Base description which applies to whole site

8. SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2018

ACTIVA

x EUR 1.000

 

PASSIVA

x EUR 1.000

2018

2017

 

2018

2017

Intra-comptabele posten

         

1

Uitgaven ten laste van de begroting

9.174.032

8.363.823

 

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.200.725

3.865.610

3

Liquide middelen

42.015

57.771

         

4

Rekening courant RHB

 

0

 

4a

Rekening courant RHB

8.018.110

4.560.984

5

Rekening courant RHB

Begrotingsreserve

0

116.033

 

5a

Begrotingsreserve

0

116.033

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

96.953

101.147

 

7

Schulden buiten begrotingsverband

94.165

96.147

Subtotaal

Intra-comptabele posten

9.313.000

8.638.774

 

Subtotaal

Intra-comptabele posten

9.313.000

8.638.774

           

Extra-comptabele posten

         

10

Vorderingen

13.663

13.489

 

10a

T.r. vorderingen

13.663

13.489

11a

T.r. schulden

124

132

 

11

Schulden

124

132

12

Voorschotten

352.230

333.871

 

12a

T.r. voorschotten

352.230

333.871

14a

T.r. andere verplichtingen

1.555.190

1.773.075

 

14

Andere verplichtingen

1.555.190

1.773.075

Subtotaal

Extra-comptabele posten

1.921.207

2.120.567

 

Subtotaal

Extra-comptabele posten

1.921.207

2.120.567

           

Totaal

11.234.207

10.759.341

 

Totaal

11.234.207

10.759.341

II Inleiding

1. Algemeen

De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) worden verantwoord.

Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2018, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën.

Onder het intracomptabele deel zijn alle liquide middelen van het Ministerie opgenomen (m.u.v. de RHB- rekening van BHOS). De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.

Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BZ in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.

2. Waarderingsgrondslagen

De uitgaven en verplichtingen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste koers (corporate rate) omgerekend. De corporate rate 2018 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,88 EUR. Voor 2019 is deze 0,85 EUR.

De liquide middelen en extracomptabele balansrekeningen voor vorderingen, voorschotten en openstaande verplichtingen worden per 31 december gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.

Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort. Met ingang van het verslagjaar 2018 zijn door het Ministerie van Financiën de grondslagen voor de extracomptabele vorderingen gewijzigd. Extracomptabele vorderingen op het Rijk worden weer opgenomen in de saldibalans.

Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de nominale waarde.

Vanaf 2018 wordt voor alle verplichtingen van de apparaatsuitgaven (artikel 5.7) het verplichtingen is gelijk aan kas principe toegepast, waarbij de verplichting gelijk wordt gesteld aan het uitgavensaldo en per saldo op 31 december geen openstaande verplichting wordt verantwoord. Tot en met 2017 werden openstaande verplichtingen gedeeltelijk verantwoord in de saldibalans en werd gedeeltelijk het verplichtingen is gelijk aan kas principe gehanteerd.

De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2018

1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 9.174.032 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Uitgaven ten laste van de begroting

9.174.032

8.363.823

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2018 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk.

Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 1.200.725 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.200.725

3.865.610

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2018 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

3 Liquide middelen (debet 42.015 x EUR 1.000)

De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het Departement en de Vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.

Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen, is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven m.b.t. BHOS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB-rekeningen van BZ en BHOS te verrekenen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

3.1 Kassaldi

4.172

4.763

3.2 Banksaldi

37.500

53.157

3.3 Gelden onderweg

343

– 149

Totaal

42.015

57.771

3.1 Kassaldi (debet 4.172 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Reguliere kassaldi

1.563

2.132

Noodreserve posten

2.609

2.631

Totaal

4.172

4.763

Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken en kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op diverse vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten.

Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.

3.2 Banksaldi (debet 37.500 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Banksaldo

37.500

53.157

Het aanwezige banksaldo ontstaat merendeels door bankrekeningen die BZ aanhoudt in het buitenland, in beheer bij de Nederlandse vertegenwoordigingen.

3.3 Gelden onderweg (debet 343 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Kruisposten

701

139

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen

– 358

– 288

Totaal

343

– 149

Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreffen uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de vertegenwoordigingen en de kruisposten bevat eventueel uit Nederland overgemaakte gelden welke nog niet op lokale bankrekeningen zijn bijgeschreven per 31 december.

4a Rekening-courant RHB (credit 8.018.110 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Rekening-courant RHB

8.031.505

4.560.112

Te verrekenen tussen BuZa en BHOS

– 13.395

872

Totaal

8.018.110

4.560.984

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.

Door de splitsing van de balans tussen BHOS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden en invloed hebben op de verhouding BZ en BHOS.

De verrekening van dit bedrag heeft bij de RHB plaatsgevonden met verrekenstukken in het komende jaar.

5 Rekening-courant RHB (begrotingsreserve) (debet 0 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Begrotingsreserve DGGF

0

46.974

Begrotingsreserve FOM

0

44.023

Begrotingsreserve DRIVE

0

12.500

Begrotingsreserve DTIF

0

12.536

Totaal

0

116.033

In lijn met de opmerking van de Algemene Rekenkamer in het rapport bij het Jaarverslag 2017 zijn de begrotingsreserves in verband met de risicoregelingen waarvoor de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beleidsverantwoordelijk is overgeplaatst van de saldibalans BZ naar de saldibalans BHOS.

5a Begrotingsreserve (credit 0 x EUR 1.000)

Zie toelichting bij 5.

6 Vorderingen buiten begrotingsverband (debet 96.953 x EUR 1.000)

Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

6.1 Ministeries

11.823

14.529

6.2 Persoonlijke rekeningen

1.139

1.227

6.3 Externe debiteuren

77.186

78.845

6.4 Overige vorderingen

6.805

6.546

Totaal

96.953

101.147

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intracomptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2018

2017

2016

2015 en ouder

Direct opeisbaar ministeries

11.823

8.750

555

2.518

0

Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen

873

259

0

613

1

Direct opeisbaar externe debiteuren

4.754

4.114

257

46

337

Direct opeisbaar overige vorderingen

3.422

2.805

105

275

237

Totaal direct opeisbare vorderingen

20.872

15.928

917

3.452

575

Op termijn opeisbare vorderingen

75.811

       

Geconditioneerde vorderingen

270

       

Totaal

96.953

       

6.1 Ministeries (debet 11.823 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Ingevorderd

6.266

8.692

In te vorderen

5.557

5.837

Totaal

11.823

14.529

Het ingevorderde bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

0

1.091

Sociale Zaken

47

46

Infrastructuur en Waterstaat

672

9

Volksgezondheid Welzijn en Sport

0

37

Economische Zaken

1.539

945

Algemene Zaken

4

0

Binnenlandse Zaken

2.233

1.902

Financiën

264

476

Defensie

870

1.998

Justitie en Veiligheid

637

2.188

Totaal

6.266

8.692

Het in te vorderen bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

24

154

Sociale Zaken

54

33

Infrastructuur en Waterstaat

59

47

Volksgezondheid Welzijn en Sport

77

61

Economische Zaken

2.994

2.497

Algemene Zaken

3

54

Binnenlandse Zaken

265

998

Financiën

63

69

Defensie

886

448

Justitie en Veiligheid

1.132

1.476

Totaal

5.557

5.837

6.3 Externe debiteuren (debet 77.186 x EUR 1.000)

Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

In te vorderen externe debiteuren

246

762

Ingevorderd ICC

72.430

74.181

Ingevorderd overige

4.510

3.902

Totaal

77.186

78.845

Het bedrag bij «Ingevorderd ICC» betreft de lening die verstrekt is ten behoeve van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De vordering is een 2,5% annuïteitenlening met een looptijd tot en met 2046.

6.4 Overige vorderingen (debet 6.805 x EUR 1.000)

Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de Vertegenwoordiging verrekend wordt.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Te vorderen BTW (buitenland)

3.422

2.781

Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland

3.383

3.765

Totaal

6.805

6.546

7 Schulden buiten begrotingsverband (credit 94.165 x EUR 1.000)

Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Nog af te dragen loonheffing en premies

9.718

3.108

Af te lossen ICC-lening

81.798

84.734

Ter plaatse te verrekenen

227

907

Silent partnerships

1.565

5.918

Ministeries

13

952

Diverse overige schulden

844

528

Totaal

94.165

96.147

Van het Ministerie van Financiën is een lening ontvangen ter financiering van de nieuwbouw van het International Criminal Court (ICC). De lening wordt tot en met 2039 in de vorm van een 3,56% annuïteitenlening afgelost. Zie de toelichting bij 6.3 inzake de verstrekte lening aan het ICC.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intracomptabele schulden en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2018

2017

2016

en ouder

Intracomptabele schulden

94.165

6.293

5.443

82.429

10 Vorderingen (debet 13.663 x EUR 1.000)

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Diverse extracomptabele vorderingen

13.663

13.489

Totaal

13.663

13.489

Met ingang van het verslagjaar 2018 zijn door het Ministerie van Financiën de grondslagen voor de extracomptabele vorderingen gewijzigd. Extracomptabele vorderingen op het Rijk worden weer opgenomen in de saldibalans. De vergelijkende cijfers zijn niet gecorrigeerd. Het totaal van de vorderingen op ministeries per 31 december 2017 bedroeg EUR 5,979 miljoen.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extracomptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2018

2017

2016

2015

en ouder

Direct opeisbaar overige vorderingen

9.421

8.632

47

161

401

Geconditioneerde vorderingen

4.422

       

Totaal

13.663

       

Diverse extracomptabele vorderingen

De post diverse extracomptabele vorderingen bestaat uit:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

(Huur) Waarborgsommen

4.102

4.180

Buiteninvordering gestelde vorderingen

95

84

Voorschot op ontslaguitkeringen

320

298

Overige

9.146

8.927

Totaal

13.663

13.489

11 Schulden (credit 124 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Diverse extracomptabele schulden

124

132

De extracomptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis- en vertaalenveloppe van het EU-raadsbudget en wordt in zijn geheel verantwoord op de balans van BZ.

12 Voorschotten (debet 352.230 x EUR 1.000)

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Voorschotten

350.829

333.244

Voorschot Loyalis

489

627

Subtotaal

351.318

333.871

Voorschotten RVO

912

0

Totaal

352.230

333.871

Ouderdomsanalyse (x 1.000 EUR)

31 december 2018

31 december 2017

Verstrekt in 2012

2.134

8.451

Verstrekt in 2013

9.392

21.708

Verstrekt in 2014

10.617

25.557

Verstrekt in 2015

13.217

36.266

Verstrekt in 2016

33.095

83.956

Verstrekt in 2017

97.172

157.933

Verstrekt in 2018

186.603

0

Totaal

352.230

333.871

Opbouw openstaande voorschotten (exclusief voorschotten RVO):

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Openingsbalans

333.871

474.739

Bij: Verstrekte voorschotten

197.561

180.597

Af: Verantwoorde voorschotten

175.724

317.525

Af: Herwaardering naar nieuwe corporate rate

4.390

3.940

Eindbalans

351.318

333.871

De voorschottenstand bestaat uit alle betalingen voor activiteiten waarover verantwoording moet plaatsvinden.

14 Andere verplichtingen (credit 1.555.190 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2018

31 december 2017

Openingsbalans

1.773.075

1.973.384

Bij: Correctie Openingsbalans

0

21.454

Bij: Aangegane verplichtingen

8.956.147

8.142.059

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

9.174.032

8.363.822

Eindbalans

1.555.190

1.773.075

Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiële toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.

Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:

  • Convenant Ministerie van Defensie

In 2009 is een convenant getekend voor een periode van drie jaar met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van de Koninklijke Marechaussee (KMAR) bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het convenant wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij één van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. Voor periode 2018 tot en met 2021 worden de kosten geraamd op EUR 15,3 miljoen per jaar. Op begrotingsniveau wordt dit verrekend met het Ministerie van Defensie.

Licence