Artikel
Algemene doelstelling
De uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving vindt rechtmatig, efficiënt, klantgericht en daarmee doeltreffend plaats.
De uitvoering van de sociale zekerheidswetten geschiedt mede door ZBO’s en RWT’s. Daarmee wordt een doelmatige en rechtmatige uitvoering van wet- en regelgeving beoogd, waarbij de uitvoering zich op efficiënte en dienstverlenende wijze kan organiseren.
De Minister van SZW stelt daartoe uitvoeringsbudget ter beschikking, maakt daarbij prestatieafspraken met het UWV (inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen, BKWI), de SVB en het Inlichtingenbureau (IB) en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister64 is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:
-
• De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;
-
• De vormgeving van het stelsel van sociale zekerheidswetten die het UWV en de SVB uitvoeren;
-
• De vaststelling van de budgetten die aan het UWV (incl. BKWI), de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;
-
• De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door het UWV (incl. BKWI), de SVB en het IB en de verantwoording daarover;
-
• De vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld.
Beleidsconclusies
Voor het UWV en de SVB was 2015 een jaar waarin veel nieuwe wet- en regelgeving van kracht is geworden. De implementatie daarvan heeft veel aandacht gevergd. Bij het UWV betreft dit onder meer de Wet werk en zekerheid, de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Bij de SVB betreft dit onder meer de Wet hervorming kindregelingen en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd.
Beide ZBO’s zijn er in geslaagd om te voldoen aan vrijwel alle afgesproken streefwaarden. In 2015 heeft het UWV het laatste deel van de taakstelling 2012–2015 uit het regeerakkoord Rutte/Verhagen ingevuld, waarmee cumulatief een besparing van € 401 miljoen op de uitvoeringskosten gerealiseerd is. Ook de SVB heeft de afgesproken taakstellingen ingevuld met maatregelen. Dit heeft geleid tot een personele reductie en besparingen op inkoop.
Buiten het SUWI-domein heeft het dossier PGB-trekkingsrechten veel aandacht van de SVB gevraagd. In 2015 zijn acties ingezet om te komen tot snellere uitbetaling van declaraties. Daarnaast heeft de SVB capaciteit ingezet ten behoeve van contacten met budgethouders en zorgverleners. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van dit jaarverslag wordt verder ingegaan op de stappen die binnen SZW naar aanleiding van de PGB-problematiek bij het beter vastleggen van de rollen van eigenaar en opdrachtgever zijn gezet.
In 2015 zijn de evaluatie van de Wet SUWI en de beleidsdoorlichting op dit artikel afgerond. Daarbij zijn naast de ingevolge de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) verplichte vragen de volgende thema’s onderzocht:
-
• Doeltreffendheid en doelmatigheid van de uitvoering van de sociale zekerheid, inclusief sturing en structuur van het stelsel;
-
• De digitale dienstverlening aan WW-gerechtigden;
-
• Regionale samenwerking tussen het UWV en de gemeenten;
-
• De werking van de Wet Eenmalige gegevensuitvraag.
Het eindrapport stelt onder meer dat de organisatie van het SUWI-stelsel in grote lijnen voldoet aan de doelen van de Wet SUWI. Daarnaast stelt het rapport dat de uitvoering door het UWV efficiënt en rechtmatig verloopt, maar ook dat de omslag naar digitale dienstverlening heeft geleid tot minder klanttevredenheid en weinig maatwerk. De klanttevredenheid is de laatste jaren wel weer verbeterd. Verder wordt geconstateerd dat intensievere dienstverlening van het UWV tot meer uitstroom naar werk leidt dan alleen e-dienstverlening en een groepsgesprek in de 4e maand WW. Het kabinet onderschrijft dit en stelt, vanuit de onderuitputting van het sectorplannenbudget, extra financiële middelen beschikbaar in de komende twee jaar voor persoonlijke dienstverlening, in aanvulling op de digitale dienstverlening65.
Over de regionale samenwerking stelt het eindrapport dat de wijziging van de Wet SUWI in 2012 aanvankelijk de samenwerking tussen het UWV en de gemeenten negatief heeft beïnvloed. Het vooruitzicht van de Wet Werken naar Vermogen en de invoering van de Participatiewet heeft er vanaf 2014 voor gezorgd dat de regionale samenwerking weer is verbeterd. Het kabinet blijft deze ontwikkeling monitoren, stimuleren en ondersteunen.
Hoewel het rapport stelt dat door veel wijzigingen en bezuinigingen veel is gevraagd van de uitvoeringsorganisaties, concluderen de onderzoeken dat de sturingsrelatie is verbeterd en de uitvoering efficiënter is geworden. Wel wordt geconcludeerd dat de doelen van het SUWI-stelsel en de prestatie-indicatoren niet altijd goede aanwijzingen geven over het doelbereik. In de kabinetsreactie is aangegeven dat inmiddels een traject is gestart dat in 2017 een aangepaste set indicatoren op zal leveren.
In onderstaande tabel worden de rechtmatigheidsindicatoren voor het UWV en de SVB weergegeven. De realisaties liggen in 2015 boven de streefwaarde.
Budgettaire gevolgen van beleid
artikelonderdeel | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | Verschil 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – | – | 454.688 | 445.088 | 438.181 | 462.130 | – 23.949 |
Uitgaven | 590.378 | 493.138 | 454.688 | 445.088 | 438.181 | 462.130 | – 23.949 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 589.749 | 492.486 | 454.044 | 444.133 | 437.532 | 461.481 | – 23.949 |
UWV | 475.159 | 379.397 | 344.878 | 339.747 | 331.571 | 363.088 | – 31.517 |
SVB | 102.928 | 103.980 | 101.385 | 97.661 | 99.590 | 92.585 | 7.005 |
IB | 6.310 | 6.476 | 7.781 | 6.725 | 6.371 | 5.808 | 563 |
RWI | 5.352 | 2.633 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan nationale organisaties | 629 | 652 | 644 | 955 | 649 | 649 | 0 |
LCR | 629 | 652 | 644 | 955 | 649 | 649 | 0 |
Ontvangsten | 3.563 | 5.817 | 6.289 | 6.522 | 10.144 | 0 | 10.144 |
artikelonderdeel | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | Verschil 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 1.522.092 | 1.529.448 | 1.559.088 | 1.696.520 | 1.607.496 | 1.556.225 | 51.271 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.522.092 | 1.529.448 | 1.559.088 | 1.696.520 | 1.607.496 | 1.543.137 | 64.359 |
UWV | 1.372.499 | 1.391.800 | 1.428.300 | 1.568.458 | 1.485.496 | 1.431.545 | 53.951 |
SVB | 149.593 | 137.648 | 130.788 | 128.062 | 122.000 | 111.592 | 10.408 |
Nominaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13.088 | – 13.088 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Toelichting financiële instrumenten
De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor het UWV (inclusief het BKWI), de SVB en het IB, waarbinnen zij jaarplannen dienen op te stellen. In de jaarplannen nemen het UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet op. De Minister stuurt echter in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie op passende wijze via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitvoeringskosten van het UWV en de SVB wijzigen in de loop der jaren als gevolg van beleidswijzigingen en als gevolg van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten. Voor een nadere toelichting wordt naar de desbetreffende artikelen verwezen.
De realisatie van de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van het UWV is € 31,5 miljoen lager dan begroot. Dit is het saldo van onder meer lagere uitgaven als gevolg van minder Wajong-aanvragen en hogere uitgaven als gevolg van de centralisatie van de financiering van gemeentelijke doelgroepbeoordelingen en nabetalingen over 2014.
Bij de premiegefinancierde uitvoeringskosten van het UWV komen de uitgaven € 54 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 12 miljoen, in tabel 11.3 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 42 miljoen hoger dan begroot. Omdat het UWV wordt aangestuurd op het totaalbudget, zorgen lager uitvallende begrotingsgefinancierde uitgaven voor hogere premiegefinancierde uitgaven binnen dit totaalbudget.
De resultatenrekening in het UWV-jaarverslag laat een onderuitputting van € 63,2 miljoen zien. Deze middelen stromen bij het UWV in de egalisatiereserve, waardoor geen meevaller voor SZW ontstaat. Het UWV heeft in 2015 € 50 miljoen onttrokken uit het bestemmingsfonds voor frictiekosten. Per saldo zijn de totale reserves daarom met € 13,2 miljoen toegenomen (zie tabel 11.4).
De begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van de SVB komen € 7 miljoen hoger uit dan begroot. Het grootste deel van dit verschil (€ 5,6 miljoen) komt door toegekend budget als gevolg van inspanningsintensivering op het terrein van handhaving en toezicht. Deze businesscase leidt tot lagere uitkeringslasten bij de wetten en regelingen die de SVB uitvoert.
Bij de premiegefinancierde uitvoeringskosten van de SVB is sprake van een opwaartse bijstelling van de uitgaven met € 10 miljoen (€ 9 miljoen indien rekening wordt gehouden met de loon- en prijsbijstelling). Dit wordt vooral veroorzaakt door een bijdrage van het Ministerie van SZW aan de SVB aan de voorziene frictiekosten die ontstaan als gevolg van personele reducties bij de SVB-stafafdelingen.
Bij het IB zijn de gerealiseerde kosten € 0,6 miljoen hoger dan begroot. Dit verschil wordt verklaard door loon- en prijsontwikkelingen en budgettair neutrale herschikkingen binnen de begroting van SZW voor additionele opdrachten aan het IB.
B. Bijdrage aan nationale organisaties
De bijdrage aan de LCR komt overeen met het begrote bedrag.
C. Ontvangsten
De ontvangsten betreffen de afwikkeling van de liquidatie van de Arbeidsvoorzieningorganisatie en de afrekening van het resultaat van de LCR.
artikelonderdeel | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|
UWV (incl. BKWI) | 1.844.658 | 1.771.197 | 1.773.178 | 1.908.206 | 1.817.067 |
Begrotingsgefinancierd | 472.159 | 379.397 | 344.878 | 339.747 | 331.571 |
IOW | 250 | 250 | 200 | 1.325 | 1.775 |
Wajong | 132.542 | 118.435 | 96.126 | 117.878 | 114.518 |
Re-integratie Wajong | 11.598 | 33.923 | 65.582 | 70.496 | 78.642 |
Basisdienstverlening | 293.280 | 188.956 | 141.580 | 100.322 | 85.056 |
Wsw-indicatiestelling | 24.599 | 28.533 | 22.048 | 21.965 | 10.563 |
Beoordeling gemeentelijke doelgroep | – | – | – | – | 16.930 |
Uitvoeringskosten WW 50+ | – | – | 10.200 | 19.550 | 15.450 |
Compensatieregeling musici en artiesten | – | – | 0 | 11 | 0 |
BKWI | 9.890 | 9.300 | 9.142 | 8.201 | 8.637 |
Premiegefinancierd | 1.372.499 | 1.391.800 | 1.428.300 | 1.568.458 | 1.485.496 |
WAO | 168.205 | 134.896 | 96.000 | 87.750 | 79.568 |
IVA | 55.418 | 67.720 | 74.000 | 80.630 | 91.822 |
WGA | 163.241 | 220.520 | 239.000 | 235.878 | 230.600 |
WAZ | 8.000 | 4.000 | 3.000 | 3.242 | 3.299 |
WW | 406.360 | 491.972 | 566.000 | 853.176 | 731.623 |
ZW | 284.275 | 259.332 | 209.000 | 269.309 | 260.412 |
WAZO | 28.000 | 26.360 | 24.000 | 13.148 | 14.052 |
Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW | 26.000 | 36.000 | 45.000 | 42.725 | 60.920 |
Re-integratie WW | 233.000 | 151.000 | 167.000 | 0 | 0 |
Toevoeging aan bestemmingsfonds | – | – | 5.300 | – 17.400 | 13.200 |
SVB | 251.797 | 241.078 | 232.173 | 225.723 | 221.590 |
Begrotingsgefinancierd | 102.204 | 103.430 | 101.385 | 97.661 | 99.590 |
AKW | 75.849 | 78.005 | 70.824 | 64.032 | 71.075 |
TOG | 3.472 | 3.070 | 2.918 | 1.924 | – 540 |
TAS | 1.187 | 1.067 | 840 | 1.492 | 477 |
KOT/WKB | 3.765 | 4.890 | 4.762 | 4.650 | 4.551 |
AIO | 14.673 | 15.827 | 16.292 | 19.383 | 19.610 |
MKOB | 3.258 | 571 | 900 | 459 | 37 |
Bijstand buitenland | – | – | 424 | 320 | 155 |
Overbruggingsregeling | – | – | 4.425 | 3.082 | 1.363 |
Remigratiewet | – | – | – | 2.319 | 2.863 |
Premiegefinancierd | 149.593 | 137.648 | 130.788 | 128.062 | 122.000 |
AOW | 127.433 | 118.577 | 114.509 | 116.454 | 110.900 |
Anw | 22.160 | 19.071 | 16.279 | 11.608 | 11.100 |