1. Algemene beleidsdoelstelling
Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.
2000 | 2003 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Absolute levensverwachting in jaren: | ||||||||||
– mannen | 75,5 | 76,2 | 77,2 | 78,0 | 78,3 | 78,5 | 78,8 | 79,2 | 79,1 | 79,4 |
– vrouwen | 80,6 | 80,9 | 81,6 | 82,3 | 82,3 | 82,6 | 82,7 | 82,9 | 82,8 | 83,0 |
2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid: | ||||||||||
– mannen | 61,5 | 62,4 | 62,5 | 64,7 | 63,7 | 65,3 | 63,9 | 63,7 | 64,7 | 64,6 |
– vrouwen | 60,9 | 61,6 | 61,8 | 63,4 | 63,5 | 63,8 | 63,0 | 63,3 | 62,6 | 63,5 |
1. Bron absolute levensverwachting: CBS-Statline De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2013 bedroeg 83,0 jaar. Dat is 3,6 jaar hoger dan die van mannen (79,4 jaar). Sinds 1980 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1980 een winst van 6,7 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 3,7 jaar ouder geworden.
2. Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS-StatLine – Gezonde levensverwachting; vanaf 1981. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:
1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?
2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon?
Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – waar mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. Bij externe risicofactoren, zoals infectieziekten en rampen/crises, ligt hier een belangrijke rol voor de overheid. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet.
Op het terrein van de volksgezondheid heeft de Minister van VWS uiteenlopende rollen van stimuleren, financieren, regisseren tot (doen) uitvoeren (zie tabel op de volgende pagina). De rol en invulling daarvan verschilt per terrein en hangt af van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van andere actoren die ieder vanuit hun eigen rol bijdragen aan de doelstellingen op het terrein van de volksgezondheid. Met name de gemeenten hebben op het terrein van de publieke gezondheid een belangrijke eigenstandige verantwoordelijkheid. Relevante wet- en regelgeving voor gemeenten betreft de Wet publieke gezondheid, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet Veiligheidsregio’s, de Wet Kinderopvang, de Drank- en Horecawet en de Warenwet.
Beleidsterrein | Stimuleren | Financieren | Regisseren | (Doen) uitvoeren |
---|---|---|---|---|
Gezondheidsbescherming: – Voedsel- en productveiligheid – Crisisbeheersing – Wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door RIVM | Opstellen van het wettelijk kader voor bescherming consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en doen handhaven ervan door de NVWA. Opstellen wettelijk kader ter voorbereiding witte kolom op rampen en crises en in stand houden crisisinfrastructuur. Het verder reduceren van antibioticagebruik, waar nodig in de gezondheidszorg en in de veehouderij in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ. | (Doen) uitvoeren wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde. | ||
Ziektepreventie – Bevolkingsonderzoeken – Infectieziektebestrijding – Jeugdgezondheidszorg | Opstellen wettelijk kader en doen handhaven kwaliteit Jeugdgezondheidszorg. | Doelmatigheid, kwaliteit en toegankelijkheid bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing levensbedreigende ziekten. Dit betreft onder andere borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere het Rijksvaccinatieprogramma en infectieziektebestrijding. | ||
Gezondheidsbevordering | Bevorderen dat mensen gezonder gaan leven door gezonde keuze makkelijker te maken en zorg te dragen voor betrouwbare informatie over gezonde leefstijl en gezonde leefomgeving. Voorbeelden hiervan zijn de Jeugdimpuls, het Convenant Gezond Gewicht, JOGG, Kinderen op Sportief Gewicht, groene en rookvrije, beweegvriendelijke schoolpleinen Sportimpuls sport en bewegen in de buurt, de gezonde school en het extra contactmoment in de Jeugdgezondheidszorg voor adolescenten. | Opstellen van het wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door de NVWA en gemeenten. Inzetten op een gezonder aanbod van voeding en aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze een makkelijke keuze is. Coördinatie interdepartementale drugsbeleid en verantwoordelijk voor het (wettelijk) kader voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid. | ||
Ethiek | Financiering secretariaten toetsingscommissies, abortusklinieken (via subsidie AWBZ) en CCMO. | Formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken. |
3. Beleidsconclusies
De beleidsconclusies over 2014 zijn:
-
– Het Nationaal Programma Preventie «Alles is gezondheid...» is op 5 februari 2014 van start gegaan. Het programmabureau in Amersfoort is, grotendeels gefinancierd door VWS, opgezet om de maatschappelijke beweging naar een gezonder en vitaler Nederland op gang te brengen. Dit heeft eind 2014 geresulteerd in 165 ondertekende pledges: «plechtige beloftes» waarmee 590 partijen verklaren een concrete bijdrage te zullen leveren aan de doelstellingen van het programma. Tevens is een uitgebreide voortgangsrapportage voor de Kamer voorbereid (TK 32 793, nr. 164).
Een doel van het programma is het stabiliseren of verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Het Ministerie van VWS draagt daaraan bij via de decentralisatie- uitkering Gezond in de stad (GIDS). In 2014 is de uitkering verdubbeld van € 5 miljoen naar € 10 miljoen waardoor 91 gemeenten, ook op het platteland en in krimpregio’s, een financiële bijdrage konden aanvragen. Pharos en Platform31 bieden een inhoudelijk stimuleringsprogramma om deze gemeenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van een effectieve lokale en integrale aanpak van gezondheidsachterstanden.
-
– De aanpak van antibioticaresistentie is een speerpunt van het Ministerie van VWS. Zo is in 2014 de surveillance in de humane gezondheidszorg geïntensiveerd. Ook is er verder ingezet op het terugdringen van het antibioticagebruik in de veehouderij. Naast deze nationale inzet is er veel aandacht besteed aan het internationaal agenderen van de antibioticaresistentie-problematiek. Zo heeft Nederland in juni 2014 in samenwerking met de World Health Organization (WHO) een tweedaagse ministeriële conferentie georganiseerd in Den Haag. Daarnaast is Nederland nauw betrokken bij het opstellen van het Global Action Plan van de WHO en de Global Health Security Agenda die de Verenigde Staten van Amerika opstelt.
-
– Conform het Begrotingsakkoord 2013 zijn in 2014 extra middelen (in totaal € 26 miljoen) ingezet voor de bestrijding van overgewicht bij kinderen. Waar logisch is de verbinding gelegd met andere leefstijlthema’s of leefstijlbrede programma’s. De middelen zijn via bestaande lijnen en structuren ingezet. Zo is er € 3 miljoen extra ingezet op het programma Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). In 2014 is de kwantitatieve doelstelling van 75 JOGG-gemeenten gehaald (www.jogg.nl/gemeenten). Kwalitatief blijkt het programma in meerdere gemeenten effectief te zijn.
-
– Tevens is geïntensiveerd ingezet op Gezonde School, via www.gezondeschool.nl van het RIVM Centrum Gezond Leven en de samenwerking tussen gezondheidsbevorderende organisaties en organisaties uit het onderwijs via de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl (SBGL). Specifieke programma’s als De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum en Gezonde Schoolpleinen van de Onderwijsagenda SBGL, in samenwerking met Jantje Beton, Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN) en Centrum Gezond Leven (CGL) lopen volgens planning. In 2014 heeft de Schoolkantinebrigade van het Voedingscentrum ruim 450 schoolkantines bezocht (TK 32 793, nr. 159), conform de vooraf gestelde doelstelling. Binnen het programma Gezonde Schoolpleinen zijn inmiddels alle 70 scholen geselecteerd om een Gezond Schoolplein te realiseren, en zijn de eerste schoolpleinen al opgeleverd (www.gezondeschool.nl/advies-en-ondersteuning/gezonde-schoolpleinen/).
-
– Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol en tabak verhoogd naar 18 jaar. Daarnaast is het voor personen onder de 18 jaar niet toegestaan om in het bezit te zijn van alcohol in de openbare ruimte. De beleidsuitvoering op terrein van alcohol en tabak verloopt volgens plan. Gedurende het gehele jaar heeft de eind 2013 gestarte campagne «NIX18 niet roken – niet drinken» gelopen. Een door de Rijksvoorlichtingsdienst uitgevoerde tussentijdse effectevaluatie van de sociale norm campagne NIX18 laat zien dat er sprake is van een positieve trend: steeds meer jongeren en ouderen staan achter de norm dat onder de 18 niet gerookt en gedronken wordt en handelen daar ook naar. Op 10 oktober 2014 heeft de Hoge Raad de uitzondering van het rookverbod voor de kleine cafés onverbindend verklaard. Daarmee geldt het rookverbod voor alle horeca.
-
– In 2014 is met de inzet van jonge toezichthouders extra capaciteit toegevoegd aan de huidige NVWA-capaciteit. Het betreft toezichthouders die voor de reguliere NVWA-inspecteurs signaleren welke cafés en tabaksverkopers in overtreding zijn bij de naleving van de leeftijdsgrens en het rookverbod.
-
– Op grond van het advies «Een stevig fundament, Evaluatie van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg» (TK 31 839, nr. 272) is besloten het huidige basistakenpakket te moderniseren en een aantal inhoudelijke wijzigingen aan te brengen. In 2014 is het Besluit publieke gezondheid hierop aangepast. Het nieuwe basispakket is per 1-1-2015 van kracht geworden.
4. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2014 | 2014 | |
Verplichtingen | 442.213 | 571.788 | 614.940 | 494.520 | 120.420 |
Uitgaven | 465.780 | 462.031 | 494.841 | 497.952 | – 3.111 |
1. Gezondheidsbescherming | 97.595 | 103.671 | 97.489 | 6.182 | |
Subsidies | 1.453 | 1.716 | 9.652 | – 7.936 | |
waarvan onder andere: | |||||
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie | 963 | 934 | 8.617 | – 7.683 | |
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 135 | 190 | 813 | – 623 | |
Communicatie verhoging leeftijd alcohol en tabak naar 18 jaar | 0 | 437 | 182 | 255 | |
Opdrachten | 3.223 | 4.600 | 1.910 | 2.690 | |
waarvan onder andere: | |||||
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 2.560 | 3.550 | 268 | 3.282 | |
Nieuwe etikettering huishoudchemicaliën | 0 | 417 | 417 | 0 | |
Bijdragen aan agentschappen | 92.892 | 97.052 | 85.626 | 11.426 | |
waarvan onder andere: | |||||
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 74.115 | 77.672 | 67.392 | 10.280 | |
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed | 18.479 | 19.024 | 14.853 | 4.171 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 27 | 94 | 301 | – 207 | |
waarvan onder andere: | |||||
College Toelating | 0 | 0 | 301 | – 301 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 209 | 0 | 209 | |
2. Ziektepreventie | 295.238 | 321.563 | 328.040 | – 6.477 | |
Subsidies | 192.112 | 201.112 | 206.535 | – 5.423 | |
Ziektepreventie | 4.133 | 4.477 | 6.891 | – 2.414 | |
Ziektepreventie Caribisch Nederland | 0 | 0 | 1.200 | – 1.200 | |
Jeugdgezondheidszorg | 2.269 | 3.024 | 3.351 | – 327 | |
RIVM: Uitvoering Subsidieregeling Publieke Gezondheid | 174.258 | 182.334 | 183.355 | – 1.021 | |
RIVM: Infectieziektebestrijding en/of bevordering seksuele gezondheid | 11.452 | 11.278 | 11.738 | – 460 | |
Opdrachten | 585 | 464 | 8.536 | – 8.072 | |
waarvan onder andere: | |||||
(Vaccin)onderzoek | 578 | 0 | 8.536 | – 8.536 | |
Bijdragen aan agentschappen | 102.541 | 119.003 | 112.878 | 6.125 | |
waarvan onder andere: | |||||
RIVM/ Opdrachtverlening Centra | 83.223 | 100.692 | 81.341 | 19.351 | |
Bevolkingsonderzoeken | 19.318 | 18.312 | 29.715 | – 11.403 | |
RIVM/ Ontwikkelingen technologie en demografie | 0 | 0 | 1.601 | – 1.601 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 984 | 91 | 893 | |
Extra contactmoment JGZ | 0 | 73 | 91 | – 18 | |
Ziektepreventie Caribisch Nederland | 0 | 814 | 0 | 814 | |
3. Gezondheidsbevordering | 50.809 | 51.796 | 52.340 | – 544 | |
Subsidies | 33.064 | 33.615 | 33.037 | 578 | |
waarvan onder andere: | |||||
Preventie van schadelijke middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 0 | 1.185 | 3.302 | – 2.117 | |
Verslavingszorg | 10.179 | 9.153 | 5.979 | 3.174 | |
Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG | 0 | 9.803 | 9.498 | 305 | |
Gezonde leefstijl jeugd | 8.919 | 0 | 407 | – 407 | |
Letselpreventie | 5.297 | 4.670 | 4.722 | – 52 | |
Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg | 3.218 | 4.074 | 3.179 | 895 | |
Bevordering van seksuele gezondheid | 5.451 | 4.658 | 4.486 | 172 | |
Opdrachten | 3.255 | 3.629 | 4.319 | – 690 | |
waarvan onder andere: | |||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 2.743 | 2.874 | 3.050 | – 176 | |
Letselpreventie | 0 | 233 | 75 | 158 | |
Gezonde voeding en gezond gewicht / JOGG | 218 | 181 | 90 | 91 | |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 710 | – 710 | |
RIVM: Voedsel consumptiepeiling | 0 | 0 | 221 | – 221 | |
RIVM: Monitoring, opdrachten, kennisvragen e.d. | 0 | 0 | 489 | – 489 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 14.490 | 14.552 | 14.274 | 278 | |
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 14.490 | 14.552 | 14.274 | 278 | |
4. Ethiek | 18.389 | 17.810 | 20.083 | – 2.273 | |
Subsidies | 588 | 1.331 | 1.660 | – 329 | |
Beleid Medische Ethiek | 588 | 1.331 | 1.660 | – 329 | |
Opdrachten | 59 | 132 | 0 | 132 | |
Bijdragen aan agentschappen | 4.452 | 2.164 | 3.804 | – 1.640 | |
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 4.452 | 2.164 | 3.804 | – 1.640 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 13.290 | 14.183 | 14.619 | – 436 | |
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken | 13.208 | 14.122 | 13.006 | 1.116 | |
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) | 82 | 61 | 1.613 | – 1.552 | |
Ontvangsten | 21.135 | 16.565 | 37.511 | 11.003 | 26.508 |
waarvan onder andere: | |||||
Leegstandvoorziening NVWA | 0 | 5.221 | 0 | 5.221 | |
Bestuurlijke boetes | 5.260 | 5.341 | 4.252 | 1.089 |
5. Toelichting op de instrumenten
1. Gezondheidsbescherming
Subsidies
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie
Hiervoor is in het onderdeel beleidsconclusie aangegeven wat er op dit terrein in 2014 is bereikt. De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 0,9 miljoen. Dat is circa € 7,7 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 8,6 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een overboeking bij eerste suppletoire wet naar het Gemeentefonds in verband met het kabinetsbesluit tot uitbreiding van de doeluitkering «Gezond in de stad» met € 5 miljoen voor de periode 2014–2017 en een technische mutatie van € 0,2 miljoen bij tweede suppletoire wet in verband met hogere subsidieverlening aan het Trimbos-instituut ten behoeve van communicatie verhoging leeftijd alcohol en tabak, dan geraamd.
Opdrachten
Crisisbeheersing Volksgezondheid
De uitgaven in 2014 zijn € 3,3 miljoen hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de kosten rondom de herdenkingsdienst en de herdenkingspenningen in verband met de vliegramp MH17.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 77,7 miljoen. Dat is circa € 10,2 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 67,4 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door overboekingen bij eerste suppletoire wet naar dit instrument van onder andere € 8,1 miljoen voor het Plan van Aanpak NVWA. Daarnaast is € 1,2 miljoen bijgedragen aan de overname publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties (PBO’s) tweekleppige weekdieren.
Beleidsterrein | Begroting | Realisatie VWS |
---|---|---|
Voedselveiligheid | 40,5 | 41,8 |
Productveiligheid | 12 | 11,8 |
Tabak en alcohol | 7,1 | 7,3 |
Overig | 7,8 | 16,8 |
Totaal | 67,4 | 77,7 |
De post overig betreft onder andere de middelen voor het Plan van Aanpak (€ 8,1 miljoen), die in 2014 zijn toegevoegd aan het budget van de NVWA.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
De opdrachtverlening 2014 inzake de programma’s aan het RIVM bedraagt circa € 19 miljoen en is € 4,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dat is een gevolg van een aantal aanvullende opdrachten waarvoor budget is overgeheveld naar dit instrument.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
ZonMw voor uitvoering van het preventieprogramma
Op 15 juli 2014 is opdracht gegeven voor de uitvoering van het vijfde preventieprogramma. Met dit programma verkrijgt ZonMw kennis die bijdraagt aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Preventie (NPP) «Alles is gezondheid...». Het kader wordt gevormd door vier thema's waarop wordt ingezet:
-
1. Kennis die bijdraagt aan algemene aspecten van preventiebeleid.
-
2. Kennis die tot verdere verbetering van het instrumentarium leidt.
-
3. Enkele specifieke onderzoeksterreinen passend bij de domeinen van het NPP.
-
4. Monitoring van uitvoeringsprogramma's.
Verder heeft ZonMw conform de begroting het vierde preventieprogramma uitgevoerd. De middelen (in totaal circa € 5,8 miljoen in 2014) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid.
2. Ziektepreventie
Subsidies
Ziektepreventie
De uitgaven in 2014 zijn € 2,4 miljoen lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt onder andere door een overheveling van € 0,6 miljoen naar het instrument bijdragen aan agentschappen Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit voor de bestrijding van exotische muggen, een overboeking van € 0,2 miljoen naar het Ministerie van Economische Zaken voor de bijdrage aan het Dutch Wildlife Health Centre en een overheveling van € 0,3 miljoen naar het instrument bijdragen aan agentschappen RIVM voor de uitvoering van het China Action Plan. Verder is een onderuitputting van € 1,3 miljoen opgetreden doordat onder andere de uitgaven voor de Stichting Q-koorts lager waren dan verwacht en de bijdrage aan de Wereldbank voor The Economic Cost of Antimicrobial Resistance is vertraagd.
Ziektepreventie Caribisch Nederland
Het beschikbare budget is overgeheveld naar het instrument bijdragen aan medeoverheden.
– RVP = percentage deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland. RIVM rapport 150202003 (pagina 11, tabel S2).
Voor het verslagjaar 2014 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2013) is dit percentage 95,4%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2011 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.
– Griep = percentage deelname aan het Nationaal Programma Grieppreventie.
Monitor vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie, IQ healthcare (Radboudumc), (pagina 1, belangrijkste resultaten 2013) in opdracht van het Centrum voor bevolkingsonderzoek (RIVM).
– BK = percentage deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker
Landelijk Evaluatieteam bevolkingsonderzoek borstkanker (LETB). Erasmus MC Rotterdam (pagina 2, Overzicht belangrijkste indicatoren 1990–2012).
– BMHK = percentage deelname aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
Landelijke Evaluatie Bevolkingsonderzoek naar Baarmoederhalskanker (LEBA). Rapportage 2011.
– PSIE = percentage deelname aan de Prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (Hielprik).
Monitor en evaluatie van de neonatale hielprikscreening bij kinderen geboren in 2012, TNO-rapport TNO/CH 2014 R 10324 (pagina 4, samenvatting).
Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.
Opdrachten
(Vaccin)onderzoek
Zoals gemeld bij eerste suppletoire wet is dit budget overgeboekt naar artikel 10 in verband met de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (PD ALT).
Bijdragen aan agentschappen
RIVM
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 119 miljoen. Dat is circa € 6,1 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 112,9 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een afboeking bij eerste suppletoire wet van € 9,6 miljoen met betrekking tot antivirale middelen. Daarnaast heeft in verband met de afroming van het eigen vermogen van het RIVM een desaldering plaatsgevonden (€ 17,2 miljoen).
De activiteiten zijn conform begroting uitgevoerd.
3. Gezondheidsbevordering
Subsidies
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)
De gerealiseerde uitgaven op dit onderdeel bedragen € 1,2 miljoen. Dat is circa € 2,1 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 3,3 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door technische mutaties die reeds in de eerste suppletoire wet zijn gemeld.
Het Trimbos-instituut heeft in 2014 een belangrijke rol vervuld in de uitvoering van het preventiebeleid op het gebied van alcohol, tabak en drugs. Dit gebeurt onder andere via voorlichting op scholen en via nieuwe media. Trimbos heeft burgers en professionals onder andere via infolijnen van betrouwbare en vraaggerichte informatie voorzien op het gebied van preventie van schadelijk gebruik van drugs, alcohol en tabak.
Verslavingszorg
De gerealiseerde uitgaven op dit onderdeel bedragen € 9,2 miljoen. Dat is circa € 3,2 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 6 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een technische mutatie die in de eerste suppletoire wet was gemeld.
4. Ethiek
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
Vanwege herdefiniëring van de kerntaken van het CIBG, zijn vanaf 1 juli 2014 de secretariaten van de regionale toetsingscommissies euthanasie en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen ondergebracht binnen een uitvoeringseenheid van het Ministerie van VWS. De daarmee samenhangende middelen (€ 1,6 miljoen) zijn bij tweede suppletoire wet overgeheveld naar artikel 10 Apparaatsuitgaven. Daarnaast is aan het CIBG is een opdracht verstrekt voor de uitvoering van de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken
Aan het ZiNL is een financiële bijdrage van € 14,1 miljoen beschikbaar gesteld voor het op grond van de regeling «subsidies AWBZ» verstrekken van subsidies aan abortusklinieken. De hogere uitgaven van € 1,1 miljoen worden voornamelijk veroorzaakt door een nabetaling in verband met de vaststelling van de subsidies over 2012.
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO)
De apparaatsuitgaven van CCMO waren in de ontwerpbegroting op artikel 1 geraamd. Bij de eerste en tweede suppletoire wet is het opdrachtgeversbudget van artikel 1 naar artikel 10 overgeboekt.
Ontvangsten
Er is meer ontvangen dan geraamd in verband met terugontvangen middelen van de NVWA als gevolg van het niet geheel benutten van de NVWA-voorziening «leegstand gebouwen» (€ 5,2 miljoen). Daarnaast vallen de opbrengsten bestuurlijke boetes circa € 1,1 miljoen hoger uit. Deze hoger dan geraamde realisatie is met name toe te schrijven aan opgelegde boetes voor reclameovertredingen van de tabaksindustrie. Verder is € 4,1 miljoen ontvangen in verband met terugbetaling van te veel ontvangen voorschotten voor het Nationaal Programma Grieppreventie over 2013. Deze ontvangst was niet geraamd. Ten slotte is het eigen vermogen van het RIVM met € 18,2 miljoen afgeroomd, € 17,2 miljoen is als ontvangst geboekt bij de opdrachtgever (artikel 1) en € 1 miljoen is als ontvangst geboekt bij de eigenaar (artikel 9).