Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap RVO.nl per 31 december 2016
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | ||
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2015 | ||
Baten | |||||
Omzet moederdepartement | 293.045 | 338.928 | 45.883 | 314.859 | |
Omzet overige departementen | 110.126 | 120.940 | 10.814 | 119.877 | |
Omzet derden | 42.269 | 42.245 | – 24 | 43.670 | |
Rentebaten | 10 | 5 | – 5 | 8 | |
Vrijval voorzieningen | 0 | 4 | 4 | 0 | |
Bijzondere baten | 0 | 13.776 | 13.776 | 5.762 | |
Totaal baten | 445.450 | 515.898 | 70.448 | 484.176 | |
Lasten | |||||
Apparaatskosten | 432.347 | 501.009 | 68.662 | 468.189 | |
– | Personele kosten | 244.988 | 298.697 | 53.709 | 298.013 |
waarvan eigen personeel | 204.247 | 228.242 | 23.995 | 212.175 | |
waarvan externe inhuur | 35.545 | 52.453 | 16.908 | 68.455 | |
waarvan overige personele kosten | 5.196 | 18.002 | 12.806 | 17.383 | |
– | Materiële kosten | 187.359 | 202.312 | 14.953 | 170.176 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 69.860 | |
waarvan bijdrage aan SSO's | 83.111 | 102.505 | 19.394 | 89.183 | |
waarvan overige materiële kosten | 104.248 | 99.807 | – 4.441 | 11.133 | |
Rentelasten | 66 | 149 | 83 | 443 | |
Afschrijvingskosten | 13.037 | 10.984 | – 2.053 | 9.472 | |
– | Immaterieel | 10.576 | 9.736 | – 840 | 7.577 |
– | Materieel | 2.461 | 1.248 | – 1.213 | 1.895 |
Overige lasten | 0 | 4.053 | 4.053 | 7.882 | |
– | Dotaties voorzieningen | 0 | 3.032 | 3.032 | 955 |
– | Bijzondere lasten | 0 | 1.021 | 1.021 | 6.927 |
Totaal lasten | 445.450 | 516.195 | 70.745 | 485.985 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 297 | – 297 | – 1.809 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 16% hoger.
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie | |
---|---|---|---|---|
2016 | 2016 | 2015 | ||
DG Agro en Natuur | 162.471 | 185.209 | 22.738 | 145.653 |
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 84.876 | 97.338 | 12.462 | 93.333 |
DG Energie, Telecom en Mededinging | 39.411 | 45.262 | 5.851 | 39.180 |
DG N&R (voormalig) | 0 | 0 | 0 | 29.742 |
Overig | 6.287 | 11.119 | 4.832 | 6.951 |
Totaal | 293.045 | 338.928 | 45.883 | 314.859 |
De hogere omzet is allereerst te verklaren door het verschil tussen de geprognotiseerde omvang van de opdrachten bij de oorspronkelijke begroting en de definitieve omvang van de opdrachtverlening door de DG’s die later in de tijd heeft plaatsgevonden.
De toename van de omzet ten opzichte van de begroting wordt vooral veroorzaakt door opdrachten van DG Agro & Natuur (€ 22,7 mln) en DG Bedrijfsleven en Innovatie (€ 12,5 mln). Dit wordt veroorzaakt door het hierboven genoemd verschil en daarnaast aanvullende opdrachten en wijzigingen op de bestaande opdrachten. Het gaat daarbij onder meer om de overdracht van natuurtaken van de voormalige Dienst Landelijk Gebied (€ 9,2 mln), de uitvoering van het fosfaatrechtenstelsel (€ 4,0 mln), het secretariaat van de Centrale Commissie Dierproeven (€ 2,1 mln), de doorontwikkeling van de Berichtenbox (€ 2,1 mln), de implementatie van eIDAS (Elektronische Identiteiten en Vertrouwensdiensten), de garantieregeling Ondernemingsfinanciering (€ 0,9 mln), de Groeifaciliteit (€ 1,0 mln) en de Netherlands Investment Agency (€ 2,1 mln). Verder zijn er kleine posten verdeeld tussen de verschillende DG’s (totaal circa € 16,4 mln).
In de omzet moederdepartement is ook de opdracht voor het Inkoop Uitvoering Centrum EZ (IUC) opgenomen ad € 8,0 mln.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarbij de Ministeries van Buitenlandse Zaken (BuZa) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in 2016 de grootste zijn. De omzet overige departementen is ten opzichte van de begroting toegenomen met 10% (€ 10,8 mln).
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie | |
---|---|---|---|---|
2016 | 2016 | 2015 | ||
Ministerie van BuZa | 82.400 | 88.388 | 5.988 | 84.189 |
Ministerie van BZK | 12.100 | 15.749 | 3.649 | 18.644 |
Ministerie van IenM | 11.000 | 11.326 | 326 | 10.698 |
Ministerie van OCW | 2.850 | 3.107 | 257 | 3.306 |
Ministerie van VenJ | 375 | 318 | – 57 | 139 |
Ministerie van SZW | 1.401 | 333 | – 1.068 | 372 |
Ministerie van VWS | 0 | 375 | 375 | 155 |
Overige | 0 | 1.344 | 1.344 | 2.374 |
Totaal | 110.126 | 120.940 | 10.814 | 119.877 |
De omzet van BuZa is hoger als gevolg van de extra opdrachten voor Modernisering Economische Diplomatie, Implementatie van Extractives Industries Transparency Initiative in Nederland (NL EITI) en voor Achilles (het ICT systeem voor buitenlandse posten).
De hoger dan begrote omzet van BZK wordt onder meer veroorzaakt door de toevoeging van de uitvoering van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis en de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders. Daarnaast zijn enkele kleine aanvullende opdrachten uitgevoerd voor de departementen Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Omzet derden
Omzet derden betreft omzet van de provincies en de Europese Unie, zoals hieronder aangegeven. De leges betreffen uitsluitend financiering en geen autonome opbrengsten. De leges worden gepresenteerd in de afrekening met de opdrachtgever. De opdrachtgever krijgt de totale uitvoeringskosten gepresenteerd, waarop de ontvangen leges in mindering worden gebracht.
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie | |
---|---|---|---|---|
2016 | 2016 | 2015 | ||
EU | 3.234 | 3.880 | 646 | 4.991 |
Leges dierenregistraties | 6.000 | 5.557 | – 443 | 5.319 |
Leges overige regelingen Agro | 2.900 | 2.247 | – 653 | 5.436 |
Leges Mest | 600 | 764 | 164 | 0 |
Vergunningen | 423 | 553 | 130 | 0 |
Provincies | 27.000 | 22.836 | – 4.164 | 24.590 |
Overig | 2.112 | 6.408 | 4.296 | 3.334 |
Totaal | 42.269 | 42.245 | – 24 | 43.670 |
De omzet derden is vrijwel gelijk aan de begroting. Gedaald zijn de realisaties van de bijdragen van provincies en leges. De stijging bij de categorie Overig is met name veroorzaakt door de herrubricering van omzet Bureau Beheer Landbouwgronden (€ 2,6 mln) van omzet moederdepartement (DG Agro en Natuur) naar de omzet derden.
Bijzondere baten
Aan bijzondere baten is ruim € 13,8 mln gerealiseerd. Dit betreft met name bijdragen van het moederdepartement in verband met:
-
– Gestegen ICT-infrastructuur kosten (€ 4,9 mln);
-
– Compensatie huisvestingskosten in verband met het nieuwe Rijkshuisvestingstelsel (€ 4,8 mln);
-
– Verkoop van activa in aanbouw betreffende elektronische Dienstverlening Uitvoering (eDU) (€ 2,5 mln);
-
– Vergoeding huisvestingkosten in verband met voormalig DLG (€ 0,8 mln).
Toelichting op de lasten
Algemeen
De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 16% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.
Personele kosten
De personele kosten vallen, vooral door een hoger werkpakket, in totaal 22% (€ 53,7 mln) hoger uit dan begroot.
De kosten voor eigen personeel zijn 12% hoger dan geraamd (€ 24,0 mln). Dit vooral vanwege een hoger aantal tijdelijke ambtenaren (toename werkpakket).
De kosten van externe inhuur zijn 48% hoger dan begroot (€ 16,9 mln). De extra inzet ten opzichte van de begroting was in 2016 noodzakelijk doordat het werkpakket in omvang is toegenomen ten opzichte van het oorspronkelijke begrote werkpakket. Daarnaast heeft inhuur plaatsgevonden voor het verder optimaliseren van de bedrijfsvoering.
De verwachte bezetting voor 2016 was 3.236 fte, waarvan 2.730 fte ambtelijk personeel en 506 fte externe inhuur. Gemiddeld in 2016 waren er 2.986 fte in ambtelijke dienst. Per 31 december 2016 waren 3.055 fte in ambtelijke dienst. De gemiddelde loonkosten per fte over 2016 werden geraamd op € 75.000 voor ambtelijk personeel en € 70.000 voor inhuurkrachten.
De gemiddelde loonkosten per fte bedragen in 2016 € 76.437. Dit is 2% hoger dan de geraamde loonkosten per fte ambtelijk personeel hetgeen vooral is veroorzaakt door CAO-aanpassingen.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn in totaal 8% (€ 15,0 mln) hoger uitgevallen dan begroot. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door de hogere gerealiseerde bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s).
De hogere bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf is het gevolg van de stelselherziening per één januari 2016. Deze stijging van € 4,8 mln is gecompenseerd; deze compensatie is verantwoord bij de post Bijzondere baten. Verder zijn onder bijdrage aan SSO’s de ICT kosten van het agentschap DICTU opgenomen. Deze kosten zijn, mede door het gestegen werkpakket, toegenomen met € 8,5 mln.
De overige materiële kosten bedroegen in 2015 in feite circa € 81,0 mln (€ 69,9 mln apparaat ICT plus € 11,1 overige materiële kosten). Vanuit deze invalshoek bezien zijn de overige materiële kosten gestegen met circa € 18,8 mln. De belangrijkste oorzaken voor deze stijging zijn de toegenomen kosten eigen projecten activa in aanbouw (circa € 16,6 mln) en de communicatiekosten ten behoeve van de opdrachtgevers (€ 0,8 mln).
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor zowel immateriële als materiële vaste activa zijn vooral door desinvesteringen lager uitgevallen dan begroot. De afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa zijn circa € 0,8 mln lager dan begroot. Op de materiële vaste activa is circa € 1,2 mln. minder afgeschreven dan geraamd.
In 2016 hebben met terugwerkende kracht vanaf begin 2016 door het Rijksvastgoedbedrijf overnames plaatsgevonden op de locaties Utrecht en Roermond. Dit heeft geleid tot desinvesteringen (totaal € 14,2 mln) bij de materiële vaste activa. De desinvesteringen bij software bedragen circa € 3,8 mln in verband met de overdracht van software voor zogenaamde Toegang Verlening Service en Berichten Outbound Service inzake elektronische Dienstverlening Uitvoering (=eDU) aan DICTU.
Dotaties voorzieningen
In 2016 is een reorganisatievoorziening getroffen (€ 2,2 mln) omdat overtolligheid verwacht wordt die voortkomt uit de aansluiting van RVO.nl bij de Collectieve Dienst Verleners Facilitair.
De overige € 0,8 mln betreft de jaarlijkse dotatie aan de voorziening Dubieuze debiteuren.
Bijzondere lasten
In 2016 zijn diverse bijzondere lasten (€ 1,0 mln) ontstaan. Dit is het gevolg van enkele technisch administratieve boekingen betreffende debiteuren, BTW (2015 en daarvoor) en ICT-kosten.
Saldo van baten en lasten
RVO.nl sluit het jaar met een negatief resultaat van € 0,3 mln. In dit resultaat zijn éénmalige bijzondere baten en lasten verwerkt, per saldo € 12,8 mln aan baten.
2016 | 2015 | ||
---|---|---|---|
Activa | |||
Immateriële vaste activa | 42.983 | 42.966 | |
Materiële vaste activa | 4.656 | 10.534 | |
– | Grond en gebouwen | 2.456 | 7.940 |
– | Installaties en inventarissen | 2.200 | 2.135 |
– | Overige materiële vaste activa | 0 | 459 |
Vlottende activa | 55.587 | 77.657 | |
– | Voorraden | 0 | 0 |
– | Debiteuren | 4.098 | 4.243 |
– | Overige vorderingen en overlopende activa | 19.794 | 25.108 |
– | Liquide middelen | 31.695 | 48.306 |
Totaal activa | 103.226 | 131.157 | |
Passiva | |||
Eigen vermogen | 18.008 | 18.305 | |
– | Exploitatiereserve | 18.305 | 20.114 |
– | Onverdeeld resultaat | – 297 | – 1.809 |
Voorzieningen | 2.200 | 0 | |
Langlopende schulden | 6.902 | 90 | |
– | Leningen bij het Ministerie van Financiën | 6.902 | 90 |
Kortlopende schulden | 76.116 | 112.762 | |
– | Crediteuren | 5.787 | 8.864 |
– | Overige schulden en overlopende passiva | 70.329 | 103.898 |
Totaal passiva | 103.226 | 131.157 |
Toelichting op de balans
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een exploitatiereserve en het onverdeeld resultaat. Het onverdeeld resultaat over 2016 bedraagt € 0,3 mln negatief. Het eigen vermogen per ultimo 2016 bedraagt € 18,0 mln. De maximale toegestane omvang van de exploitatiereserve bedraagt € 23,0 mln, zijnde 5% van € 460,9 mln, de gemiddelde omzet over 2014, 2015 en 2016. Het eigen vermogen per ultimo jaar 2016 blijft onder het toegestane maximum.
2014 | 2015 | 2016 | |||
---|---|---|---|---|---|
1 | Eigen vermogen per 1/1 | 25.044 | 24.471 | 18.305 | |
2 | Saldo van baten en lasten | 4.042 | – 1.809 | – 297 | |
3 | Directie mutaties in het eigen vermogen: | 0 | 0 | 0 | |
3a | uitkering aan moederdepartement | – 4.615 | – 4.357 | 0 | |
3b | bijdrage moederdepartement ter versterking EV | 0 | 0 | 0 | |
3c | overige mutaties | 0 | 0 | 0 | |
4 | Eigen vermogen per 31/12 | 24.471 | 18.305 | 18.008 |
Crediteuren en nog te betalen bedragen
Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement EZ en aan overige departementen:
2016 | 2015 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 25.262 | 36.844 |
Agentschap RVO.nl (beleidsadministratie) | 0 | 9.045 |
Agentschap NVWA | 1.009 | 0 |
Belastingdienst | 0 | 18 |
Rijkswaterstaat | 0 | 90 |
Rijksdienst voor het Wegverkeer | 0 | 5 |
Dienst Publiek en Communicatie | 61 | 7 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken | 1.346 | 0 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 2.621 | 3.206 |
Ministerie van Financiën | 187 | 2 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 761 | 60 |
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | 1.211 | 1.096 |
Ministerie van Algemene Zaken | 4 | 0 |
CIBG (onderdeel Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport) | 15 | 0 |
Rijksvastgoedbedrijf | 3 | 0 |
Derden | 3.081 | 10.244 |
Overige posten | 40.555 | 52.145 |
Totaal | 76.116 | 112.762 |
Debiteuren en nog te ontvangen bedragen
Onder de debiteuren en de nog te ontvangen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor vorderingen op het kerndepartement EZ en overige departementen (exclusief voorziening dubieuze debiteuren ad. € 0,9 mln):
2016 | 2015 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 161 | 2.791 |
Agentschap DICTU | 64 | 121 |
Agentschap NVWA | 44 | 249 |
Agentschap RVO.nl (beleidsadministratie) | 3.946 | 6.065 |
Rijkswaterstaat | 224 | 57 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 0 | 27 |
Dienst Justis | 0 | 30 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 52 | 545 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 3.231 | 6.141 |
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | 93 | 134 |
Ministerie van Sociale Zaken | 105 | 312 |
Ministerie van Veiligheid en Justitie | 211 | 71 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 250 | 86 |
Ministerie van Financiën | 0 | 37 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 0 | 19 |
IND | 222 | 0 |
Belastingdienst Centrum Facilitaire Dienstverlening | 29 | 0 |
Derden | 8.658 | 3.399 |
Overige posten | 7.477 | 10.660 |
Totaal | 24.767 | 30.744 |
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting | Realisatie 2016 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2016 + stand depositorekeningen | 78.400 | 48.306 | – 30.094 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 3.037 | 521.352 | 518.315 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | 0 | – 539.393 | – 539.393 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 3.037 | – 18.041 | – 21.078 |
Totaal investeringen (–/–) | – 9.950 | – 13.975 | – 4.025 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 8.852 | 8.852 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 9.950 | – 5.123 | 4.827 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 2.000 | – 2.000 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 8.553 | 8.553 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 2.000 | 6.553 | 8.553 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2016 + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4) | 69.487 | 31.695 | – 37.792 |
De gerealiseerde operationele kasstroom is € 21,1 mln lager dan begroot. Dit komt vooral door hogere operationele uitgaven. De gerealiseerde investeringskasstroom is € 4,8 mln hoger. Dit wordt veroorzaakt door enerzijds hogere investeringen in de activa in aanbouw en anderzijds door desinvesteringen.
Omschrijving | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Begroting 2016 |
---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||
Kernindicatoren | |||
Verhouding direct/indirect personeel | 83% | 87% | 85% |
Outputindicatoren | |||
Kernindicatoren | |||
Tariefindex in reële termen | 98,6 | 99,8% | 100 |
Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam (excl. externe inhuur) | 2.816 | 3.055 | 2.675 |
Saldo baten en lasten als percentage van totale baten | – 0,4% | – 0,1% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||
Kernindicatoren | |||
Klanttevredenheid | 7,2 | 7,2 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 30% | 36% | 25% |
Toelichting
Inputindicatoren
Bij de verhouding direct indirect geldt dat vanaf 2015 fte’s op interne projecten onder indirecte fte’s vallen.
Outputindicatoren
De tariefindex is in 2016 in de begroting gesteld op 100%. Rekening houdend met het resultaat is de realisatie positiever uitgevallen dan begroot waarmee de index daalt naar 99,8%
Het totaal aantal ambtelijk fte in dienst ultimo 2016 is gestegen naar 3.055 fte.
Kwaliteitsindicatoren
De klanttevredenheid is met een score van 7,2 op hetzelfde niveau gebleven.
In 2016 heeft RVO.nl circa 9.100 bezwaren afgehandeld. Daarvan zijn bijna 3.300 bezwaren (deels) gegrond verklaard (36%). Het hoge gerealiseerde gehonoreerde bezwaarschriften percentage komt vooral door de Basis Betalingsregeling.