Beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies
RVO.nl is de uitvoerder van subsidieregelingen voor bedrijven. Uit actuele risicoanalyses blijkt dat voor alle subsidieregelingen opgenomen in de Regeling nationale EZ-subsidies het (rest)risico van misbruik- of oneigenlijk gebruik door begunstigden als laag/aanvaardbaar is gekwalificeerd. Bestaande maatregelen om subsidiefraude te bestrijden zijn onder andere: de tijdige opstelling van risicoanalyses ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies door begunstigden, het in voorkomende gevallen opvragen van controleverklaringen bij subsidieverantwoordingen, het bijhouden van een register van ernstige onregelmatigheden en het via de fraudecoördinator van RVO.nl melden van vermoedens van fraude bij het OM.
Grote ICT projecten
Sinds enkele jaren informeert het Ministerie van BZK de Tweede Kamer over departementale grote ICT-projecten. Met ingang van 2015 geldt deze rapportageplicht voor alle projecten waarvan de ICT-kosten tenminste € 5 mln bedragen. In 2017 zijn binnen EZ:
3 grote ICT-projecten afgerond:
-
• CaRMen (relatiebeheer bij RVO.nl);
-
• DICTU-Cloud (onderdeel van de Rijkscloud);
-
• eDU (Elektronische Dienstverlening Uitvoering bij RVO.nl).
3 grote ICT-projecten gestart:
-
• Vernieuwing rekencentrum (CBS);
-
• TRANSVIR2RVO (Visregelingen bi RVO.nl);
-
• MIVSP (Maritiem informatievoorzieningsplatform bij DG ETM).
7 grote ICT-projecten zullen blijven doorlopen:
-
• Blik op NVWA 2017 (onderdeel van het verbeterplan NVWA);
-
• DigiAT (Zaakgerichtwerken bij AT);
-
• Cloud Werkplek – Continuïteit werkplekdiensten;
-
• Cloud Werkplek – Vernieuwing werkplekdiensten;
-
• AMRI (vernieuwing bancair systeem ten behoeve van garantstellingen RVO.nl);
-
• Phoenix+ (CBS);
-
• Kern Gezond (KvK).
Externe inhuur
Het kabinet hanteert, naar aanleiding van de motie Roemer, een norm voor externe inhuur van 10% van de personeelskosten. Het inhuurpercentage van EZ komt uit op 19,6%. De overschrijding van de norm is het gevolg van inhuur bij DICTU en RVO.nl. In geval van DICTU is de aanleiding met name de behoefte aan specifieke (ICT) expertise, deels samenhangend met (tijdelijke) ICT-projecten, zoals de ontwikkeling van de Cloud-infrastructuur en de Cloud-werkplek. In geval van RVO.nl betreft het met name de «flexibele schil», zodat ingespeeld kan worden op fluctuaties in het gevarieerde opdrachtenpakket dat RVO.nl uitvoert en waarvoor gespecialiseerde kennis nodig is (opdrachten van diverse ministeries gericht op ondernemend Nederland bij duurzaam, agrarisch, innovatief en internationaal ondernemen). Het inzetten van externe inhuur biedt de flexibiliteit om efficiënt met dit spanningsveld tussen vraag en aanbod om te gaan. Beide diensten hebben in 2017 een plan van aanpak geïmplementeerd om vanaf 2018 externe inhuur structureel zo veel mogelijk te beperken. Het gaat dan onder meer om:
-
• Het formuleren van beleid ten aanzien van externe inhuur opnemen in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.
-
• Het uitbesteden van werkzaamheden in de vorm van resultaatgerichte opdrachten in plaats van externe inhuur.
-
• Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het rijks trainee programma en gerichte werving.
Audit Committee
Het Audit Committee (AC) adviseert het departementaal management over de bedrijfsvoering waaronder het auditbeleid. Het AC bestaat uit de secretaris-generaal (SG; voorzitter), de plaatsvervangend SG pSG), twee directeuren-generaal (DG’s) en twee externe leden. De directeuren Financieel-Economische Zaken (FEZ) en ADR ondersteunen het AC. Jaarlijks bespreekt het AC de jaarverslagen, FEZ-toezichtrapportages over financieel en materieel beheer, het RJV, de ADR-auditplanning, de tussentijdse uitkomsten van ADR-controles, deelverklaringen van Europese fondsen, uitkomsten van Europese audits en de stand van zaken controlebezoeken door de Europese Commissie (EC). Het AC heeft in 2017 zijn functioneren geëvalueerd. Daaruit bleek dat aan de behoefte uit de evaluatie 2015, om meer strategische onderwerpen te agenderen, invulling is gegeven en dat het AC goed functioneert. De uitkomsten van deze evaluatie zijn aan beide ministers aangeboden.