De Minister van SZW heeft op grond van de Pensioenwet systeemverantwoordelijkheid voor het toezicht op de pensioenen. Het toezicht berust, voor zover het om prudentieel en materieel toezicht gaat, bij De Nederlandsche Bank (DNB) en, voor zover het om gedragstoezicht gaat, bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De institutionele verantwoordelijkheid voor beide toezichthouders berust bij de Minister van Financiën. In het jaarverslag van het Ministerie van Financiën is daartoe een algemeen overzicht opgenomen van onder andere de kosten van de toezichthouders en de bedragen die worden toegerekend aan de onder toezicht gestelde financiële instellingen. Voor het specifieke toezicht op de pensioenen dat DNB en AFM onder verantwoordelijkheid van de Minister van SZW uitoefenen, zijn de relevante kosten als volgt.
Het realisatiegegeven over 2013 en 2014 met betrekking tot de AFM vormt, in afwijking van die van voorafgaande jaren, het totaal van de kosten die zijn gemaakt in het kader van het pensioentoezicht. Dat omvat, naast dat in het kader van de Pensioenwet, mede het toezicht op pensioenverzekeraars uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht.