Inleiding
Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Dat is onze missie. Onze mensen worden daarom dag en nacht getraind en ingezet om ons veilig te houden, over onze vrijheid te waken en onze belangen te beschermen.
2019 en 2020 staan in het teken van 75 jaar vrijheid. Sinds de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog is onze vrijheid steeds vanzelfsprekender geworden. Het is daarom van belang om verhalen van eerdere generaties tot ons te nemen en ons te blijven beseffen hoe waardevol en dierbaar die vrijheid is: dat het níet vanzelfsprekend is. Zo is Defensie in 2019 opnieuw vaak ingezet: ver weg in het Caribisch deel van ons Koninkrijk om de zee veilig te houden, op missie in onder andere Irak en Mali, maar ook dicht bij huis om de drukke vliegvelden, havens, ons luchtruim en andere vitale infrastructuur te beschermen en mogelijke explosieven onschadelijk te maken. En uiteraard staat Defensie op ieder mogelijk moment van de dag klaar om razendsnel in te grijpen bij terreurdreigingen of aanslagen, bij kapingen en andere levensbedreigende situaties. Bovendien staan diverse eenheden het hele jaar door klaar als er onverwachts om onze hulp in binnen- of buitenland wordt gevraagd.
Niet alleen vond in 2019 de aftrap plaats van de viering van 75 jaar vrijheid. We vierden ook dat er 75 jaar vrouwen bij Defensie werken. Met de oprichting van het Vrouwenkorps Koninklijke Nederlands-Indisch Leger, het Vrouwen Hulpkorps van de Koninklijke Landmacht en de Marine Vrouwenafdeling in 1944 gingen de eerste vrouwen aan de slag bij de krijgsmacht. Sinds de jaren 90 komen vrouwen in aanmerking voor bijna alle functies binnen de krijgsmacht. Ze worden bataljonscommandant, commandant op een schip of vlieger. Ook treden ze toe tot de infanterie. Vanaf het voorjaar van 2019 versterken vrouwen – middels een pilot – de onderzeedienst, de enige eenheid waar nog alleen mannen dienden. Inmiddels is de succesvolle pilot omgezet in beleid en staan alle functies bij Defensie open voor vrouwen.
Er was nog meer te vieren in 2019: de NAVO bestaat 70 jaar. We werken met veel partners samen in de bescherming van onze veiligheid, vrijheid en belangen. Om die reden zijn we in 1949 lid van de NAVO geworden. Al 70 jaar kiezen de bondgenoten van de NAVO ervoor om de samen voor veiligheid te zorgen. Die veiligheidsparaplu – van voornamelijk de VS – heeft Europa in staat gesteld om onze welvaart en manier van leven op te bouwen. Want nog altijd is de kans op succesvolle politieke en economische diplomatie groter als je ook een stok achter de deur hebt.
Samen met onze bondgenoten staan we sterker om onze belangen te verdedigen in de verslechterde veiligheidssituatie. Voor onze veiligheid, zeker ook in de toekomst, zijn een geloofwaardig NAVO-bondgenootschap en een solide EU essentieel. Dat betekent dat we elkaars belangen beschermen: wat voor Nederland belangrijk is, is ook voor bijvoorbeeld Noorwegen of Spanje belangrijk én andersom. Onze veiligheid is dan ook niet gegarandeerd als we niet zelf een betrouwbare en geloofwaardige partner en bondgenoot kunnen zijn. De ruggengraat daarvoor is het naleven van de afspraken die gezamenlijk zijn gemaakt. Net als bij alle andere clubs verwachten leden commitment van elkaar en een bijdrage aan de algehele organisatie. Momenteel komt Nederland de gemaakte afspraken binnen de NAVO en de EU niet volledig na als het gaat om onze bijdrage en de benodigde capaciteiten. De uitgaven aan Defensie als percentage van het bbp is zelfs onder het Europees gemiddelde. Ook op het gebied van inzet en gereedheid wordt meer van Nederland verwacht.
Dit werd tijdens de Leaders meeting in december jl. nog eens benadrukt: alle landen moeten hun fair share leveren – dat is waar het bondgenootschap op rust. Zolang er landen zijn, zoals Nederland, die dit niet doen, moeten andere landen een onevenredige bijdrage op zich nemen, zoals de VS. Onze bondgenoten besteedden hier ook aandacht aan tijdens de afname van ons NAVO-examen afgelopen januari. Nederland werd aangesproken op de NAVO-targets die we wel hebben geaccepteerd, maar niet waarmaken.