Algemeen
Voor u ligt het Jaarverslag 2015 van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. In dit Jaarverslag 2015 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven, ontvangsten en aangegane verplichtingen ten opzichte van de begroting 2015.
Het Jaarverslag IenM 2015 bestaat uit de volgende onderdelen:
-
A. Een algemeen deel: hierin is naast deze leeswijzer de officiële aanbieding van het Jaarverslag aan de Staten-Generaal en het verzoek tot dechargeverlening opgenomen.
-
B. Het beleidsverslag 2015 van IenM: hierin wordt ingegaan op de resultaten die in 2015 zijn geboekt. Het beleidsverslag bestaat uit vier onderdelen: het verslag over de beleidsprioriteiten, de beleidsartikelen, de niet-beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf.
-
C. De Jaarrekening 2015 van IenM: deze bestaat uit de departementale verantwoordingstaat van IenM en de samenvattende verantwoordingsstaten van de agentschappen KNMI, Rijkswaterstaat, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Tevens bevat dit deel de departementale saldibalans van IenM, de jaarverslagen van de agentschappen en de opgave van Topinkomens.
-
D. De bijlagen:
-
1. het overzicht inzake het toezicht op de zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en de rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)
-
2. het overzicht van afgerond evaluatie en overig onderzoek
-
3. het overzicht van de externe inhuur
-
4. de rapportage correspondentie
-
5. de afkortingenlijst
-
Naast dit Jaarverslag, Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting, kent IenM ook de Jaarverslagen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, respectievelijk Hoofdstuk A en J van de Rijksbegroting. In deze fondsen worden de concrete investeringsprojecten en programma’s van het Ministerie van IenM geraamd en verantwoord.
Met het Infrastructuurfonds wordt invulling gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de Wet op het Infrastructuurfonds (Staatsblad 1993, nr 319), te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur.
Het Deltafonds kent zijn oorsprong in de Waterwet (Staatsblad 2009, nr 107). In de Waterwet is als doel van dit fonds opgenomen de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening.
De verantwoordingen van IenM zijn ook digitaal beschikbaar op www.rijksbegroting.nl.
Normering Jaarverslag
De financiële informatie in het beleidsverslag (onderdeel B) wordt gepresenteerd door middel van de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid». Hierin worden opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar toegelicht. Om de hoeveelheid informatie te beperken is gekozen voor het hanteren van de hieronder aangegeven norm. Aan de hand van deze norm wordt bepaald of een verschil wordt toegelicht. Naar aanleiding van de aanbeveling van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 16) is de normering aangepast, waarbij geldt dat begrotingsbedragen boven de € 50 miljoen met een afwijking van meer dan € 5 miljoen ook worden toegelicht. Vanaf het begrotingsjaar 2016 zal worden gewerkt met een rijksbrede uniforme normering (zie Kamerstukken II, 2014/2015, 31 865, nr. 69).
Begrotingsbedrag | Verschil |
---|---|
< € 4,5 miljoen | > 50% |
€ 4,5 – 22,5 miljoen | > € 2,5 miljoen |
€ 22,5 – 50 miljoen | > 10% |
> € 50 miljoen | > € 5 miljoen |
Dit houdt in dat die hoofdproducten, waarbij het verschil tussen het begrotingsbedrag en de realisatie kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor beleidsmatige relevante mutaties. Deze worden ongeacht bovenstaande normering wel toegelicht. Verder worden in afwijking van bovenvermelde norm die artikelen, waarop in de begroting 2015 geen of zeer geringe ontvangsten, uitgaven of verplichtingen zijn geraamd maar waar in 2015 wel relatief kleine bedragen op zijn gerealiseerd, niet apart toegelicht.
Betreffende de niet-financiële informatie moet worden vermeld dat IenM bij het verkrijgen van deze indicatoren voor een deel afhankelijk is van verzameling door externe partijen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De praktijk is zodanig dat deze gegevens in een aantal gevallen later beschikbaar komen. Dit leidt ertoe dat niet in alle gevallen de gegevens over het verslagjaar ten tijde van het opstellen van het jaarverslag beschikbaar waren.
Kwaliteit informatievoorziening via de begrotingcyclus
Groeiparagraaf
Zoals besproken in het wetgevingsoverleg van 14 oktober 2015 vind ik het belangrijk dat de Tweede Kamer en regering met elkaar discussiëren op welk niveau er informatie met elkaar wordt uitgewisseld. Het moet praktisch zijn voor de Kamer om haar controlerende rol waar te maken en ook praktisch voor ministeries om te zorgen dat we dingen efficiënt en effectief doen. Vorig jaar heeft de vaste Kamercommissie de leden mw. Visser en dhr. Hoogland als rapporteurs aangewezen voor de begrotingscyclus. De rapporteurs hebben met de medewerking van het ministerie een traject ingezet om de kwaliteit van de informatievoorziening richting het jaarverslag 2015 en de ontwerpbegroting 2017 te verbeteren.
Doorkijk naar Ontwerpbegroting en MIRT Overzicht 2017
De nadruk van het verbetertraject ligt in eerste instantie op de verbetermogelijkheden met betrekking tot de informatievoorziening over de MIRT-projecten en -programma’s, DBFM-contracten en de rapportages vanuit het Ministerie van IenM. Er wordt hierbij toegewerkt naar de Ontwerpbegroting 2017 en het bijbehorende MIRT Overzicht 2017. In overleg met de rapporteurs worden dan een aantal wijzigingen doorgevoerd in de opzet van de begrotingsstukken. Zo wordt onder meer bij de projecten in het MIRT overzicht informatie opgenomen over de ontwikkeling van het budget en de planning ten opzichte van het oorspronkelijke budget en de oorspronkelijke planning. Ook komt er meer inzicht in de financiën en voortgang van onderdelen van diverse programma’s. Er wordt meer informatie opgenomen over welk areaal in DBFM contracten is opgenomen, en op welke wijze dit areaal na afloop van de contracten gefinancierd wordt. Het overleg hierover vindt op constructieve wijze plaats.
Jaarverslag 2015: verbeterde beleidsconclusies
In dit Jaarverslag is inhoud gegeven aan de in het verantwoordingsdebat van afgelopen jaar toegezegde verbetering van de kwaliteit van de beleidsconclusies. Deze worden beter toegelicht en onderbouwd aan de hand van resultaten. De beleidsconclusies vormen een belangrijk onderdeel van het Jaarverslag. Hiermee wordt een oordeel gegeven over de uitvoering van het beleid over het afgelopen jaar, waar mogelijk onderbouwd met de waarde van indicatoren/kengetallen en extern verifieerbare bronnen.
Webdossier Ruimtelijke Inrichting
Met de Algemene Rekenkamer zijn afspraken gemaakt over de informatie uit het webdossier Ruimtelijke Inrichting. Daarbij wordt inzicht gegeven in de bestedingen van de rijksoverheid aan aanleg van infrastructuur. De Algemene Rekenkamer stopt met het webdossier en heeft de jaarlijkse actualisatie van dit webdossier vorig jaar voor de laatste keer gepubliceerd. Ik ben in overleg met de Algemene Rekenkamer op welke wijze ik deze informatie het best vorm kan gaan geven.
Focusonderwerp
In de departementale jaarverslagen over 2015 krijgt het focusonderwerp «Tijd voor uitvoering van de hervormingstrajecten die in het jaar 2015 van start zijn gegaan» extra aandacht.
Voor IenM is bij de uitwerking van het focusonderwerp specifiek verzocht in te gaan op Duurzaam inkopen door de ministeries. De uitwerking is opgenomen in de Bedrijfsvoeringsparagraaf.
Pilot Bedrijfsvoeringsparagraaf
IenM werkt bij het jaarverslag 2015 als pilot voor de nieuwe bedrijfsvoeringsparagraaf die met ingang van 2016 via RBV aan de departementen zal worden voorgeschreven.
Dit houdt in dat er duidelijker onderscheid wordt gemaakt in drie onderdelen: een uitzonderingsrapportage (comptabele rechtmatigheid en voortgang op onvolkomenheden rekenkamer 2014), rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen (o.a. het focusonderwerp Duurzaam Inkopen) en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de IenM bedrijfsvoering.