Inleiding
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk maximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten de reikwijdte van de wet.
Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings-maximum bedraagt in 2017 € 181.000.
Op 1 juli 2017 is de Evaluatiewet WNT in werking getreden. De Evaluatiewet WNT regelt ondermeer dat de openbaarmakingsverplichtingen niet langer bij wet, maar in de nieuwe artikelen 5, 5a en 5b van Uitvoeringsregeling WNT zijn geregeld (Staatscourant 2017, nr. 23427). De openbaarmakingsverplichtingen zijn daarbij op enkele onderdelen vereenvoudigd. Model 3.70 voor de WNT-verantwoording 2017 sluit aan bij de nieuwe verplichtingen en is daarom ten opzichte van de WNT-verantwoording 2016 op enkele onderdelen gewijzigd.
Naam instelling | Naam (gewezen) topfunctionaris | Functie | Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing) | Datum einde dienstverband (indien van toepassing) | Omvang dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2016) | Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalender-mnd.; > 12 kalender-mnd.) | Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2016) | Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2016) | Totale bezoldiging in 2017 (+ tussen haakjes bedrag in 2016) | Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | Motivering (indien overschrijding) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | Dhr. G.J.A. Hamilton | Griffier | 1 (1) | nee | 146.803 (142.684) | 17.441 (11.680) | 164.244 (154.364) | 181.000 | |||
Tweede Kamer der Staten-Generaal | Mevr. R.G.K. Voss | Griffier | 1-8-2017 | 1,11 (1,11) | nee | 100.864 (157.673) | 10.437 (16.686) | 111.301 (174.359) | 105.129 | De overschrijding is € 6.172. Een deel van de in 2017 uitbetaalde vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering, te weten € 7.015 kan worden toegerekend aan 2016. Hierdoor is er in 2017 geen sprake van een overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Dit is toegestaan o.g.v. artikel 3, lid 2 van de Uitvoeringsregeling WNT. | |
Tweede Kamer der Staten-Generaal | Dhr. F.H. van Dijk | waarnemend Griffier | 1-8-2017 | 1 | nee | 57.973 | 6.955 | 64.928 | 75.871 |
Gewezen topfunctionarissen zijn gemarkeerd met *)
Wanneer op een topfunctionaris een vordering is ingesteld vanwege een onverschuldigde betaling is dit gemarkeerd in de kolom Motivering met **).
Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder zijn gemarkeerd met ***)
Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2017 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2017 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.