Algemeen
Koninkrijksrelaties
Dit begrotingshoofdstuk valt onder het regime voor «kleine begrotingen». De apparaatsuitgaven zijn opgenomen onder artikel 6.
Opbouw Jaarverslag 2016
De begroting van Koninkrijksrelaties kent een vertrouwde opbouw waarbij het jaarverslag de opbouw van de begroting 2016 volgt.
Het jaarverslag 2016 bestaat uit vier delen:
-
A. Een algemeen deel met de dechargeverlening;
-
B. Het beleidsverslag 2016 over de prioriteiten en de beleidsartikelen;
-
C. De jaarrekening 2016;
-
D. De bijlage.
Het beleidsverslag 2016
In het beleidsverslag 2016 wordt teruggekeken op de resultaten uit 2016.
Focusonderwerpen
In de verantwoording over 2016 staat het focusonderwerp «Focus op beleidstoetsing» centraal. Om deze reden zijn in het beleidsverslag de tabel «realisatie beleidsdoorlichtingen» en de toelichting op deze tabel uitgebreid. In de toelichting wordt ingegaan op de belangrijkste conclusies en beleidsacties van de beleidsdoorlichtingen die in 2014, 2015 en 2016 zijn afgerond.
In de paragraaf «Beleidsprioriteiten» wordt op hoofdlijnen verantwoording afgelegd over het beleid van het afgelopen jaar. Hierin kunt u lezen welke resultaten zijn behaald bij de gemaakte beleidsafspraken (prioriteiten) voor 2016.
In de paragraaf «Beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:
-
A. Algemene doelstelling;
-
B. Rol en verantwoordelijkheid;
-
C. Beleidsconclusies;
-
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
-
E. Toelichting op de financiële instrumenten.
In de toelichting op alle financiële instrumenten wordt aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend. Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, voor zover deze niet zijn toegelicht bij de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten. Indien van toepassing wordt in de toelichting op de financiële instrumenten verwezen naar de slotwet.
Wijziging op niet-beleidsartikel 7 Nominaal en Onvoorzien
Conform de RBV 2017 is niet-beleidsartikel 7 Nominaal en Onvoorzien gewijzigd. De onderdelen loon- en prijsbijstelling worden onderverdeeld naar programma en apparaat. Omdat in de begroting 2016 deze wijziging nog niet van kracht was, wordt alleen voor het verschil (de laatste kolom) deze onderverdeling naar programma en apparaat gemaakt.
Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2016 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringspunten voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De jaarrekening 2016
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting aan. De slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
De bijlage
In de bijlage is een overzicht opgenomen met afgerond evaluatie en overig onderzoek.
Externe inhuur
Het overzicht Externe inhuur is opgenomen in het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Wet Normering Topinkomens (WNT) verantwoording
Het overzicht WNT verantwoording is opgenomen in het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Groeiparagraaf
Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.
Het BES-fonds
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.
Dit jaarverslag zal de eerdere, op 2016 betrekking hebbende, begrotingen van het BES-fonds (de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2016 en de eerste en tweede suppletoire begrotingen 2016) als uitgangspunt nemen. Terugkijkend op de beleidsprioriteiten zal hierbij de ontwerpbegroting 2016 van het BES-fonds van belang zijn.
De uitsplitsing van bedragen op instrument- en regelniveau («Verantwoord Begroten») is ingegaan per 2012. De bedragen van 2011 worden daarom weergegeven op totaalniveau. Het jaarverslag is verdeeld in twee onderdelen: het beleidsverslag en de jaarrekening.
Het beleidsverslag 2016
Het beleidsverslag is een terugblik op het gevoerde beleid in 2016. Hierin komt de realisatie van de beleidsprioriteiten aan bod, worden de budgettaire gevolgen van het gevoerde beleid in beeld gebracht en worden er beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten getrokken. Bovendien wordt in de paragraaf beleidsartikel stilgestaan bij de prestatiegegevens die betrekking hebben op de beleidsdoelstellingen van het BES-fonds. Hier wordt ook de toelichting gegeven op het verschil tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting en realisatie.
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend.
Verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht, voor zover deze niet zijn toegelicht bij de eerste en tweede suppletoire begrotingswetten. Indien van toepassing wordt in de toelichting op de financiële instrumenten verwezen naar de slotwet.
De jaarrekening 2016
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
De bijlage
Ten slotte volgt er nog een bijlage overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.
Groeiparagraaf
Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.