Base description which applies to whole site

2.2 Specifieke aandachtspunten

Begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde regelingen

In de begrotingen en de jaarverslagen van het Ministerie van SZW wordt gerapporteerd over zowel begrotingsgefinancierde als premiegefinancierde regelingen. In de beleidsartikelen waar premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten voorkomen zijn deze opgenomen in een afzonderlijke budgettaire tabel. In de paragraaf beleidsprioriteiten en in de bijlage over het SZA-kader wordt ingegaan op de ontwikkeling van het totaal van deze uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten komen één op één voort uit de administratie van SZW, de premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten zijn afgeleid van de jaarverslagen van de ZBO’s.

Rol en verantwoordelijkheid: taakverdeling Minister en Staatssecretaris

In de Comptabiliteitswet (CW) is in artikel 19 geregeld dat de Minister verantwoordelijk is voor het beheer van de begroting(en) van een ministerie. Daarom wordt de begrotingswet ook ondertekend door de Minister. Dit komt in de beleidsartikelen tot uitdrukking onder het kopje «Rol en verantwoordelijkheid». De Staatssecretaris wordt hier niet genoemd. Het begrip Staatsecretaris komt in de CW niet voor. De verhouding tussen Minister en Staatssecretaris is in de grondwet (artikel 46) geregeld. De Staatssecretaris wordt belast met een deel van de taken van de Minister. Minister en Staatssecretaris verdelen de taken onderling op aanwijzing van de Minister. Voor SZW betekent dit dat de Staatssecretaris verantwoordelijk is voor een groot aantal beleidsinstrumenten die in het jaarverslag zijn opgenomen, zoals in de beleidsartikelen 2 (o.a. BUIG, Participatiewet, Wsw), 4 (Wajong), 8 (AOW, pensioenbeleid), 9 (Anw) en 11 (uitvoeringskosten SVB). Dit ondanks dat de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris in de beleidsartikelen niet expliciet bij «Rol en verantwoordelijkheid» wordt vermeld.

Focusonderwerpen: fraude en decentralisatie

Evenals vorig jaar staan in de verantwoording over 2014 de focusonderwerpen fraude (zowel intern als extern) en decentralisatie centraal1. In dit jaarverslag worden deze onderwerpen besproken in het onderdeel beleidsprioriteiten.

Gegevens oude jaren

Als gevolg van de invoering van «Verantwoord Begroten» is de begrotingsadministratie met ingang van 2013 van opzet gewijzigd. Hierdoor kunnen in de begrotingsgefinancierde budgettaire tabellen niet alle gegevens voor oude jaren worden opgenomen. Het betreft de stand van de verplichtingen 2010–2012 en de onderverdeling in personele en materiële uitgaven 2010–2011 in artikel 96.

In dit jaarverslag worden ook kerncijfers gepresenteerd over jaren vóór 2014. Hierbij wordt uitgegaan van de meest recente informatie. Dit betekent dat deze cijfers kunnen afwijken van gegevens die in vorige jaarverslagen werden gepresenteerd.

Norm voor toelichting van verschillen

Bij de budgettaire tabellen in het beleidsverslag wordt het verschil tussen de budgettaire raming uit de begroting 2014 en de realisatie voor het jaar 2014 toegelicht indien de afwijking tussen raming en realisatie groter is dan vijf procent of groter is dan € 25 miljoen.

Groeiparagraaf

De Algemene Rekenkamer (AR) heeft in haar rapport bij het jaarverslag 2013 van SZW 2 enkele aanbevelingen gedaan. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van dit jaarverslag wordt op deze aanbevelingen ingegaan.

Op verzoek van de Tweede Kamer wordt vanaf jaarverslag 2014 de tabel met gerealiseerde koopkrachtcijfers weer opgenomen (zie bijlage 3). In eerdere jaarverslagen was deze tabel opgenomen in het toenmalige beleidsartikel 41 «Inkomensbeleid».

Handhaving

Met ingang van de begroting 2013 is op het terrein van de handhaving gekozen voor een thematische verantwoording. Er worden kerncijfers vastgesteld voor preventie, opsporing en (vanaf begroting 2015) terugvordering. In dit jaarverslag zijn over de eerste twee thema’s kerncijfers opgenomen.

Voor alle wetten is de gepercipieerde detectiekans toegenomen. Dat hangt samen met een verbeterde vraagstelling. In het onderzoek «kennis der verplichtingen en detectiekans 2014» zijn meer verplichtingen dan in 2013 uitgevraagd. Dit kan een verklaring zijn voor de afname van de kennis van de verplichtingen bij enkele wetten.

Controleverklaring en accountantscontrole

In het kader van de wettelijke controletaak geeft de Auditdienst Rijk (ADR) jaarlijks een controleverklaring af bij het departementale jaarverslag. Daarnaast heeft de auditdienst een wettelijke taak om zowel de totstandkoming van de niet-financiële informatie als het gevoerde financiële en materiële beheer en de daartoe bijgehouden administraties te onderzoeken. Over de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken en van eventuele onderzoeken naar overige aspecten van de bedrijfsvoering brengt de ADR verslag uit in het jaarlijkse samenvattende auditrapport. Deze bevindingen vallen niet onder de reikwijdte van de controleverklaring. Evenmin vallen de premiegefinancierde sociale zekerheidsuitgaven onder de reikwijdte van de controleverklaring.

De zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) leggen zelfstandig verantwoording af over de rechtmatigheid van de sociale zekerheidsuitgaven (begrotings- en premiegefinancierd).

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen en jaarverslagen. In de paragraaf beleidsprioriteiten wordt ingegaan op de uitwerking van de aanbevelingen.

1

Tweede Kamer, 31 865, nr. 62.

2

Tweede Kamer, 33 605, nr. 2.

Licence