Ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. En mensen met een beperking willen zo zelfstandig mogelijk leven. Daarbij zijn kwaliteit van leven en waardigheid, maar ook participatie en informele zorg kernbegrippen. Daarom heeft het kabinet per 2015 de zorg anders georganiseerd. De leidende doelinstelling bij alle maatregelen was en is te zorgen voor goede en toekomstbestendige zorg en ondersteuning die aansluit bij de wensen en mogelijkheden van mensen en hun omgeving. In de eerste fase stond een zorgvuldige overgang van oud naar nieuw centraal. Dat ging op veel plekken goed; daar waar dit tot fouten en onzekerheden leidde heeft het kabinet bijgestuurd.
Het eerste jaar van de hervorming langdurige zorg ligt achter ons. De continuïteit van (passende) zorg en ondersteuning van cliënten is gewaarborgd. Dit dankzij de grote inzet en het verantwoordelijkheidsbesef van alle betrokkenen. In de afgelopen periode die in het teken heeft gestaan van het voorbereiden op en het inregelen van de nieuwe uitvoering, is een solide basis gelegd voor de verdere hervorming. In de praktijk ging al veel goed, maar er zijn ook dossiers en thema’s die in meer of mindere mate vroegen om een snelle en gerichte verbetering. Door vertegenwoordigers van cliënten, zorgverleners, gemeenten en de Tweede Kamer zijn signalen en casuïstiek aangedragen die hun waarde hebben bewezen en geleid hebben tot aanvullende afspraken, bijstelling van kaders of nader onderzoek. Dat de uitvoering zich op onderdelen verder heeft moeten inregelen, is verklaarbaar. De ingezette veranderingen betreffen immers een majeure hervorming die deels om een nieuwe werk- en denkwijze vraagt en dus ook het nodige van betrokkenen vergt (TK 34 104, nr. 83). Vanuit de verschillende sectorspecifieke agenda’s worden met de veldpartijen de hervormingen en de verbeteringen opgepakt.
Zo is het afgelopen jaar veel aandacht uitgegaan naar een goede uitvoering van het persoonsgebonden budget (pgb). Bij de invoering van het trekkingsrecht voor het pgb per 1 januari 2015 zijn problemen opgetreden die ertoe leiden dat pgb-betalingen mogelijk niet tijdig en/of juist plaatsvonden. Hierdoor is hinder, ongemak en stress ontstaan bij pgb-houders en hun zorgverleners. Het afgelopen jaar is voorrang verleend aan het uitbetalen van zorgverleners. Mede dankzij alle ketenpartners zijn de betalingen van de pgb’s inmiddels gestabiliseerd: ruim 95% van ingediende declaraties wordt binnen 10 werkdagen uitbetaald. Tevens zijn maatregelen genomen om de uitvoering van het trekkingsrecht structureel te verbeteren. Om de jaarovergang zo soepel mogelijk te laten verlopen om daarmee tijdige uitbetalingen in 2016 voort te zetten, is in het najaar van 2015 door betrokken partijen een gezamenlijke aanpak vastgesteld. Daarbij zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de momenten waarop gemeenten en zorgkantoren budgethouders over hun situatie in 2016 informeren en over de gegevens die over dat jaar bij de SVB aangeleverd dienen te worden. Ook zijn afspraken gemaakt over de tijdige verwerking door de SVB. De ketenregisseurs zien toe op het nakomen van deze afspraken en adviseren zo nodig de bestuurlijke partners over te ondernemen acties (TK 25 657, nr. 227).
Daarnaast heeft het kabinet de hoofdlijnen van een compensatieregeling voor budgethouders en zorgaanbieders uitgewerkt. De regeling is bedoeld voor mensen die aantoonbaar materieel nadeel hebben ondervonden van betalingsproblemen bij de invoering van het trekkingsrecht pgb. Momenteel wordt de uitvoerbaarheid van de concept-compensatieregeling getoetst. Voor de uitvoering van de regeling is tussen de 15 en 20 miljoen euro beschikbaar inclusief uitvoeringskosten (TK 25 657, nr. 226).
Wanneer mensen langer thuis blijven wonen, wordt er meer van hun omgeving gevraagd. Betere ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligers is dan ook cruciaal. Het kabinet heeft per 2015 het zorgverlof verruimd. Zo is de personenkring voor het kort- en langdurend zorgverlof uitgebreid naar tweede graadbloedverwanten en anderen met wie de werknemer een sociale relatie heeft. Het langdurend zorgverlof is uitgebreid met de zorg voor zieken en hulpbehoevenden. Deze maatregel moet mantelzorgers helpen de mantelzorg voor hun naaste, in combinatie met werk, vol te houden (TK 30 169, nr. 38 en 42).
Dementie is een ingrijpende ziekte die veel invloed heeft op de patiënt en zijn omgeving. Het Kabinet vindt het belangrijk dat mensen met dementie zo lang mogelijk de gelegenheid krijgen om mee te doen in de maatschappij. Zo moet een fundament gelegd worden voor de verwachte toename van het aantal mensen met dementie door de toekomstige vergrijzing. Het Kabinet kiest hierbij voor een brede benadering die onder andere gericht is op het komen tot een dementievriendelijke samenleving. Zo is onder andere gestart met het programma «Dementievrienden». Dit initiatief is erop gericht dat mensen kennis opdoen over dementie en leren die kennis om te zetten in hulp aan mensen met dementie. Daarvoor worden verschillende instrumenten ingezet zoals een online ontmoetingsplek, een servicedesk en modules om mensen voor te lichten en uit te rusten met de juiste vaardigheden (TK 25 424, nr. 281).
Mensen die uit het ziekenhuis komen moeten altijd op goede opvang kunnen rekenen. Om te voorkomen dat wachtlijsten voor eerstelijns verblijf ontstaan, heeft het Kabinet het afgelopen jaar extra middelen beschikbaar gesteld. Eerstelijns verblijf is tijdelijke opname in een verpleeghuis, verzorgingshuis of logeerhuis, bijvoorbeeld voor mensen die na ontslag uit het ziekenhuis nog niet naar huis kunnen of waarbij het thuis tijdelijk niet gaat. Deze vorm van verblijf is enorm belangrijk, omdat het onnodig lang ziekenhuisverblijf (en daarmee hoge kosten) voorkomt en daarnaast bijdraagt aan het mogelijk langer thuis blijven wonen van kwetsbare ouderen (TK 34 104, nr. 85). Het eerder genoemde praktijkteam kan ook hier een bijdrage leveren.
De Tweede Kamer heeft begin 2016 de wetsvoorstellen in verband met de voorgenomen ratificatie van het VN-verdrag Handicap waarin de rechten van mensen met een handicap zijn vastgelegd (EK 34 104, brief F), aangenomen. Concreet betekent dit onder andere dat alle gebouwen, winkels, openbaar vervoer en ook websites geleidelijk toegankelijk moeten worden voor mensen met een beperking. Bedrijven kunnen geleidelijk beginnen met eenvoudige aanpassingen. Ratificatie geeft een belangrijke impuls aan een meer inclusieve samenleving.
In de brief «Waardigheid en trots: Liefdevolle zorg voor onze ouderen» is het beleid ter verbetering van de kwaliteit van de verpleeghuizen uiteengezet. Het programma stimuleert toe te groeien naar verpleeghuiszorg voor cliënten die zichzelf kunnen zijn, met trotse professionals, deuren die wagenwijd openstaan voor mantelzorgers en bestuurders en toezichthouders die de dialoog aangaan. Het Kabinet wil in ieder verpleeghuis zorg van goed geëquipeerde medewerkers die bijdraagt aan een waardige oude dag. Dit is een grote maatschappelijke opgave die met de meerjarige inzet van alle betrokken partijen moet worden gerealiseerd. In 2015 zijn activiteiten binnen het programma ontplooid. Zo is er een start gemaakt met een nieuw kwaliteitskader dat zich richt op persoonsgerichte en veilige zorg, werken aan welbevinden en het bieden van comfort. Daarnaast zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met Actiz en Zorgverzekeraars Nederland over de inzet van extra middelen voor een zinvolle daginvulling en deskundigheidsbevordering. En ten slotte is meer ruimte geboden voor ruim 600 verpleeghuislocaties die de ambitie hebben om best practice te worden. De extra middelen die voor het programma beschikbaar zijn gesteld worden voor het leeuwendeel ingezet voor extra activiteiten die bijdragen aan een zinvolle dag van cliënten en voor deskundigheidsbevordering van medewerkers, zodat hun kennis beter aansluit op de wensen, behoeften en mogelijkheden van cliënten (TK 31 765, nr. 171).