Rijkswaterstaat (RWS)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2016 | Verschil t.o.v. begroting | Realisatie 2015 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Opbrengst moederdepartement | 2.250.830 | 2.235.181 | – 15.649 | 2.224.488 | ||
Opbrengst overige departementen | 24.925 | 40.224 | 15.299 | 61.005 | ||
Opbrengst derden | 147.313 | 155.069 | 7.756 | 159.464 | ||
Rentebaten | 800 | – | – 800 | 156 | ||
Vrijval voorzieningen | – | 22.608 | 22.608 | 21.880 | ||
Bijzondere baten | 3.000 | 3.407 | 407 | 3.484 | ||
Totaal baten | 2.426.868 | 2.456.489 | 29.621 | 2.470.477 | ||
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 973.786 | 991.288 | 17.502 | 1.001.818 | ||
* | personele kosten | 714.543 | 786.627 | 72.084 | 775.035 | |
– | waarvan eigen personeel | 663.760 | 705.997 | 42.237 | 701.290 | |
– | waarvan externe inhuur | 49.283 | 80.630 | 31.347 | 73.745 | |
– | waarvan overige personele kosten | 1.500 | – | – 1.500 | – | |
* | materiële kosten | 259.243 | 204.661 | – 54.582 | 226.783 | |
– | waarvan apparaat ICT | 45.000 | 28.650 | – 16.350 | 24.628 | |
– | waarvan bijdrage aan SSO's | 56.000 | 53.283 | – 2.717 | 54.683 | |
– | waarvan overige materiële kosten | 158.243 | 122.728 | – 35.515 | 147.471 | |
Beheer en onderhoud | 1.395.359 | 1.349.063 | – 46.296 | 1.362.290 | ||
Afschrijvingskosten | 39.975 | 30.411 | – 9.564 | 34.811 | ||
* | materieel | 38.500 | 29.246 | – 9.254 | 33.769 | |
– | waarvan apparaat ICT | 6.000 | 2.223 | – 3.777 | 3.856 | |
* | immaterieel | 1.475 | 1.165 | – 310 | 1.042 | |
Rentelasten | 8.748 | 4.041 | – 4.707 | 4.562 | ||
Overige Lasten | ||||||
* | Dotaties voorzieningen | – | 7.112 | 7.112 | 64.310 | |
* | Bijzondere lasten | – | 217 | 217 | 1.351 | |
Totaal lasten | 2.417.868 | 2.382.132 | – 35.736 | 2.469.142 | ||
Saldo van baten en lasten | 9.000 | 74.357 | 65.357 | 1.335 | ||
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 9.000 | 10.269 | 1.269 | 10.416 | ||
Nog te verdelen resultaat | – | 64.088 | 64.088 | 9.081- |
Toelichting op de verantwoordingsstaat
Baten
Opbrengst Moederdepartement
Opbrengsten beheer en onderhoud
De opbrengsten beheer en onderhoud betreffen het deel van de agentschapsbijdrage dat dient ter dekking van de kosten voor beheer, onderhoud en verkeersmanagement van de infrastructurele netwerken (externe productiekosten, baten en lasten stelsel).
Opbrengsten apparaat
De opbrengsten apparaat is het deel van de agentschapsbijdrage dat dient ter dekking van de apparaatskosten die nodig zijn voor de voorbereiding en uitvoering van het beheer en onderhoud en aanlegprogramma (interne kosten, baten en lastenstelsel).
Programma | IF/DF artikel | Begroting 2016 | Realisatie 2016 |
---|---|---|---|
Hoofdwatersysteem Programma | DF | 242.937 | 248.880 |
Hoofdwegen Programma | Art. 12 IF | 658.365 | 678.154 |
Hoofdvaarwegen Programma | Art. 15 IF | 351.692 | 374.211 |
Hoofdstuk 12 Programma | Diversen | 17.665 | 8.955 |
1.270.659 | 1.310.200 | ||
Hoofdwatersysteem Apparaat | DF | 212.821 | 220.713 |
Hoofdwegen Apparaat | Art. 12 IF | 446.542 | 459.269 |
Hoofdvaarwegen Apparaat | Art. 15 IF | 271.463 | 278.244 |
Hoofdstuk 12 Apparaat | Diversen | 49.345 | 62.237 |
980.171 | 1.020.463 | ||
Totaal | 2.250.830 | 2.330.663 |
Opbrengst overige departementen
De opbrengst overige departementen heeft betrekking op van andere departementen ontvangen vergoedingen voor activiteiten die door Rijkswaterstaat voor die andere departementen zijn uitgevoerd.
2016 | 2015 | |
---|---|---|
Ministerie | ||
Ministerie van Defensie | 16,3 | 16,7 |
Ministerie van Economische Zaken | 10,8 | 11,1 |
Ministerie van Financiën | 5,5 | 21,4 |
Ministerie van Veiligheid en Justitie | 3,6 | 2,1 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 3,3 | 0,2 |
Overig | 0.7 | 9,5 |
Totaal opbrengst overige departementen | 40,2 | 61,0 |
Realisatie 2016 ten opzichte van 2015
De opbrengsten van de Rijksrederij zijn ten opzichte van 2015 afgenomen met € 4,9 miljoen. Deze mutatie is voornamelijk het gevolg van relatief hoge opbrengsten over 2015 als gevolg van lagere tarieven voor brandstof en extra opbrengsten als gevolg van verrichte werkzaamheden voor de berging van de Flinterstar. De Flinterstar is in 2015 voor de Belgische kust gezonken en in 2016 heeft de Rijksrederij ondersteund bij de berging van dit schip.
De opbrengsten WVO (ca € 16 miljoen) zijn in 2016 gepresenteerd onder opbrengst derden.
2016 | 2015 | |
---|---|---|
Opbrengsten schades | 28,0 | 37,2 |
Opbrengsten RVOB (middelenbesluit) | 34,2 | 32,8 |
Opbrengsten NBd | 15,1 | 14,1 |
Opbrengsten personeel (IF, uitlenen, inbesteden e.d.) | 15,2 | 12,5 |
Opbrengsten gladheidsbestrijding en verkoop zout | 1,0 | 3,5 |
Opbrengsten Waterwet (Wvo) | 17,0 | |
Overige opbrengsten derden | 44,7 | 59,4 |
Totaal opbrengst derden | 155,2 | 159,5 |
Rentebaten
Deze baten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen over de rekening courant en korte termijndeposito’s die door Rijkswaterstaat worden aangehouden.
Omdat er vanwege de relatief lagere rentestanden gedurende 2016 geen korte termijndeposito’s zijn aangehouden, zijn er over 2016 geen rentebaten gerealiseerd.
Vrijval voorzieningen
De voorzieningen die op balans zijn opgenomen worden jaarlijks geactualiseerd. Ultimo 2016 heeft deze actualisatie ertoe geleid dat een totaal van € 22,6 miljoen uit de voorzieningen is vrijgevallen. De vrijval is als baten in de exploitatierekening verwerkt en bestaat uit:
-
• Vrijval reorganisatie voorziening (totaal € 10 miljoen).
-
• Vrijval milieuvoorziening van € 12,4 miljoen naar aanleiding van de gedetailleerde inventarisatie in 2016 en de lagere verwachte kosten van de sanering.
-
• Vrijval voorziening dubieuze debiteuren van € 0,2 miljoen.
Lasten
Specificatie | Begroting 2016 | Realisatie 2016 |
---|---|---|
Aantal fte | 8.643 | 8.618 |
Eigen personeelskosten | 665.260 | 705.997 |
kosten inhuur | 49.283 | 80.630 |
Totale kosten | 714.543 | 786.627 |
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. De hogere kosten ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting bestaan grotendeels uit de CAO bijstelling ter hoogte van € 22 miljoen, extra taken ten behoeve van de implementatie Omgevingswet € 13,5 miljoen en € 12 miljoen voor opleidingen vanuit het Corporate Learning Centre RWS die ten onrechte onder materiële kosten waren begroot.
Specificatie | Realisatie 2015 | Begroting 2016 | Realisatie 2016 | % tov 2015 |
---|---|---|---|---|
Inhuur apparaat | 73.745 | 49.283 | 80.630 | 109% |
Inhuur programma | 146.983 | 127.380 | 137.499 | 93% |
Totaal | 220.728 | 176.663 | 218.129 |
Door krapte op de arbeidsmarkt voor specialistische functies bleek het niet mogelijk om de benodigde capaciteit op kerntaken, nodig door grote uitstroom, volledig te kunnen invullen met eigen personeel.
Om de door opdrachtgevers gevraagde productie in 2016 te kunnen leveren was het noodzakelijk om extra inhuur in te schakelen.
Afschrijvingskosten
Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa. De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot, omdat in 2016 en eerdere jaren minder is geïnvesteerd dan van tevoren gepland.
Rentelasten
Dit betreft kosten van rentedragende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten. De rentekosten zijn lager dan begroot, omdat in 2016 en eerdere jaren minder is geïnvesteerd dan van tevoren gepland en er sprake is van een lager rentepercentage.
Overige lasten
De dotaties voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:
-
• Een dotatie van € 6,9 miljoen aan de reorganisatievoorziening;
-
• Een dotatie van € 0,2 miljoen aan de voorziening dubieuze debiteuren.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten betreffen grotendeels een boekverlies van € 0,2 miljoen op het afstoten van activa.
Dotatie Rijksrederij
Deze dotatie bestaat uit het verschil bij de Rijksrederij tussen afschrijvingen op vervangingswaarde (waarop de tarieven zijn gewaardeerd) en historische uitgaafprijs (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd). Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserver Rijksrederij, waar dit gereserveerd wordt voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en levenduurverlengend onderhoud.
Nog te verdelen resultaat
Het nog te verdelen resultaat 2016 van € 64.088 miljoen wordt in zijn geheel toegevoegd aan de exploitatiereserve.
31/12/2016 | 31/12/2015 | |||
---|---|---|---|---|
Vaste Activa | ||||
Immateriële vaste activa | 5.551 | 4.488 | ||
Materiële vaste activa | 179.471 | 186.028 | ||
* grond en gebouwen | 110.758 | 105.118 | ||
* Installaties en inventarissen | 10.682 | 9.673 | ||
*Overige Materiele vaste activa | 58.031 | 71.237 | ||
Financiële vaste activa | 48.800 | 63.000 | ||
Voorraden | ||||
Debiteuren | 36.478 | 47.179 | ||
Nog te ontvangen | 39.107 | 37.394 | ||
Liquide Middelen | 601.934 | 462.945 | ||
MIRT-projecten | ||||
Projecten in uitvoering (onderhanden werk) | 8.190.543 | 8.614.189 | ||
Totaal activa | 9.101.884 | 9.415.223 | ||
Passiva | 31/12/2016 | 31/12/2015 | ||
Eigen vermogen | ||||
Reserve Rijksrederij | 41.147 | 39.191 | ||
Exploitatiereserve | 48.413 | 57.494 | ||
Nog te verdelen resultaat | 64.088 | – 9.081 | ||
153.648 | 87.604 | |||
Voorzieningen | ||||
Voorziening personeel | 39.921 | 63.646 | ||
Voorziening materieel | 4.213 | 16.600 | ||
44.134 | 80.246 | |||
Opgenomen leningen Ministerie van Financiën | 124.502 | 130.335 | ||
Crediteuren | 53.254 | 41.745 | ||
Nog te betalen | 535.803 | 461.104 | ||
MIRT-projecten | ||||
Op te leveren projecten | 8.190.543 | 8.614.189 | ||
Totaal passiva | 9.101.884 | 9.415.223 |
Toelichting op de balans
Activa
Immateriële activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de bij derden bestede kosten, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen. De stijging van de immateriële activa betreft vooral activering van licenties voor software ten behoeve van smartphones.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen. Door terughoudendheid in het investeren in materiële vaste activa is de waarde van de materiële vaste activa gedaald.
Financiële vaste activa
Onder de financiële vaste activa is het langlopende deel van de vordering op het Ministerie van IenM opgenomen, die ontstaan is bij de vorming van het agentschap in 2006. In 2008 zijn er afspraken gemaakt over de afwikkeling van deze vordering. Resultaat hiervan is dat het restant van de vordering ultimo 2008 in 15 jaar wordt afgebouwd. Het kortlopende deel van deze vordering (aflossing 2016) is opgenomen onder debiteuren.
Onderhanden werk
Onder de post onderhanden werk is de som van de uitgaven op lopende MIRT-projecten tot en met de balansdatum opgenomen. Hier tegenover staat aan passivazijde eveneens de post «op te leveren projecten» voor hetzelfde bedrag. Voor een specifieke toelichting van de infrastructurele aanlegprojecten van RWS, wordt verwezen naar de jaarverslagen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Debiteuren
De waardering van de post debiteuren vindt plaats tegen nominale (factuur)waarde of lagere waarde als gevolg van mogelijke oninbaarheid. De debiteuren woorden voorzien; ouder dan 2 jaar volledig en overige debiteuren zijn afhankelijk van hun ouderdom procentueel, tenzij aannemelijk is gemaakt dat met een lagere voorziening kan worden volstaan. Het hogere debiteurensaldo wordt onder meer veroorzaakt doordat het kortlopende deel van de vordering moederdepartement hoger is dan in voorgaand jaar.
Nog te ontvangen
De post nog te ontvangen bestaat uit nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen. Deze ontvangsten bestaan voor een belangrijk deel uit de nog te ontvangen bedragen als gevolg van schades en nog te ontvangen betalingen in het kader van beheeropbrengsten uit het areaal (onder meer huren, pachten).
Passiva
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat naast een exploitatiereserve en een nog onverdeeld resultaat uit de bestemmingsreserve Rijksrederij. Deze bestemmingsreserve Rijksrederij wordt opgebouwd vanuit het tarief voor het gebruik van de schepen van de Rijksrederij, dat gebaseerd is op vervangingswaarde, en is bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en voor levensduurverlengend onderhoud.
Reserve Rijksrederij | Exploitatie-reserve | Nog te verdelen resultaat | Totaal eigen vermogen | ||
---|---|---|---|---|---|
Stand per 31/12/2015 | 39.191 | 57.494 | – 9.081 | 87.604 | |
Mutaties 2016 | |||||
Toevoeging | 10.269 | 0 | 9.081 | 19.350 | |
Onttrekking | – 8.313 | – 9.081 | – 17.394 | ||
Resultaat boekjaar | 0 | 0 | 64.088 | 64.088 | |
Totaal mutaties 2016 | 1.956 | – 9.081 | 73.169 | 64.044 | |
Stand per 31/12/2016 | 41.147 | 48.413 | 64.088 | 153.648 |
De dotatie aan de Reserve Rijksrederij betreft het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de schepen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde én de afschrijvings- en rentekosten op basis van de historische kostprijs in 2016. Deze dotatie is als directe resultaatbestemming opgenomen in de staat van baten en lasten.
In 2016 is € 8,3 miljoen van de Reserve Rijksrederij aangewend voor:
-
• Investeringen (aanschaf) in 3 KLPD vaartuigen voor € 2,2 miljoen;
-
• Investeringen in levensduur verlengend onderhoud (refit) van de Tridens van € 4,1 miljoen;
-
• Investeringen (aanschaf en verbouwing) in de Luctor € 0,8 miljoen;
-
• Inhuur van vervangende vaartuigen, € 0,4 miljoen;
-
• Investeringen in Rigid-hulled inflatable boats (RHIB’s) ten behoeve van de Barend Biesheuvel van € 0,4 miljoen;
-
• Overige investeringen in levensduur verlengend onderhoud schepen van € 0,4 miljoen.
Het nog te verdelen resultaat 2016 van € 64.088 miljoen wordt in zijn geheel toegevoegd aan de exploitatiereserve.
Voor het eigen vermogen geldt een grens van 5% van de totale gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaren. Het eigen vermogen per 31 december 2016 is 6,34% van die gemiddelde jaaromzet over de afgelopen drie jaren. Hierdoor is een surplus ontstaan van € 32,5 miljoen, welk bedrag aan het Ministerie van IenM wordt afgestort. Overeenkomstig de regeling Agentschappen zal bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet worden aangegeven hoe deze overschrijding is hersteld.
Reorganisativoorziening | Voorziening Arbeidsvoorwaardenverschil | Voorziening Milieusanering | Totaal | ||
---|---|---|---|---|---|
Stand per 31/12/2015 | 62.730 | 916 | 16.600 | 80.246 | |
Mutaties 2016 | |||||
Dotatie 2016 | 6.931 | – | – | 6.931 | |
Onttrekking 2016 | – 20.337 | – 295 | – | – 20.632 | |
Vrijval 2016 | – 10.024 | – | – 12.387 | – 22.411 | |
Totaal mutaties 2016 | – 23.430 | – 295 | – 12.387 | – 36.112 | |
Stand per 31/12/2016 | 39.300 | 621 | 4.213 | 44.134 |
Reorganisatievoorziening personeel
Ultimo 2016 valt de reorganisatievoorziening uiteen in drie gedeelten:
-
• Verwachte toekomstige wachtgeldkosten ad € 10,0 miljoen (verwachte looptijd tot 2027)
-
• Verwachte toekomstige maatwerkkosten ad € 10,3 miljoen (verwachte looptijd tot en met 2018)
-
• Verwachte toekomstige salariskosten VWNW-kandidaten ad € 19 miljoen (verwachte looptijd tot 2021)
Voorziening arbeidsvoorwaardenverschillen
Bij de vorming van de Rijksrederij in 2009 is de voorziening arbeidsvoorwaardenverschillen gevormd als gevolg van de afkoop door de partners ter dekking van de arbeidsvoorwaardenverschillen voor het personeel dat naar Rijkswaterstaat is overgekomen. In 2016 is er € 0,3 miljoen aan de voorziening onttrokken. De looptijd van deze voorziening is uiterlijk tot en met 2023.
Voorziening milieusanering
Ultimo 2014 is wettelijk geregeld dat asbest(daken) in Nederland vanaf 2024 zijn verboden. Het verbod beschermt mens en milieu tegen de gevaren van blootstelling aan asbest. Rijkswaterstaat heeft een groot aantal gebouwen in eigendom welke nog niet aan deze strengere milieueisen voldoen. Tot uiterlijk 2024 zullen voor al deze gebouwen – indien van toepassing – de daarop aanwezige asbestdaken en daarin aanwezige overige gevaarlijke asbesttoepassingen fasegewijs worden gesaneerd.
Een eerste inschatting aan verwachte saneringskosten is in 2015 gedoteerd aan een daartoe gevormde voorziening milieusanering. In 2016 heeft Rijkswaterstaat uitvoering gegeven aan een meer gedetailleerde inventarisatie van het aantal te saneren m2 aan asbestdaken in de gebouwen van Rijkswaterstaat en de kosten van de sanering. Hiervoor zijn middels deskreview 660 gebouwen in een risicoanalyse bekeken.
Naar aanleiding daarvan zijn 198 gebouwen met vermoedelijke asbestdaken onderzocht. Een aantal van 180 gebouwen, met risico op mogelijke aanwezigheid van overig asbest, zal met ingang van 2017 verder worden onderzocht. De inventarisatie leverde op dat de verwachte kosten van asbestsanering van de daken aanzienlijk lager zijn dan eind 2015 geschat. Op basis hiervan is ultimo 2016 € 12,4 miljoen van de in 2015 gevormde voorziening vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Het restant van de voorziening per eind 2016 ad € 4,2 miljoen heeft voor het reeds geïnventariseerde deel betrekking op het sarneren van asbestdaken (€ 2,5 miljoen), overige asbest op voor eigen en extern personeel gevaarlijke plaatsten (€ 0,8 miljoen) en voor de nog te onderzoeken overige gebouwen, gebouwd na 1985 (€ 0,9 miljoen).
In «Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen» is de milieusanering aan de infrastructuur-objecten (niet zijnde de bovengenoemde gebouwen) opgenomen. Hier is wellicht sprake van een verplichting, maar hiervoor kan geen betrouwbare schatting worden gegeven.
Crediteuren
Het complete crediteurensaldo is jonger dan een halfjaar. In 2016 is 97% van de facturen binnen 28 dagen na ontvangst betaald. In voorgaande jaar is de crediteurenafhandeling (betaalproces) in verband met de jaarafsluiting van de financiële administratie tijdelijk stil gelegd. Bij de jaarafsluiting 2016 is de financiële administratie langer doorgegaan met de crediteurenafhandeling. Als gevolg hiervan is een post met «betalingen onderweg» ontstaan van ad € 29 miljoen, deze is als schuld onder de crediteuren lagere overheden/ derden verantwoord.
Nog te betalen
Onder «nog te betalen» zijn de nog uit te voeren werkzaamheden (€ 348 miljoen) en overige schulden en overlopende passiva (€ 187 miljoen) opgenomen. De «nog uit te voeren werkzaamheden» zijn op de balans gepassiveerd. Het bedrag aan nog uit te voeren werkzaamheden wordt comptabel bepaald en is bestemd voor werkzaamheden die in 2017 en verder worden uitgevoerd. De overige schulden en overlopende passiva hebben voornamelijk betrekking op derden (leveranciers) en op personeel als het gaat om het nog niet opgenomen verlofsaldo.
Specificatie vorderingen/schulden (x 1.000) | RWS-IenM | overige departementen/agentschappen | Overige derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Debiteuren1 | 16.028 | 1.495 | 21.558 | 39.081 | |
Nog te ontvangen bedragen | 9.791 | 7.785 | 21.531 | 39.107 | |
Liquide middelen | 601.934 | 601.934 | |||
Crediteuren | 997 | 1.619 | 50.638 | 53.254 | |
Nog te betalen bedragen | 7.898 | 27.278 | 500.628 | 535.803 | |
– | Waarvan Nog uit te voeren werkzaamheden | 347.976 | 347.976 | ||
– | Waarvan Overige schulden en overlopende passiva | 7.898 | 27.278 | 152.652 | 187.827 |
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB + stand deposito-rekeningen 1 januari 2016 | 195.365 | 462.945 | 267.580 |
2a | Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 2.537.306 | ||
2b | Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | 2.387.273 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | 48.975 | 150.033 | 101.058 |
3a | Totaal investeringen (–/–) | – 33.600 | – 26.062 | 7.538 |
3b | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 4.338 | 4.338 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 33.600 | – 21.724 | 11.876 |
4a | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 |
4b | Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 7.300 | 15.800 | 8.500 |
4c | Aflossingen op leningen (–/–) | – 31.000 | – 23.320 | 7.680 |
4d | Beroep op leenfaciliteit (+) | 32.000 | 18.200 | – 13.800 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 8.300 | 10.680 | 2.380 |
5. | Rekening-courant RHB + stand depositorekeningen 31 december 2016 (=1+2+3+4) (maximale roodstand 0,5 mln. euro) | 219.040 | 601.934 | 382.894 |
Toelichting op het Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten (operationele inkomsten) en uitgaven (operationele uitgaven) gedurende 2016 uit de reguliere bedrijfsvoering.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de boekwaarden van de verkochte activa (€ 4,3 miljoen) en de investeringen in nieuwe en bestaande activa (€ 26 miljoen). De boekwinsten en -verliezen op desinvesteringen zijn opgenomen onder de operationele kasstroom. De investeringen hebben voornamelijk betrekking op:
-
• Immateriële vaste activa (in ontwikkeling), € 2 miljoen (Content Management en MARS 2 monitoringsysteem baggerwerkzaamheden).
-
• Materiële vaste activa van € 11,5 miljoen (gebouwen, inventaris, vaar- en voortuigen, hardware).
-
• Materiële vaste activa in ontwikkeling, € 12,3 miljoen (voornamelijk nieuwbouw steunpunten Houten en Baarn (€ 11,5 miljoen).
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van Rijkswaterstaat, te weten:
-
• Storting van moederdepartement van € 15,8 miljoen, dit is de aflossing van de vordering op het moederdepartement;
-
• Beroep op de leenfaciliteit ten behoeve van investeringen in activa van € 18,2 miljoen;
-
• Aflossingen op leningen ten behoeve van investeringen in activa van € 23,3 miljoen.
Doelmatigheidsindicatoren
Een doelstelling van de agentschapvorming van Rijkswaterstaat is het verhogen van de doelmatigheid. Om te kunnen beoordelen hoe de doelmatigheid zich ontwikkelt, wordt gebruik gemaakt van een aantal indicatoren.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Hoofdwegennet | 27,41 | 27,68 | 25,38 | 24,50 | 26,58 | 26,09 |
Hoofdvaarwegennet | 25,39 | 27,44 | 25,74 | 24,56 | 25,92 | 25,38 |
Hoofdwatersystemen | 1,16 | 1,14 | 1,06 | 1,05 | 1,15 | 1,11 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|
% tov omzet | 23% | 23% | 21% | 21% | 24% | 23% |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Kosten per FTE | 121.920 | 120.534 | 125.440 | 119.967 | 114.544 | 119.343 |
Met prijspeilcorrectie | 119.374 | 116.967 | 121.987 | 116.283 | 113.929 | – |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Hoofdwatersystemen | 367.956 | 443.405 | 393.322 | 486.318 | 486.599 | 455.758 |
Hoofdwegen | 1.003.693 | 1.028.266 | 974.671 | 963.322 | 1.104.007 | 1.104.906 |
Hoofdvaarwegen | 555.948 | 539.986 | 560.165 | 554.384 | 601.597 | 623.156 |
Overig | 302.766 | 258.385 | 254.228 | 220.464 | 42.978 | 67.010 |
TOTAAL | 2.230.363 | 2.270.042 | 2.182.386 | 2.224.488 | 2.235.181 | 2.250.830 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Exploitatiesaldo | 0,6% | – 0,1% | – 0,5% | 0,1% | 3,0% | 0% |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|
HWS | 108 | 98 | 93 | 100 | 100 | |
HWN | 97 | 100 | 102 | 100 | 98 | |
HVWN | 101 | 100 | 101 | 100 | 100 |
Toelichting op het overzicht doelmatigheidsindicatoren
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van Rijkswaterstaat maakt voor verkeer- en watermanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeer- en watermanagement.
De cao aanpassing is in 2016 verwerkt en door bijdragen van Min. EZ aan diverse projecten o.a. Wind op Zee stijgen de gemiddelde loonkosten.
% Apparaatskosten tov omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale opbrengst (inclusief GVKA-gelden) van Rijkswaterstaat. Een daling van dit percentage is een indicatie van een toenemende efficiëntie van de organisatie. Door de daling van de omzet neemt het percentage toe, er is zodoende geen sprake van een afnemende efficiency.
Tarieven per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten, materiële kosten, rentekosten en afschrijvingskosten) per formatieve ambtelijke FTE. Het betreft daarbij zowel de werkelijke kosten per FTE als de kosten gecorrigeerd voor prijsstijgingen. Er is een daling waar te nemen als gevolg van de stijging van het aantal medewerkers ten opzichte van 2015 in vergelijking met de totale apparaatskosten.
Opbrengst agentschap per product
In de bovenstaande tabel is de Opbrengst Moederdepartement uitgesplitst naar de verschillende netwerken. De verlaging van de post overig komt door de herschikking van de begrotingsartikelen per 1 januari 2016. Begrotingsartikel 18 is toen toegedeeld aan de netwerken.
Bezetting
Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van Rijkswaterstaat zich ontwikkelt. De bezetting versus formatie is ongeveer gelijk. De doelstelling is om een volledige bezetting te hebben zodat de afgesproken producten geleverd kunnen worden.
Exploitatiesaldo (% van de opbrengst)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de opbrengst over de afgelopen 4 jaar. Een positief percentage duidt op een positief exploitatiesaldo.
Gebruikerstevredenheid
Jaarlijks laat Rijkswaterstaat de gebruikerstevredenheid toetsen bij gebruikers van de netwerken. De waardering van de gebruikers is opgenomen als een percentage van de ondervraagden dat tevreden is.
Het lage percentage voor de tevredenheid over publieksgerichtheid wordt volgens de ondervraagden met name veroorzaakt door de onbekendheid met Rijkswaterstaat en wat allemaal gebeurt op het gebied van publieksgerichtheid. De waardering is lager dan in 2012, wat samenhangt met verminderde externe communicatie vanuit RWS wat onderdeel is van het programma «Versobering en Efficiëntie» van het beheer en onderhoud van de rijksinfrastructuur.
Vanwege vertraging bij eerdere onderzoeken vindt de nieuwe meting op de gebruikerstevredenheid HWVN (onderdeel Zeevaart en Loods) plaats in 2017, in 2016 wordt daarom het meest actuele percentage aangehouden (69%).
Ontwikkeling PINwaarden
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de pinwaarde per netwerk. In de berekening van de pinwaardes wordt het verslagjaar als basisjaargenomen en worden de voorgaande jaren hierop aangepast.
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)–(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Omzet IenM | 122.641 | 130.828 | 8.187 | 132.694 | ||
Omzet overige departementen | – | 373 | 373 | 460 | ||
Omzet derden | 23.523 | 22.550 | – 973 | 13.602 | ||
Rentebaten | 50 | 14 | – 36 | 60 | ||
Vrijval voorzieningen | – | 1.813 | 18.13 | 247 | ||
Bijzondere baten | – | 1.379 | 1.379 | 552 | ||
Totaal baten | 146.214 | 156.957 | 10.743 | 147.615 | ||
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 144.014 | 148.136 | 4.122 | 141.572 | ||
Personele kosten | 109.840 | 111.191 | 1.351 | 104.190 | ||
Waarvan eigen personeel | 100.796 | 101.429 | 633 | 96.023 | ||
Waarvan externe inhuur | 9.044 | 9.510 | 466 | 8.167 | ||
Waarvan overige personele kosten | – | 251 | 251 | – | ||
Materiële kosten | 34.174 | 36.945 | 2.771 | 37.382 | ||
Waarvan apparaat ICT | 7.158 | 245 | – 6.913 | 4.828 | ||
Waarvan bijdrage aan SSO's | 12.370 | 18.767 | 6.397 | 13.891 | ||
Waarvan overige materiële kosten | 14.646 | 17.933 | 3.287 | 18.663 | ||
Rentelasten | 100 | – | – 100 | – | ||
Afschrijvingskosten | 2.100 | 2.370 | 270 | 2.620 | ||
Immaterieel | – | – | – | – | ||
Materieel | 2.100 | 2.370 | 270 | 2.620 | ||
Waarvan apparaat ICT | – | – | – | – | ||
Overige lasten | – | 1.660 | 1.660 | 1.897 | ||
Dotaties voorzieningen | – | 6 | 6 | 1.455 | ||
Bijzondere lasten | – | 1.654 | 1.654 | 442 | ||
Totaal lasten | 146.214 | 152.166 | 5.952 | 146.089 | ||
Saldo van baten en lasten | – | 4.791 | 4.791 | 1.526 |
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft de omzet uit hoofde van activiteiten die de Inspectie Leefomgeving en Transport verricht voor het moederdepartement. De omzet IenM is grotendeels een vergoeding voor het hoofdproduct Handhaving.
De gerealiseerde omzet IenM over 2016 wijkt af van de betaalde bijdrage (in kastermen) doordat er middelen, die in voorgaande jaren op de balans zijn gereserveerd, in 2016 zijn gerealiseerd. Daarnaast is sprake van mutaties die tijdens de verschillende begrotingsmomenten zijn doorgevoerd. Tevens zijn er middelen ontvangen in 2016 waar de benodigde prestaties nog niet volledig van zijn geleverd. Deze zijn derhalve onder «nog uit te voeren werkzaamheden» opgenomen.
De belangrijkste begrotingsmutatie was de structureel doorgevoerde dekking voor de handhavingstaken op overbelading in het wegtransport.
Omzet overige departementen
De realisatie opbrengsten overige departementen betreft bijdragen van het Ministerie van BZK ter dekking van aanvullende taken van de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
Omzet derden
De omzet van derden hebben betrekking op de aan afnemers van producten op het gebied van vergunningverlening in rekening gebrachte tarieven. Deze opbrengsten zijn vraaggestuurd en vielen in 2016 € 0,6 miljoen hoger uit dan begroot. De opbrengsten van de dienstverleningsovereenkomst met de ANVS en de ontvangen bijdragen van deelnemers aan het Inspectieloket zijn ook onder opbrengst derden verantwoord. Tevens is hier de opbrengst voor het toezicht op de woningcorporaties verantwoord voor zover deze uit de heffing op de wooncorporaties is gefinancierd. De heffing over 2016 bedroeg € 14,6 miljoen. Omdat de Aw over 2016 een positief resultaat van € 1,6 miljoen heeft behaald, is € 13,0 miljoen als opbrengst 2016 verantwoord. Het surplus wordt verrekend met de corporaties via de heffing voor 2017.
Rentebaten
De rentebaten betreffen rentes over de uitstaande deposito’s bij de Rijkshoofdboekhouding. Door de lage rentestand zijn de rentebaten, in verhouding tot de liquiditeit en het begrote bedrag, ook laag gebleven.
Vrijval voorzieningen
De vrijval van de voorzieningen bestaat voornamelijk uit de vrijval op de reorganisatievoorzieningen Aw (€ 1,6 miljoen). Deze vrijval komt niet ten gunste van het ILT-resultaat maar wordt verrekend met de heffingen voor 2017 van Woningcorporaties (zie ook bijzondere lasten).Daarnaast is er een beperkte vrijval op de voorziening SBF/FLO (€ 0,1 miljoen).
Overige bijzondere baten
Dit betreft grotendeels een correctie over 2015 in verband met lager uitvallende transitoria. In 2016 bleek dat de overlopende posten op de kostensoorten «uitbesteding overige, onderhoud en exploitatie software, exploitatie gebouwen en opleidingen» te hoog te zijn ingeschat of dat facturen niet zijn ontvangen (€ 1,1 miljoen). Het restant betreft verrekeningen uit het boekjaar 2015 (€ 0,2 miljoen).
Lasten
De apparaatskosten betreffen de personele en materiële kosten over 2016.
Personele kosten
De gerealiseerde personele kosten wijken beperkt af van de begroting. Op basis van de taakuitbreiding en gerelateerde begrotingsmutaties hadden de personele kosten hoger moeten zijn. Het personele verloop heeft echter een dempend effect gehad op de uiteindelijke realisatie van kosten en is daarmee een van de redenen dat de inspectie een positief resultaat heeft behaald. De externe inhuur betreft voornamelijk inhuur op ICT-gebied.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn hoger dan begroot. De oorzaak hiervan is met name te vinden in de gestegen ICT-beheerkosten. Ook is de begrote daling van huisvestingskosten achtergebleven.
De eenmalige kosten als gevolg van verhuizingen vielen lager uit dan begroot. De tussentijds hiervoor beschikbaar gestelde middelen blijven voor een groot deel over. De begrote ICT-apparaatkosten wijken af van de begroting omdat deze zijn gerealiseerd onder de rubriek bijdrage rijksbrede SSO’s.
Rentelasten
De inspectie heeft geen lopende leningen en daardoor ook geen rentelasten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn iets hoger dan begroot als gevolg van eerdere investeringen vanwege taakuitbreiding.
Dotaties voorzieningen
De dotaties aan voorzieningen beperkingen zich tot € 6.498 voor de voorziening dubieuze debiteuren.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten betreffen voornamelijk het bedrag van de vrijval van de voorzieningen van het voormalig CFV (€ 1,6 miljoen), dat is opgenomen als bijzondere last en dat, evenals het resultaat Aw 2016, wordt verrekend met de Woningcorporaties in de heffing over 2017.
Saldo van baten en lasten
De inspectie heeft over 2016 een positief resultaat behaald van € 4,8 miljoen. De belangrijkste redenen voor dit overschot zijn de laag uitgevallen verhuiskosten (circa € 0,3 miljoen) waarvoor wel € 2,2 miljoen extra bijdrage is ontvangen en het niet volledig aanwenden van de extra toegekende middelen voor personele kosten als gevolg van het dempende effect van uitstroom van personeel, waardoor extra middelen onbenut zijn gebleven. De opbrengsten uit vergunningverlening zijn ook hoger dan geraamd (€ 0,6 miljoen).
31-12-2016 | 31-12-2015 | ||
---|---|---|---|
Activa | |||
Immateriële vaste activa | – | – | |
Materiële vaste activa | 3.787 | 6.114 | |
Grond en gebouwen | – | – | |
Installaties en inventarissen | – | – | |
Overige materiële vaste activa | 3.787 | 6.114 | |
Materiële vaste activa in aanbouw | – | – | |
Onderhanden werk | – | – | |
Debiteuren | 937 | 316 | |
Overige vorderingen en overlopende activa | 1.242 | 1.200 | |
Liquide middelen | 40.775 | 40.672 | |
Totaal activa | 46.741 | 48.302 | |
Passiva | |||
Eigen vermogen | 12.320 | 9.128 | |
Exploitatiereserve | 7.439 | 7.602 | |
Onverdeeld resultaat | 4.791 | 1.526 | |
Voorzieningen | 2.138 | 5.836 | |
Leningen bij het MvF | – | – | |
Crediteuren | 294 | 226 | |
Overige schulden en overlopende passiva | 32.079 | 33.112 | |
Totaal passiva | 46.741 | 48.302 |
Activa
Materiële vaste activa
De inspectie heeft dertien auto’s afgevoerd in 2016 en vooralsnog niet vervangen. Bij toekomstige vervanging van het wagenpark worden de ILT-voertuigen geleased en daarmee geen eigendom van de ILT.
Debiteuren
De debiteurenstand is gestegen ten opzichte van 2015. Dit met name vanwege een aantal vorderingen op andere onderdelen van het Rijk.
Overige vorderingen en overlopende activa
Deze post betreft grotendeels nog te factureren werkzaamheden vergunningverlening.
Liquide middelen
Voor de ruim € 40 miljoen die de ILT per 31 december op de rekening-courant heeft staan, is geen deposito geplaatst bij de Rijkshoofdboekhouding. Dit vanwege het ontbreken van een rentevergoeding voor korte en middellange deposito-looptijden. Tegenover de liquide middelen staan een aantal voorzieningen, reserveringen en schuldposities op de balans en heeft de ILT de beschikking over een eigen vermogen.
Passiva
Eigen vermogen
Door het positieve resultaat van € 4,8 miljoen over 2016 overstijgt de inspectie het maximale eigen vermogen. Overeenkomstig de Regeling agentschappen zal bij de Eerste suppletoire begroting 2017 dit overschot worden afgeroomd door de eigenaar van de ILT.
Exploitatie reserve | Onverdeeld resultaat | Totale vermogen | |
---|---|---|---|
Stand begin boekjaar | 7.602 | 1.526 | 9.128 |
Resultaatverdeling | 1.526 | – 1.526 | – |
Afdracht overschot aan moederdep. | – 1.689 | – 1.689 | |
Resultaat boekjaar | 4.791 | 4.791 | |
Stand eind boekjaar | 7.439 | 4.791 | 12.230 |
Voorzieningen
Voorziening functioneel leeftijdsontslag:
Voor werknemers die werkzaam zijn in een zogenoemde substantieel bezwarende functie is, op basis van de SBF/FLO-regeling, in het verleden een voorziening getroffen omdat deze werknemers recht hebben om vervroegd uit te treden. Hoewel de uitvoering van de regeling is gewijzigd, is er geen reden geweest om de aannames aan te passen. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. Deze contante waarde is berekend met behulp van de 10 jaar depositorente bij de Rijkshoofdboekhouding. Deze rente is verder gedaald. Tegelijkertijd is er voor een aantal rechthebbenden een correctie doorgevoerd op hun rechten. Per saldo leidt dit tot een vrijval van € 0,1 miljoen.
Reorganisatievoorziening:
Deze voorziening bestond uit drie delen:
-
1. Een in 2012 getroffen reorganisatievoorziening. Verloop bestond voornamelijk uit onttrekkingen. Voor 2016 ging het nog om één maand onttrekking waarna de voorziening is beëindigd (€ 0,1 miljoen vrijval).
Bij de overgang van het CFV naar ILT, per 01-07-2015, zijn er twee reorganisatievoorzieningsdelen overgekomen:
-
2. Ontslagregeling CFV. Voor een aantal oud-medewerkers is in het verleden een ontslagregeling getroffen. Gedurende het jaar is het aantal onttrekkingen beperkt gebleven waardoor er vrijval (€ 0,5 miljoen) is opgetreden.
-
3. Transitiekosten CFV. Het huurcontract van het voormalig CFV in Baarn is in 2016 overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. Daarmee is de noodzaak om de voorziening aan te houden verdwenen en is het restant bedrag vrijgevallen (€ 1,1 miljoen).
De vrijgevallen middelen uit de laatste twee voorzieningen worden met corporaties verrekend via de heffing 2017.
Voorziening claims derden:
De lopende rechtszaak is afgewikkeld met volledige onttrekking van de voorziening als gevolg.
SBF | Reorganisatie | Claims derden | Totaal | Dub. Deb. | |
---|---|---|---|---|---|
Stand begin boekjaar | 2.767 | 2.318 | 750 | 5.836 | 925 |
Dotatie ten laste van het resultaat | 6 | ||||
Vrijval ten gunste van het resultaat | – 121 | – 1.688 | – 1.808 | – 5 | |
Onttrekking voorziening | – 688 | – 451 | – 750 | – 1.889 | – 441 |
Stand eind boekjaar | 1.959 | 179 | – | 2.138 | 485 |
Crediteuren
De crediteurenstand is relatief laag; grote crediteuren staan niet open.
Overige schulden en overlopende passiva.
Hieronder vallen vele verschillende schuldposities van de inspectie.
Belangrijkste daarbij zijn de verplichtingen aan het personeel (€ 7,8 miljoen) en transitorische posten (€ 9,5 miljoen). Het resultaat van de Autoriteit woningcorporaties (€ 3,2 miljoen) dat in 2017 in mindering wordt gebracht op de heffing 2017, is ook verantwoord onder deze post.
Apart onder nog te betalen staat nog de projectsteun wijkenaanpak. In 2008 heeft CFV een taak gekregen in het innen en verstrekken van bijzondere projectsteun voor de 40 aandachtswijken van jaarlijks € 75 miljoen. Op grond van de eindverantwoordingen (tussenstand) over de verstrekte subsidies 2008 tot en met 2012 is tot en met 2015 € 3,5 miljoen teruggevorderd bij diverse corporaties. Naar verwachting vinden de laatste eindafrekening in 2019 plaats. Het uiteindelijke saldo staat ter beschikking aan de Minister voor WenR.
De verhoudingen vorderingen en schulden ten opzichte van het moederdepartement, overige departementen en agentschappen en derden zijn als volgt:
Moederdepartement | Overige Ministeries en Agentschappen | Derden | |
---|---|---|---|
Debiteuren1 | 281 | 1.141 | |
Nog te onvangen bedragen | 139 | 1.103 | |
Liquide middelen | 2 | 40.773 | |
Crediteuren | – 20 | – 274 | |
Nog te betalen bedragen | – 6.308 | – 4.550 | – 21.220 |
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)–(1) Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2016 | 31.374 | 40.672 | 9.298 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 2.800 | |||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 965 | |||
2. | Totaal operationele kasstroom | – 4.000 | 1.835 | 5.836 |
Totaal investeringen (–/–) | – 2.000 | – 79 | 1.921 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | – | 36 | 36 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 2.000 | – 43 | 1.957 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | – | – 1.689 | – 1.689 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | – | – | – | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – | – | – | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | – | |||
4. | Totaal financieringskasstroom | – | – 1.689 | – 1.689 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2016 | 25.374 | 40.775 | 15.401 |
-
1. Rekening-courant RHB per 1 januari 2016
De rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding stond per 1 januari 2016 op € 40,7 miljoen.
-
2. Operationele kasstroom
De operationele kasstroom geeft de kasstromen weer die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva. De positieve operationele kasstroom over 2016 is vooral ontstaan door het positieve resultaat per 31 december (€ 4,8 miljoen) en een afname van de voorzieningen.
-
3. Totaal investeringskasstroom
Er is enkel geïnvesteerd in inspectie-apparatuur. Vervangingen van het wagenpark zijn uitgesteld vanwege de herijking van het wagenparkbeleid. Hierdoor blijft de daadwerkelijke investeringsstroom achter bij de begroting.
-
4. Totaal financieringskasstroom
De financieringskasstroom bestond in 2016 voornamelijk uit de afdracht aan het moederdepartement van het overschot aan eigen vermogen. Voor de geactiveerde kosten over 2016 is geen lening aangevraagd gezien de huidige liquiditeitspositie.
-
5. Rekening-courant RHB per 31 december 2016
Per 31 december 2016 staat er € 40,8 miljoen op de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding. Het positieve saldo wordt verklaard doordat er tegenover de liquide middelen schuldposities zijn in de vorm van voorzieningen, eigen vermogen, transitorische posten en overige posten met een structureel karakter (ontvangen waarborgsommen, reservering vakantiegeld). Gezien de nulstand van de rente op deposito’s zijn er geen middelen vastgezet op korte of middellange deposito’s. Het saldo op de rekening-courant is daarmee ter vrije beschikking.
Omschrijving Generiek Deel | t-3 | t-2 | t-1 | t | Oorspronkelijke begroting t |
---|---|---|---|---|---|
1. Kostprijzen per productgroep (x € 1.000) | |||||
– Handhaving | 120.201 | 125.677 | 126.080 | 117.865 | 110.669 |
– Vergunningverlening | 23.832 | 24.103 | 19.750 | 25.363 | 18.198 |
2. Tarieven/uur (x € 1) | |||||
– Handhaving | 131,3 | 134,1 | 129,7 | 145,5 | 115,80 |
– Vergunningverlening | 132,8 | 137,5 | 132,5 | 134,8 | 119,50 |
3. Omzet per productgroep (x € 1.000) | |||||
– Handhaving | 143.309 | 139.898 | 133.154 | 140.082 | 94.669 |
– Vergunningverlening | 8.810 | 7.525 | 13.832 | 12.068 | 7.584 |
4. Fte-totaal | 1.119 | 1.171 | 1.135 | 1.152 | 1.047 |
(excl. externe inhuur) | |||||
5. Saldo van baten en lasten | 7,56% | 0,25% | 1,02% | 2,08% | 0 |
6. Kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen1 | 85% | 86% | 90% | 86% | 95% |
7. Kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum | 13 sec. | 21 sec | 29 sec | <20 sec. | |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||
8. Kostprijs/product (x € 1.000): | |||||
– Inspectie | 117.316 | 124.462 | 125.318 | 117.895 | 122.691 |
– Vergunningverlening | 23.832 | 23.876 | 19.628 | 25.363 | 23.523 |
– Monsterafname | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
9. Kwaliteit Handhaving: | |||||
– Klachten (bezwaar en beroep) | 700 | 1.484 | 1.484 | 3812 | 1.000 |
– Gegrond verklaard (%) | n.b. | n.b. | 48% | n.b. | 95% |
De kostprijzen per productgroep en de tarieven per uur zijn gestegen door enerzijds de loon- en prijsontwikkeling en anderzijds door de volledige doorwerking van de kosten van de Autoriteit woningcorporaties in de ILT-kosten in 2016. Daarnaast zijn er vergunningverlenende activiteiten gestart in de leefomgevingsdomeinen die tot een groei van het werkpakket en daarmee productgroepprijs hebben geleid.
Het verschil tussen de omzet vergunningverlening en de kosten voor vergunningverlening wordt verklaard doordat de ILT (overwegend) niet-kostendekkende tarieven afgeeft. Daarnaast worden er niet-tarifeerbare producten afgegeven.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | |
Baten | ||||
Omzet IenM | 36.031 | 40.257 | 4.226 | 46.668 |
Omzet nutv werkzaamheden | 1.217 | 10.662 | 9.445 | |
Omzet overige departementen | 2.062 | 2.035 | – 27 | 1.744 |
Omzet derden | 21.898 | 21.004 | – 894 | 17.673 |
Rentebaten | 0 | 1 | 1 | 25 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 632 |
Bijzondere baten | 1 | 1 | ||
Totaal baten | 61.208 | 73.960 | 12.752 | 66.742 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– Personele kosten | 28.744 | 32.784 | 4.040 | 30.904 |
* waarvan eigen personeel | 27.914 | 30.478 | 2.564 | 27.871 |
* waarvan externe inhuur | 830 | 2.306 | 1.476 | 3.033 |
– Materiële kosten | 22.044 | 21.797 | – 247 | 19.472 |
* waarvan apparaat ICT | 6.564 | 4.271 | – 2.293 | 3.842 |
* waarvan bijdrage aan SSO's | 4.966 | 2 | – 4.964 | 2.617 |
Aardobservatie | 8.374 | 17.318 | 8.944 | 13.050 |
Rentelasten | 242 | 0 | – 242 | 10 |
Afschrijvingskosten | ||||
– materieel | 1.804 | 1.767 | – 37 | 2.061 |
* waarvan apparaat ICT | 992 | 1.274 | 282 | 1.400 |
– immaterieel | ||||
Overige Lasten | ||||
– Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 642 | |
– Bijzondere lasten | 161 | 161 | 263 | |
Totaal lasten | 61.208 | 73.827 | 12.619 | 66.402 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 133 | 133 | 340 |
Toelichting Baten
Begroot 2016 | Realisatie 2016 | Verschil | Realisatie 2015 | |
---|---|---|---|---|
Artikel 11 Waterkwantiteit | 401 | 524 | 123 | 526 |
Artikel 16 Spoor | 0 | 44 | 44 | 44 |
Artikel 17 Luchtvaart | 0 | 14 | 14 | 23 |
Artikel 19 Klimaat | 220 | 809 | 589 | 716 |
Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie | 32.566 | 35.952 | 3.386 | 40.001 |
Inzet middelen Balans | 0 | 10.662 | 10.662 | 1.402 |
Bijdrage ILT | 313 | 104 | – 209 | 313 |
Bijdrage RWS | 2.531 | 2.458 | – 73 | 2.909 |
ANVS | 213 | 213 | ||
Overig IenM | 138 | 138 | 30 | |
Overig | 0 | 704 | ||
Totaal | 36.031 | 50.918 | 14.887 | 46.668 |
waarvan programma | 8.374 | 17.318 | 8.944 | 13.050 |
In bovenstaande tabel wordt de aansluiting weergegeven tussen de ontvangen middelen van het moederdepartement en de omzet welke in de administratie is verantwoord. De ontvangsten waar nog geen prestaties (kosten) tegenover staan worden niet als opbrengst verantwoord, maar als vooruit ontvangen bedragen verantwoord ter dekking van toekomstige kosten. Zodra de prestaties (kosten) worden geleverd, worden de opbrengsten verantwoord en de vooruitontvangen bedragen verminderd. In 2016 zijn de vooruitonvangen bedragen vooral verminderd door geboekte opbrengsten in het kader van Aardobservatie, Deltaplan, Transitiekosten en Anders omgaan met data. Een uitsplitsing van de vooruitontvangen positie volgt uit de onderstaande tabel.
per | Vooruitontvangen | per | ||
---|---|---|---|---|
1-1-2016 | BIJ | AF | 31-12-2016 | |
Aardobservatie | 19.160 | 0 | 8.901 | 10.260 |
Deltaplan ICT | 705 | 0 | 705 | 0 |
Security | 125 | 0 | 125 | 0 |
Transitiekosten | 455 | 0 | 455 | 0 |
Cabauw | 270 | 0 | 182 | 89 |
Radar | 400 | 0 | 195 | 205 |
Anders omgaan met data | 380 | 0 | 205 | 175 |
Reken- en opslaginfrastructuur | 340 | 0 | 0 | 340 |
BES overname dienstverlening | 725 | 0 | 292 | 433 |
BES Golfmodel | 215 | 0 | 215 | |
BES Meteo en seismo | 210 | 0 | 210 | |
Totaal vooruitontvangen Transitorische passiva | 22.560 | 425 | 11.058 | 11.927 |
Klimaatsheets | 108 | 0 | 107 | 1 |
Space Weather | 206 | 167 | 0 | 373 |
SBW Wind | 175 | 0 | 110 | 65 |
Totaal | 23.049 | 592 | 11.275 | 12.366 |
Begroot 2016 | Realisatie 2016 | Verschil | Realisatie 2015 | |
---|---|---|---|---|
RIVM | 136 | 0 | – 136 | 0 |
Defensie | 976 | 984 | 8 | 990 |
EZ | 950 | 982 | 32 | 716 |
Overig | 69 | 69 | 37 | |
Totaal | 2.062 | 2.035 | – 27 | 1.744 |
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de opbrengsten vanuit overige departementen nagenoeg gelijk zijn aan de begrote opbrengsten.
Begroot 2016 | Realisatie 2016 | Verschil | Realisatie 2015 | |
---|---|---|---|---|
Luchtvaart | 9.209 | 9.288 | 79 | 9.362 |
Projecten extern gefinancierd | 8.800 | 10.325 | 1.525 | 6.271 |
Dataverstrekkingen en licenties | 511 | 693 | 182 | 667 |
Overig | 3.378 | 698 | – 2.680 | 1.373 |
Totaal | 21.898 | 21.004 | – 894 | 17.673 |
De stijging van de extern gefinancierde projectopbrengsten wordt veroorzaakt doordat er meer projecten zijn uitgevoerd dan begroot en doordat er projecten zijn uitgevoerd waarbij het KNMI als hoofdaannemer fungeerde waardoor ook deze inzet van de onderaannemers in de winst en verlies van het KNMI wordt verantwoord.
De lagere dan begrote realisatie van de overige opbrengsten wordt veroorzaakt doordat een aantal hier begrote posten niet zijn gerealiseerd. Het betreft een algemene opbrengsttaakstelling (€ 1,0 miljoen), een verwachte teruggaven van de RVB (€ 0,7 miljoen) en een verwachte bijdrage vanuit SEO voor medefinanciering van EU projecten (€ 0,4 miljoen).
Rentebaten
De rentebaten bestaan uit ontvangen rente over het saldo op de rekening courant. De realisatie is lager dan begroot door de lage rentestand in 2016.
Toelichting Lasten
Begroot 2016 | Realisatie 2016 | Verschil | Realisatie 2015 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Personeel | 28.744 | 32.784 | 4.040 | 30.904 | ||
Specificatie | ||||||
Eigen personeelskosten | 27.914 | 30.478 | 2.564 | 27.871 | ||
waarvan: Loonkosten | 28.512 | 25.850 | ||||
waarvan: Overige personeelskosten | 1.966 | 2.021 | ||||
Inhuur | 830 | 2.306 | 1.476 | 3.033 | ||
Gemiddeld aantal fte | 357,0 | 372,0 | 15,0 | 348,0 | ||
Mutatie fte t.o.v. voorgaand jaar | 4,0% | – 2,7% | ||||
Loonsom per medewerker | 76,7 | 74,3 | ||||
Daling salariskosten per medewerker | 2,0% | – 1,2% |
De gemiddelde bezetting in 2016 bedraagt 372 fte. Dit is een stijging van 15 fte ten opzichte van de begroting. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de benodigde capaciteit voor het uitvoeren van de diverse projecten. Daarnaast is er een tijdelijke uitbreiding van het aantal fte geweest om de kennisoverdracht mogelijk te maken van medewerkers, die het komend jaar met pensioen gaan (10% van de huidige medewerkers van het KNMI gaat in de komende vijf jaar met pensioen). Twintig procent van de medewerkers binnen het KNMI is per 31-12-2016 in tijdelijke dienst.
Het gemiddelde ziekteverzuim (2,6%) is beneden de norm (4%) gebleven in 2016.
Begroot 2016 | Realisatie 2016 | Verschil | Realisatie 2015 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Materieel | 30.418 | 39.115 | 8.697 | 32.522 | ||
Contributie Bijdragen | 20.278 | 16.121 | ||||
waarvan aardobservatie | 17.318 | 13.050 | ||||
waarvan overig | 2.960 | 3.071 | ||||
Onderhoud en exploitatie | 4.284 | 4.425 | ||||
Huur en lease | 5.280 | 2.845 | ||||
Bureau, voorlichting en huisvesting | 1.786 | 1.865 | ||||
SWO | 0 | 0 | ||||
Uitbesteding | 7.348 | 7.207 | ||||
Overige kosten | 139 | 59 |
Rentelasten, afschrijvingskosten en overige lasten
In 2016 zijn er geen rentelasten. De afschrijvingskosten zijn in 2016 lager dan 2015 doordat er in de laatste jaren (2013, 2014 en 2015) minder investeringen hebben plaatsgevonden. De bijzondere lasten bestaan voornamelijk uit deactiveringen van de Argofloats (€ 153.000).
Saldo van baten en lasten
Het resultaat over 2016 is € 0,13 miljoen positief. Voorgesteld wordt om het resultaat toe te voegen aan het Eigen vermogen.
31-12-2016 | 31-12-2015 | |
---|---|---|
Activa | ||
Materiële vaste activa | ||
* Grond en gebouwen | 4.546 | 5.009 |
* Installaties en inventaris | 292 | 698 |
* Overige activa | 2.768 | 3.630 |
* In ontwikkeling | 4.233 | 2.306 |
Onderhandenwerk | 2.883 | 2.778 |
Debiteuren | 2.227 | 4.727 |
Transitorische activa | 212 | 752 |
Liquide middelen | 11.668 | 22.333 |
Totaal activa | 28.829 | 42.233 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ||
* Exploitatiereserve | 2.123 | 1.783 |
* Onverdeeld resultaat | 133 | 340 |
Lening bij Min. van Financiën | 0 | 0 |
Voorzieningen | 556 | 642 |
Vooruitontvangen projecten | 3.089 | 4.451 |
Crediteuren | 502 | 264 |
Transitorische passiva | 22.426 | 34.753 |
Totaal passiva | 28.829 | 42.233 |
Toelichting Balans
Wachtgeld | Reorganisatievoorziening | Totaal | |||
---|---|---|---|---|---|
Saldo per 1 jan 2016 | 583 | 59 | 642 | ||
Af: | |||||
onttrekking | 46 | 40 | 86 | ||
Saldo per 31 dec 2016 | 537 | 19 | 556 |
In 2015 is er een wachtgeldvoorziening gevormd voor een wettelijke en juridische verplichting aan één voormalige medewerker voor een periode van 9 jaren en 6 maanden (€ 583.000) en voor een Van-werk-naar-werk kandidaat is er in 2015 een voorziening gevormd (€ 59.000). In 2016 zijn de kosten voor de hiervoor vermelde voorzieningen als onttrekkingen opgenomen.
31-12-2016 | 31-12-2015 | |
---|---|---|
Vooruit ontvangen Overheid | 11.927 | 22.560 |
Vooruit ontvangen overig | 733 | 941 |
Af te dragen derden | 92 | 140 |
Nog te betalen | 5.914 | 8.014 |
Te betalen vakantiegeld | 894 | 813 |
Te betalen vakantiedagen | 1.164 | 980 |
Te verrekenen luchtvaartmeteo | 1.434 | 1.090 |
Te betalen eindejaaruitkering | 132 | 122 |
Te betalen BTW | 136 | 92 |
Totaal | 22.426 | 34.752 |
De vooruit ontvangen bedragen overheid hebben voornamelijk betrekking op de bijdragen voor aardobservatie (€ 10,3 miljoen). Deze bedragen zullen in komende jaren worden uitgegeven. De nog te betalen post betreft vooral de nog niet ontvangen factuur van SSC-Campus (€ 5,2 miljoen) voor de dienstverlening in het tweede tot en met het vierde kwartaal. Te betalen vakantiedagen betreft de reservering voor niet opgenomen vakantiedagen voor eigen personeel. Te verrekenen luchtvaartmeteo bestaat uit prijs- en volumeverschillen van de tarieven van 2013 t/m 2015. Het bedrag van (€ 1,4 miljoen) wordt in de periode 2017–2018 verrekend in het tarief.
De daling van de transitorische passiva wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de contributiebetalingen aan EUMETSAT € 8,9 miljoen hoger waren dan de in 2016 ontvangen vergoeding. Daarnaast is per saldo € 1,9 miljoen afgeboekt ter dekking van kosten (met name Deltaplan Transitie, Anders omgaan met Data, etc.). De daling van de post «Nog te betalen» wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere omvang van de nog te ontvangen facturen.
Debiteuren | Onderhanden projecten | Nog te ontvangen | Liquide middelen | Crediteuren | Vooruit ontvangen projecten | Nog te betalen | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Moederdepartement | 39 | – | 462 | 11.927 | |||
Overige ministeries en agentschappen | 45 | – | 11.668 | – 2 | 601 | 137 | |
Derden | 2.144 | 2.883 | 212 | 504 | 2.026 | 10.362 | |
Voorziening dubieuze debiteuren | – 1 | ||||||
Totaal | 2.227 | 2.883 | 212 | 11.668 | 502 | 3.089 | 22.426 |
Ontwikkeling Eigen Vermogen
Eigen vermogen (bedragen x € 1.000)
Saldo Eigen vermogen per 31/12/2015 | 1.783 | |
Bij: Onverdeeld resultaat 2014 (negatief) | 340 | |
Saldo Eigen vermogen per 1/1/2015 | 2.123 | |
Bij: Onverdeeld resultaat 2015 | 133 | |
Saldo Eigen vermogen per 31/12/2015 | 2.256 |
Voorgesteld wordt om het onverdeelde resultaat van 2016 toe te voegen aan het Eigen vermogen. Het Eigen vermogen bedraagt na verwerking van de winst over 2016 € 2,5 miljoen. In de onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het eigen vermogen over de afgelopen jaren weergegeven.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | realisatie 2015 | begroot 2016 | realisatie 2016 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 1.801 | 611 | 1.877 | 5.407 | 1.783 | 2.123 | 2.123 | |
2. Saldo van baten en lasten | – 1.190 | 1.266 | 2.276 | – 1.250 | 340 | 0 | 133 | |
3a. uitkering aan moederdepartement | – 2.374 | |||||||
3b. bijdrage van moederdepartement | ||||||||
3c. overige mutaties | ||||||||
3. Totaal directe mutaties in EV | 1.254 | |||||||
4. Eigen vermogen per 31/12 | 611 | 1.877 | 5.407 | 1.783 | 2.123 | 2.123 | 2.256 | |
% gemiddelde omzet laatste 3 jaar | 1,1% | 3,1% | 8,9% | 2,9% | 3,5% | 3,4% |
Kastroomoverzicht
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2016 | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening courant RHB 1 januari | 17.052 | 22.333 | 5.281 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom | 1.804 | 4.940 | 3.136 | |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom | – 12.440 | – 13.643 | – 1.203 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 10.636 | – 8.703 | 1.933 |
Totaal investeringen (–/–) | – 3.970 | – 2.194 | 1.776 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 232 | 232 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 3.970 | – 1.962 | 2.008 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | ||
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | |||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 260 | 0 | 260 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 3.970 | 0 | – 3.970 | |
4. | totaal financieringskasstroom | 3.710 | 0 | – 3.710 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 6.156 | 11.668 | 5.512 |
Toelichting Operationele kasstroom
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom wordt afgeleid uit (afgerond) het saldo van baten en lasten (€ 0,1 miljoen), dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingskosten (€ 1,8 miljoen), toename onderhanden projecten (– € 0,1 miljoen), afname kortlopende vorderingen (€ 3,0 miljoen), afname voorzieningen (€ 0,1 miljoen) en een afname van de schulden (– € 13,5 miljoen).
Investeringskasstroom
In 2016 is vooral geïnvesteerd in vervanging van waarneemapparatuur (Radar € 0,7 miljoen, Wolkenhoogtemeters € 0,5 miljoen, High Performance Computing € 0,2 miljoen, Uitbreiding MOS € 0,2 miljoen en Argofloats € 0,2 miljoen).
Financieringskasstroom
Er is in 2016 geen beroep op de leenfaciliteit gedaan. De activa zijn door het KNMI zelf gefinancierd.
Doelmatigheid
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Begroting 2016 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kostprijs in € per eenheid product | ||||||||
– | percentage overhead | 33% | 37% | 33% | 34% | 25% | ||
– | fte's indirect | 111 | 121 | 115 | 97 | 89 | 96 | |
Tarieven/uur | 121 | 111 | 100 | 96 | 108 | |||
Omzet per productgroep | ||||||||
– | meteorologie | 50.423 | 46.254 | 47.121 | 50.946 | 54.544 | 50.790 | |
– | seismologie | 3.686 | 2.690 | 1.753 | 2.089 | 2.096 | 2.044 | |
– | aardobservatie | 10.110 | 8.468 | 9.846 | 13.050 | 17.318 | 8.374 | |
FTE- per 31 december | 383 | 358 | 354 | 348 | 372 | 357 | ||
Saldo van baten en lasten (%) | 2% | 4% | – 2% | 1% | 0% | 0% | ||
Algemene weersverwachtingen en adviezen | ||||||||
– | afwijking min temperatuur (°C) | – 0,17 | – 0,01 | – 0,18 | 0,45 | 0,44 | ABS (<0,5) | |
– | afwijking max temperatuur (°C) | – 0,32 | – 0,25 | – 0,52 | – 0,31 | – 0,36 | ABS (<0,5) | |
– | gem afwijking wind snelheid (m/s) | – 0,05 | 0,26 | 0 | 0 | 0,26 | ABS (<1,0) | |
Maritieme verwachtingen | ||||||||
– | tijdigheid marifoonbericht (%) | 98,4 | 99,3 | 99,9 | 99,5 | 98,9 | >99 |
Kosten in € per eenheid product
In 2015 zijn de uitgangspunten voor bepaling van de overhead in het kostprijsmodel gewijzigd. Uit het oogpunt van vergelijkbaarheid zijn de gerealiseerde waarden herrekend.
De overheadkosten kennen afgezien van de stijging van de huurkosten (door de stelselwijziging RVB) een licht dalende trend. Ondanks de stijging van de huurkosten met circa € 2 miljoen is het percentage overhead slechts met 1% gestegen.
Door wijzigingen in de totale kosten wordt een wijziging van de overheadkosten niet altijd zichtbaar in het percentage overhead.
Het aantal niet direct aan producten toe te wijzen fte’s daalt ook in 2016. Dit wordt vooral veroorzaakt door het beleid om activiteiten zoveel mogelijk direct aan producten te koppelen.
Aantal fte’s
Het aantal fte’s per 31 december is hoger dan begroot, maar is gecompenseerd door extra opbrengsten.
Algemene weersverwachtingen en adviezen
Alleen de gerealiseerde waarde voor de tijdigheid marifoonbericht valt buiten de gestelde doelstellingen. Analyse heeft opgeleverd dat er geen aanvullende maatregelen nodig zijn.
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | ||
Baten | ||||||
Omzet IenM | 7.174 | 8.149 | 975 | 7.622 | ||
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | |||
Omzet derden | 55 | 0 | – 55 | 19 | ||
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal baten | 7.229 | 8.149 | 920 | 7.641 | ||
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | ||||||
– | personele kosten | 5.301 | 5.412 | 111 | 5.324 | |
* waarvan eigen personeel | 4.416 | 4.685 | 269 | 4.681 | ||
* waarvan externe inhuur | 600 | 586 | – 14 | 527 | ||
* waarvan overige personele kosten | 285 | 141 | – 144 | 116 | ||
– | materiële kosten | 1.190 | 1.269 | 79 | 1.761 | |
* waarvan apparaat ICT | 880 | 175 | – 705 | 265 | ||
* waarvan bijdrage aan SSO's | 461 | 461 | 501 | |||
* waarvan overige materiële kosten | 310 | 633 | 323 | 995 | ||
Rentelasten | 16 | 8 | – 8 | 13 | ||
Afschrijvingskosten: | ||||||
– | materieel | 2 | 2 | 2 | ||
waarvan apparaat ICT | 2 | 2 | 2 | |||
– | immaterieel | 722 | 737 | 15 | 606 | |
Totaal lasten | 7.229 | 7.428 | 199 | 7.706 | ||
Saldo van baten en lasten | 0 | 721 | 721 | – 65 |
Toelichting op de baten en lasten
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft de omzet voor werkzaamheden die de NEa verricht voor het moederdepartement. De omzet IenM is een vergoeding voor werkzaamheden op het gebied van:
-
• Naleving ETS stationair
-
• Nationale verplichtingen emissiehandel onder EU en VN
-
• Naleving EV
-
• Advies, ontwikkeling en implementatie EV
-
• Programma NEa 2017
De realisatie van de omzet IenM is hoger dan de oorspronkelijke begroting. Dit komt doordat de NEa voor 2016 een hogere opdracht heeft gekregen van de directie KLG (€ 7.959.449) dan oorspronkelijk was begroot en daarnaast heeft de NEa een opdracht tot datakoppeling met CBS uitgevoerd.
Lasten
Personele kosten
De kosten van het van het eigen personeel zijn hoger dan de kosten die zijn opgenomen in de oorspronkelijke begroting. In 2016 is de vaste formatie uitgebreid.
In 2016 is door eigen personeel gewerkt aan het Register Energie voor Vervoer fase 2. De loonkosten die betrekking hadden op deze uren (€ 24.148) zijn overgeboekt naar Zelfontwikkelde immateriële vaste activa in aanbouw.
De externe inhuur is nagenoeg gelijk aan de oorspronkelijke begroting.
Specificatie personele kosten | Begroting 2016 | Realisatie 2016 |
---|---|---|
Aantal FTE | 53,4 | 49,0 |
Eigen personeelskosten | 4.701 | 4.826 |
Kosten inhuur | 600 | 586 |
Totale personele kosten | 5.301 | 5.412 |
Materiële kosten
De materiële kosten zijn in totaal iets hoger uitgekomen dan oorspronkelijk begroot. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is er een uitsplitsing gemaakt tussen apparaat ICT kosten en bijdragen aan SSO’s. Het verschil in overige materiële kosten betreft met name werkzaamheden voor het Programma NEa 2017. Deze werkzaamheden waren op het moment van het opstellen van de oorspronkelijke begroting niet of nauwelijks in beeld.
Balans van baten-lastenagentschap Nederlandse Emissieautoriteit per 31 december 2016 (voor verwerking van het resultaat)
31 december 2016 | 31 december 2015 | |
---|---|---|
ACTIVA | ||
Vaste activa | ||
Immateriële vaste activa | 1.821 | 2.316 |
Materiële vaste activa | ||
– Overige materiële vaste activa | 3 | 5 |
1.824 | 2.321 | |
Vlottende activa | ||
Debiteuren | 84 | 0 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 222 | 277 |
306 | 277 | |
Liquide middelen | 1.714 | 581 |
TOTAAL ACTIVA | 3.844 | 3.179 |
PASSIVA | ||
Eigen vermogen | ||
Exploitatiereserve | 299 | 364 |
Onverdeeld resultaat | 721 | – 65 |
1.020 | 299 | |
Langlopende schulden | ||
Leenfaciliteit Ministerie van Financiën | 420 | 760 |
Kortlopende schulden | ||
Crediteuren | 3 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 2.401 | 2.120 |
2.404 | 2.120 | |
TOTAAL PASSIVA | 3.844 | 3.179 |
Toelichting op de balans
Activa
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Onder de immateriële vaste activa valt het informatiesysteem PAN, het in mei 2015 in gebruik genomen Register Energie voor vervoer fase 1 en het in aanbouw zijnde Register Energie voor vervoer fase 2.
Overige vorderingen en overlopende activa
De post Overige vorderingen en overlopende activa bestaat voornamelijk uit een te ontvangen boete als gevolg van een opgelegd boetebesluit en vooruitbetaalde licentiekosten.
Liquide middelen
De post liquide middelen bestaat uit het saldo van de rekening courant RHB ten bedrage van € 1,7 miljoen zoals overeenkomt met het saldobiljet per 31 december 2016 en de waarde van de aanwezige VVV Cadeaubonnen.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het nog onverdeelde resultaat van het afgesloten boekjaar. In de tabel is de ontwikkeling van het eigen vermogen opgenomen.
Ontwikkeling eigen vermogen (bedragen x € 1.000) | Stand per 31 december 2014 | Stand per 31 december 2015 | Stand per 31 december 2016 |
---|---|---|---|
Eigen vermogen: | |||
– exploitatiereserve | 954 | 1.261 | 299 |
– directe mutatie eigen vermogen1 | – 590 | – 897 | |
– onverdeeld resultaat | 897 | – 65 | 721 |
Totaal | 1.261 | 299 | 1.020 |
Toelichting
Het Eigen Vermogen overschrijdt per 31 december 2016 met € 0,6 miljoen het plafond van maximaal 5% eigen vermogen over de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaar. Overeenkomstig de regeling Agentschappen zal bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet worden aangegeven hoe deze overschrijding is hersteld.
Crediteuren
De post Crediteuren betreft een factuur van derden.
Overige schulden en overlopende passiva
De post Overige schulden en overlopende passiva is onder te verdelen in € 1,6 miljoen voor «crediteuren ministerie IenM». Dit betreft de afrekening met de opdrachtgever over het jaar 2016 (€ 1,2 miljoen), vooruitontvangen bedragen van het moederdepartement (€ 0,2 miljoen) en nog te betalen dienstverleningsovereenkomst (€ 0,2 miljoen). Vervolgens € 0,4 miljoen voor «crediteuren overige ministeries». Dit bedrag betreft het Ministerie van Financiën en bestaat uit het kortlopende deel van de leenfaciliteit (€ 0,34 miljoen) en de nog te betalen rente leenfaciliteit (€ 1.740). Het Ministerie van Economische zaken voor nog te betalen inbesteding (€ 75.000) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor inbesteding (€ 1.137).
Het restant van € 0,4 miljoen betreft «crediteuren derden» en bevat voornamelijk reserveringen voor vakantiegeld/-dagen en eindejaarsuitkeringen (€ 0,25 miljoen), kosten voor inhuur van personeel (€ 72.000) en uitbesteding voor beheerkosten en nieuwsbrieven (€ 75.000).
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | |||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2016 | 601 | 578 | – 23 | |
2a +/+ | Totaal ontvangsten operationele kasstroom | 7.229 | 1.946 | 1.305 | |
2b –/– | Totaal uitgaven operationele kasstroom | – 6.507 | – 29 | – 110 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 722 | 1.917 | 1.195 | |
3a –/– | Totaal investeringen | 0 | – 242 | – 242 | |
3b +/+ | Totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringkasstroom | 0 | – 242 | – 242 | |
4a –/– | Eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | |
4b +/+ | Eenmalige storting doormoederdepartement | 0 | 0 | 0 | |
4c –/– | Aflossingen op leningen | – 680 | – 540 | 140 | |
4d +/+ | Beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 680 | – 540 | 140 | |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2016 | 643 | 1.713 | 1.070 | |
(=1+2+3+4) (maximale roodstand 0,5 mln euro) |
Investeringskasstroom
In 2016 is geïnvesteerd in het in aanbouw zijnde Register Energie voor Vervoer fase 2 (€ 0,2 miljoen).
Financieringskasstroom
Op de leenfaciliteit is in 2016 € 0,54 miljoen afgelost.
Doelmatigheidsindicatoren1 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Oorspronkelijke begroting 2016 |
---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (x € 1): | |||||
Onderhoud ETS (per bkg installatie) | 6.916 | 7.474 | 10.078 | ||
Communicatie en voorlichting (helpdeskvragen)2 | 131 | 106 | |||
Registeradministratie handelaren (per rekening)2 | 1.154 | 1.071 | |||
Nationale verplichtingen onder EU en VN | 140 | ||||
Tijdelijk regime Hernieuwbare energie en brandstoffen (per deelnemer)2 | 6.725 | ||||
Naleving ETS (per bkg installatie) | 10.311 | 9.800 | |||
Naleving EV (per deelnemersrol) | 12.537 | ||||
Tarieven per uur (x € 1): | |||||
Laag | 83 | 75 | 75 | 74 | 75 |
Midden | 95 | 95 | 94 | 94 | 94 |
Hoog | 125 | 124 | 123 | 120 | 122 |
FTE totaal (excl. externe inhuur) | 40,7 | 49,9 | 48,5 | 49 | 53,4 |
Omzet per productgroep (x € 1.000) | |||||
Overige producten/diensten2 | 8 | ||||
Naleving ETS stationair3 | 3.209 | 3.483 | 4.414 | 4.262 | |
Naleving ETS luchtvaart3 | 222 | 231 | 222 | 200 | |
Naleving ETS3 | 4.743 | ||||
(Tijdelijk regime) Hernieuwbare energie en brandstoffen2 | 1.580 | 2.866 | 2.592 | ||
Naleving EV4 | 2.207 | ||||
Advies, ontwikkeling en implementatie EV4 | 329 | ||||
Communicatie en voorlichting (helpdesk en overig) | 385 | ||||
Infodesk NEa2 | 254 | ||||
Registeradministratie handelaren2 | 256 | 179 | |||
Nationale verplichtingen onder EU en VN | 91 | 119 | 120 | 123 | 120 |
NEa brede producten en diensten2 | 544 | 259 | |||
Projecten2 | 2.663 | 950 | |||
Overige | 19 | 747 | |||
Totaal | 7.370 | 7.063 | 7.641 | 8.149 | 7.174 |
Saldo van baten en lasten (%) | 8,90% | 12,69% | – 0,85% | 8,8% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren5 | |||||
Naleving ETS stationair | |||||
% vergunningenaanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
% meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 95% | 98% | 96% | 93% | 100% |
% BKG's waarvoor toezichtactiviteit heeft plaatsgevonden | 14% | 17% | 12% | 20% | |
% Emissie ETS stationair waarvoor tijdig emissierechten zijn ingeleverd | 100% | 100% | |||
% vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 92% | 95% | |||
Naleving ETS luchtvaart | |||||
% Monitoringsplannen binnen gestelde termijn getoetst | 100% | ||||
% Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 100% | |||
Tijdelijk regime hernieuwbare energie en brandstoffen | |||||
% aantal in te dienen biobrandstofbalansen dat tijdig is ingediend | 95% | 96% | |||
% deelnemers tijdelijk regime hernieuwbare energie en vervoer waarvoor toezichtactiviteit heeft plaatsgevonden | 13% | 32% | |||
Hernieuwbare energie en brandstoffen | |||||
Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting HEV en brandstoffen luchtverontreiniging | 15 juli | 15 juli | |||
% Deelnemers waarvoor toezichtsactiviteit heeft plaatsgevonden | 15% | 20% | |||
% vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 85% | 95% | |||
Infodesk Nea | |||||
% Van vragen binnen gestelde termijn afgerond | 98% | 96% | |||
Project afbouw NOx emissiehandel6 | |||||
% van tijd NOxregister online | 100% | 100% | |||
Algemeen | |||||
Aantal formele klachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
# Gegronde bezwaarprocedures waarbij de NEa onjuist gehandeld heeft | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aantal fraude gevallen EU-register die NEa had kunnen voorkomen | 0 | 0 | |||
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren | 58% | 67% | 59% | 48% | 68% |
Voor de opdracht 2014 is de producten- en dienstencatalogus van de NEa herzien, hierdoor komen minder/andere producten voor in de realisatie dan in de oorspronkelijke begroting.
Voor de offerte 2015 zijn diverse producten en diensten die in voorgaande jaren apart in de producten en dienstencatalogus werden genoemd samengevoegd en in de producten Naleving ETS en Hernieuwbare energie en brandstoffen opgenomen. Dit verklaart de stijging van de kostprijs en de omzet bij deze producten in 2015 ten opzichte van voorgaande jaren en verklaart het ontbreken van realisatiecijfers voor deze producten en diensten in 2015.
In de opdracht over 2016 zijn de producten Naleving ETS stationair en Naleving ETS luchtvaart vervallen, hiervoor is het product Naleving ETS in de plaats gekomen.
In de opdracht over 2016 is het product (Tijdelijk regime) Hernieuwbare energie en brandstoffen vervallen. De producten Naleving EV en Advies, ontwikkeling en implementatie EV zijn hiervoor in de plaats gekomen.
In de opdracht voor 2014 zijn nieuwe prestatie indicatoren opgenomen en zijn oude prestatie indicatoren vervallen. Vanaf 2014 zijn de indicatoren toegewezen aan thema’s. In dit overzicht zijn de nieuwe indicatoren opgenomen. Een aantal bestaande indicatoren is behouden en voor die indicatoren is er nog een vergelijking met voorgaande jaren mogelijk.
Het aandeel directe uren in 2016 is achtergebleven bij de verwachtingen. Reden hiervoor is dat de NEa relatief veel tijd heeft besteed aan de voorbereiding van de nieuwe organisatievorm en -inrichting die in 2017 zijn beslag krijgt.