Jaarverantwoording agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
Inleiding
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het inkoopcentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht voor onder meer voor het concern OCW en haar buitendiensten, het CJIB en andere overheidsorganen.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie t-1 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Omzet moederdepartement | 208.086 | 261.228 | 53.142 | 275.629 | ||
Omzet overige departementen | 32.850 | 52.495 | 19.645 | 38.915 | ||
Omzet derden | 5.045 | 7.119 | 2.074 | 5.851 | ||
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | |||
Vrijval voorzieningen | 89 | 89 | 618 | |||
Bijzondere baten | 0 | |||||
Totaal baten | 245.981 | 320.931 | 74.950 | 321.013 | ||
Lasten | ||||||
• | Apparaatskosten | 238.981 | 314.063 | 75.082 | 313.167 | |
– | Personele kosten | 151.960 | 227.670 | 75.710 | 228.767 | |
Waarvan eigen personeel | 130.660 | 140.499 | 9.839 | 132.625 | ||
Waarvan externe inhuur | 14.300 | 81.814 | 67.514 | 90.782 | ||
Waarvan overige personele kosten | 7.000 | 5.357 | –1.643 | 5.360 | ||
– | Materiele kosten | 87.021 | 86.393 | –628 | 84.400 | |
Waarvan apparaat ICT | 20.000 | 21.892 | 1.892 | 20.718 | ||
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 12.500 | 21.779 | 9.279 | 19.620 | ||
Waarvan overige materiële kosten | 54.521 | 42.722 | –11.799 | 44.062 | ||
• | Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 12 | |
• | Afschrijvingskosten | 7.000 | 8.591 | 1.591 | 7.672 | |
– | Materieel | 7.000 | 7.681 | 681 | 6.983 | |
Waarvan apparaat ICT | 5.500 | 7.370 | 1.870 | |||
– | Immaterieel | 0 | 910 | 910 | 689 | |
• | Overige lasten | 0 | 2.908 | 2.908 | 1.610 | |
– | Dotaties voorzieningen | 0 | 2.908 | 2.908 | 1.610 | |
– | Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal lasten | 245.981 | 325.562 | 79.581 | 322.461 | ||
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen | 0 | – 4.631 | – 4.631 | – 1.448 | ||
Agentschapsdeel Vpb lasten | 0 | 124 | 124 | 55 | ||
Saldo van baten en lasten | 0 | – 4.755 | – 4.755 | – 1.503 |
Toelichting:
DUO heeft een negatief resultaat van € 4,8 miljoen gerealiseerd. Dit wordt voor circa € 4,0 miljoen veroorzaakt door het plegen van het noodzakelijk systeemonderhoud om de reguliere uitvoeringsprocessen te borgen. Afgelopen jaren is o.a. door de toenemende digitalisering het systeemlandschap gegroeid, waarbij in de basisfinanciering onvoldoende rekening is gehouden met de daardoor toegenomen onderhoudskosten. Tot slot is een negatief resultaat van € 0,8 miljoen toe te rekenen aan het SSO-Noord als gevolg van met name de meerkosten voor categoriemanagement. Het negatieve resultaat wordt onttrokken aan het eigen vermogen. Onderstaand wordt dit resultaat nader toegelicht.
Baten
De totale omzet moederdepartement is € 53,1 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. Hieronder valt de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord voor € 6,6 miljoen verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten welke geen onderdeel was van de omzet in de Rijksbegroting. De overige stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering zijnde geen onderdeel uitmakend van de begroting, voor onder andere de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 22,6 miljoen), projecten voor instandhouding systemen (onderhoud) en Migratie Infrastructuur (o.a. JBoss en Oracle; € 1.3 miljoen), uitvoering beleidsopdrachten (incl. doorontwikkeling Basis Registratie Onderwijs Nummer; € 4,6 miljoen). Daarnaast betreft het Loon- en prijscompensatie 2017 (€ 3,8 miljoen), het honoreren van de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman inzake bereikbaarheid (€ 1,9 miljoen), invoering van Algemene Verordening Gegevensbescherming (€ 1,0 miljoen) en bijstellingen in de (basis)dienstverlening (€ 9,0 miljoen), zoals uitvoering van diverse zogenaamde Overige taken (bijvoorbeeld digitalisering examens FACET); Sociaal Beleid Rijk/Sociaal Flankerend Beleid (€ 2,5 miljoen) en Overige opdrachten (Digis@m, VDI-programma’s; € 3,4 miljoen). Tegenover deze stijgingen staat een daling van € 3,6 miljoen als gevolg van uitstel clustering Rijksincasso en een verlaging van de huisvestingskosten. De omzet wordt voor € 14,6 miljoen gedekt vanuit middelen welke DUO in eerdere jaren reeds heeft ontvangen maar welke niet volledig zijn aangewend in het betreffende jaar (balansposten). Dit betreft Basiscontract 2017 (€ 1,9 miljoen) en posten als Migratie Infrastructuur (€ 1,3 miljoen), Public Key Infrastructure-OCW Digitaal Onderwijs Certificaat (PKI-ODOC; € 0,4 miljoen), Beleidsportfolio inclusief Doorontwikkelen BRON (€ 4,8 miljoen), Nazorg vervanging van het Geïntegreerd Financieel Informatiesysteem (Gefis; € 0,8 miljoen), Programma Vernieuwing Studiefinanciering (werkkapitaal € 2,7 miljoen), Sociaal Beleid Rijk/Sociaal Flankerend beleid (€ 2,5 miljoen) en overige kleine posten (€ 0,2 miljoen).
Omzet overige departementen
Onder de omzet overige departementen (€ 52,5 miljoen) vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de inburgeringstaak (€ 25,9 miljoen), het Landelijk Register Kinderopvang (€ 7,3 miljoen) en het programma Directe Financiering Kinderopvang (€ 8,1 miljoen), allen voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de activiteiten voor de examens in het kader van de Wet Financieel Toezicht (Wft) (€ 2,0 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (€ 1,5 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord voor diverse ministeries (€ 6,8 miljoen), detacheringen binnen de Rijksoverheid (€ 0,5 miljoen) en een aantal taken ten behoeve van andere departementen (€ 0,4 miljoen).
De omzet overige departementen stijgt met € 19,6 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. € 8,2 miljoen betreft uitbreiding van werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid i.h.k.v. de Inburgeringstaak en voor beheer Landelijk Register Kinderopvang € 1,2 miljoen, projectmatige werkzaamheden t.b.v. Bekostiging Kinderopvang € 8,1 miljoen welke niet waren begroot en uitbreiding dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord € 2,6 miljoen ten behoeve van meerdere opdrachtgevers. Hier staat een daling tegenover voor examens Wet Financieel Toezicht (Wft) ten behoeve van het Ministerie van Financiën minus € 0,5 miljoen.
Omzet derden
De omzet derden (€ 7,1 miljoen) betreffen de ontvangen examengelden kandidaten examens Nederlands als tweede taal (NT2) en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 3,1 miljoen), werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 1,5 miljoen), vergoedingen voor detacheringen (€ 0,5 miljoen) inkoop- en housingsactiviteiten binnen de Shared Service Organisatie Noord (€ 0,9 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit OCW beleidsmaatregelen en bedrijfsvoering DUO (€ 1,1 miljoen). De stijging ten opzichte van de oorspronkelijke begroting hangt samen met extra opbrengsten examengelden € 0,5 miljoen, toegenomen werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 0,7 miljoen), niet begrote opbrengsten detachering (€ 0,5 miljoen), uitbreiding werkzaamheden Shared Service Organisatie Noord (€ 0,1 miljoen) en overige wijzigingen optellend naar € 0,3 miljoen.
Lasten
De realisatie personele kosten is € 75,7 miljoen hoger dan eerder geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat een deel van de projectbezetting en inzet op aanvullende taken OCW en overige opdrachtgevers geen deel uit maakt van de begrote reguliere personeelslasten. Deze lasten worden gedekt door middel van project- en aanvullende financiering (incidenteel). Daarnaast is in samenwerking met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2016 de rubricering van uitgaven in de administratie opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de rubricering waardoor kosten, voorheen gerubriceerd als uitbesteed werk (€ 69,3 miljoen), nu onder de definitie van externen vallen. Bij het opstellen van de begroting 2017 was deze herrubricering nog niet bekend. Van de personele inzet 2017 is € 10,4 miljoen geactiveerd en opgenomen onder de onderhandenwerk positie. Het gaat hier om kosten gemaakt voor systeem ontwikkeling welke geactiveerd worden en als afschrijvingslast in de toekomst verantwoord zullen worden. De reden dat DUO in zijn algemeenheid forse externe inhuur heeft boven de norm voor Externe inhuur hangt samen met de grote ICT projectenagenda en benodigde extra capaciteit voor verbetering telefonische bereikbaarheid en op maat gesneden klantbenadering.
De realisatie van materiële kosten is € 0,1 miljoen lager als gevolg van de eerder genoemde herrubricering van kosten uitbesteed werk. De overschrijding op de automatiseringskosten (€ 1,9 miljoen) is het gevolg van projectmatige meerkosten. Onder de bijdrage SSO’s zijn inbegrepen de huisvestingskosten welke in de begroting nog waren opgenomen onder de overige materiële kosten, hetgeen de toename ten opzichte van de begroting verklaart. De hogere afschrijvingskosten hangt samen met de eerder genoemde aanvullende taken. Op de totale kosten 2017 is een taakstelling gerealiseerd van € 10,5 miljoen als gevolg van doorgevoerde deregulering- en efficiencymaatregelen.
Rentelasten
De rentelasten zijn nihil.
Dotaties voorzieningen
De dotatie van € 2,9 miljoen (2016: € 1,6 miljoen) zorgt dat de voorziening overeenkomt met de actuele waarde van de onderliggende lopende verplichtingen en de in 2017 aangegane verplichtingen. Het betreft hier met name verplichtingen voortvloeiend uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Deze voorziening is in 2014 gevormd en hangt samen met de opgelegde taakstellingen en de gewenste mobiliteit binnen DUO voor de komende jaren.
Omschrijving | 2017 | 2016 | |
---|---|---|---|
Activa | |||
Immateriële vaste activa | 14.815 | 1.683 | |
Materiële vaste activa | 24.147 | 19.746 | |
– | Grond en gebouwen | 0 | |
– | Installaties en inventarissen | 24.147 | 19.746 |
– | Overige materiële vaste activa | 0 | |
Vlottende Activa | 41.466 | 47.305 | |
– | Voorraden | 430 | 489 |
– | Debiteuren | 5.398 | 4.195 |
– | Overige vorderingen en overlopende activa | 8.987 | 11.988 |
– | Liquide middelen | 26.651 | 30.633 |
Totaal activa | 80.428 | 68.734 | |
Passiva | |||
Eigen Vermogen | 338 | 5.093 | |
– | Exploitatiereserve | 5.093 | 6.596 |
– | Onverdeeld resultaat | –4.755 | –1.503 |
Voorzieningen | |||
– | Voorzieningen | 3.645 | 3.276 |
Langlopende schulden | 6.760 | 0 | |
– | Leningen bij het MvF | 6.760 | 0 |
Kortlopende schulden | 69.685 | 60.365 | |
– | Crediteuren | 21.055 | 20.428 |
– | Overige verplichtingen en overlopende passiva | 48.630 | 39.937 |
Totaal passiva | 80.428 | 68.734 |
Toelichting:
Activa
Immateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste actief zijn de aanwezige software licenties opgenomen en activa in ontwikkeling. De boekwaarde is toegenomen met € 13,1 miljoen als gevolg van uitbreiding van software (SAP) en licenties ten behoeve van de basisdienstverlening (€ 1,0 miljoen) en activa in ontwikkeling (€ 12,1 miljoen). In 2016 is door Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën een richtlijn uitgebracht waarin activering van grote projecten wordt voorgeschreven. Conform de richtlijn zullen de nieuwe grote projecten worden geactiveerd. De voor activering in aanmerking komende projecten zijn als activa in ontwikkeling opgenomen. Het betreft tien projecten met een totale waarde van € 12,1 miljoen. Waardering heeft plaatsgevonden tegen werkelijke materiële kosten en uren tegen een mixtarief van afgerond € 75 voor externe en interne inzet. Voor de afschrijvingstermijn omtrent vervangingen wordt er uitgegaan van een gedifferentieerde levensduur (5, 10 en 15 jaar).
Materiële vaste activa
De boekwaarde van het materieel vast actief is in 2017 met € 4,4 miljoen toegenomen als gevolg van investeringen in het rekencentrum en netwerken. Deze investeringen hangen samen met het Programma Vernieuwing Studiefinanciering en vervanging en uitbreiding VDI-werkplekken. De afschrijvingstermijn beloopt drie tot tien jaar.
Voorraden
Onder deze post zijn opgenomen de voorraden papier en kantoorartikelen als ook de voorraad patchkabels.
Debiteuren
De stand debiteuren is met € 1,2 miljoen toegenomen. Onder de debiteuren zijn voor € 1,9 miljoen aan vorderingen op andere ministeries opgenomen: Ministerie van Financiën voor hosting activiteiten € 0,1 miljoen, Ministerie van Justitie en Veiligheid voor diverse werkzaamheden € 1,2 miljoen, Ministerie voor Economische Zaken en Klimaat € 0,2 miljoen en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat € 0,4 miljoen.
Overige vorderingen en overlopende activa
Bij de post Overige vorderingen en overlopende activa gaat het om werkzaamheden verricht in 2017 waarvoor nog geen middelen zijn verstrekt door OCW (€ 1,4 miljoen) en om bedragen, voor het merendeel ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten, die in 2017 voor een geheel jaar vooruit zijn betaald (€ 7,5 miljoen). Onder de post Overige vorderingen en overlopende activa is € 0,4 miljoen vooruit ontvangen middelen van een ander ministerie opgenomen te weten; Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 0,3 miljoen. De daling wordt grotendeels verklaart door de afname van vorderingen op andere ministeries.
Liquide middelen
De stand liquide middelen is in 2017 met € 4,0 miljoen afgenomen. Dit als gevolg van de positieve operationele kasstroom van € 15,8 miljoen, de gepleegde investeringen van € 26,6 miljoen waar een lening van € 6,8 miljoen tegenover staat.. Zie ook verklaring bij het kasstroomoverzicht.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen DUO bedraagt na onttrekking van het exploitatieresultaat 2017 € 0,3 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 0% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 15,9 miljoen).
Voorzieningen
De voorzieningen bestaan uit voorzieningen in het kader van personeel (Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) en wachtgelden) € 1,3 miljoen en overige € 2,3 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Uit de voorzieningen is € 2,4 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2017. Aan de voorziening is € 2,9 miljoen gedoteerd aan nieuwe regelingen, met name als gevolg van de eerder genoemde taakstelling en gewenste mobiliteit. Daarnaast heeft een vrijval van € 0,01 miljoen kunnen plaatsvinden voor regelingen welke in 2016 reeds waren voorzien maar waar deelnemers, om verschillende redenen, geen gebruik meer van wensen te maken.
Voorzieningen
31-12-2016 | Onttrekkingen | Dotaties | Vrijval | 31-12-2017 | |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgeld | 1.353 | –297 | 250 | – | 1.306 |
Overige | 1.923 | –2.152 | 2.657 | –89 | 2.339 |
Totaal voorzieningen | 3.276 | – 2.449 | 2.907 | – 89 | 3.645 |
Leningen bij het MvF
DUO heeft in 2017 een leenaanvraag ingediend bij het Ministerie van Financiën. Het betreft een lening nummer 2951 ten behoeve van het Programma Dienstverlening Instellingen van € 6,8 miljoen met een looptijd van 5 jaar een rente percentage van 0,0%.
Crediteuren
De crediteuren ultimo 2017 bestaan uit openstaande facturen bij leveranciers en nog te ontvangen facturen. Onder de crediteuren is € 0,9 miljoen aan schulden opgenomen aan het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en € 0,2 miljoen aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Overige verplichtingen en overlopende passiva
De balanspost Overige verplichtingen en overlopende passiva van € 48,6 miljoen bevat voor € 34,8 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2017 en voorgaande jaren al heeft ontvangen, maar waarvoor in het boekjaar nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten geboekt als baten. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden welke in 2018 zullen worden uitgevoerd. Hiervan heeft € 12,0 miljoen betrekking op diverse (doorlopende) projectwerkzaamheden waaronder Programma Vernieuwing Studiefinanciering, € 19,0 miljoen op werkzaamheden basisdienstverlening, € 3,3 miljoen op overige opdrachten en € 0,5 miljoen op middelen Sociaal Flankerend Beleid en Sociaal Beleid Rijk. Daarnaast is een verplichting van € 0,07 miljoen opgenomen voor het agentschapsdeel van de Vpb-last. Het betreft hier afdracht verschuldigd over de resultaten op verkoop waardepapieren, verificatieverzoeken, verhuur computerruimte aan derden en werkzaamheden Participatiefonds. De Dienst Uitvoering Onderwijs valt, als onderdeel van het Ministerie van OCW, onder de Vennootschapsbelasting (Vpb). Het moederdepartement is verantwoordelijk voor de aangifte en DUO heeft in haar jaarrekening het agentschapsdeel van de Vpb-last opgenomen.
Daarnaast gaat het om de opgebouwde rechten aan vakantiegeld, eindejaarsuitkering en verlofrechten ultimo 2017 van het personeel in loondienst (€ 9,5 miljoen) en schulden met afdrachtverplichtingen (€ 0,1 miljoen), overige te betalen bedragen (€ 2,0 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de investeringsspecifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maken. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 2,2 miljoen waarvan € 1,7 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.
In de post Nog te betalen is € 0,4 miljoen vooruit ontvangen middelen van een ander ministerie opgenomen te weten; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (werkzaamheden Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen en het programma Directe Financiering Kinderopvang).
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2017 + stand depositorekeningen | 46.440 | 30.572 | – 15.868 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 245.981 | 341.565 | 95.584 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | –273.981 | –325.732 | –51.751 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 7.000 | 15.833 | 8.833 |
Totaal investeringen (-/-) | –7.000 | –27.407 | –20.407 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 822 | 822 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 7.000 | – 26.585 | – 19.585 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ||||
Eenmalig storting door het moederdepartement (+) | ||||
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 6.760 | 6.760 | ||
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 6.760 | 6.760 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2017 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 11.440 | 26.580 | 15.140 |
Toelichting:
Naast de rekening courant RHB heeft DUO ook liquide middelen die buiten de RHB blijven. Het betreft hier rekeningen ten behoeve van Europass, Regeling Surinaamse Studenten en Examendiensten waarop in totaal een saldo van € 0,07 miljoen staat (op 31 december 2016 was dit € 0,06 miljoen). De mutatie van deze middelen wordt als onderdeel van de operationele kasstroom gepresenteerd.
De positieve operationele kasstroom (€ 15,8 miljoen) is het saldo ontvangsten moederdepartement (€ 266,2 miljoen), overige departementen (€ 44,4 miljoen), Derden (€ 30,9 miljoen) waar aan uitgaven tegen overstaan aan crediteuren en personeel (€ 325,7 miljoen). De investeringen betreffen investeringen in het rekencentrum en software ten behoeve van de basisdienstverlening als ook een investering in onderhandenwerk. Het betreft hier software voor de uitvoering van de reguliere dienstverlening binnen DUO. In de begroting was nog uitgegaan van het ideaal complex waarbij de afschrijvingslast gelijk is gesteld aan de investeringen. In 2017 is fors geïnvesteerd in het ICT-landschap en werkplekken en is tevens conform de aanbeveling vanuit de doorlichting vanuit het Ministerie van Financiën besloten om gebruik te gaan maken van de leenfaciliteit. Dit ten behoeve van de investeringen in het Programma Dienstverleningen Instellingen (PDI). Deze ontwikkeling verklaart de afwijking ten opzichte van de begroting.
Doelmatigheid
Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Doelmatigheid kan meerjarig worden bereikt door een lagere kostprijs (bij gelijke kwaliteit) of een hogere kwaliteit (bij gelijke kostprijs). Deze kengetallen geven inzicht in de ontwikkeling van de doelmatigheid uitgedrukt in financiële en kwaliteitskengetallen. Inmiddels is vanuit Financiën een richtlijn opgesteld aangaande de verantwoording over doelmatigheid. Voor het generieke deel kan DUO zich verantwoorden conform deze richtlijn. Aan het specifieke gedeelte, waarin de uitvoeringskosten per behandelde aanvraag moet worden weergegeven, kan DUO, gelet op de diversiteit in de dienstverlening, niet voldoen.
Omschrijving | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | |
Generiek Deel | |||||
Kostprijzen per product (groep) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Tarieven/uur | |||||
ICT gerelateerd | 104 | 104 | 104 | 104 | 104 |
Overige uren | 74 | 74 | 74 | 74 | 74 |
Omzet per produktgroep (pxq) | |||||
Omzet Bekostiging Instellingen | 32 | 38 | 34 | 36 | 35 |
Omzet Studiefinaciering | 98 | 91 | 90 | 91 | 82 |
Omzet Examendiensten | 19 | 25 | 25 | 23 | 21 |
Omzet Basisregister | 28 | 26 | 25 | 28 | 31 |
Omzet Informatiediensten | 5 | 7 | 7 | 6 | 5 |
Totaal omzet basiscontract OCW | 182 | 186 | 182 | 184 | 174 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1.773 | 1.783 | 1.894 | 2.014 | 1.880 |
Saldo van baten en lasten (%) | 100 | 100 | 99 | 98 | 100 |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Klantcontact digitaal | 6 | 6 | 7 | 6 | 6 |
Klantcontact traditioneel | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Toelichting:
Kostprijs per product (groep): Binnen het basiscontract met OCW wordt niet over kostprijzen gerapporteerd. Mutaties op het basiscontract worden gebaseerd op uren maal tarief.
Omzet per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar 5 producten. De realisatie 2017 ligt € 2,0 miljoen hoger dan 2016, enerzijds is € 10,5 miljoen taakstelling ingevuld waar per saldo € 12,5 miljoen uitbreiding van de (basis)dienstverlening, volume effecten, en loon- en prijseffecten tegen over staat. In de oorspronkelijk begroting was uitgegaan dat het Programma Vernieuwing Studiefinanciering was gerealiseerd met de bijbehorende baten. De werkelijkheid is dat het programma een langere doorlooptijd heeft waardoor ook de baten later gerealiseerd zullen worden en dat er nu additionele inzet gepleegd wordt in het kader van de aanbevelingen van Nationale ombudsman waarbij DUO extra intensiveert in het klantcontact.
FTE totaal: De bezetting van ARAR is gestegen ten opzichte van 2016. Naast het vorm geven aan de invulling taakstelling waarbij vrijgekomen personeel zoveel mogelijk is ingezet op nieuwe taken heeft er in 2017 een forse instroom van personeel plaatsgevonden als gevolg van het verambtelijken van uitzendkrachten en extern personeel. Dit in lijn met het convenant uitzendkrachten wat DUO met de vakbonden heeft afgesloten naar aanleiding van de Wet werk en zekerheid.
Projecttarief per uur: Het projecttarief is € 104 per uur en onveranderd ten opzichte van 2016.
Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 74 per uur en onveranderd ten opzichte van 2016.
Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het negatieve saldo van baten en lasten 2017 van € 4,8 miljoen bedraagt 1,5 % van de baten.
Indicatoren: Er is per 2014 een nieuwe set van indicatoren afgesproken met het Ministerie van OCW te weten: Klanttevredenheid klantcontact digitaal en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel.
Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2017 heeft deze indicator een score van 6 op een schaal van 0 tot 10. Over 2016 bedroeg de score 7 op een schaal van 0 tot 10.
Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2017 heeft deze indicator, gelijk aan 2016, een score van 7 op een schaal van 0 tot 10.
Jaarverantwoording agentschap Nationaal Archief (NA)
Inleiding
Algemeen
De opdracht van het Nationaal Archief (voortaan NA) is om uitvoering te geven aan haar missie: het dienen van ieders recht op informatie en geven van inzicht in het verleden van ons land door ons in te zetten voor een sterk archiefbestel en door de nationale archiefcollectie in Den Haag te beheren en on site en online te presenteren.
De collectie van het NA bestaat uit archieven van nationale betekenis met het accent op archieven van de rijksoverheid.
Nationaal Archief en Regionale Historische Centra
Op basis van de Archiefwet 1995 heeft de Minister een specifieke verantwoordelijkheid voor alle rijksarchieven, zijnde het NA in Den Haag en de rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciehoofdsteden. Deze bewaarplaatsen in de provinciehoofdsteden maken deel uit van Regionale Historische Centra (RHC’s). Deze centra zijn zelfstandige openbare lichamen, die vanuit het Rijk en andere partners een bijdrage ontvangen.
Deze jaarrekening handelt alleen om de baten en lasten van het NA. De rijksbijdragen aan de afzonderlijke RHC’s worden elders verantwoord op artikel 14 (Cultuur) van de Rijksbegroting.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie 2017 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie t-1 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Omzet moederdepartement | 36.314 | 36.218 | –96 | 40.548 | ||
Omzet overige departementen | 400 | 400 | 0 | 400 | ||
Omzet derden | 219 | 330 | 111 | 620 | ||
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Mutatie projectgelden | 10.284 | 1.988 | –8.296 | 3.914 | ||
Vrijval voorzieningen | 116 | 151 | 35 | 177 | ||
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal baten | 47.333 | 39.087 | – 8.246 | 45.659 | ||
Lasten | ||||||
• | Apparaatskosten | 45.713 | 37.288 | –8.425 | 43.147 | |
– | personele kosten | 16.443 | 17.036 | 593 | 19.121 | |
Waarvan eigen personeel | 14.625 | 14.111 | –514 | 13.368 | ||
Waarvan externe inhuur | 958 | 2.055 | 1.097 | 4.383 | ||
Waarvan overige personele kosten | 860 | 870 | 10 | 1.370 | ||
– | materiele kosten | 29.270 | 20.252 | –9.018 | 24.026 | |
Waarvan apparaat ICT | 1.062 | 923 | –139 | 878 | ||
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 325 | 2.704 | 2.379 | 672 | ||
Waarvan overige materiële kosten | 27.883 | 16.625 | –11.258 | 22.476 | ||
• | Rentelasten | 12 | 12 | 0 | 18 | |
• | Afschrijvingskosten | 1.608 | 1.552 | –56 | 1.414 | |
– | materieel | 1.608 | 1.552 | –56 | 1.414 | |
Waarvan apparaat ICT | 141 | 240 | 99 | 0 | ||
– | immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | |
• | Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 471 | |
– | dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 471 | |
– | bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal lasten | 47.333 | 38.852 | – 8.481 | 45.050 | ||
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen | 0 | 235 | 235 | 609 | ||
Agentschapsdeel vpb lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen | 0 | 235 | 235 | 609 |
Toelichting:
Baten
De omzet van het moederdepartement over 2017 bedraagt € 36,2 miljoen. In de omzet moederdepartement zijn de tweede geldstroom projecten van totaal € 1,3 miljoen opgenomen. De ontvangen budgetten voor tweede geldstroom projecten in 2017 betreft de programma’s Gemeenschappelijk Cultureel erfgoed en Kennis & Innovatie.
Het verschil tussen de begroting en de realisatie is voornamelijk veroorzaakt door lagere projectuitgaven. De belangrijkste oorzaak van de lagere projectuitgaven is de vertraging in de migratie naar nieuwe ICT dienstverleners voor de primaire en secundaire opslag van digitaal archief. De migratie start pas na de afronding van onderdelen van het project Digitale Taken Rijksarchieven (DTR) om continuïteitsrisico’s te beperken. Verder heeft het NA er voor gekozen om eerst de backup en uitwijk te organiseren en pas daarna de migratie van het primaire datacenter.
Een andere oorzaak van de lagere projectuitgaven is – opnieuw – de vertraging in de realisatie van het nieuwe depot op locatie Emmen. Er moet vanwege gevonden asbest een nieuwe buitenschil ontwikkeld worden. Door deze ingreep bleek het mogelijk om ook de leegstand van delen van het pand aan te pakken en tot een efficiëntere indeling te komen. De geplande oplevering is nu in april 2019.
De bijdrage van de Provincie Zuid Holland (€ 400.000) is voor het beheer van de archieven Zuid Holland.
De omzet derden betreft de opbrengst van de dienstverlening en verkoop van producten.
In de vastgestelde begroting is geen rekening gehouden met rentebaten vanwege lage rentestand.
De vrijval van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen betreft vier medewerkers die geen recht meer hebben op een uitkering.
Lasten
De apparaatskosten bedragen € 37,3 miljoen en liggen circa € 8,4 miljoen beneden de begroting. Dit is vooral het resultaat van lagere uitgaven op de projecten DTR en realisatie van de nieuwe depot op locatie Emmen. Het gevolg is dat de materiële kosten fors lager zijn dan begroot. De personele kosten zijn hoger dan begroot vanwege de inhuur op formatie.
De bijdrage aan SSO’s is aangepast aan de gehanteerde definitie van SSO’s volgens de Rijksbrede Kostensoortentabel. Met name de gepresenteerde bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf is de oorzaak van de stijging.
De overige materiële kosten zijn gedaald door vertragingen in de projecten. Verder werd in 2016 werd samen met de Regionale Historische Centra veel aan kennisontwikkeling gedaan inzake de DTR. Ook zijn er in 2017 minder verpakkingsmaterialen aangeschaft voor archiefstukken. Tenslotte zijn er in 2017 minder uitgaven gedaan voor workshops, evenementen en communicatie.
Er zijn geen afschrijvingen van immateriële vaste activa, omdat in 2013 de immateriële vaste activa volledig zijn afgeboekt en er in 2017 geen software aanwezig is dat voldoet aan alle criteria voor activering.
De afschrijving van de materiële vaste activa bedraagt € 1,6 miljoen en is € 0,1 miljoen lager dan begroot. De oorzaak van dit verschil is de lagere investering in ICT.
In 2017 zijn onttrekkingen aan de voorziening van € 0,1 miljoen verwerkt onder de personele kosten.
Omschrijving | 2017 | 2016 | |
---|---|---|---|
Activa | |||
Immateriële vaste activa | 0 | 0 | |
Materiële vaste activa | 7.412 | 6.723 | |
– | Grond en gebouwen | 576 | 569 |
– | Installaties en inventarissen | 6.836 | 6.154 |
– | Overige materiële vaste activa | 0 | 0 |
Vlottende Activa | 24.483 | 29.116 | |
– | Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
– | Debiteuren | 204 | 165 |
– | Overige vorderingen en overlopende activa | 2.334 | 1.299 |
– | Liquide middelen | 21.945 | 27.652 |
Totaal activa | 31.895 | 35.839 | |
Passiva | |||
Eigen Vermogen | 2.504 | 2.269 | |
– | Exploitatiereserve | 2.269 | 1.660 |
– | Onverdeeld resultaat | 235 | 609 |
Voorzieningen | 424 | 677 | |
Langlopende schulden | 400 | 500 | |
– | Leningen bij het MvF | 400 | 500 |
Investeringsbijdrage | 3.471 | 3.180 | |
Projectgelden | 18.901 | 21.344 | |
Kortlopende schulden | 6.195 | 7.869 | |
– | Crediteuren | 2.087 | 3.714 |
– | Overige verplichtingen en overlopende passiva | 4.108 | 4.155 |
Totaal passiva | 31.895 | 35.839 |
Toelichting:
Activa
De balans van het NA vertoont een daling van de totale activa en passiva vanwege de afname van schulden en de onttrekkingen van projectgelden voor het Masterplan Archiefdepots en overige projecten.
Installaties en inventarissen zijn gestegen met € 0,8 miljoen door investeringen in kantoormeubilair vanwege de overgang naar flexibele werkplekken, meer investeringen in servers/automatiseringsapparatuur en een stijging van investeringen in depotstellingen.
De debiteuren en nog te ontvangen bedragen zijn als volgt te specificeren:
Omschrijving | 2017 | 2016 |
---|---|---|
Vorderingen op het moederdepartement | 0 | 37 |
Vorderingen op overige departementen | 125 | 87 |
Vorderingen op overige debiteuren | 79 | 41 |
Stand per 31 december | 204 | 165 |
Omschrijving | 2017 | 2016 |
---|---|---|
Nog te ontvangen van moederdepartement | 0 | 0 |
Nog te ontvangen op overige departementen | 0 | 0 |
Nog te ontvangen van overige organisaties | 2.334 | 1.299 |
Stand per 31 december | 2.334 | 1.299 |
De stijging van de overige vorderingen en overlopende activa met ruim € 1 miljoen is vanwege de eerste bevoorschotting 2018 aan Centraal Bureau voor de Genealogie en de eerste termijnbetaling voor de investering in een Ontzuringsinstallatie in het nieuwe depot in Emmen.
De liquide middelen bestaan uit de Rekening-Courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het Ministerie van Financiën en een klein saldo kasmiddelen. De liquide middelen zijn per saldo gedaald als gevolg van uitgaven aan vooral projecten.
Passiva
Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2017 € 2,5 miljoen. Hiermee komt het eigen vermogen boven de maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Uiterlijk per eerste suppletoire begrotingswet is het surplus aan eigen vermogen afgeroomd naar de eigenaar. Het verloop van het vermogen ziet er als volgt uit:
2017 | 2016 | 2015 | |
---|---|---|---|
Exploitatiereserve | |||
Saldo per 1 januari | 2.269 | 1.660 | 3.508 |
Onverdeeld resultaat | 235 | 609 | 59 |
Overige directe mutaties | 0 | 0 | –1.907 |
Directe vermogensmutatie | |||
Bijdrage door moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
Overige directe mutaties | 0 | 0 | 0 |
Saldo per 31 december | 2.504 | 2.269 | 1.660 |
5% van gemiddelde omzet van 3 jaar | 1.986 | 1.835 | 1.861 |
De verdeling van het onverdeeld resultaat over 2017 komt tot uitdrukking in de jaarrekening 2018.
De voorzieningen zijn per saldo gedaald met € 0,3 miljoen als gevolg onttrekkingen en vrijval van wachtgeldverplichtingen en de lopende reorganisatievoorziening. De vrijval van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen betreft vier medewerkers die geen recht meer hebben op een uitkering. Het verloop van de voorzieningen is als volgt weer te geven:
Wachtgeld | Reorganisatie | Totaal | |
---|---|---|---|
Stand 1/1/2017 | 409 | 268 | 677 |
Dotatie | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking | 84 | 18 | 102 |
Vrijval | 151 | 0 | 151 |
Stand 31/12/2017 | 174 | 250 | 424 |
In de staat van baten en lasten worden de mutatie van projectgelden apart gepresenteerd op grond van de bijzondere aard en omvang. Daarom wordt ook in de balans inzichtelijk gemaakt welke posten betrekking hebben op de projectgelden.
In de post «investeringsbijdrage» staan bedragen waartegenover investeringen staan. De belangrijkste mutaties in de investeringsbijdrage betreffen de dotaties vanwege investeringen in activa voor de projecten Masterplan Archiefdepots en de ontvangstruimte van het Nationaal Archief.
De crediteuren en nog te betalen bedragen zijn als volgt te specificeren:
Omschrijving | Balans 2017 | Balans 2016 |
---|---|---|
Schulden op het moederdepartement | 73 | 153 |
Schulden op overige departementen | 512 | 297 |
Schulden op overige crediteuren | 1.502 | 3.264 |
Stand per 31 december | 2.087 | 3.714 |
Omschrijving | Balans 2017 | Balans 2016 |
---|---|---|
Nog te betalen aan moederdepartement | 639 | 14 |
Nog te betalen aan overige departementen | 55 | 20 |
Nog te betalen aan overige organisaties | 3.414 | 4.121 |
Stand per 31 december | 4.108 | 4.155 |
Het kasstroomoverzicht over 2017 ziet er als volgt uit:
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2017 + stand depositorekeningen | 18.599 | 27.652 | 9.053 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 36.933 | 35.710 | –1.223 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | –45.725 | –38.816 | 6.909 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 8.792 | – 3.106 | 5.686 |
Totaal investeringen (-/-) | –5.202 | –2.484 | 2.718 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 243 | 243 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 5.202 | – 2.241 | 2.961 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalig storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | –467 | –360 | 107 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 467 | – 360 | 107 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2017 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 4.138 | 21.945 | 17.807 |
Toelichting:
In het kasstroomoverzicht wordt voor de operationele kasstroom een uitsplitsing gemaakt naar ontvangsten en uitgaven. De ontvangsten hebben betrekking op bijdrage van het moederdepartement, andere departementen, omzet derden en projectgelden. De uitgaven betreffen betalingen aan personeel en leveranciers voor de reguliere werkzaamheden, maar ook voor projecten. De vastgestelde begroting is niet aangepast, omdat de aanpassing geen consequenties heeft voor de totale operationele kasstroom.
De boekwaarde van de desinvesteringen betreft de overdracht van activa aan het Rijksvastgoedbedrijf als gevolg van de invoering van het nieuwe huisvestingsstelsel per 1 januari 2017.
De liquide middelen van het NA zijn in 2017 met circa € 6 miljoen afgenomen. De oorzaak van deze afname is dat de operationele kasstroom € 5,7 miljoen lager is dan begroot vanwege de lagere uitgaven op projectgelden door de vertraging in de migratie digitaal archief en vertraging in de oplevering van depot Emmen. Ook de lagere investeringskasstroom ten opzichte van begroot is het gevolg van minder investeringen op projecten.
De investeringskasstroom betreft met name verbouwingen van het depot in het kader van het project Masterplan Archiefdepots en investeringen in ICT.
De financieringskasstroom is negatief vanwege de aflossing van leningen bij het Ministerie van Financiën voor investeringen in de publieksruimte van het NA in 2013.
Doelmatigheid
Omschrijving | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | |
Generiek Deel | |||||
Gemiddeld gewogen kostprijs per productgroep | |||||
– de (gem) prijs per km fysiek archief (capaciteit) | 15.670 | 14.350 | zie toelichting | Zie toelichting | 12.960 |
– de (gem) prijs per Terabyte digitaal archief | zie toelichting | zie toelichting | zie toelichting | 1.297 | |
Gemiddeld gewogen uurtarief intern personeel | |||||
– primaire taken – activiteiten | 51,0 | 47,9 | 50,1 | 55,4 | 51,0 |
– programma's en projecten 2e en 3e geldstromen | 58,0 | 47,9 | 50,0 | 53,8 | 58,0 |
Aantal fte | |||||
– op lumpsum en projecten | 141,5 | 151,5 | 186,32 | 194,83 | 200–205 |
– op Programma Digitale Taken rijksarchieven | 42,7 | 45,3 | 0 | 0 | 0 |
Saldo baten en lasten | 581.642 | 59.149 | 609.108 | 235.434 | – |
Ontwikkeling aantallen bezoekers | |||||
– bezoekers | 20.000 | 19.430 | 12.288 | 17.482 | 20.000 |
– onderwijs | 5.000 | 3.310 | 3.527 | 12.655 | 10.000 |
– studiezaal – bezoekers | 12.328 | 14.940 | 12.000 | ||
– studiezaal – raadplegingen archiefstukken | 114.297 | 114.349 | 105.000 | ||
– Website GaHetNa | 1.183.834 | 1.350.798 | 1.400.000 | ||
Cijfer bezoeker tevredenheid | 7 | 7 | 7 | 7,5 | 7,3 |
Voldoen aan webrichtlijnen Rijk | *** | *** | *** | *** | *** |
Beschikbaarheid – bereikbaarheid organisatie | |||||
– fysieke dienstverlening; geopend: | |||||
– informatiecentrum en studiezaal | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr |
– tentoonstelling | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr | di t/m vr |
– ontvangst schoolgroepen | ma | ma | |||
– Digitale dienstverlening eDepot (basisdienstverlening) | |||||
– beschikbaarheid (%) | nvt | nvt | nvt | nvt | |
– helpdesk openingstijden op werkdagen | nvt | nvt | 8:30–17:00 | 8:30–17:00 | 8:30–17:00 |
Toelichting:
Geen ingevulde indicatoren voor «prijs per km fysiek archief» en «prijs per Terabyte digitaal archief»: de aanbevelingen uit de agentschapsdoorlichting door het Ministerie van Financiën in 2016 hebben geleid tot het besluit om een actueel integraal kostprijsmodel uit te werken. Het kostprijsmodel wat er lag bleek onvoldoende toereikend voor het toerekenen van kosten aan de producten en diensten van het NA. De opzet van het nieuwe kostprijsmodel is in 2017 afgerond en wordt in 2018 verder geïmplementeerd. Met de opzet en implementatie van het integrale kostprijsmodel wordt het mogelijk om per product en dienst de kosten inzichtelijk te maken en de benodigde lumpsum te onderbouwen voor uitvoering van de opgedragen taken.
In 2017 komt het uurtarief voor primaire taken en activiteiten hoger uit dan de vastgestelde begroting vanwege de cao kostenstijgingen.