Artikel | Naam artikel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Belastingen | X link | Ja | ||||||
Belastingen/Dienstverlening | X link | Nee | |||||||
Belastingen/Toeslagen | X link | Nee | |||||||
Belastingen/Toezicht en opsporing en massale processen | X link | Nee | |||||||
2 | Financiële markten | X | X link | Ja | |||||
3 | Financieringsactiviteiten publiek-private sector | X | X link | Ja | |||||
4 | Internationale financiële betrekkingen | X link | Ja | ||||||
5 | Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen | X link | X link | Ja | |||||
6 | Btw-compensatiefonds | X link | Ja | ||||||
7 | Beheer materiële activa | X | X link | Ja | |||||
11 | Financiering staatsschuld | X | X link | Ja | |||||
12 | Kasbeheer | X link | Ja | ||||||
n.v.t. | Begrotingsbeleid | X |
Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link http://www.rijksbegroting.nl/2018/voorbereiding/begroting,kst236998_8.html
Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie bijlage 2 «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek».
Artikel 1 Belastingen/Toezicht en opsporing en massale processen
De beleidsdoorlichting richt zich op de doeltreffendheid en doelmatigheid van toezicht en opsporing en massale processen in de periode 2010–2016. De conclusie van het onderzoek is dat het niet goed mogelijk is uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid om de algemene beleidsdoelstelling compliance te realiseren. Daarmee is niet gezegd dat de Belastingdienst niet doeltreffend en doelmatig zou zijn, enkel dat er geen harde uitspraken kunnen worden gedaan over de mate van doeltreffendheid en doelmatigheid; er is immers geen mogelijkheid tot voormeting of het instellen van een controlegroep op het niveau van de Belastingdienst als geheel. De onderzoekers constateren dat de doelstelling van compliance onvoldoende is geconcretiseerd. Om die reden bevelen de onderzoekers aan dat er (tactische en operationele) tussendoelen worden geformuleerd op het niveau van segmenten of activiteiten en dat de huidige set van prestatie-indicatoren in de begroting daarop wordt aangevuld.
Artikel 2 Financiële markten
Een algemene conclusie in de beleidsdoorlichting is dat het gevoerde beleid in samenhang heeft bijgedragen aan de doelstelling van artikel 2. In een algemeen geformuleerd beleidsartikel als artikel 2 worden veel verschillende publieke belangen nagestreefd, zoals het bevorderen van vertrouwen in en de integriteit van de financiële sector, het waarborgen van de stabiliteit van het financieel stelsel als geheel en het beschermen van klanten tegen ontoelaatbaar gedrag van financiële instellingen. De samenhang in het gevoerde beleid is goed zichtbaar onder de operationele doelstelling van het bevorderen van het goed functioneren van het financieel stelsel. Na de crisis zijn veel maatregelen genomen om de financiële sector weer gezond te maken. De sector is grondig hervormd en de resultaten hiervan zijn zichtbaar. Zo zijn de kapitaalbuffers versterkt en verbeterd, zijn er afspraken over bail-in gemaakt en is toezicht op het productontwikkelingsproces geïntroduceerd. Deze en andere verbeteringen zijn het gevolg van strengere regels en eisen die de wetgever en de toezichthouders hebben gesteld, maar komen deels ook door initiatieven die de sector zelf heeft genomen, zoals invoering van het tuchtrecht in de bankensector. De belangrijkste verbetersuggesties die in het rapport worden gedaan, zien op het verbeteren van de evalueerbaarheid van het beleid. Daartoe wordt aanbevolen om structureel de ex ante onderbouwing van het beleid te versterken door, waar mogelijk, bij de introductie van nieuwe beleidsinstrumenten, kwantitatief of kwalitatief meetbare doelen te definiëren op basis waarvan in toekomstige evaluaties met meer precisie uitspraken kunnen worden gedaan over de doeltreffendheid en doelmatigheid.
Artikel 7 Beheer materiële activa
Uit de beleidsdoorlichting is af te leiden dat het aannemelijk is dat Domeinen Roerende Zaken (DRZ) op een doeltreffende en doelmatige manier invulling geeft aan haar taken, waarmee invulling wordt gegeven aan de algemene doelstelling van artikel 7 «een optimaal financieel resultaat bij het beheren en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen». De onderzoekers bevelen aan om de bekendheid en rol van DRZ te versterken. Dit kan bijvoorbeeld door nieuwe activiteiten te ontplooien (bijvoorbeeld op het gebied van circulaire economie), zolang deze binnen de missie van DRZ vallen en bijdragen aan de doelmatigheid.