Base description which applies to whole site

Artikel 12 Hoofdwegennet

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS en netwerkgebonden kosten. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in het jaarverslag van Infrastructuur en Waterstaat(Hoofdstuk XII) bij beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid.

Overzicht van de budgettaire gevolgen van de uitvoering van artikel 12 Hoofdwegennet (x € 1.000)
         

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

 

Verplichtingen

3.407.686

2.108.154

2.998.493

3.607.433

3.615.382

3.255.485

359.897

1

Uitgaven

2.568.873

2.393.669

2.089.020

2.231.569

2.472.330

2.575.982

– 103.652

 

12.01 Verkeersmanagement

21.589

14.510

10.502

4.498

3.736

3.680

56

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

21.589

14.510

10.502

4.498

3.736

3.680

56

 

12.02 Beheer onderhoud en vervanging

665.071

662.460

636.513

595.154

717.007

645.593

71.414

 

12.02.01 Beheer en onderhoud

533.514

433.574

512.618

543.124

669.477

576.208

93.269

2

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

533.514

433.574

512.618

543.124

669.477

576.208

93.269

 

12.02.04 Vervanging

131.557

228.886

123.895

52.030

47.530

69.385

– 21.855

3

12.03 Aanleg

873.067

618.288

528.355

429.918

558.823

781.590

– 222.767

 

12.03.01 Realisatie

863.803

600.289

475.612

415.269

537.107

545.870

– 8.763

4

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

6.818

31.907

36.012

30.750

32.508

30.616

1.892

 

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

9.264

17.999

52.743

14.649

21.716

235.720

– 214.004

5

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

6.055

12.317

10.016

10.301

17.670

12.407

5.263

 

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

601.189

655.822

333.509

638.739

605.036

581.030

24.006

6

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

407.957

442.589

580.141

563.260

587.728

564.089

23.639

 

12.06.01 Apparaatskosten RWS

355.573

345.456

459.269

454.675

459.254

447.350

11.904

7

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

355.573

345.456

459.269

454.675

459.254

447.350

11.904

 

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

52.384

97.133

120.872

108.585

128.474

116.739

11.735

8

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

52.384

97.133

105.072

94.385

122.474

110.739

11.735

 

12.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

12.09 Ontvangsten

132.430

592.926

71.523

150.898

110.467

90.402

20.065

 

12.09.01 Ontvangsten

132.430

592.926

71.523

150.898

110.467

90.402

20.065

9

12.09.02 Tolopgave

0

0

0

0

0

0

0

 

Financiële toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting «normering jaarverslag» zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • Ad 1) In 2018 zijn per saldo hogere verplichtingen aangegaan. Onderstaand wordt bij onderdeel A een toelichting gegeven op de projecten waarbij sprake is van een hogere verplichtingen realisatie. Bij onderdeel B wordt een toelichting gegeven op de projecten waarbij sprake is ven een lagere verplichtingen realisatie.

    • A. Bij de volgende projecten is sprake van een hogere verplichtingenrealisatie:

      • A16 Rotterdam (€ 650,1 miljoen). Dit wordt veroorzaakt door de contract-close van het DBFM project. Hierbij wordt rekening gehouden met de langjarige financieringslasten over de looptijd van het project, waardoor er een hogere verplichting is aangegaan. Dit leidt niet tot meerkosten voor het kasbudget van het project.

      • A1 Apeldoorn-Azelo (€ 143,5 miljoen). Het aanbestedingstraject kent een langere doorlooptijd, waardoor het contract gegund is in 2018 in plaats van 2017. De daarbij horende verplichtingen zijn doorgeschoven naar 2018. Dit leidt niet tot een verschuiving van de MIRT mijlpaal.

      • A15 Maasvlakte-Vaanplein (€ 67,6 miljoen). Bij het project A15 Maasvlakte-Vaanplein treden extra werkzaamheden bij de Botlekbrug op bij de realisatie van het spoordeel. Hiertoe zijn middelen overgeheveld vanuit de investeringsruimte hoofdwegennet naar artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contracten, zoals reeds is toegelicht in de begroting 2019.

      • Programma Aansluitingen (€ 40,1 miljoen). Dit wordt veroorzaakt door de verschuiving van de verplichting die in 2017 was voorzien naar 2018 voor de projecten A15-N3 en A16-N3. Zie hiervoor de toelichting bij de uitgaven 12.03.01.

      • N18 Varsseveld (€ 20,2 miljoen). Dit wordt met name veroorzaakt door een versnelling van de werkzaamheden.

    • B. Bij de volgende projecten is sprake van een lagere verplichtingenrealisatie:

      • A12/A15 Ressen-Oudbroeken (– € 413,7 miljoen). Zoals aangegeven in de MIRT-brief van juni 2018 schuift de start realisatie van 2019 naar 2020. De verwachting is nu om het contract in 2020 te kunnen gunnen. Hierdoor worden de geplande verplichtingen verschoven naar latere jaren.

      • Programma Groot Variabel Onderhoud Stalen Kunstwerken (– € 42,9 miljoen). Dit wordt met name veroorzaakt door een vertraging van de marktbenadering, ten behoeve van de renovatie van de Brienenoordbrug.

      • A24 Blankenburgverbinding (– € 42,6 miljoen). Dit betreft een technische mutatie. Als gevolg van de gunning van het contract eind 2017 is de verplichting geactualiseerd.

      • A10 Zuidas (– € 38,2 miljoen). Dit wordt veroorzaakt door een langere doorlooptijd van de herijkingsfase. Hierdoor is het aangaan van verplichtingen doorgeschoven naar 2019 en verder.

      • Aflossing tunnels (– € 23,8 miljoen). Dit wordt met name veroorzaakt door de bijstelling van het contract van de Noordtunnel (A15) als gevolg van lagere voertuigpassages.

      • Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot lagere verplichtingen (per saldo – € 0,4 miljoen).

    Daarnaast is er in 2018 sprake van een negatieve bijstelling van € 89,4 miljoen op de verplichtingen van het project zuidelijke Ringweg Groningen fase 2. De reden hiervoor is actualisatie van de planning van de aannemer.

  • Ad 2) Dit betreft voornamelijk de extra uitgaven aan het herstellen van schadegevallen en bergingswerkzaamheden (€ 82,8 miljoen). Daarnaast is bij het project A4 Delft Schiedam het budget voor de tunneltechnische installaties overgeheveld naar Beheer en Onderhoud Wegen (€ 5,3 miljoen) en zijn er door diverse kleine mutaties extra uitgaven gemaakt van per saldo € 5,2 miljoen.

  • Ad 3) De lagere realisatie van € 21,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door de langere voorbereidingstijd van het herstel van de Van Brienenoordbrug. Bij nadere uitwerking van de opgave blijkt dat de werkzaamheden complexer zijn dan aanvankelijk verwacht.

  • Ad 4) Voor een toelichting op de lagere realisatie van € 8,8 miljoen wordt verwezen naar het projectenoverzicht en toelichting behorende bij het realisatieprogramma hoofdwegennet (tabel 12.01.03).

  • Ad 5) Door de overgang van projecten van planuitwerking naar realisatiefase neemt het budget op het planuitwerkingsartikel 12.03.02 af. Dit bedrag is overgeboekt naar het realisatieartikel 12.03.01. Ook wordt het verschil verklaard door overboekingen naar decentrale overheden (via gemeente- of provinciefonds). Ten slotte is een deel van de beschikbare middelen van Beter Benutten doorgeschoven.

  • Ad 6) De hogere realisatie is veroorzaakt door:

    • N18 Varsseveld-Enschede (€ 26,9 miljoen): Betreft met name een versnelling van werkzaamheden en extra kosten aan onder andere de vaststellingsovereenkomst, nadeelcompensatie en aan grondverwerving.

    • A15 Maasvlakte-Vaanplein (€ 19,1 miljoen): De hogere uitgaven in 2018 zijn het gevolg van vertraging en hogere kosten bij de afbouw van het spoor over de Botlekbrug.

    • A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (– € 23,2 miljoen): De realisatie van het deelproject A1/A6 is in 2017 versneld afgerond. Hierdoor is budget uit 2018 al in 2017 uitgegeven.

    • Het saldo van hogere en lagere uitgaven op verschillende projecten (€ 1,2 miljoen).

  • Ad 7) De hogere realisatie op de apparaatskosten betreft met name de loon- en prijsbijstelling 2018.

  • Ad 8) De hogere realisatie op de overige netwerkgebonden kosten worden met name veroorzaakt door een bijdrage aan hogere ICT uitgaven (€ 5,0 miljoen), een bijdrage aan het Security Operations Centre van RWS (€ 3,4 miljoen) en een bijdrage aan de werkzaamheden in het kader van innovaties op het vlak van circulaire economie in de grond- weg- en waterbouw (€ 2,0 miljoen).

  • Ad 9) De hogere ontvangsten van € 20,1 miljoen zijn het gevolg van diverse mutaties bij de volgende projecten:

    • A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 10,6 miljoen): Door een juridisch geschil met de Opdrachtnemer zijn de ontvangsten doorgeschoven naar 2019.

    • Programma Aansluitingen (€ 10,4 miljoen): De Provincie Zuid-Holland heeft voor de projecten A16-N3 en A15-N3 een voorschot verstrekt aan subsidies van 80 procent in plaats van de verwachte 50 procent.

    • A4 Burgerveen-Leiden (€ 7,8 miljoen): Er zijn extra ontvangsten gerealiseerd als gevolg van verkoop van vastgoed.

    • A4 Dinteloord-Bergen op Zoom (€ 6,3 miljoen): Dit wordt veroorzaakt door extra ontvangsten als gevolg van verkoop vastgoed Halsteren en Steenbergen.

    • A4/ A9 Badhoevedorp (– € 13,8 miljoen). Dit wordt veroorzaakt doordat de ontvangsten van de provincie Noord-Holland en de Vervoersregio nog niet zijn ontvangen. Met de Regio wordt overlegd over hoe met de indexering van de bijdragen van derden dient te worden omgegaan.

    • Het saldo van hogere en lagere ontvangsten op verschillende projecten (– € 1,2 miljoen).

12.02 Verkeersmanagement

Motivering

Met verkeersmanagement streeft het Ministerie van IenW naar een optimaal en veilig gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Dit draagt bij aan het realiseren van de beleidsdoelen voor bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid in Nederland.

Producten

De ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan, hebben een beter inzicht gegeven in ontwikkelingen die op ons afkomen en bijbehorende kansen en risico’s voor de verkeersveiligheid, doorstroming en duurzaamheid. Aansluitend op de ambities uit het Regeerakkoord, is de koers op Smart Mobility herijkt, met een verschuiving in aandacht van testen en experimenteren naar (grootschalige) toepassing en realiseren van impact in de praktijk. Deze nieuwe koers is vastgelegd in de brief «Smart Mobility – Dutch Reality – die in oktober 2018 «naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstukken II 2018–2019, 31 305, nr. 264). De actieprogramma’s Beter Benutten en Connecting Mobility zijn afgerond; vervolgactiviteiten vinden plaats in de lijn (bij beleid en uitvoering). De publiek-private samenwerking wordt voortgezet, onder andere via de Community of Standards and Practices, terwijl het traject Krachtenbundeling Smart Mobility zorgt voor focus en versterking van de samenwerking tussen overheden.

In 2018 is uitvoering gegeven aan diverse projecten waarin draadloze communicatie tussen voertuigen en wegkantsystemen wordt ontwikkeld en gerealiseerd. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn de internationale ITS-corridor Rotterdam-Frankfurt-Wenen (onder andere waarschuwen voor wegwerkzaamheden), Talking Traffic (onder andere intelligente verkeerlichten) en de internationale Data Task Force (samenwerking met de automobielindustrie om veiligheidsgerelateerde data uit voertuigen te ontsluiten).

In 2018 heeft de Minister van I&W in twee tranches maatregelen aangekondigd binnen de korte termijn fileaanpak, middels een brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2018–2019, 31 305, nr. 270). De maatregelpakketten leiden tot het verminderen, voorkomen en kunnen vermijden van files. De aard van de maatregelen is divers, variërend van verhoging van het aantal weginspecteurs op de weg en het intensiveren van snelle berging na ongelukken, tot het uitvoeren van diverse kleinere infrastructurele maatregelen en het klaarmaken van infrastructuur voor de toekomst met smart mobility en gebruik van slimme camera’s voor het geautomatiseerd kunnen openen en sluiten van spitsstroken. In 2018 is gestart met de uitvoering van de maatregelen, realisatie van het grootste deel van het pakket is voorzien uiterlijk in 2021.

De uitgaven voor verkeersmanagement op artikel 12.01 en 12.02 hebben directe samenhang met uitgaven voor verkeersmanagement op het realisatieartikel (12.03) in het kader van programma’s zoals Beter Benutten.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Eenheid

Realisatie

2016

Realisatie

2017

Begroting

2018

Realisatie

2018

Toelichting

Verkeerssignalering op rijbanen

km rijbaan

2.716

2.777

2.728

2.781

1

Verkeerscentrales

aantal

6

6

6

6

 

Spitsstroken

km

324

321

310

319

2

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

  • Ad 1) De verkeerssignalering was in 2017 al verder toegenomen dan begroot, zoals toegelicht in het Jaarverslag 2017. In 2018 is de verkeerssignalering nog verder toegenomen door met name A27/A1 Utrecht Noord–Eemnes–Bunschoten.

  • Ad 2) In de begroting 2018 was een afname voorzien van de spitsstroken door het vervallen van de spitsstroken tussen Twello en Deventer bij de start van het project A1 Apeldoorn–Azelo (fase 1). Deze spitsstroken kunnen echter tot begin 2019 nog in gebruik blijven, waardoor de afname doorschuift naar 2019. De kleine afname in 2018 ten opzichte van 2017 is het gevolg van dataverbeteringen.

Indicator verkeersmanagement
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

streefwaarde 2018

realisatie 2018

Toelichting

Levering verkeersgegevens: op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en route-informatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders

 

1

a. beschikbaarheid data voor derden: % van de RWS-meetlocaties dat goed functioneert

93%

93%

90%

92%

 

b. actualiteit data voor derden: % van de gegevens van een meetminuut, dat binnen 75 sec. daarna door RWS wordt geleverd aan NDW

98%

98%

95%

99%

2

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

  • Ad 1) Deze indicator geeft aan in welke mate RWS intensiteit- en snelheidsgegevens van de meetlocaties beschikbaar heeft en het tijdig doorgeeft aan de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW).

    De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de NDW. De percentages zijn berekend ten opzichte van de bemeten rijbaanlengte.

  • Ad 2) Tot en met 2017 is een streefwaarde van 90% gehanteerd voor de PIN «actualiteit data voor derden». In het kader van de nieuwe meerjarige prestatieafspraken (2018–2021) tussen de directoraten-generaal en Rijkswaterstaat over het Beheer en Onderhoud, is ervoor gekozen om met ingang van het jaar 2018 een hogere streefwaarde te hanteren (95%), die beter aansluit bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de informatievoorziening over het hoofdwegennet.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Met het budget voor beheer, onderhoud en vervanging, zijn in 2018 uitgaven gedaan, die nodig zijn om het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan, in de staat te houden die noodzakelijk is, voor het vervullen van de primaire functie. Deze functie is het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen, onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier beheer en onderhoud enerzijds en vervangingen en renovaties anderzijds.

Producten

Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales). Binnen het beschikbare onderhoudsbudget worden daartoe de noodzakelijke maatregelen opgenomen in de onderhoudsprogrammering.

Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen, waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren «60 van de vorige eeuw zijn veel kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is. Vervolgens worden deze opgenomen in het programma VenR.

12.02.01 Beheer en Onderhoud

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.

Voor het Hoofdwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2018 € 353 miljoen, daarvan was € 1 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2017 is het uitgestelde onderhoud met € 39 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 2 miljoen afgenomen.

 

2016

2017

2018

 

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdwegen

226

15

314

3

353

1

Uitstel van onderhoud maakt onderdeel uit van de onderhoudsstrategie van Rijkswaterstaat. Het is een optimale keuze omdat er in veel gevallen mogelijkheden zijn om werkzaamheden te combineren met andere onderhouds- en aanlegmaatregelen. Dit leidt tot besparingen op de kosten en beperking van de hinder, omdat we maar één keer de weg op moeten en maar één keer verkeersmaatregelen genomen hoeven te worden. Deze keuze tot uitstel van onderhoud wordt gebaseerd op informatie uit risico gestuurde inspecties waarmee de werkelijke staat van objecten wordt bijgehouden. Bij het wetgevingsoverleg over de begrotingen 2019 van Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds1 heb ik toegezegd u bij het jaarverslag 2018 nader te informeren over het uitgesteld onderhoud. Dat zal ik separaat doen.

Daarnaast is ook sprake van tegenvallers bij geprogrammeerde onderhoudsmaatregelen. Deze tegenvallers worden in de programmering ingepast waardoor oorspronkelijk geprogrammeerde maatregelen naar een later moment worden uitgesteld om binnen de beschikbare budgetten en capaciteit te kunnen blijven, waarbij achterstallig onderhoud zo veel mogelijk wordt voorkomen. Achterstallig onderhoud – waarbij niet meer aan deze normen en afspraken dreigt te worden voldaan – is uiteraard onwenselijk en wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van het hoofdwegennet.

Meetbare gegevens

Areaal rijkswegen
   

Eenheid

Realisatie

2016

Realisatie 2017

Begroting 2018

Realisatie 2018

Toelichting

Rijbaanlengte

Hoofdrijbaan

km

5.803

5.804

5.842

5.867

1

Rijbaanlengte

Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.650

1.677

1.678

1.723

2

Areaal asfalt

Hoofdrijbaan

km2

76

76

77

77

 

Areaal asfalt

Verbindingswegen en op- en afritten

km2

14

15

14

15

 

Groen areaal

 

km2

182

181

182

182

 

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

  • Ad 1) De toename in de lengte van de hoofdrijbanen komt voornamelijk door de openstelling van de nieuwe N18 Varsseveld–Enschede en de N35 Zwolle–Wijthmen. De toename is groter dan begroot: in de begroting was ook een afname voorzien door de overdracht van beide oude tracé»s naar lokale wegbeheerders, maar beide overdrachten zijn doorgeschoven naar 2019.

  • Ad 2) In 2018 is de rijbaanlengte van de verbindingswegen en op- en afritten met name toegenomen door de nieuwe N18 Varsseveld–Enschede en de versnelde openstelling van de nieuwe parallelbaan bij de A6 Almere.

Omvang Areaal
 

Areaal

Eenheid

Begroting 2018

Omvang 2018

Begroting

x € 1.000

2018

Realisatie

x € 1.000

2018

Toelichting

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Oppervlakte wegdek1

km2

91

92

576.208

669.477

1

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

1

exclusief verzorgingsbanen

Toelichting:

  • Ad 1) De toename van het oppervlakte wegdek wordt met name veroorzaakt door de nieuwe N18 Varsseveld–Enschede en de versnelde openstelling van de parallelbaan bij de A6 Almere.

Indicatoren Beheer en Onderhoud
 

Realisatie 2016

Realisatie 2017

streefwaarde 2018

Realisatie 2018

Toelichting

Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (in voertuigverliesuren)

t/m 2017: De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud ten opzichte van totale verstoringen (in km. min).

3%

4%

   

1

vanaf 2018: Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (in voertuigverliesuren)

   

10%

2%

 

Technische Beschikbaarheid:

deel van lengte en tijd (%) dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rij- of vluchtstroken zijn afgesloten als gevolg van aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden of falen van areaal.

99%

99%

90%

99%

2

Veiligheid:

 

3

a. voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming)

99,8%

99,8%

99,7%

99,8%

 

b. voldoen aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien).

99%

99%

95%

97%

 

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

  • Ad 1) In het kader van de nieuwe prestatieafspraken, vanaf 2018, is gekozen voor indicatoren die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het hoofdwegennet:

    • De indicator uit de voorgaande begrotingen wordt tot en met 2017 uitgedrukt in een percentage van de totale «filezwaarte» (eenheid kilometerminuten). Bij deze definitie wordt alleen gekeken over welke lengte de snelheid lager is dan 50 km/uur, zonder rekening te houden met de snelheid in de file, het aantal voertuigen, het aantal rijstroken.

    • Vanaf 2018 wordt deze indicator uitgedrukt in een percentage van het totale «reistijdverlies» (eenheid voertuigverliesuren). Deze wordt berekend op basis van de gereden snelheid ten opzichte van de normsnelheid (100 km/uur), de hoeveelheid verkeer per rijstrook, het aantal rijstroken en de lengte waarover langzamer gereden wordt. Wanneer de snelheid daalt, neemt het reistijdverlies toe. Wanneer de hoeveelheid langzaam rijdend verkeer toeneemt, neemt ook het reistijdverlies toe. Opgeteld geeft dit de extra reistijd die de weggebruikers gezamenlijk ondervinden door files, ten opzichte van de reistijd bij een normsnelheid van 100 km/uur.

    De totale filezwaarte (in absolute zin) is in 2018, ten opzichte van 2017, gestegen. Het percentage «verstoringen door aanleg en gepland beheer & onderhoud» ten opzichte van «totale verstoringen» is in 2018 daarentegen gedaald naar 2%. Het hinderpercentage blijft daarmee nog steeds ruim onder de norm van 10%.

  • Ad 2) De technische beschikbaarheid van de weg is met 99% ruim boven de gestelde streefwaarde.

  • Ad 3) Het voorkomen van verkeersonveilige situaties op het hoofdwegennet, wordt aangepakt door het onderhoud van de wegverhardingen en in het voorkomen en bestrijden van wintergladheid. Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd.

    De wegverharding (voor wat betreft veiligheid) wordt aan de hand van de schadekenmerken stroefheid en spoorvorming gemonitord. In 2018 voldeed 99,8% van de wegverhardingen aan de streefwaarden op het gebied van stroefheid en spoorvorming.

    Bij de nieuwe prestatieafspraken van 2018 is gekozen voor de streefwaarde van «stroefheid en spoorvorming» (onderdeel a) aan te passen van 99,9% naar 99,7%. Dit voorkomt het onnodig vroeg uitvoeren van preventief onderhoud.

    Deel (b) van de indicator Veiligheid wordt uitgedrukt als percentage van het aantal situaties waarin binnen 2 uur preventief is gestrooid. Aan deze streefwaarden wordt net als in 2016 en 2017 voldaan.

12.02.04 Vervanging

Onder de categorie Vervanging vallen de uitgaven voor werkzaamheden die betrekking hebben op het programma Vervanging en Renovatie. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp was voorzien wordt geïnvesteerd in de vervanging dan wel renovatie van objecten zoals bruggen, viaducten en tunnels of in reconstructie van (delen van) wegen. In 2018 is gewerkt aan de realisatie van projecten uit de eerste drie tranches van het programma. Verder is gewerkt aan de voorbereiding van de vierde tranche van het programma.

Het MIRT-projectenoverzicht 2019 bevat een uitgebreid en actueel overzicht van de lopende projecten binnen dit programma inclusief beschikbaar budget en planning. Met het programma Vervanging en Renovatie wordt invulling gegeven aan de ambitie om de Nederlandse infrastructuur te verjongen, te vernieuwen en te verduurzamen. Dit conform de brief van de Minister van I&W aan de Tweede Kamer van 17 januari 2018 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 29 385, nr. 95).

12.03 Aanleg

Motivering

Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

12.03.01 Realisatie

Producten

Mijlpalen Realisatieprojecten

In 2018 zijn de volgende mijlpalen gerealiseerd, die betrekking hebben op de realisatie van projecten:

Hoofdwegennet

Mijlpaal

Project

Openstelling

N18 Varsseveld–Enschede

N35 Zwolle Wijthem

A27/A1 Utrecht Noord–knooppunt. Eemnes–Bunschoten

 

A4 Vlietland–N14 (de verbreding van het projectdeel van de A4)

Start realisatie

A4 Vlietland–N14 (onderdeel van de realisatie Rijnlandroute)

 

A1 Apeldoorn Azelo

 

A15 Papendrecht Sliedrecht

 

A16 Rotterdam

Ten opzichte van de begroting is het volgende project N23 Alkmaar–Enkhuizen eerder opengesteld.

Overige maatregelen

Meer veilig

Dit pakket bevat maatregelen om de verkeersveiligheid op het rijkswegennet te verbeteren. Het gaat dan om aanpassingen aan de infrastructuur op ongevalsgevoelige locaties, zoals aanleg van een rotonde in gelijkvloerse kruisingen. Vanuit Meer Veilig wordt ook gewerkt aan het veiliger maken van de N36 door deze gedeeltelijk te verbreden. Een groot deel van de maatregelen (95%) is in uitvoering of uitgevoerd. Een aantal maatregelen is in samenwerking met provincie of gemeente uitgevoerd.

De komende jaren zullen de verkeersveiligheidsmaatregelen in toenemende mate gericht zijn op het voorkomen van ongevallen. Zoals het obstakelvrij maken van de bermen of het met geleiderail afschermen van objecten in de berm.

Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

Dit pakket richt zich op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk ruim 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagens gecreëerd en zijn nog eens ruim 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 35 tot 40 verzorgingsplaatsen. Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen. Het programma is vrijwel afgerond. In Noord-Brabant zijn in 2018 nog enkele maatregelen gerealiseerd. Afronding daarvan is voorzien in 2019.

Meer Kwaliteit Leefomgeving

Dit pakket betreft het deel van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) dat betrekking heeft op het hoofdwegennet. De geplande werkzaamheden binnen het programma lopen door tot en met 2019. Een voorbeeld van een ontsnipperingsmaatregel is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden natuurgebieden in de ecologische hoofdstructuur, gescheiden door infrastructuur, weer met elkaar verbonden. Binnen het MJPO zijn er afgelopen jaar 14 knelpunten opgelost. Een mooi voorbeeld is de realisatie van de grote faunatunnel Monnikenberg onder de A27, nabij Hilversum. Ook is een ecoduct «Duinpoort» over het spoor tussen Haarlem en Zandvoort gereedgekomen en is er gestart met de bouw van ecoducten «De Mortelen» over het spoor nabij Eindhoven en «Asselsche Heide» over het spoor tussen Amersfoort en Apeldoorn. In totaal zijn er 49 maatregelen uitgevoerd, waaronder vele kleine faunavoorzieningen, zoals fauna-uittreedplaatsen, faunatunnels en het doortrekken van oevers onder bruggen. Het jaarverslag MJPO 2018, dat uitgebreide informatie bevat over de voortgang én afronding van het MJPO zal, halverwege 2019 aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

   

2018

 

2018

   

Nationaal

               

Kleine projecten / Afronding projecten

10

6

– 4

53

53

     

Programma 130 km

1

1

0

44

45

     

Programma aansluitingen

38

11

– 27

114

116

   

1

Quick Wins Wegen

0

0

0

12

12

     

ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

3

1

– 2

1.544

1.490

2016

2016

2

Noordwest-Nederland

               

A10 Amsterdam praktijk-proef FES

8

2

– 6

51

51

2018

2018

3

A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (Zuidas)

26

11

– 15

301

305

2028

2028

4

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere

66

35

– 32

1.356

2.094

2024–2026

2024–2026

5

A1 Bunschoten-Knooppunt Hoevelaken

0

0

0

20

20

2015

2015

 

A28 Knooppunt Hoevelaken

31

25

– 6

763

774

2023–2025

2023–2025

6

A28 Utrecht-Amersfoort

0

0

0

202

196

2013

2013

 

A2 Holendrecht-Oudenrijn

0

1

1

1.216

1.210

2012

2012

7

A7/A8 Purmerend-Zaandam-Coenplein

0

1

0

21

21

2015

2015

 

A9 Badhoevedorp

8

16

9

327

328

2017

2017

8

N50 Ens-Emmeloord

 

0

0

20

20

2016

2016

 

Zuidwest-Nederland

               

A24 Blankenburgtunnel (excl. tolopgave)

86

88

2

782

789

2022––2024

2022–2024

9

A4/A44 Rijnlandroute

102

83

– 19

558

566

REGIO

REGIO

10

A4 Burgerveen-Leiden

 

0

0

548

548

2015

2015

 

A4 Delft-Schiedam

10

4

– 6

659

639

2015

2015

11

A4 Vlietland / N14

 

14

14

16

16

2020–2024

2023

12

N57/59 EuroRAP (verkeersveiligheid)

5

0

– 4

11

11

2020

2020

 

N61 Hoek-Schoondijke

0

1

1

111

111

2015

2015

 

A16 Rotterdam

57

40

– 16

984

998

2021–2023

2022–2024

13

Zuid-Nederland

               

A2 Maasbracht– Geleen 1e fase

0

0

0

154

154

2013

2013

 

A2 Passage Maastricht

0

4

4

679

679

2016

2016

 

A4 Dinteloord– Bergen op Zoom

0

1

1

258

264

2014

2014

 

A67 Aanpak toerit Someren

0

0

0

6

5

2015

2015

 

A76 Aansluiting Nuth

14

0

– 14

59

59

REGIO

REGIO

14

Oost-Nederland

               

A1 Apeldoorn Zuid-Beekbergen

5

2

– 4

32

32

2017

2017

 

A50 Ewijk-Valburg

0

0

0

271

271

2017

2017

 

N35 Combiplan Nijverdal

 

0

0

321

319

2015

2015

 

N35 Wijthmen-Nijverdal

4

0

– 4

15

15

2018

2018

 

N35 Zwolle-Wijthmen

7

12

6

48

54

2018

2018

15

Noord-Nederland

               

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2

87

64

– 23

681

689

2019–2021

2021–2023

16

N31 Leeuwarden (De Haak)

0

1

1

217

219

2013

2014

 

Overige maatregelen

               

Meer kwaliteit leefomgeving

20

21

1

177

178

     

Meer Veilig

10

10

0

49

49

     

Fileaanpak

 

1

1

– 

       

Afronding

               

Totaal uitvoeringsprogramma

598

472

– 126

12.680

13.029

     

Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking

100

81

35

         

Programma Realisatie (IF12.03.01)

698

537

– 161

         

Budget Realisatie (IF12.03.01)

546

537

– 9

         

Overprogrammering

– 152

0

           

Toelichting:

  • Ad 1) Programma aansluitingen: Er resteren twee grote projecten. Het grootste gedeelte van de begrootte uitgaven zal vanaf 2019 gemaakt worden.

    • A15-N3. Het realiseren van de aansluiting heeft technische gevolgen voor het spoor. De afstemming met ProRail vraagt meer tijd.

    • A16-N3. Dit is het gevolg van vertraging in de bestemmingsplanprocedure.

  • Ad 2) ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding): Dit betreft een aanbestedingsmeevaller. Het budget is vrijgevallen ten behoeve van de investeringsruimte.

  • Ad 3) A10 Amsterdam praktijkproef FES: Door een zachte meevaller in fase 1 en 2 en een vertraging door extra voorbereidingstijd bij het opstarten van fase 3, is er in 2018 minder budget uitgegeven.

  • Ad 4) A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (Zuidas): Tijdens de herijkingsfase is gebleken dat het project meer voorbereidingstijd vraagt dan vooraf werd ingeschat. De herijkingsfase is bedoeld om te komen tot een integraal uitvoeringsontwerp en duurt langer dan voorzien, waardoor er in 2018 minder is uitgegeven dan verwacht.

  • Ad 5) A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere: De lagere uitgaven worden voornamelijk veroorzaakt door lagere vastgoeduitgaven en doordat er bij deelproject A1/A6 minder risico’s zijn opgetreden, dan waarmee rekening was gehouden. Daarnaast is er in 2018 minder betaald omdat facturen te laat zijn ontvangen. De toename in het projectbudget wordt veroorzaakt doordat er na het uitvoeringsbesluit A9 Badhoevedorp-Holendrecht, budget van artikel 12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen is overgeheveld naar artikel 12.03.01 Realisatieprogramma.

  • Ad 6) A28 Knooppunt Hoevelaken: De lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat er minder vastgoed aankopen benodigd waren dan gepland.

  • Ad 7) A2 Holendrecht-Oudenrijn: Betreft een meevaller na dechargeverlening. Het resterend budget is overgeheveld naar de investeringsruimte.

  • Ad 8) A9 Badhoevedorp: De hogere uitgaven worden veroorzaakt door een scope wijziging zoals toegelicht in de MIRT-brief van november 2018. De werkzaamheden voor het onderdeel ringvaartviaduct zijn eind 2018 aan dit project toegevoegd.

  • Ad 9) A24 Blankenburgtunnel: De toename in projectbudget betreft de prijsbijstelling 2018.

  • Ad 10) A4/A44 Rijnlandroute: Deze werkzaamheden maken deel uit van het subsidieproject Rijnlandroute. Subsidievoorschotten worden uitgekeerd op basis van het bouwtempo (mijlpalen). De lagere bevoorschotting is het gevolg van (beperkte) vertraging in de uitvoering van dit subsidieproject. Mede hierdoor is ook de afdracht van BTW aan het BTW-Compensatiefonds uitgesteld naar 2019.

  • Ad 11) A4 Delft-Schiedam: De lagere uitgaven en afname in het projectbudget worden veroorzaakt doordat het onderhoudsbudget van de tunnel technische installatie is overgeheveld naar artikel 12.02 Beheer Onderhoud en Vervanging.

  • Ad 12) A4 Vlietland/N14: In 2018 is het werk aan de A4 versneld uitgevoerd en betaald.

  • Ad 13) A16 Rotterdam: Het verschil in 2018 komt doordat de budgettaire DBFM inpassing van artikel12.03.01 naar 12.04.01 later plaatsvindt dan oorspronkelijk gepland.

  • Ad 14) A76 Aansluiting Nuth: Betreft een kasschuif naar 2021. In het convenant met de Provincie Limburg is afgesproken dat de laatste betalingstermijn bij oplevering van het project zal plaatsvinden.

  • Ad 15) N35 Zwolle-Wijthmen: Een deel van de restwerken en nadeelcompensaties is na openstelling sneller uitgevoerd. Daarnaast zijn er in 2018 extra uitgaven gedaan aan de realisatie van een fietsbrug.

  • Ad 16) A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2: De oorzaak is gelegen in een juridisch geschil met de opdrachtnemer. De openstelling is vertraagd naar 2023.

12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Hieronder is het Projectoverzicht behorende bij 12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen opgenomen.

Projectoverzicht behorende bij 12.03.02: Verkenningen en planuitwerkingen Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Planning

     
     

TB

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

 

2018

 

2018

   

Realisatieuitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 234

– 380

   

nvt

nvt

 

Projecten Nationaal

             

Beter Benutten

394

313

   

nvt

nvt

1

Geluidsaneringprogramma - weg

260

263

   

nvt

nvt

 

Kosten voorbereiden tol

29

29

         

Lucht - weg (NSL hoofdwegennet)

198

201

   

nvt

nvt

 

Reservering voor LCC

289

298

   

nvt

nvt

2

Snelfietsroutes

18

34

       

3

Tolreservering Blankenburgverbinding en ViA15

108

109

   

nvt

nvt

 

Vervolgprogramma Meer Veilig

30

80

       

4

Voorbereiding vrachtheffing

 

4

       

5

Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen

176

185

   

nvt

nvt

 

Projecten Noordwest-Nederland

             

A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere, deeltraject A9 Amstelveen (deel 4)

717

0

2017

 

2024–2026

 

6

A12/A27 Ring Utrecht

1.153

1.171

2017

2017

2024–2026

2024–2026

 

A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn

300

300

         

Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Verbreding A6

51

52

2020

2020

2021–2023

2021–2023

 

Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Aansluiting A6

13

0

       

7

Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht

168

171

nvt

nvt

Regio

Regio

 

Stedelijke Bereikbaarheid Almere

26

27

nvt

nvt

nvt

nvt

 

Projecten Zuidwest-Nederland

             

A15 Papendrecht–Sliedrecht

15

16

2018

2018

2018–2020

2018–2020

 

A20 Nieuwekerk a/d IJssel–Gouda

175

178

2020

2020

2024–2026

2024–2026

 

A4 Passage Den Haag/A4 Haaglanden–N14

453

460

2019

2019

2026–2028

2026–2028

 

A4 Leiden/Knooppunt Burgerveen–N14

50

50

         

Rijksbijdrage aan kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding

26

23

nvt

nvt

nvt

nvt

 

N59 Verkeersveiligheid

 

5

     

nvt

8

Projecten Zuid-Nederland

             

A2 't Vonderen–Kerensheide

265

269

2017

2017

2025–2027

2025–2027

 

A27 Houten–Hooipolder

1.263

1.345

2017

2017

2023–2025

2023–2030

9

A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken

5

5

2019

2019

 

2022

 

Landzijdige Bereikbaarheid Eindhoven Airport

25

26

nvt

nvt

     

N65 Vught–Haaren 1)

98

99

nvt

nvt

2023

2023

 

Programma SmartwayZ.NL: A67 Leenderheide-Zaarderheiken

152

154

2020

2020

     

Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: InnovA58

405

412

2020

2020

2022–2024

2022–2024

 

Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: ITS en Smart Mobility

30

31

nvt

nvt

nvt

nvt

 

Projecten Oost-Nederland

             

A1 Apeldoorn–Azelo

429

440

2018

2018

Fase 1: 2020–2021

Fase 1: 2020–2022

 
         

Fase 2: 2026–2028

Fase 2: 2026–2028

 

A1/A30 Barneveld

10

10

         

A12/A15 Ressen–Oudbroeken (excl. tolopbrengsten) (ViA15)

547

554

2017

2017

2021–2023

2022–2024

 

N35 Nijverdal–Wierden

105

107

2018

2018

2022–2024

2022–2024

 

N35 Raalte

 

13

         

N50 Kampen–Kampen Zuid

5

5

       

10

Reservering terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn–Azelo

29

29

nvt

 

nvt

2022–2024

 

Projecten Noord-Nederland

             

N33 Zuidbroek-Appingedam

97

99

2019

2019

2021–2023

2021–2023

 

Overige projecten en reserveringen

148

120

         

Projecten in voorbereiding

             

Projecten Nationaal

             

Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken

             

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde Risico's

             

Gebiedsprogramma's

             

Projecten Noordwest-Nederland

             

Gebiedsprogramma regio Amsterdam

200

         

11

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Gebiedsprogramma Rotterdam–Den haag

200

         

11

Projecten Oost-Nederland

             

Goederencorridor Oost

200

         

11

               

Projecten Zuid-Nederland

             

Totaal programma planuitwerking en verkenning

8.628

7.307

         

Begroting (IF 12.03.02)

8.628

7.307

         

Toelichting:

  • Ad 1) Beter Benutten. Vanuit het programma Beter Benutten zijn overboekingen gedaan naar decentrale overheden voor de uitvoering van de maatregelen die in het programma zijn vastgelegd.

  • Ad 2) Reservering voor LCC. Deze zijn geactualiseerd voor de verlenging van het Infrastructuurfonds van 2031 naar 2032.

  • Ad 3) Snelfietsroutes. In het regeerakkoord is eenmalig € 100 miljoen opgenomen voor fietsinfrastructuur. Hieruit zijn middelen beschikbaar gesteld voor snelfietsroutes (provinciale investeringen in fietsinfrastructuur) (€ 26 miljoen) en zijn overboekingen gedaan naar decentrale overheden voor de uitvoering van de maatregelen die in het programma zijn vastgelegd. Tevens is € 6 miljoen toegevoegd aan het taakstellend budget van A27 Houten-Hooipolder om een fietsbrug over de Lek mee te nemen in de scope van het project.

  • Ad 4) Vervolgprogramma Meer Veilig. In de MIRT-brief van het najaar 2017 is aangegeven dat € 50 miljoen is gereserveerd vanuit de investeringsruimte Wegen voor het Vervolgprogramma Meer Veilig in het kader van verkeersveiligheid op N-wegen. Met de brief van 23 april 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 A, nr. 64) is aangegeven hoe deze middelen ingezet zullen worden. De financiële middelen zijn toegevoegd aan het bestaande programma Meer Veilig op artikel 12.03.02.

  • Ad 5) Voorbereiding vrachtheffing. In het regeerakkoord is opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. De inkomsten uit de heffing worden in overleg met de sector teruggesluisd naar de vervoerssector. Om dit mogelijk te maken is in 2018 besloten € 4 miljoen (exclusief € 1 miljoen apparaatskosten) uit het Infrastructuurfonds vooralsnog ter beschikking te stellen voor de voorbereidingskosten en onderzoekskosten voor dit nieuwe beleid.

  • Ad 6) A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A6 Almere). Het projectbudget is in 2018 naar het realisatie programma (12.03.01) overgeheveld.

  • Ad 7) Landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport. Voor de aansluiting A6 Lelystad Airport zijn middelen beschikbaar gesteld aan de provincie Flevoland zoals is vastgelegd in de bestuursovereenkomst.

  • Ad 8) N59 Verkeersveiligheid. In het BO MIRT najaar 2017 is bestuurlijk afgesproken dat het Rijk maximaal € 5 miljoen beschikbaar stelt voor verkeersveiligheidsmaatregelen op de N59.

  • Ad 9) A27 Houten–Hooipolder. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief over de vervanging van de bruggen op dit traject (23 oktober 2017, Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 A, nr. 9) wordt er € 56 miljoen toegevoegd aan het taakstellend budget omdat een grotere overspanning van de Merwedebrug noodzakelijk is om te voldoen aan de Akte van Mannheim.

  • Ad 10) N35 Raalte. In het BO MIRT najaar 2017 is bestuurlijk afgesproken om de eerder toegezegde Rijksbijdrage van € 12,5 miljoen beschikbaar te stellen zonder de meevallers op de andere projecten op de N35 af te wachten.

  • Ad 11) Gebiedsprogramma. De budgetten zijn bij 2e suppletoire begroting 2018 naar artikel 20 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte overgeheveld en worden daar verantwoord.

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen en huisvestingsprojecten boven de € 25 miljoen wordt door middel van een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM- (Design, Build, Finance en Maintain) contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM-contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie: de beschikbaarheid.

De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project. Tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract, waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten weer vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Inmiddels is wel duidelijk dat mijlpalen rond tijdige beschikbaarheid bij deze projecten gehaald zijn, en ook de hoeveelheid meerwerk gedurende de bouwfase beperkt is gebleven.

In de DBFM(O)-Voortgangsrapportage 2016–2017 (Kamerstukken II 2016–2017, 28 753, nr. 43) zijn indicatoren opgenomen om deze prestaties te monitoren. In de Voortgangsrapportage is ook aangegeven dat de risicoverdeling in het standaardcontract mogelijk op een aantal punten zal worden bijgesteld ten aanzien van enkele specifieke risico’s, zoals het management van stakeholders, waarmee marktpartijen in het verleden op moeilijkheden stuitten. Eerder was al besloten om niet langer gebruik te maken van lijstrisico’s. Op deze wijze wordt proactief gezocht naar een betere verdeling van de risico’s, waarbij alle betrokkenen hun mogelijkheden inbrengen om risico’s zo veel mogelijk te beheersen.

Producten

Bij de projecten N31 Leeuwarden–Drachten, A12 Lunetten–Veenendaal, 2e Coentunnel en N33 Assen-Zuidbroek, A15 Maasvlakte-Vaanplein, A12 Veenendaal–Ede–Grijsoord en A1/A6 Diemen–Almere Havendreef is sprake van volledige beschikbaarheidsvergoedingen. Ook de projecten A27/A1 Utrecht Noord–Eemnes–Bunschoten en N18 Varsseveld–Enschede zijn in 2018 overgegaan naar de beheerfase. De looptijd van deze contracten varieert.

De projecten A6 Almere en de A9 Holendrecht–Diemen (Gaasperdammerweg) verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.

Het afgelopen jaar heeft Financial Close plaatsgevonden van de A24 Blankenburgverbinding en de A16 Rotterdam, deze zijn daarmee overgegaan naar de realisatiefase. Verder is in 2018 gestart met de aanbesteding van de A9 Badhoevedorp–Holendrecht en de A12/A15 Ressen-Oudbroeken.

De DBFM-conversie, overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg (artikelonderdeel 12.03) en onderhoud (artikelonderdeel 12.02) naar dit begrotingsartikel, vindt plaats na de «financial close» van deze contracten. Na afloop van het DBFM-contract zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 12.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging. Bij verlenging van de periode van het Infrastructuurfonds worden deze budgetten gezien als een doorlopende verplichting.

Projectoverzicht behorende bij 12.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

   

2018

 

2018

   

Hoofdwegen

               

Noordwest-Nederland

               

A10 Tweede Coentunnel

52

53

1

2.141

2.162

2013

2013

1

A12 Lunetten-Veenendaal

24

25

1

669

677

2012

2012

2

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A1/A6)

98

69

– 28

1.774

1.798

2019

2019

3

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A6 Almere)

9

10

1

374

381

2020

2019

4

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg)

200

206

5

1.103

1.122

2021

2021

5

Aflossing tunnels

47

46

– 1

939

944

   

6

A27/A1 Utrecht Noord-knooppunt Eemnes-aansluiting Bunschoten

10

10

0

349

354

2018–2020

2018–2020

7

Zuidwest-Nederland

               

A15 Maasvlakte-Vaanplein

84

103

19

2.111

2.230

2015

2015

8

N11 Alphen aan de Rijn

 

0

0

77

77

     

Tolgefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel

     

320

234

     

Zuid-Nederland

               

A59 Rosmalen-Geffen PPS

1

1

0

277

277

2005

2005

 

Oost-Nederland

               

A12 Ede-Grijsoord

10

9

– 1

168

171

2016

2016

 

N18 Varsseveld-Enschede

26

54

27

446

450

2018

2018

9

Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15)

     

289

293

     

Noord-Nederland

               

N31 Leeuwarden-Drachten

6

6

0

166

167

2007

2007

 

N33 Assen-Zuidbroek

14

13

– 1

331

335

2014

2014

 

Totaal uitvoeringsprogramma

581

605

24

11.534

11.672

     

Toelichting

  • Ad 1 t/m 9) De verhoging van het projectbudget wordt veroorzaakt door de toevoeging van de prijsbijstelling.

  • Ad 3) A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A1/A6): De realisatie van het deelproject A1/A6 is in 2017 versneld afgerond. Hierdoor is budget uit 2018 al in 2017 uitgegeven.

  • Ad 5) A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg): Er zijn uitgaven gedaan met betrekking tot schadeafhandeling; hierdoor zijn er uitgaven vanuit latere jaren naar voren geschoven. Daarnaast waren er hogere uitgaven voor het verleggen van kabels en leidingen.

  • Ad 8) A15 Maasvlakte-Vaanplein (€ 67,6 miljoen). Bij het project A15 Maasvlakte-Vaanplein treden extra werkzaamheden bij de Botlekbrug op bij de realisatie van het spoordeel.

  • Ad 9) N18 Varsseveld-Enschede: Betreft een kasschuif van 2019 naar 2018 in verband met de, aan de openstelling van het project gekoppelde, eenmalige betaling.

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten van RWS en de overige netwerkgebonden kosten verantwoord. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van RWS per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II 2010–2011, 30 119, nr. 4 en Kamerstukken II 2010–2011, 30 119, nr. 5).

12.07 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2018 hebben geen mutaties plaatsgevonden.

12.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijkswegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

1

31 oktober 2018

Licence