ACTIVA | x EUR 1.000 | PASSIVA | x EUR 1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |||||
Intra-comptabele posten | ||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 9.174.032 | 8.363.823 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1.200.725 | 3.865.610 | |
3 | Liquide middelen | 42.015 | 57.771 | |||||
4 | Rekening courant RHB | 0 | 4a | Rekening courant RHB | 8.018.110 | 4.560.984 | ||
5 | Rekening courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 116.033 | 5a | Begrotingsreserve | 0 | 116.033 | |
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 96.953 | 101.147 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 94.165 | 96.147 | |
Subtotaal Intra-comptabele posten | 9.313.000 | 8.638.774 | Subtotaal Intra-comptabele posten | 9.313.000 | 8.638.774 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||
10 | Vorderingen | 13.663 | 13.489 | 10a | T.r. vorderingen | 13.663 | 13.489 | |
11a | T.r. schulden | 124 | 132 | 11 | Schulden | 124 | 132 | |
12 | Voorschotten | 352.230 | 333.871 | 12a | T.r. voorschotten | 352.230 | 333.871 | |
14a | T.r. andere verplichtingen | 1.555.190 | 1.773.075 | 14 | Andere verplichtingen | 1.555.190 | 1.773.075 | |
Subtotaal Extra-comptabele posten | 1.921.207 | 2.120.567 | Subtotaal Extra-comptabele posten | 1.921.207 | 2.120.567 | |||
Totaal | 11.234.207 | 10.759.341 | Totaal | 11.234.207 | 10.759.341 |
II Inleiding
1. Algemeen
De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) worden verantwoord.
Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2018, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën.
Onder het intracomptabele deel zijn alle liquide middelen van het Ministerie opgenomen (m.u.v. de RHB- rekening van BHOS). De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.
Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BZ in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.
2. Waarderingsgrondslagen
De uitgaven en verplichtingen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste koers (corporate rate) omgerekend. De corporate rate 2018 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,88 EUR. Voor 2019 is deze 0,85 EUR.
De liquide middelen en extracomptabele balansrekeningen voor vorderingen, voorschotten en openstaande verplichtingen worden per 31 december gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.
Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort. Met ingang van het verslagjaar 2018 zijn door het Ministerie van Financiën de grondslagen voor de extracomptabele vorderingen gewijzigd. Extracomptabele vorderingen op het Rijk worden weer opgenomen in de saldibalans.
Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de nominale waarde.
Vanaf 2018 wordt voor alle verplichtingen van de apparaatsuitgaven (artikel 5.7) het verplichtingen is gelijk aan kas principe toegepast, waarbij de verplichting gelijk wordt gesteld aan het uitgavensaldo en per saldo op 31 december geen openstaande verplichting wordt verantwoord. Tot en met 2017 werden openstaande verplichtingen gedeeltelijk verantwoord in de saldibalans en werd gedeeltelijk het verplichtingen is gelijk aan kas principe gehanteerd.
De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2018
1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 9.174.032 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Uitgaven ten laste van de begroting | 9.174.032 | 8.363.823 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2018 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk.
Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 1.200.725 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1.200.725 | 3.865.610 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2018 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
3 Liquide middelen (debet 42.015 x EUR 1.000)
De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het Departement en de Vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.
Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen, is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven m.b.t. BHOS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB-rekeningen van BZ en BHOS te verrekenen.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
3.1 Kassaldi | 4.172 | 4.763 |
3.2 Banksaldi | 37.500 | 53.157 |
3.3 Gelden onderweg | 343 | – 149 |
Totaal | 42.015 | 57.771 |
3.1 Kassaldi (debet 4.172 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Reguliere kassaldi | 1.563 | 2.132 |
Noodreserve posten | 2.609 | 2.631 |
Totaal | 4.172 | 4.763 |
Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken en kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op diverse vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten.
Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.
3.2 Banksaldi (debet 37.500 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Banksaldo | 37.500 | 53.157 |
Het aanwezige banksaldo ontstaat merendeels door bankrekeningen die BZ aanhoudt in het buitenland, in beheer bij de Nederlandse vertegenwoordigingen.
3.3 Gelden onderweg (debet 343 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Kruisposten | 701 | 139 |
Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen | – 358 | – 288 |
Totaal | 343 | – 149 |
Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreffen uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de vertegenwoordigingen en de kruisposten bevat eventueel uit Nederland overgemaakte gelden welke nog niet op lokale bankrekeningen zijn bijgeschreven per 31 december.
4a Rekening-courant RHB (credit 8.018.110 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Rekening-courant RHB | 8.031.505 | 4.560.112 |
Te verrekenen tussen BuZa en BHOS | – 13.395 | 872 |
Totaal | 8.018.110 | 4.560.984 |
Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.
Door de splitsing van de balans tussen BHOS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden en invloed hebben op de verhouding BZ en BHOS.
De verrekening van dit bedrag heeft bij de RHB plaatsgevonden met verrekenstukken in het komende jaar.
5 Rekening-courant RHB (begrotingsreserve) (debet 0 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Begrotingsreserve DGGF | 0 | 46.974 |
Begrotingsreserve FOM | 0 | 44.023 |
Begrotingsreserve DRIVE | 0 | 12.500 |
Begrotingsreserve DTIF | 0 | 12.536 |
Totaal | 0 | 116.033 |
In lijn met de opmerking van de Algemene Rekenkamer in het rapport bij het Jaarverslag 2017 zijn de begrotingsreserves in verband met de risicoregelingen waarvoor de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beleidsverantwoordelijk is overgeplaatst van de saldibalans BZ naar de saldibalans BHOS.
5a Begrotingsreserve (credit 0 x EUR 1.000)
Zie toelichting bij 5.
6 Vorderingen buiten begrotingsverband (debet 96.953 x EUR 1.000)
Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
6.1 Ministeries | 11.823 | 14.529 |
6.2 Persoonlijke rekeningen | 1.139 | 1.227 |
6.3 Externe debiteuren | 77.186 | 78.845 |
6.4 Overige vorderingen | 6.805 | 6.546 |
Totaal | 96.953 | 101.147 |
Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intracomptabele vorderingen en de ouderdom.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
Direct opeisbaar ministeries | 11.823 | 8.750 | 555 | 2.518 | 0 |
Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen | 873 | 259 | 0 | 613 | 1 |
Direct opeisbaar externe debiteuren | 4.754 | 4.114 | 257 | 46 | 337 |
Direct opeisbaar overige vorderingen | 3.422 | 2.805 | 105 | 275 | 237 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 20.872 | 15.928 | 917 | 3.452 | 575 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 75.811 | ||||
Geconditioneerde vorderingen | 270 | ||||
Totaal | 96.953 |
6.1 Ministeries (debet 11.823 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Ingevorderd | 6.266 | 8.692 |
In te vorderen | 5.557 | 5.837 |
Totaal | 11.823 | 14.529 |
Het ingevorderde bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 0 | 1.091 |
Sociale Zaken | 47 | 46 |
Infrastructuur en Waterstaat | 672 | 9 |
Volksgezondheid Welzijn en Sport | 0 | 37 |
Economische Zaken | 1.539 | 945 |
Algemene Zaken | 4 | 0 |
Binnenlandse Zaken | 2.233 | 1.902 |
Financiën | 264 | 476 |
Defensie | 870 | 1.998 |
Justitie en Veiligheid | 637 | 2.188 |
Totaal | 6.266 | 8.692 |
Het in te vorderen bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 24 | 154 |
Sociale Zaken | 54 | 33 |
Infrastructuur en Waterstaat | 59 | 47 |
Volksgezondheid Welzijn en Sport | 77 | 61 |
Economische Zaken | 2.994 | 2.497 |
Algemene Zaken | 3 | 54 |
Binnenlandse Zaken | 265 | 998 |
Financiën | 63 | 69 |
Defensie | 886 | 448 |
Justitie en Veiligheid | 1.132 | 1.476 |
Totaal | 5.557 | 5.837 |
6.3 Externe debiteuren (debet 77.186 x EUR 1.000)
Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
In te vorderen externe debiteuren | 246 | 762 |
Ingevorderd ICC | 72.430 | 74.181 |
Ingevorderd overige | 4.510 | 3.902 |
Totaal | 77.186 | 78.845 |
Het bedrag bij «Ingevorderd ICC» betreft de lening die verstrekt is ten behoeve van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De vordering is een 2,5% annuïteitenlening met een looptijd tot en met 2046.
6.4 Overige vorderingen (debet 6.805 x EUR 1.000)
Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de Vertegenwoordiging verrekend wordt.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Te vorderen BTW (buitenland) | 3.422 | 2.781 |
Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland | 3.383 | 3.765 |
Totaal | 6.805 | 6.546 |
7 Schulden buiten begrotingsverband (credit 94.165 x EUR 1.000)
Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Nog af te dragen loonheffing en premies | 9.718 | 3.108 |
Af te lossen ICC-lening | 81.798 | 84.734 |
Ter plaatse te verrekenen | 227 | 907 |
Silent partnerships | 1.565 | 5.918 |
Ministeries | 13 | 952 |
Diverse overige schulden | 844 | 528 |
Totaal | 94.165 | 96.147 |
Van het Ministerie van Financiën is een lening ontvangen ter financiering van de nieuwbouw van het International Criminal Court (ICC). De lening wordt tot en met 2039 in de vorm van een 3,56% annuïteitenlening afgelost. Zie de toelichting bij 6.3 inzake de verstrekte lening aan het ICC.
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intracomptabele schulden en de ouderdom.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2018 | 2017 | 2016 en ouder |
---|---|---|---|---|
Intracomptabele schulden | 94.165 | 6.293 | 5.443 | 82.429 |
10 Vorderingen (debet 13.663 x EUR 1.000)
Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Diverse extracomptabele vorderingen | 13.663 | 13.489 |
Totaal | 13.663 | 13.489 |
Met ingang van het verslagjaar 2018 zijn door het Ministerie van Financiën de grondslagen voor de extracomptabele vorderingen gewijzigd. Extracomptabele vorderingen op het Rijk worden weer opgenomen in de saldibalans. De vergelijkende cijfers zijn niet gecorrigeerd. Het totaal van de vorderingen op ministeries per 31 december 2017 bedroeg EUR 5,979 miljoen.
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extracomptabele vorderingen en de ouderdom.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
Direct opeisbaar overige vorderingen | 9.421 | 8.632 | 47 | 161 | 401 |
Geconditioneerde vorderingen | 4.422 | ||||
Totaal | 13.663 |
Diverse extracomptabele vorderingen
De post diverse extracomptabele vorderingen bestaat uit:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
(Huur) Waarborgsommen | 4.102 | 4.180 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 95 | 84 |
Voorschot op ontslaguitkeringen | 320 | 298 |
Overige | 9.146 | 8.927 |
Totaal | 13.663 | 13.489 |
11 Schulden (credit 124 x EUR 1.000)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Diverse extracomptabele schulden | 124 | 132 |
De extracomptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis- en vertaalenveloppe van het EU-raadsbudget en wordt in zijn geheel verantwoord op de balans van BZ.
12 Voorschotten (debet 352.230 x EUR 1.000)
Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Voorschotten | 350.829 | 333.244 |
Voorschot Loyalis | 489 | 627 |
Subtotaal | 351.318 | 333.871 |
Voorschotten RVO | 912 | 0 |
Totaal | 352.230 | 333.871 |
Ouderdomsanalyse (x 1.000 EUR) | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Verstrekt in 2012 | 2.134 | 8.451 |
Verstrekt in 2013 | 9.392 | 21.708 |
Verstrekt in 2014 | 10.617 | 25.557 |
Verstrekt in 2015 | 13.217 | 36.266 |
Verstrekt in 2016 | 33.095 | 83.956 |
Verstrekt in 2017 | 97.172 | 157.933 |
Verstrekt in 2018 | 186.603 | 0 |
Totaal | 352.230 | 333.871 |
Opbouw openstaande voorschotten (exclusief voorschotten RVO):
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Openingsbalans | 333.871 | 474.739 |
Bij: Verstrekte voorschotten | 197.561 | 180.597 |
Af: Verantwoorde voorschotten | 175.724 | 317.525 |
Af: Herwaardering naar nieuwe corporate rate | 4.390 | 3.940 |
Eindbalans | 351.318 | 333.871 |
De voorschottenstand bestaat uit alle betalingen voor activiteiten waarover verantwoording moet plaatsvinden.
14 Andere verplichtingen (credit 1.555.190 x EUR 1.000)
Opbouw openstaande verplichtingen:
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2018 | 31 december 2017 |
---|---|---|
Openingsbalans | 1.773.075 | 1.973.384 |
Bij: Correctie Openingsbalans | 0 | 21.454 |
Bij: Aangegane verplichtingen | 8.956.147 | 8.142.059 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen | 9.174.032 | 8.363.822 |
Eindbalans | 1.555.190 | 1.773.075 |
Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiële toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.
Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:
-
– Convenant Ministerie van Defensie
In 2009 is een convenant getekend voor een periode van drie jaar met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van de Koninklijke Marechaussee (KMAR) bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het convenant wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij één van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. Voor periode 2018 tot en met 2021 worden de kosten geraamd op EUR 15,3 miljoen per jaar. Op begrotingsniveau wordt dit verrekend met het Ministerie van Defensie.