Een belangrijk moment was het besluit van de Nederlandse regering in februari 2018 tot bestuurlijk ingrijpen op Sint Eustatius. Afgelopen jaar is er hard gewerkt aan zowel de versterking van bestuur en de ambtelijke organisatie, als aan het fysieke herstel van de openbare ruimte en de natuur naar aanleiding van de schade door orkaan Irma. Deze activiteiten worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gecoördineerd. Hiermee neemt BZK de haar door het kabinet toegewezen coördinerende rol voor Caribisch Nederland (CN) op zich. Die rol is ook zichtbaar op andere gebieden: zo is in 2018 ook het Bestuursakkoord Bonaire afgesloten en is in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de kabinetsreactie ijkpunt bestaanszekerheid CN tot stand gekomen.
Daarnaast zijn in 2018 diverse activiteiten in gang gezet om te komen tot heldere kaders voor diezelfde coördinerende rol: er is een voorlichtingsaanvraag ingediend bij de afdeling advisering van de Raad van State, het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Koninkrijksrelaties is gestart en de inzet van interdepartementale overlegstructuren is geformaliseerd.
Waar 2017 vooral het jaar van de noodhulp was na orkaan Irma, staat 2018 in het kader van de wederopbouw op Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. De structuur voor het beheer van het trustfonds waarin de wederopbouwmiddelen voor Sint Maarten worden beheerd, staat en functioneert. Er zijn diverse projecten in gang gezet gericht op het herstel van de dagelijkse woon- en leefomgeving van de inwoners. Ook de veiligheid van de eilandbewoners heeft hierbij de aandacht: het grenstoezicht is versterkt (dit was ook een voorwaarde voor het beschikbaar stellen van de middelen) en er is bijstand geleverd aan het detentiewezen op Sint Maarten en het Korps Politie Sint Maarten.
Versterking coördinerende rol BZK voor Caribisch Nederland
BZK heeft in 2018 ingezet op een sterkere, coördinerende rol op het gebied van Koninkrijksrelaties, om meerwaarde te behalen uit de gezamenlijke inspanningen van de verschillende departementen. Door middel van deze coördinerende rol geeft Nederland invulling aan haar bijzondere verantwoordelijkheid voor de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het ministerie doet dit onder meer door het opzetten van taskforces voor acute problematiek en door middel van interdepartementale overlegstructuren en een versterkte interdepartementale samenwerking (stuurgroep Caribisch Nederland en Bewindspersonenoverleggen).
In het kader van de versterkte coördinerende rol heeft BZK in 2018 onder meer ingezet op een evenwichtig pakket projecten met als doel het verbeteren van het economisch perspectief in Caribisch Nederland. Deze projecten zijn gericht op onder meer het versterken van de infrastructuur en het terugdringen van armoede, door bijvoorbeeld het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het pakket wordt betaald uit de door het kabinet beschikbaar gestelde Regio Envelop Caribisch Nederland. De besluitvorming over dit pakket is in gezamenlijke samenwerking tussen de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en BZK tot stand gekomen (Kamerstukken II 2017/18, 29 697, nr. 54). Het afgelopen jaar is ook de uitvoering van deze projecten van start gegaan.
De inspanningen in het kader van de coördinerende rol komt ook terug bij het opstellen en uitvoeren van de kabinetsreactie ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland (CN) (Kamerstukken II 2017/18, 34 775-IV, nr. 45). Onder coördinatie van BZK en SZW (vanuit armoedebeleid) is het kabinet erin geslaagd om in juni 2018 met een samenhangend pakket aan maatregelen te komen, die vallen onder de verantwoordelijkheid van verschillende departementen en openbare lichamen. Hiermee zijn belangrijke stappen genomen om de bestaanszekerheid te verbeteren.
Daarnaast is het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Koninkrijksrelaties gestart, gefocust op de inzet van het kabinet (bestuurlijke arrangementen) gericht op Caribisch Nederland.
Bestuurlijke ontwikkeling
De inspanningen op het gebied van bestuurlijke ontwikkeling hebben dit jaar onder andere geleid tot het afgesloten Bestuursakkoord (Kamerstukken II 2018/19, 31 568, nr. 207) tussen het Rijk en het openbaar lichaam Bonaire, waarin de realisatie van goed bestuur en financieel beheer wordt geborgd. Deze afspraken zijn in het bestuursakkoord bekrachtigd en hebben een doorlooptijd tot en met 2022. Met deze afspraken is naast het versterken van bestuurlijke kaders, financieel beheer en organisatieontwikkeling, ook gerichte aandacht voor het realiseren van concrete resultaten op prioritaire thema’s, zoals kinderopvang, sociaaleconomische ontwikkeling en landbouw.
Naast het afsluiten van het bestuursakkoord met Bonaire heeft de inzet op organisatieontwikkeling onder andere geleid tot een versterkte juridische functie op Saba, voortzetting van het TOP (trainee)programma op Bonaire en trainingen voor alle ambtenaren op Sint Eustatius. Ook zijn de relaties met gemeenten en andere lokale partners versterkt. Op deze wijze is afgelopen jaar bijgedragen aan een goed functionerend bestuur met de benodigde uitvoeringskracht ten behoeve van de bestuurlijke, democratische en sociaaleconomische ontwikkeling van de openbare lichamen.
De landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten dragen zelf verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke ontwikkeling. Om de bestuurskracht op Curaçao, Aruba en Sint Maarten verder te versterken is – daar waar nodig en mogelijk – binnen het Koninkrijk samenwerking gezocht. Zo zijn er het afgelopen jaar gezamenlijke trainingen van het ambtelijk apparaat georganiseerd en hebben we de samenwerking met Nederlandse gemeenten gefaciliteerd.
Na de goede ervaringen met het Talent Ontwikkel Programma (TOP) Traineeship op Bonaire, heeft BZK in nauwe samenwerking met het Curaçaose Ministerie van Bestuur, Planning en Dienstverlening het Talento Traineeprogramma Curaçao opgezet, welke in het najaar van 2018 van start is gegaan. Samen met de gemeente Den Haag is er een samenwerking met Aruba gerealiseerd op het terrein van fiets- en milieueducatie. Kennisoverdracht is hierbij een belangrijke pijler. Het voornemen is om tot duurzame samenwerking te komen tussen Aruba en de gemeente Den Haag.
Wederopbouw Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten
Nadat de orkanen Irma en Maria in september 2017 grote schade hadden aangericht op de bovenwindse eilanden, is – na een periode van directe noodhulp -in 2018 de wederopbouw ter hand genomen. Het hoofdspoor van de wederopbouw van Sint Maarten verloopt via een trustfonds bij de Wereldbank. Dit fonds is sinds april 2018 operationeel. In dit fonds werden in 2018 twee tranches gestort van 112 miljoen en 150 miljoen euro. Onder voorwaarden krijgen overheid, Internationale Organisaties (IO’s) en non-gouvernementele Organisaties (NGO’s) toegang tot de middelen uit het trustfonds. Hiermee wordt onder andere een nieuwe orkaanbestendig ziekenhuis gerepareerd, worden daken hersteld, een leenfaciliteit voor het lokale midden en kleinbedrijf opgezet en de afvalproblematiek aangepakt.
Verantwoordelijk voor de aansturing van het trustfonds is de stuurgroep. Nederland, de Wereldbank en Sint Maarten hebben elk één vertegenwoordiger benoemd die zitting neemt in de stuurgroep. De stuurgroep keurt projecten goed en monitort de voortgang. Via de stuurgroep kan Nederland erop toezien dat de gemaakte afspraken ten aanzien van het doel en de reikwijdte van het trustfonds op een juiste manier worden toegepast. De Nederlandse vertegenwoordiger wordt hierbij ondersteund door BZK. Verder kan Nederland invloed uitoefenen middels het vullen van het trustfonds. Het trustfonds wordt in vier tranches gevuld. Nederland en de Wereldbank hebben hiervoor een betaalschema opgesteld.
Vooruitlopend op het operationeel worden van het trustfonds bij de Wereldbank verleende Nederland steun voor zogeheten «early recovery»-projecten, die voornamelijk zijn uitgevoerd door lokale niet-gouvernementele en internationale organisaties, en waarmee inwoners van Sint Maarten in staat zijn gesteld het normale leven zo snel mogelijk weer op te pakken. Zo zijn in januari 2018 verdere projecten gestart om daken te herstellen, werden op basisscholen dagelijks schoolmaaltijden uitgedeeld en is psychosociale steun aan kinderen geboden. Dit alles zodat de wederopbouw op geen enkel moment stil zou vallen.
Naast de wederopbouw via het trustfonds, ontvangt Sint Maarten ook «directe steun». Hieronder valt de bijdrage aan de twee voorwaarden die Nederland verbond aan het beschikbaar stellen van de middelen: de inrichting van de Integriteitskamer en de versterking van het grenstoezicht. Verder zijn met de directe steun onder andere de versterking van de rechtshandhaving (detentie en Korps Politie Sint Maarten), technische assistentie (onder andere rond de afvalproblematiek) en het betrekken van bedrijven uit het Koninkrijk bij de wederopbouw gefinancierd (Kamerstukken II 2018/19, 34 773, nr. 17).
Als autonoom land binnen het Koninkrijk is Sint Maarten verantwoordelijk voor zijn eigen wederopbouw. Sint Maarten is echter een kleine eilandstaat met een beperkte absorptiecapaciteit; daarom bood Nederland in de fase van wederopbouw Sint Maarten de benodigde expertise en kennis. Nederland heeft op het gebied van technische assistentie tot op heden een aantal verzoeken van Sint Maarten ingewilligd. Zo is onder andere een onderzoek verricht bij de belastingdienst, is er een expert ingezet om de overheid van Sint Maarten te helpen bij de aanpak van de afvalproblematiek en is er een juridisch adviseur beschikbaar gesteld ten behoeve van onderhandelingen met obligatiehouders van de luchthaven.
Ook op Saba en Sint Eustatius stond 2018 in het teken van de wederopbouw. Op beide eilanden zijn verscheidene projecten voorbereid en gestart om het dagelijks leven van de inwoners zo goed mogelijk te herstellen. Zo is er hard gewerkt aan het herstel van beschadigde huizen en scholen, wegen en het milieu. Op Sint Eustatius is onderzoek gedaan naar de erosie van het eiland en is begonnen aan de stabilisering van de klif (mede vanuit de regio envelop).
Rechtshandhaving
In 2018 hebben er op tal van terreinen inspanningen plaatsgevonden om Sint Maarten na de orkanen Irma en Maria weer op te bouwen (zie artikel 8). Onderdeel van deze inspanningen is de inzet op de versterking van het grenstoezicht. Daarnaast is er bijstand geleverd aan het detentiewezen op Sint Maarten en aan het Korps Politie Sint Maarten. Deze bijstand vormt een belangrijke bijdrage aan de versterking van de (effectiviteit van de) rechtshandhavingsketen op Sint Maarten, die op dit moment nog altijd onvoldoende is. Zodoende was het noodzakelijk om per 10 oktober 2018 voor de vierde keer de Algemene Maatregel van Rijksbestuur (AMvRB) «Samenwerkingsregeling waarborging uitvoering plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten» uit 2010 te verlengen (Kamerstukken II 2017/18, 31 568, nr. 200). Daarnaast is de instelling van de Integriteitskamer (een voorwaarde voor de wederopbouwmiddelen) in 2018 gerealiseerd (Landsverordening Integriteitskamer, AB 2017, nr. 41). De Integriteitskamer is een belangrijk instrument voor de gezamenlijke aanpak van (vermeende) integriteitsschendingen en de versterking van rechtshandhaving in Sint Maarten.
De continuering van de extra inzet op corruptiebestrijding door het Recherche Samenwerkingsteam, het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Team Bestrijding Ondermijning, TBO) per 2018 is wederom effectief gebleken. Zo heeft onder andere strafrechtelijke vervolging plaatsgevonden in een onderzoek naar fiscale misstanden in de haven van Sint Maarten en is een Sint Maartense parlementariër aangehouden op verdenking van corruptie, omkoping en witwassen. Tevens is een onderzoek gestart naar de strafbare handelingen rondom de aanbesteding van contracten die verband houden met afvalverwerking in Sint Maarten. Daarbij is bijzondere aandacht voor ambtelijke corruptie, zoals het aannemen van steekpenningen en omkoping van ambtenaren. Ook heeft het TBO een bijdrage geleverd aan de zittingsfase van het onderzoek Troja. Het onderzoek Cymbal/Troja is één van de pijlers onder de recente megaschikking van het Openbaar Ministerie Nederland met de ING.
Het zijn van een Koninkrijk schept zoals in het regeerakkoord «Vertrouwen in de Toekomst» beschreven een verantwoordelijkheid. In het bijzonder voor het borgen van integriteit van bestuur en van effectieve rechtshandhaving en grensbewaking. Voor deze aanpak is de samenwerking tussen opsporingspartners in de regio essentieel; bij de bestrijding van corruptie wordt door TBO nauw samengewerkt met de Landsrecherches en wordt de samenwerkingsrelatie met de politiekorpsen aangehaald. Daarnaast is in 2018 de veroordeling van een voormalig Minister-President van Curaçao in de zaak Babel onherroepelijk geworden. Het Hof veroordeelde deze politicus en zijn partner wegens valsheid in geschrifte, het witwassen van geld en corruptie. Afgelopen jaar heeft de Hoge Raad in het door hem aangespannen cassatieberoep zijn eerdere veroordeling tot drie jaar gevangenisstraf bevestigd.
In december 2017 is de Onderlinge Regeling Versterking Grenstoezicht in werking getreden voor een periode van twee jaar. Op basis daarvan is met alle betrokken diensten en ministeries op Sint Maarten en Nederland een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak zet in op versterking van het grenstoezicht, waarbij de focus ligt op opleiding, «twinning», leer- werktrajecten, kennisoverdracht en verbetering van de samenwerking in de hele keten van het grenstoezicht, met optimaal gebruik van lokaal arbeidspotentieel.
Financieel toezicht
Alle landen van het Koninkrijk zijn verantwoordelijk voor duurzaam houdbare overheidsfinanciën. Het is daarmee van belang dat alle landen naar financiële soliditeit en de daarmee samenhangende kredietwaardigheid streven.
De financiële situatie van Sint Maarten blijft onverminderd zorgelijk. Door de gevolgen van de orkanen Irma en Maria zijn de financiën in 2018 verder verslechterd. Voor het jaar 2018 heeft de Rijksministerraad akkoord gegeven voor het afwijken van de normen uit de Rijkswet financieel toezicht en is in 2018 liquiditeitssteun geboden in de vorm van leningen.
Net zoals in begrotingsjaar 2017 heeft Aruba in 2018 de begrotingsnormen uit de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) niet gehaald. In de LAft stonden na 2018 geen nieuwe normen meer vermeld. Om het toezicht ook na 2018 voort te zetten hebben Aruba en Nederland op 22 november 2018 een protocol afgesloten met een nieuw normenkader voor de jaren 2019 tot en met 2021 (Kamerstukken II 2018/19, 35 000-IV, nr. 31). Naast het begrotingssaldo zijn in het nieuwe protocol ook normen opgenomen voor de schuldquote, de personeelslasten en zijn er begrotingsregels ingesteld.
Het College financieel toezicht (Cft) heeft in 2018 zorgen geuit over de verslechterde situatie op Curaçao. Dit heeft geleid tot een hoor- en wederhoortraject waarbij afspraken gemaakt zijn om het financieel beheer van Curaçao op orde te brengen. Niettemin blijven er zorgen bestaan over de financiële situatie van Curaçao. Na het tekort in 2017 is in 2018 een nieuw tekort opgetreden. Ook heeft er geen (gedeeltelijke) compensatie van het tekort uit 2017 plaatsgevonden.
Conform artikel 33, lid 1 en 2 Regeling financieel toezicht (Rft) neemt de Rijksministerraad vijf jaar na inwerkingtreding van de Rft, en vervolgens iedere drie jaar, een beslissing over voortzetting, beperking of beëindiging van het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten. Na een eerste evaluatie in 2015, is in 2018 opnieuw een evaluatie uitgevoerd. In haar advies (Kamerstukken II, 2018/19, 34 269, nr. 3) oordeelt de evaluatiecommissie dat Curaçao en Sint Maarten voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2017 niet hebben voldaan aan de normen uit de Rft. De evaluatiecommissie concludeert daarom dat het financieel toezicht voor beide landen moet worden voortgezet en dat het niet gerechtvaardigd is dat verplichtingen op grond van de Rft worden opgeheven.
Sint Eustatius
De Commissie van Wijzen heeft in 2018 geconcludeerd dat het bestuur op Sint Eustatius zich schuldig maakte aan «grove taakverwaarlozing». Deze situatie had ingrijpende gevolgen voor het dagelijks leven van de bevolking, zoals rechtsongelijkheid. Om deze situatie te verbeteren, heeft Nederland in februari 2018 bestuurlijk op Sint Eustatius ingegrepen, door middel van de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius. De eilandsraad is ontbonden en de gedeputeerden en waarnemend gezaghebber zijn uit hun functie ontheven. Er is een regeringscommissaris benoemd die voorziet in het bestuur van Sint Eustatius. Voor de ondersteuning van de regeringscommissaris en de geconstateerde uitdagingen zijn extra middelen vrijgemaakt binnen de begroting. Over de voortgang is de Tweede Kamer twee keer geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/19, 34 775-IV, nr. 41 en Kamerstukken II 2018/19, 35 000-IV, nr. 29).
Ook de wederopbouw van Sint Eustatius na orkaan Irma, valt onder de verantwoordelijkheid van de regeringscommissaris. Omdat de fysieke verwaarlozing van het eiland één van de belangrijke redenen was voor het ingrijpen, kunnen de wederopbouwprojecten niet los worden gezien van de projecten die zien op het herstel van Sint Eustatius als gevolg van de taakverwaarlozing. Het slim combineren van de verschillende geldstromen (bestuurlijke ingreep Sint Eustatius, wederopbouw Saba en Sint Eustatius en de Regio Envelop Caribisch Nederland) levert synergie op voor het eiland. Daarom worden de resultaten hiervan ook meegenomen in de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer. Zo zijn in 2018 de eerste concrete resultaten zichtbaar geworden van de herstelwerkzaamheden in de openbare ruimte, aan huizen en overheidsgebouwen en scholen. Er is een begin gemaakt met herstel van de bestaande wegen. Deze worden tevens voorzien van ondergrondse bekabeling en leidingen. Ook de wederopbouwprojecten op het gebied van natuur zijn in volle gang. Denk hierbij aan herstel van het koraal, bescherming van leguanen en de botanische tuin. Naast deze zichtbare projecten wordt ook hard gewerkt aan de minder zichtbare maar minstens zo belangrijke projecten zoals versterking van het bestuur, het verbeteren van het financieel beheer en de herstructurering van de ambtelijke organisatie. De regeringscommissaris heeft een plan van aanpak opgesteld ten behoeve van het financieel beheer en de reorganisatie van het gehele ambtelijk apparaat Tevens is in november een opleidingsprogramma voor ambtenaren van start gegaan. Als onderdeel van het op orde brengen van de administratieve organisatie worden interne procedures doorgelicht en lokale verordeningen gemoderniseerd.
Realisatie beleidsdoorlichtingen Koninkrijksrelaties
Artikel | Naam artikel | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Waarborgfunctie | ja | |||||||
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | ||||||||
4.1 | Aruba, Curaçao en Sint Maarten | Nee | |||||||
4.2 | Caribisch Nederland | Nee | |||||||
5 | Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | Ja | |||||||
8 | Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | ||||||||
8.1 | Wederopbouw |
Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link.
Overzicht van risicoregelingen Koninkrijksrelaties
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2017 | Verleend 2018 | Vervallen 2018 | Uitstaande garanties 2018 | Garantie-plafond | Totaal plafond | Totaalstand risicovoor-ziening |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | Leningen aan land Aruba | 850 | 0 | 620 | 230 | 0 | 230 | 0 |
Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving /leningen | Voorschotten 9e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) vanaf juli 2016 | 1.876 | 0 | 0 | 1.876 | 0 | 20.200 | 0 |
Totaal | 2.726 | 0 | 620 | 2.106 | 0 | 20.430 | 0 |
Er zijn in 2018 geen uitgaven gedaan op garanties. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 13. Garantieverplichtingen.
Overzicht verstrekte leningen Koninkrijksrelaties
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd lening | Totaalstand risicovoorziening 2017 | Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2018 en 2017 |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen | Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) | 1.341 | 2030 (30 jaar) | ||
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen | Maatregel Tussenbalans | 4.598 | 2025 (30 jaar) | ||
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen | Water- en Energiebedrijf Aruba | 4.984 | 2026 (30 jaar) | ||
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen | Leningen lopende inschrijving Curaçao | 978.386 | 2047 (30 jaar) | ||
Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen | Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | 216.245 | 2044 (30 jaar) | ||
Artikel 8 Wederopbouw bovenwindse eilanden | Liquiditeitssteun Sint Maarten | 38.579 | 2048 (30 jaar) |
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 10. Extra-comptabele vorderingen, onderdeel b.