013 | Realisatie 20143 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Volume WWB (x 1.000 huishoudens, jaargemiddelde) | 319 | 347 | 371 | 393 | – 23 |
Volume WWB (x 1.000 huishoudens, ultimo) | 325 | 359 | 377 | –4 | – |
• waarvan verblijfsduur <1 jaar | 70 | 98 | 98 | –4 | – |
• waarvan verblijfsduur 1–5 jaar | 138 | 150 | 162 | –4 | – |
• waarvan verblijfsduur >5 jaar | 118 | 111 | 117 | –4 | – |
Instroom WWB (x 1.000 huishoudens) 5 | 112 | 143 | 1396 | –4 | – |
Uitstroom WWB (x 1.000 huishoudens)5 | 97 | 111 | 1206 | –4 | – |
De volumestatistieken tot en met 2012 wijken af van latere jaren. Dit komt doordat het CBS de volumestatistieken niet meer op registratiebasis publiceert, maar op transactiebasis.
Handhaving
Het aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling is verdubbeld, het gemiddelde benadelingsbedrag is met 35% toegenomen tot ruim € 5.600.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | |
---|---|---|---|
Preventie1 | |||
Gepercipieerde detectiekans (%) | 71 | –2 | 80 |
Kennis van de verplichtingen (%) | 90 | –2 | 88 |
Opsporing3 | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000) | 16 | 4,9 | 11 |
Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln) | 66 | 20 | 62 |
Wetten inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en gewezen zelfstandigen (IOAZ)
De IOAW-uitkering is een aanvulling op het (gezins)inkomen tot bijstandniveau voor oudere werkloze werknemers. Vermogen, zoals een eigen huis of spaargeld, blijft buiten beschouwing. Werkloze ouderen, die vaak spaargeld en/of vermogen in een eigen huis hebben, hoeven hierdoor geen beroep te doen op de WWB en dus ook hun eigen vermogen niet aan te spreken.
De IOAZ is een uitkering voor ouderen die noodgedwongen zijn gestopt met hun werk als zelfstandige omdat de inkomsten daaruit onvoldoende zijn. De IOAZ-uitkering vult het (gezins)inkomen aan tot het bijstandniveau. In de IOAZ wordt rekening gehouden met de bijzondere positie van zelfstandigen en hun (bedrijfs)vermogen.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven aan de IOAW en IOAZ zijn samen € 9 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de begroting nog onvoldoende rekening gehouden was met de oplopende werkloosheid en het daaruit volgende toegenomen beroep op deze wetten (€ 8 miljoen). De uitgaven zijn ook hoger door de aanpassing van de uitkeringen aan de loon- en prijsstijging (€ 1 miljoen).
Beleidsrelevante kerncijfers
A2. Bijstand zelfstandigen (Bbz 2004)
Startende ondernemers en gevestigde zelfstandigen kunnen – onder voorwaarden – voor financiële ondersteuning een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Met dit besluit wordt beoogd kansrijke vanuit een uitkering startende ondernemers en zelfstandigen met tijdelijke financiële moeilijkheden in staat te stellen hun werkzaamheden te starten dan wel voort te zetten. De bijstand kan worden verstrekt als krediet voor bedrijfskapitaal of voor gevestigde ondernemers om te voorzien in de kosten van levensonderhoud.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven zijn € 15 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. De bijstanduitgaven aan zelfstandigen kunnen per gemeente van jaar op jaar sterk wisselen. De ene gemeente krijgt daardoor te veel bevoorschot en de ander te weinig; zie ook onder F. Ontvangsten. Per saldo is door de gemeenten samen ongeveer het begrote bedrag uitgegeven.
Beleidsrelevante kerncijfers
A3. Participatiebudget
In het participatiebudget voor 2014 zijn het re-integratiebudget (Ministerie van SZW) en het budget voor volwasseneneducatie (Ministerie van OCW) samengevoegd. Met de overkomst van de inburgeringsmiddelen van het Ministerie van BZK naar SZW per 2013 zijn deze middelen als SZW-middelen in onderstaande tabel opgenomen. 2013 is tevens het laatste jaar waarvoor inburgeringmiddelen zijn toegekend. Het participatiebudget wordt jaarlijks volgens een objectieve verdeelsystematiek over de gemeenten verdeeld. 2014 is het laatste jaar dat het participatiebudget is verdeeld. Vanaf 2015 zijn de SZW-middelen uit het participatiebudget opgenomen in een integratie-uitkering Gemeentefonds in het kader van de decentralisaties sociaal domein.
Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Participatiebudget | 1.895.596 | 1.698.565 | 994.553 | 865.936 | 694.832 | 689.425 | 5.407 |
Re-integratie SZW | 1.442.555 | 1.335.901 | 722.944 | 812.583 | 640.948 | 636.072 | 4.876 |
BZK | 302.608 | 246.813 | 160.005 | 0 | 0 | 0 | 0 |
OCW | 150.433 | 115.851 | 111.604 | 53.353 | 53.884 | 53.353 | 531 |
Budgettaire ontwikkelingen
De verschillen tussen de begrote en de gerealiseerde uitgaven vloeien voort uit aanpassing voor gestegen lonen en prijzen.
Beleidsrelevante kerncijfers
A4. Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
De Wsw heeft tot doel het scheppen van aangepaste werkgelegenheid voor personen die wel graag willen werken, maar dit niet onder normale arbeidsomstandigheden kunnen doen. De Wsw biedt zowel de mogelijkheid tot werken in een beschutte omgeving als tot begeleid werken bij reguliere werkgevers.
Budgettaire ontwikkelingen
Het verschil tussen de begrote en de gerealiseerde uitgaven vloeit voort uit aanpassing voor gestegen lonen en prijzen.
Beleidsrelevante kerncijfers
Er zijn geen opmerkelijke ontwikkelingen behoudens een verdere afname van de wachtlijst. Reden hiervoor is dat er vooruitlopend op de Participatiewet steeds minder nieuwe indicaties afgegeven worden.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 20142 | |
---|---|---|---|
Werknemersbestand (x 1.000 personen, per ultimo) | 102 | 102 | 103 |
Wachtlijst (x 1.000 personen, per ultimo) | 16 | 13 | 11 |
Gemiddelde verblijfsduur op de wachtlijst ultimo kalenderjaar (maanden) | 23 | 24 | 23 |
Aantal detacheringen als percentage van het totaal aantal arbeidsplaatsen (%) | 27 | 30 | 30 |
Aantal gerealiseerde plaatsen in begeleid werken als percentage van het totaal aantal arbeidsplaatsen (%) | 6,2 | 6,2 | 6,4 |
A5. Toeslagenwet (TW)
De TW vult sociale verzekeringsuitkeringen aan tot het relevante sociaal minimum als het totale inkomen (excl. TW-uitkering) van de uitkeringsgerechtigde en diens eventuele partner daaronder ligt.
Budgettaire ontwikkelingen
De realisatie van de uitgaven is in overeenstemming met de begroting. Het verschil vloeit voort uit aanpassing voor gestegen lonen en prijzen.
Beleidsrelevante kerncijfers
Het gemiddeld jaarvolume van de TW is in 2014 met 6.000 uitkeringsjaren gestegen. De toename is het gevolg van de stijging in het uitkeringsvolume WIA en WW en de doorwerking hiervan op het volume van de TW. De gemiddelde toeslag is in 2014 ten opzichte van 2013 vrijwel gelijk gebleven.
Het jaarvolume 2014 wijkt nauwelijks af van de raming in de begroting. De gemiddelde toeslag ligt ongeveer 5% hoger dan bij de begroting geraamd. Dit verschil wordt deels veroorzaakt door compensatie voor gestegen lonen en prijzen. Daarnaast wordt het verschil veroorzaakt door een groter aandeel in de TW-uitkeringen dan geraamd van de duurdere WIA-uitkeringen.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Gemiddeld jaarvolume TW (x 1.000 uitkeringsjaren) | 189 | 200 | 206 | 203 | 3 |
Gemiddelde toeslag per jaar (x € 1) | 2.560 | 2.700 | 2.694 | 2.557 | 137 |
Handhaving
Omdat de TW een aantal sociale uitkeringen aanvult tot het relevante sociaal minimum kent deze wet geen specifieke verplichtingen. De verplichtingen waaraan uitkeringsgerechtigden zich dienen te houden zijn opgenomen in de moederwetten.
Het aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling is met circa 100 toegenomen, terwijl het gemiddelde benadelingsbedrag is afgenomen tot € 2.800.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | |
---|---|---|---|
Opsporing | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000) | 2,0 | 2,5 | 2,6 |
Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln) | 4,8 | 9,1 | 7,2 |
A6. Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)
Ouderen met een onvolledig AOW-pensioen kunnen recht hebben op bijstand. Deze aanvullende bijstand heet AIO en kan worden aangevraagd bij de SVB.
Budgettaire ontwikkelingen
De gerealiseerde uitgaven voor de AIO zijn € 21,5 miljoen lager dan begroot. Dit wordt ten eerste verklaard doordat de maatregel «MKOB uit de middelentoets AIO» met een half jaar is uitgesteld tot 1 januari 2015. De uitgaven in 2014 zijn hierdoor € 8 miljoen lager uitgekomen. Daarnaast is zowel het volume als de gemiddelde hoogte van de AIO lager uitgekomen dan verwacht. Verder is € 4 miljoen aan de SVB verstrekt in het kader van de eenmalige uitkering koopkrachtpakket (zie ook onder A8 van dit artikel).
Beleidsrelevante kerncijfers
Handhaving
Het aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling is met circa 100 toegenomen, terwijl het gemiddelde benadelingsbedrag is afgenomen tot € 6.800.
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | |
---|---|---|---|
Preventie1 | |||
Gepercipieerde detectiekans (%) | 57 | –2 | 73 |
Kennis van de verplichtingen (%) | 92 | –2 | 84 |
Opsporing3 | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000) | <0,1 | 0,2 | 0,3 |
Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln) | 1,4 | 1,9 | 1,7 |
A7. Bijstand Buitenland
Verlening van bijstand aan een in het buitenland gevestigde Nederlander wordt alleen nog voortgezet ingeval het recht op uitkering vóór 1 januari 1996 is vastgesteld. Sinds 1996 zijn er dus geen nieuwe rechthebbenden.
Budgettaire ontwikkelingen
De realisatie van de uitgaven is € 200.000 lager dan begroot als gevolg van een lager voorschot aan de uitvoerders.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Volume bijstand buitenland (x 1.000 gerechtigden, ultimo) | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0 |
A8. Eenmalige uitkering koopkrachtpakket
In 2014 werd € 70 miljoen ingezet voor een eenmalige uitkering voor mensen met een inkomen tot 110% sociaal minimum, dit is inclusief uitvoeringskosten. De regeling werd uitgevoerd door gemeenten en de SVB.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven op de SZW-begroting zijn nihil, omdat voor de uitvoering door gemeenten een bedrag van € 66 miljoen is overgeheveld naar het Gemeentefonds en voor de uitvoering door de SVB een bedrag van € 4 miljoen is overgeheveld naar het onderdeel A6 Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen van dit artikel.
A9. Repatriëringsregelingen
Aan de repatriëring van Nederlanders uit Zuid Soedan is in 2014 ongeveer € 5.000 besteed. Dit instrument was niet opgenomen in de begroting 2014.
A10. Onderstand en re-integratie Caribisch Nederland
De overheid biedt aan inwoners van Caribisch Nederland inkomensondersteuning op grond van de Onderstand en waar nodig re-integratieondersteuning.
Budgettaire ontwikkelingen
De realisatie onderstand is € 0,25 miljoen hoger dan begroot. Dit hangt samen met een hoger uitkeringsvolume dan geraamd en is een gevolg van het langer doorlopen van de uitkeringen door de verhoging van de AOV-gerechtigde leeftijd en door armoedebestrijding gericht op het tegengaan van niet-gebruik. Het voor re-integratie begrote bedrag van € 0,46 miljoen is overgeheveld naar het Ministerie van BZK als SZW-bijdrage in de totale kosten van het project Integrale aanpak Caribisch Nederland.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Begroting 2014 | Verschil 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Volume Onderstand Caribisch Nederland (x 1.000 huishoudens, ultimo) | 0,3 | 0,3 | 0,4 | 0,3 | 0,1 |
B. Garanties
Dit betreft de garantstelling voor de borgstellingsregeling (pilot zelfstandigenbeleid), waarvan de toegang al jaren geleden is gesloten. In 2014 zijn hiervoor geen uitgaven gedaan.
C. Subsidies
Er is ongeveer € 207 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Via de 1e suppletoire begrotingswet 2014 is € 10 miljoen voor sectorplannen toegevoegd. Om aan te sluiten bij het ritme van de financiering van de sectorplannen is bij de 2e suppletoire begroting een budgettair neutrale kasschuif naar latere jaren verwerkt van € 176 miljoen. De onderuitputting ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2014 bedraagt ongeveer € 44 miljoen. Dit komt doordat een deel van de verplichtingen aan het eind van het jaar is vastgelegd en nog niet tot een eerste voorschot heeft kunnen leiden. Daarnaast heeft een aantal aanvragers, tegen de verwachting in, afgezien van een eerste voorschot. Ten slotte is aan een aantal aanvragers, vanwege vertragingen in de uitvoering, nog geen eerste of tweede voorschot verstrekt.
Ook zijn er uitgaven gedaan voor armoede- en schuldenbeleid, waarvan het budget is overgeheveld uit Opdrachten (zie ook onder D).
D. Opdrachten
Er is ruim € 96 miljoen minder uitgegeven dan begroot. De belangrijkste oorzaak betreft de overheveling naar het Gemeentefonds van € 70 miljoen voor intensivering armoede- en schuldenbeleid. Voorts hebben voor een bedrag van € 17 miljoen budgettair neutrale herschikkingen (waaronder voor armoede- en schuldenbeleid) binnen de SZW-begroting plaatsgevonden. Voor € 3 miljoen hebben diverse overboekingen plaatsgevonden, waaronder naar het Ministerie van OCW voor het Jeugdcultuurfonds, en is ruim € 5 miljoen niet tot besteding gekomen vanwege onder meer vertraging in projecten.
E. Bekostiging
De realisatie van de uitgaven is in overeenstemming met de begroting.
F. Ontvangsten
De ontvangsten zijn ruim € 52 miljoen hoger dan begroot. Dit heeft enerzijds betrekking op terugbetalingen van te hoge voorschotten inzake rijksvergoedingen Bijstand zelfstandigen (€ 17 miljoen), TW (€ 7,3 miljoen) en AIO (€ 8 miljoen). Anderzijds gaat het om ontvangsten uit terugvorderingen, Wsw (€ 10,7 miljoen) en de Wet participatiebudget (€ 9,1 miljoen) uit hoofde van onderrealisatie dan wel onrechtmatigheid.