De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.
I. Staat van Baten en Lasten
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3 = 2 – 1) | Realisatie 2017 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 332.011 | 336.297 | 4.286 | 344.600 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 56.360 | 80.649 | 24.289 | 67.991 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 1.729 | 1.729 | 1.493 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 388.371 | 418.675 | 30.304 | 414.084 |
Lasten | ||||
Apparaatkosten | 314.000 | 317.352 | 3.352 | 316.528 |
– Personele kosten | 253.000 | 265.037 | 12.037 | 257.191 |
Waarvan eigen personeel | 220.000 | 211.728 | – 8.272 | 212.355 |
Waarvan inhuur externen | 24.000 | 48.018 | 24.018 | 40.840 |
Waarvan overige personele kosten | 9.000 | 5.290 | – 3.710 | 3.996 |
– Materiële kosten | 61.000 | 52.316 | – 8.684 | 59.337 |
Waarvan apparaat ICT | 1.000 | 1.162 | 162 | 1.181 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 40.000 | 43.574 | 3.574 | 38.545 |
Waarvan overige materiële kosten | 20.000 | 7.580 | – 12.420 | 19.611 |
Materiële programma kosten | 56.171 | 56.364 | 193 | 44.806 |
Rentelasten | 200 | 34 | – 166 | 86 |
Afschrijvingskosten | 18.000 | 17.512 | – 488 | 17.140 |
– Materieel | 4.500 | 1.829 | – 2.671 | 2.360 |
Waarvan apparaat ICT | 2.500 | – 2.500 | ||
– Immaterieel | 13.500 | 15.682 | 2.182 | 14.780 |
Overige lasten | 0 | 3.086 | 3.086 | 5.146 |
– Dotaties voorzieningen | 0 | 2.609 | 2.609 | 4.650 |
– Bijzondere lasten | 0 | 477 | 477 | 496 |
Totaal lasten | 388.371 | 394.349 | 5.978 | 383.706 |
Saldo van baten en lasten reguliere bedrijfsuitoefening | 0 | 24.326 | 24.326 | 30.378 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 24.326 | 24.326 | 30.378 |
Baten
Omzet moederdepartement
De van het moederdepartement te ontvangen baten zijn in een opdrachtbrief vastgelegd en er wordt afgerekend conform de tussen IND en moederdepartement overeengekomen bekostigingsafspraken. In 2018 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 336,3 mln.
De omzet moederdepartement kan als volgt worden gespecificeerd:
2018 | 2017 | |
---|---|---|
Verdeeld naar productgroep: | ||
Omzet (P*Q) Asiel | 92.207 | 96.949 |
Omzet (P*Q) Naturalisatie | 8.997 | 8.608 |
Omzet (P*Q) Ketenondersteuning | 6.551 | 5.279 |
Omzet (P*Q) Regulier | 138.402 | 125.363 |
Indirecte omzet | 158.352 | 161.090 |
Overige omzet | 2.957 | 5.716 |
Subtotaal: | 407.466 | 403.005 |
Omzet gecorrigeerd | – 71.168 | – 58.405 |
Totaal | 336.298 | 344.600 |
– Totaal omzet P*Q:
De gerealiseerde uitstroom aantallen 2018 resulteert in een P*Q bijdrage van € 246,2 mln. De hogere P*Q omzet ten opzichte van 2017 is het gevolg van hogere productie. Ten opzichte van 2017 is met name de productie regulier en bijbehorende omzet toegenomen.
– Indirecte omzet (lumpsum/transitiekosten/JCS):
De lumpsumbijdrage uit de aanvullende opdrachtbrief bedraagt per saldo € 134,2 mln. Dit is een bedrag van € 141,9 mln. inclusief de her prioritering van € 7,7 mln. op de strategische projecten. In de tweede aanvullende opdrachtbrief is de lumpsumbijdrage verlaagt op basis van aantal JenV brede besparingsmaatregelen. De definitieve lumpsumbijdrage komt daarmee uit op een bedrag van € 133,5 mln. Voor de transitiekosten van de IND is een bijdrage toegekend van € 17,3 mln. in 2018. Voor JCS is in 2018 een bedrag van € 7,6 mln. toegekend.
– Overige omzet moederdepartement:
De overige omzet bestaat uit de door de eigenaar gefinancierde projecten van € 2,9 mln. Het betreft hier onder andere de projecten in het kader van Brexit, Nationale Veiligheid, Herbeoordeling Syrië gangers en de BRP-straat.
– Omzet gecorrigeerd:
De omzet moederdepartement is volgens de bekostigingsafspraken gecorrigeerd voor de omzet ontvangen leges en de omzet van Europese subsidieprojecten waarvoor de IND al via P*Q is gefinancierd.
Omzet derden
In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden bedraagt tot en met december 2018 bijna € 81 mln.
Rentebaten
In 2018 zijn geen rentebaten ontvangen.
Vrijval voorzieningen
In 2018 heeft er een vrijval plaatsgevonden op de reorganisatievoorziening VWNW 2014 en 2015 ter grootte van € 1,7 mln.
Bijzondere baten
De Bijzondere baten zijn als volgt opgebouwd:
2018 | 2017 | |
---|---|---|
Waarborgsommen BES | 0 | 0 |
Verkoop activa | 0 | 0 |
Totaal baten | 0 | 0 |
In 2018 zijn er geen bijzondere baten geweest.
Lasten
Apparaatskosten
Apparaatskosten zijn verdeeld in twee subcategorieën:
-
• Personele kosten
-
• Materiële kosten
Personele kosten
Het aantal ambtelijk personeel is ten opzichte van 2017 gemiddeld met ca.120 fte afgenomen.
Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2018 bedraagt 2.937 De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 71.734. Deze stijging wordt onder andere verklaard door de cao-stijging.
Materiële kosten
De materiele kosten bestaan o.a. uit huisvestingskosten en kosten voor in- en uitbesteding. De lasten laten in 2018 over de gehele linie een lagere realisatie zien ten opzichte van het jaar 2017.
Programmakosten
De materiële programmakosten hebben een directe relatie met de uitvoering van de taken van de IND. Dit betreft onder andere tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek en documenten. Ook de kosten van automatisering voor het primair proces vallen onder programmakosten.
Bijzondere lasten
In 2018 zijn er bijzondere lasten geboekt voor het boekverlies op afgestoten activa naar aanleiding van de jaarlijkse inventarisatie van onder meer hardware en licenties.
Afwijkingen lasten ten opzichten van begroting:
De posten «Waarvan overige personeelskosten» en «Waarvan overige materiele kosten» zijn lager dan begroot. De begroting wordt opgesteld middels P*Q/Lumpsum financiering waarbij geen onderscheid wordt gemaakt op de bovengenoemde onderdelen. De post «Dotaties voorzieningen» is niet begroot gezien de onvoorspelbaarheid van het verloop.
Lasten – apparaatskosten
De apparaatskosten wijken nog geen 1% af van de begroting. Onder de apparaatskosten vallen onder andere personele kosten en materiele kosten.
Lasten – externe inhuur
De lasten externe inhuur zijn in 2018 hoger dan begroot onder andere meer uitzendkrachten door toenemende werkzaamheden.
Lasten – afschrijvingskosten materieel
De lasten afschrijvingskosten materieel zijn lager dan begroot. Oorzaak is de correctie van de activaklasse software naar de immateriële vaste activa. Door deze wijziging zijn de afschrijvingslasten van de immateriële vaste activa hoger dan begroot.
Lasten – rentelasten
De rentelasten zijn lager dan begroot. In de begroting 2018 was rekening gehouden met het aantrekken van meer leningen. Dit was voor 2018 niet noodzakelijk. Tevens zijn de huidige rentepercentages waartegen geleend wordt, nihil.
II. Balans
31-12-2018 | 31-12-2017 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 39.926 | 46.709 |
Immateriële activa | 34.447 | 43.522 |
Materiële vaste activa | 5.479 | 3.187 |
– Grond en gebouwen | 110 | 427 |
– Installaties en inventarissen | 186 | 341 |
– Projecten in uitvoering | 0 | 0 |
– Overige materiële vaste activa | 5.184 | 2.420 |
Vlottende Activa | 118.677 | 133.530 |
– Voorraden en onderhanden projecten | 1.018 | 1.295 |
– Debiteuren | 3.793 | 4.702 |
– Overige vorderingen en overlopende activa | 6.374 | 18.623 |
– Liquide middelen | 107.491 | 108.910 |
Totaal Activa | 158.604 | 180.240 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 45.326 | 40.663 |
– Exploitatiereserve | 21.000 | 10.285 |
– Onverdeeld resultaat | 24.326 | 30.378 |
Voorzieningen | 6.832 | 10.860 |
Langlopende schulden | ||
– Leningen bij het Ministerie van Financiën | 27.863 | 28.080 |
Kortlopende schulden | 78.583 | 100.637 |
– Crediteuren | 17 | 151 |
– Schulden bij het Rijk | 34 | 0 |
– Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
– Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 2.865 | 2.727 |
– Overige schulden en overlopende passiva | 75.667 | 97.759 |
Totaal Passiva | 158.604 | 180.240 |
Toelichting op de balans per 31 december 2018
Een aantal balansposten worden hieronder verder toegelicht.
Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totaal | |
---|---|---|---|
Stand 01-01-2018 | 10.285 | 30.378 | 40.663 |
Onverdeeld resultaat 2017 (+/–) | 30.378 | – 30.378 | 0 |
Toevoeging door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
Storting aan moederdepartement (–/–) | – 19.663 | 0 | – 19.663 |
Onverdeeld resultaat 2018 (+/–) | 0 | 24.326 | 24.326 |
Stand 31-12-2018 | 21.000 | 24.326 | 45.326 |
Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen jaar
Het eigen vermogen in 2018 bedraagt per balansdatum € 45,3 mln.
Onverdeeld resultaat
Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2017 bedraagt € 24,3 mln. positief.
Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar
Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen).
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen.
Jaar | Omzet | Eigen vermogen | % |
---|---|---|---|
2018 | 418.675 | 45.327 | 11% |
2017 | 414.084 | 40.663 | 10% |
2016 | 450.244 | 14.418 | 3% |
In 2018 is een hogere omzet (productie) gerealiseerd ten opzichte van 2017. Het eigen vermogen per ultimo 2018 is hoger dan de maximaal toegestane 5%. Het meerdere zal terugvloeien naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:
Reorganisatievoorzieningen (VWNW):
Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2018 is een bedrag van € 1,7 mln. vrijgevallen voor wat betreft de voorziening van de verplichte fase kandidaten. In 2018 is er een bedrag van € 2,2 mln. gedoteerd.
Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW):
De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van het UWV en AGP. Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2018 is er een bedrag van € 0,4 mln. gedoteerd.
Omschrijving voorziening | Stand per 1-1-2018 | Vrijval in 2018 | Dotatie in 2018 | Onttrekking in 2018 | Stand per 31-12-2018 |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening Reorganisatie 2015 – Vrijwillig | 14 | 0 | 0 | 14 | 0 |
Voorziening Reorganisatie 2015 – Verplicht | 985 | 339 | 0 | 384 | 262 |
Voorziening Reorganisatie 2016 FM – Vrijwillig | 449 | 36 | 0 | 241 | 172 |
Voorziening Reorganisatie 2016 FM – Verplicht | 3.742 | 1.111 | 678 | 1.983 | 1.326 |
Voorziening Maatwerk | 406 | 230 | 464 | 176 | 464 |
Voorziening Remplaçenten | 1.245 | 13 | 1.104 | 941 | 1.395 |
Voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/W) | 4.019 | 0 | 362 | 1.168 | 3.213 |
Totaal | 10.860 | 1.729 | 2.608 | 4.907 | 6.832 |
Niet opgenomen vakantie uren
De stand van de niet opgenomen vakantie uren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof deze zijn buiten de berekening gelaten.
Omschrijving | 31-12-2018 | 31-12-2017 |
---|---|---|
Vakantiedagen | 10.749 | 10.427 |
Totaal | 10.749 | 10.427 |
Moeder- departement | Andere Ministeries | Derden (buiten het rijk) | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Debiteuren | 41 | 855 | 2.897 | 3.793 |
Nog te ontvangen | 1.239 | 359 | 4.776 | 6.374 |
Totaal | 1.280 | 1.214 | 7.673 | 10.167 |
Moeder- departement | Andere Ministeries | Derden (buiten het rijk) | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Crediteuren | 0 | 34 | 17 | 51 |
Overige schulden en overlopende passiva | 25.541 | 11.384 | 38.741 | 75.666 |
Totaal | 25.541 | 11.418 | 38.758 | 75.717 |
III. Kasstroomoverzicht
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
(1) | (2) | 3 = (2) – (1) | ||
1 | Rekening Courant RHB 1 januari 2018 +/+ stand depositorekeningen | 55.823 | 108.870 | 53.047 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+) | 388.371 | 469.823 | 81.452 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 376.371 | – 439.923 | – 63.552 | |
2 | Totaal operationele kasstroom | 12.000 | 29.900 | 17.900 |
Totaal investeringen (–/–) | – 12.200 | – 12.062 | 138 | |
Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+) | 0 | 477 | 477 | |
3 | Totaal investeringskasstroom | – 12.200 | – 11.585 | 615 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | – 19.663 | – 19.663 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossing op leningen (–/–) | – 16.000 | – 12.062 | 3.938 | |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 12.200 | 11.982 | – 218 | |
4 | Totaal financieringskasstroom | – 3.800 | – 19.743 | – 15.943 |
5 | Rekening-courant RHB 31 december 2018 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 51.823 | 107.442 | 55.619 |
Algemeen
De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.
Investeringen
De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/licenties, inventaris, installaties en de ontwikkelkosten van het systeem Indigo en E-dienstverlening. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen ligt gelijk aan de begroting voor 2018.
Aflossing op lening
De aflossing op de leningen is lager dan begroot doordat in voorgaande jaren er minder beroep op de leenfaciliteit is gedaan.
Beroep op leenfaciliteit
In 2018 is het beroep op de leenfaciliteit nagenoeg gelijk aan de begroting voor 2018.
IV. Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Oorspronkelijke begroting | |||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generiek deel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 |
IND-totaal | |||||
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 2.902 | 2.946 | 3.054 | 2.937 | 3.160 |
Saldo van baten en lasten (%) | 1.2 | 1.5 | 7 | 5,8 | 0 |
Aantal klachten in % | 0.2 | 0.1 | 0,1 | 0,1 | |
Asiel: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 96 | 91 | 86 | 87 | 90 |
Standhouden van beslissingen in % | 87 | 90 | 90 | 90 | 85 |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 3.307 | 3.089 | 2.620 | 2.406 | 3.320 |
Omzet (P*Q) | 166.0 | 218 | 169 | 157 | 198 |
Regulier: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 91 | 89 | 82 | 83 | 95 |
Standhouden van beslissingen in % | 88 | 86 | 86 | 84 | 80 |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 848 | 744 | 797 | 811 | 785 |
Omzet (P*Q) | 169 | 209 | 219.0 | 235 | 173 |
Naturalisatie: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 96 | 95 | 93 | 68 | 95 |
Gemiddelde kostprijs (x € 1) | 610 | 525 | 714 | 616 | 675 |
Omzet (P*Q) | 21 | 12 | 15 | 15 | 18 |
Doorlooptijden:
De gemiddelde doorlooptijd asiel producten is 87%. De norm wordt niet gerealiseerd doordat de asielinstroom qua volume en samenstelling is gewijzigd. Hierom moest extra personeel worden aangetrokken en opgeleid terwijl tegelijkertijd extra ervaren personeel aan de voorkant van het proces moest worden ingezet. Hierdoor is een nieuwe beslisvoorraad ontstaan. Deze voorraad behelst voornamelijk spoor 4 zaken. Dit is qua capaciteitsinzet het meest uitgebreide behandeltraject voor asielaanvragen van vreemdelingen.
De gemiddelde doorlooptijd van de reguliere producten is lager dan de norm van 95%. Door het beslissen op de voorraden MVV nareis en een stijging van het aantal visa aanvragen (BUIZA) is de instroom Bezwaar Regulier en Bezwaar Visa gestegen. Het wegwerken van deze voorraden heeft prioriteit.
Door het achterblijven van de uitstroom bij naturalisatie is de doorlooptijd van 95% niet gerealiseerd.
Standhouden van beslissingen
Ondanks de genomen werkdrukmaatregelen is in 2018 nog steeds voldaan aan de normen voor de instandhouding van beslissingen. Wel is het instandhoudingspercentage in zaken waar geen verweerschrift is geschreven of niet naar zitting is gegaan iets gedaald ten opzichte van voorheen.
Klachten:
De klachten worden alleen IND totaal bijgehouden en gerapporteerd.