Meer en betere zorg tegen beheersbare kosten. Dat was één van de belangrijkste opgaven van het vorige kabinet. De afgelopen jaren is de zorg ingrijpend hervormd om mensen meer maatwerk en betere zorg te bieden en tegelijkertijd de zorg betaalbaar te houden. Dat is gelukt. Na jaren van overschrijdingen, is de groei van de netto Zorguitgaven de afgelopen jaren gelijk opgegaan met de economische groei.
Dat is ook te zien in onderstaande figuur (figuur 2). De trendmatige groei van de zorguitgaven is vanaf 2012 fors omgebogen. De nominale uitgavengroei in de periode 2006–2012 bedroeg nog circa 6,3%; tussen 2012 en 2017 is de groei teruggebracht tot circa 1,1%. Een deel van deze omslag is het gevolg van economische omstandigheden. Maar ook de reële groei van de zorguitgaven, gecorrigeerd voor de minder sterke stijging van lonen en prijzen, is fors teruggebracht. Deze bedroeg in de periode 2006–2012 5,0%, en is in de afgelopen kabinetsperiode (2012–2017) teruggebracht tot 0,5%, een niveau onder de gemiddelde economische groei in die periode van 1,6%.
In paragraaf 5.2 is een nadere analyse opgenomen over de horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven van 1996 tot en met 2017.
Figuur 2: Ontwikkeling van de netto BKZ-uitgaven 2006–2017
In dit jaarverslag 2017 kan net als in de jaren 2013 tot en met 2016 een onderschrijding van het Budgettair Kader Zorg worden gemeld. In de begroting 2017 werd reeds uitgegaan van een kaderonderschrijding van € 1,4 miljard. Deze is op basis van actuele inzichten opgelopen tot € 2,6 miljard. De oploop van de kaderonderschrijding met € 1,2 miljard is het saldo van € 0,6 miljard lagere zorguitgaven (die meer dan volledig voor rekening van de Zvw komen; de Wlz-uitgaven en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven zijn juist hoger uitgekomen) en een opwaartse bijstelling van het kader van € 0,6 miljard ten opzichte van de ontwerpbegroting 2017.
Overigens zijn de Uitgavenplafonds (de vroegere kaders) voor de periode 2018–2021, bij de start van het kabinet-Rutte III vastgesteld op basis van op dat moment meest actuele uitgavenramingen. Daarom zullen de onder- of overschrijdingen de komende jaren fors kleiner zijn dan voor 2017 het geval was.
De inspanningen die door het vorige kabinet zijn gedaan om te komen tot uitgavenbeheersing willen we verder doorzetten. Wij zetten ons in voor de beheersing van de zorguitgaven in deze kabinetsperiode, onder andere via de hoofdlijnakkoorden in de curatieve zorg.
De houdbaarheid van en solidariteit in de zorg is echter een vraagstuk van de lange adem en vraagt om aanvullende beleidsmatige antwoorden. Zeker ook om toekomstige generaties niet met een te hoge zorgrekening op te zadelen. De netto-zorguitgaven stijgen naar verwachting in reële termen de komende jaren met circa 4% per jaar, circa tweemaal zo veel als de economische groei van 2%. Betaalbaarheid zal daarom een belangrijk aspect blijven bij de uitdaging om te borgen dat mensen de goede zorg op het juiste moment op de juist plek krijgen.