Inleiding
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering, waarbij de burger en instellingen centraal worden gesteld. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord (SSO Noord) waarbinnen het inkoopcentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern van het Ministerie van OCW en haar buitendiensten en andere overheidsorganen.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie t-1 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 318.935 | 389.635 | 70.700 | 349.524 |
waarvan omzet moederdepartement | 242.776 | 307.380 | 64.604 | 280.853 |
waarvan omzet overige departementen | 70.302 | 77.186 | 6.884 | 63.695 |
waarvan omzet derden | 5.857 | 5.069 | ‒ 788 | 4.976 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 35 |
Totaal baten | 318.935 | 389.635 | 70.700 | 349.559 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 295.358 | 356.440 | 61.083 | 323.959 |
- Personele kosten | 204.358 | 241.366 | 37.009 | 223.258 |
waarvan eigen personeel | 170.582 | 187.325 | 16.743 | 178.031 |
waarvan inhuur externen | 26.775 | 47.591 | 20.816 | 37.953 |
waarvan overige personele kosten | 7.000 | 6.450 | ‒ 550 | 7.274 |
- Materiële kosten | 91.000 | 115.074 | 24.074 | 100.701 |
waarvan apparaat ICT | 23.000 | 33.955 | 10.955 | 27.461 |
waarvan bijdrage aan SSO’s | 24.000 | 24.904 | 904 | 25.629 |
waarvan overige materiële kosten | 44.000 | 56.215 | 12.215 | 47.611 |
Rentelasten | 700 | 74 | ‒ 626 | 84 |
Afschrijvingskosten | 21.277 | 32.715 | 11.438 | 21.263 |
- Materieel | 12.000 | 14.225 | 2.225 | 11.887 |
waarvan apparaat ICT | 11.500 | 13.698 | 2.198 | 11.450 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 500 | 527 | 27 | 437 |
- Immaterieel | 9.277 | 18.490 | 9.213 | 9.376 |
Overige lasten | 1.500 | 622 | ‒ 878 | 1.464 |
waarvan dotaties voorzieningen | 1.500 | 622 | ‒ 878 | 1.464 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 318.835 | 389.851 | 71.016 | 346.770 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 100 | ‒ 216 | ‒ 316 | 2.789 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 100 | 0 | ‒ 100 | 84 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 216 | ‒ 216 | 2.705 |
Toelichting
DUO heeft een negatief resultaat van € 0,2 miljoen gerealiseerd. Het negatieve resultaat komt ten laste van het eigen vermogen. Onderstaand wordt dit resultaat nader toegelicht.
Baten
Omzet moederdepartement
Omzet moederdepartement (x € 1 miljoen) | 307,4 | |
---|---|---|
waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten | 307,4 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging | 37,7 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering | 95,3 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten | 34,9 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister | 35,5 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten | 7,1 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken | 41,9 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten | 21,6 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Vervangingen LCM | 29,0 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Shared Service Organisatie Noord | 4,4 |
De omzet moederdepartement is € 64,6 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. Hieronder valt de dienstverlening vanuit de SSO Noord voor € 4,4 miljoen verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten welke geen onderdeel was van de omzet in de Rijksbegroting. Daarnaast betreft het looncompensatie 2021 van € 5,2 miljoen en bijstellingen in de (basis)dienstverlening welke per saldo € 25,3 miljoen belopen, zoals de uitvoering van diverse zogenaamde overige taken (zoals digitalisering examens FACET, uitvoering eindtoets primair onderwijs, en COVID-19 gerelateerd de uitvoering tijdelijke regeling tegemoetkoming, de uitvoering coulanceregeling studenten en de uitvoering examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs). Tevens is extra capaciteit ingezet om de telefonische bereikbaarheid voor studenten te verbeteren (€ 3,9 miljoen). Verder is € 9,5 miljoen ingezet ter dekking van de extra opdrachten en € 2,2 miljoen voor compensatie niet gerealiseerde deregulering. Daarnaast is nog eens € 14,1 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de werkplekdienstverlening ten behoeve van het departement. Van de beschikbare middelen voor projecten is € 37,4 miljoen doorgeschoven naar 2022, mede als gevolg van het inbedden van de activiteiten doorontwikkelen BRON in de Life Cycle Management methodiek, waarbij een substantieel gedeelte van het project is geactiveerd. Daarnaast zal, als gevolg van het aanhouden van de coronacrisis, een gedeelte van de voor 2021 geplande activiteiten pas in 2022 tot afronding komen. De genoemde extra omzet van € 64,6 miljoen wordt voor € 4,4 miljoen gedekt vanuit middelen die het Ministerie van OCW en de onder haar vallende diensten in haar eigen apparaatsbegroting hebben opgevoerd, € 26,2 miljoen gedekt vanuit de Voorjaarsnota en de overige € 34,0 miljoen vanuit middelen die reeds beschikbaar waren op de begroting van het Ministerie van OCW.
Omzet overige departementen
Onder de omzet overige departementen (€ 77,2 miljoen) vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de Inburgeringstaak (€ 37,2 miljoen) en het Landelijk Register Kinderopvang (€ 7,1 miljoen), beiden voor het Ministerie van SZW. En activiteiten voor de examens in het kader van de Wet Financieel Toezicht (Wft) (€ 2,5 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) (€ 1,5 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van JenV. Daarnaast genereert DUO omzet vanuit de activiteiten op het gebied van inkoopdiensten en datacenter-gerelateerde activiteiten van de SSO Noord voor diverse ministeries (€ 28,0 miljoen). De afnemers zijn de Ministeries van JenV (€ 9,8 miljoen), EZK (€ 4,0 miljoen), IenW (€ 0,6 miljoen), BZK (€ 10,4 miljoen), VWS (€ 2,9 miljoen) en Financiën (€ 0,3 miljoen). Tenslotte valt hieronder omzet voor detacheringen binnen de Rijksoverheid en overige werkzaamheden voor overige departementen (€ 0,9 miljoen).
De omzet overige departementen stijgt met € 6,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Het betreft met name de werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van SZW in het kader van de Inburgeringstaak (€ 5,4 miljoen) en het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (€ 0,3 miljoen) welke een stijging laten zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De activiteiten voor de examens in het kader van de Wft laten eveneens een stijging zien (€ 0,6 miljoen). Daarnaast is de dienstverlening vanuit de SSO Noord met € 0,2 miljoen gestegen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Ook is er een stijging van € 0,3 miljoen voor de uitgevoerde print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het CJIB en een stijging van € 0,1 miljoen aan overige werkzaamheden voor overige departementen.
Omzet derden
De omzet derden (€ 5,1 miljoen) betreffen de ontvangen examengelden kandidaten examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 2,6 miljoen), werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 0,1 miljoen), inkoop- en housingsactiviteiten binnen de SSO Noord (€ 1,1 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit OCW-beleidsmaatregelen en bedrijfsvoering DUO (€ 1,4 miljoen). De daling ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bedraagt € 0,8 miljoen en heeft betrekking op de afbouw van de werkzaamheden voor het Participatiefonds. Ook is er een daling van de omzet ten behoeve van examengelden kandidaten examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 0,7 miljoen). Hier staat een stijging van de omzet voor overige werkzaamheden voor derden en het SSO Noord tegenover (€ 0,7 miljoen).
Vrijval voorziening
Er heeft in 2021 geen vrijval van de voorziening plaatsgevonden.
Bijzondere baten
Bijzondere baten 2021 zijn nagenoeg nihil.
Lasten
De apparaatskosten laten een stijging zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van € 61,1 miljoen. De personele kosten laten een stijging zien van € 37,0 miljoen. De toename is het gevolg van de eerder genoemde additionele werkzaamheden in de basisdienstverlening, telefonische dienstverlening, de uitvoering examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs en de loonontwikkeling in 2021. Een deel personele inzet 2021 is geactiveerd en opgenomen onder immateriële activa in ontwikkeling. Het gaat hier om kosten gemaakt voor de ontwikkeling van het systeemlandschap die geactiveerd zijn en als afschrijvingslast in de toekomst verantwoord zullen worden. De materiële kosten laten een stijging zien van € 24,1 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden. De afschrijvingskosten zijn toegenomen met € 11,4 miljoen. Deze toename is het gevolg van uitbreidingsinvesteringen in met name het ICT-landschap. Tevens heeft onder de afschrijvingskosten een versnelde afschrijving van € 5,4 miljoen plaatsgevonden op eigen ontwikkelde software in het bekostigingsdomein. Ook is € 1,5 miljoen versneld afgeschreven als gevolg van de geplande overgang in 2023 naar de Enterprise Cloud waardoor een gedeelte van de huidige infrastructuur niet meer dienstbaar zal zijn.
Rentelasten
De rentelasten van € 0,1 miljoen hebben betrekking op de leningen afgesloten ter financiering van de immateriële vaste activa, met name door DUO zelf ontwikkelde software.
Dotaties voorzieningen
De dotatie van € 0,6 miljoen (2020: € 1,5 miljoen) zorgt dat de voorziening overeenkomt met de actuele waarde van de onderliggende lopende verplichtingen en de in 2021 aangegane verplichtingen. Het betreft hier met name verplichtingen voortvloeiend uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Deze voorziening hangt samen met de gewenste mobiliteit voor de komende jaren.
Omschrijving | 2021 | 2020 | |
---|---|---|---|
Activa | |||
Vaste activa | 122.389 | 108.463 | |
Materiële vaste activa | 27.194 | 26.073 | |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 | |
waarvan installaties en inventarissen | 27.194 | 26.073 | |
waarvan overige materiële vaste activa | 0 | 0 | |
Immateriële vaste activa | 95.195 | 82.390 | |
Vlottende Activa | 76.047 | 52.680 | |
Voorraden en onderhanden projecten | 535 | 659 | |
Debiteuren | 8.029 | 3.176 | |
Overige vorderingen en overlopende activa | 18.052 | 16.900 | |
Liquide middelen | 49.431 | 31.945 | |
Totaal activa | 198.436 | 161.143 | |
Passiva | |||
Eigen Vermogen | 4.187 | 4.403 | |
Exploitatiereserve | 4.403 | 1.698 | |
Onverdeeld resultaat | ‒ 216 | 2.705 | |
Voorzieningen | 1.524 | 2.376 | |
Langlopende schulden | 72.227 | 52.019 | |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 72.227 | 52.019 | |
Kortlopende schulden | 120.497 | 102.345 | |
Crediteuren | 19.962 | 15.662 | |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 | |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 16.792 | 10.688 | |
Overige schulden en overlopende passiva | 83.743 | 75.995 | |
Totaal passiva | 198.435 | 161.143 |
Toelichting
Activa
Materiële vaste activa
De boekwaarde van het materieel vast actief is in 2021 met € 1,1 miljoen toegenomen. Het investeringsniveau was in 2021 nagenoeg gelijk aan de afschrijvingslast. De afschrijvingstermijn van de materiële vaste activa bedraagt 3 tot 10 jaar.
Immateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste activa zijn aangekochte software licenties opgenomen, activa in ontwikkeling en zelfontwikkelde software. De boekwaarde is toegenomen met € 12,8 miljoen als gevolg van investeringen in het systeemlandschap (€ 26,7 miljoen), activa in ontwikkeling (€ 0,9 miljoen) en Software en Licenties (€ 3,7 miljoen). Daarnaast is op de totale immateriële vaste activa € 18,5 miljoen afgeschreven. De voor activering in aanmerking komende projecten zijn als activa in ontwikkeling opgenomen. Het betreft éénenvijftig projecten met een totale waarde van € 26,7 miljoen. Waardering van de materiele kosten heeft plaatsgevonden tegen werkelijke kosten. Uren externe inzet eveneens tegen werkelijke kosten en voor de interne inzet is de handleiding overheidstarieven als basis gehanteerd. Voor de afschrijvingstermijn omtrent vervangingen wordt er uitgegaan van een gedifferentieerde levensduur (tussen de 3 en 10 jaar), welke in lijn ligt met de economische levensduur van de ontwikkelde applicaties.
Voorraden
Onder deze post zijn opgenomen de voorraden papier en kantoorartikelen en dergelijke.
Debiteuren
De stand debiteuren is met € 4,9 miljoen toegenomen. Onder de debiteuren is voor € 0,1 miljoen aan vorderingen opgenomen op het moederdepartement. Daarnaast zijn voor € 5,3 miljoen aan vorderingen op andere ministeries opgenomen te weten; Ministerie van BZK € 3,4 miljoen, Ministerie van Financiën € 0,7 miljoen, Ministerie van EZK € 0,1 miljoen en het Ministerie van VWS € 0,9 miljoen.
Overige vorderingen en overlopende activa
Bij de post Overige vorderingen en overlopende activa zijn bedragen opgenomen, ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten, die in 2021 vooruit zijn betaald (€ 17,8 miljoen). Daarnaast is onder deze post voor € 0,1 miljoen vooruit ontvangen middelen van het Ministerie van Financiën opgenomen en € 0,2 miljoen vooruit ontvangen middelen van het Ministerie van SZW.
Liquide middelen
De stand liquide middelen is in 2021 met € 17,5 miljoen toegenomen. Dit als gevolg van de positieve operationele kasstroom van € 36,5 miljoen, de gepleegde investeringen van € 45,4 miljoen waar een lening van € 37,0 miljoen tegenover staat. Daarnaast is er € 10,7 miljoen afgelost op de lopende leningen. Zie ook de verklaring bij het kasstroomoverzicht.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen DUO bedraagt na verwerking van het exploitatieresultaat 2021 € 3,7 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 1,2% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 17,9 miljoen). Van het eigen vermogen is € 1,0 miljoen geoormerkt voor eventuele verliezen of innovaties binnen het SSO Noord.
Voorzieningen
De voorzieningen bestaan uit voorzieningen in het kader van personeel (Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) en wachtgelden) € 0,3 miljoen en overige € 1,2 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Uit de voorzieningen is € 1,5 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2021. Aan de voorziening is € 0,6 miljoen gedoteerd aan nieuwe regelingen, met name als gevolg van de gewenste mobiliteit.
Voorzieningen
31-12-2020 | Onttrekkingen | Dotaties | Vrijval | 31-12-2021 | |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgeld | 592 | ‒ 332 | 80 | ‒ | 340 |
Overige | 1.784 | ‒ 1.142 | 542 | ‒ | 1.184 |
Totaal voorzieningen | 2.376 | ‒ 1.474 | 622 | ‒ | 1.524 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën
DUO heeft in 2021 wederom gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. Het betreft leningen ten behoeve van vervangingen in het systeemlandschap. Van deze leningen is € 16,8 miljoen opgenomen onder het kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën, zijnde het aflossingsgedeelte 2022.
Lening | Hoofdsom | Looptijd (in hele jaren) | Rente % | Begindatum | Einddatum | Aantal aflostermijnen | Openstaande leensom 31-12-2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3702 | 23.500.000 | 8 | 0,00% | 16-12-2021 | 17-12-2029 | 32 | 23.500.000 |
3701 | 2.500.000 | 6 | 0,00% | 16-12-2021 | 16-12-2027 | 24 | 2.500.000 |
3700 | 11.000.000 | 4 | 0,00% | 16-12-2021 | 16-12-2025 | 16 | 11.000.000 |
3540 | 2.000.000 | 6 | 0,00% | 18-12-2020 | 18-12-2026 | 24 | 1.666.667 |
3539 | 5.000.000 | 4 | 0,00% | 18-12-2020 | 18-12-2024 | 16 | 3.750.000 |
3538 | 21.000.000 | 8 | 0,00% | 18-12-2020 | 18-12-2028 | 32 | 18.375.000 |
3361 | 8.310.000 | 4 | 0,00% | 30-12-2019 | 2-1-2024 | 16 | 4.155.000 |
3360 | 13.700.000 | 10 | 0,01% | 30-12-2019 | 31-12-2029 | 40 | 10.960.000 |
3167 | 16.800.000 | 10 | 0,57% | 5-11-2018 | 6-11-2028 | 40 | 11.760.000 |
2951 | 6.760.000 | 5 | 0,00% | 15-12-2017 | 15-12-2022 | 20 | 1.352.000 |
Totaal | 110.570.000 | 89.018.667 |
Crediteuren
De crediteuren ultimo 2021 bestaan uit openstaande facturen bij leveranciers en nog te ontvangen facturen. Onder de crediteuren is € 1,0 miljoen aan schulden opgenomen aan het Ministerie van BZK.
Overige schulden en overlopende passiva
De balanspost Overige verplichtingen en overlopende passiva van € 83,7 miljoen bevat voor € 59,1 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van het Ministerie van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2021 en voorgaande jaren al heeft ontvangen, maar waarvoor in het boekjaar, mede als gevolg van de coronacrisis, nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten geboekt als baten. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden die in 2022 zullen worden uitgevoerd. Hiervan heeft € 23,2 miljoen betrekking op diverse (doorlopende) werkzaamheden waaronder het project «Doorontwikkelen BRON», € 32,1 miljoen op werkzaamheden basisdienstverlening en € 3,8 miljoen op overige opdrachten. Daarnaast gaat het om de opgebouwde rechten aan reservering individueel keuzebudget en verlofrechten ultimo 2021 van het personeel in loondienst (€ 18,3 miljoen) en schulden met afdracht verplichtingen (€ 0,2 miljoen), overige te betalen bedragen (€ 5,4 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de in het verleden ontvangen investering specifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die in het verleden de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maakten. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 0,8 miljoen waarvan € 0,5 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De niet uit de balans blijkende verplichtingen bedragen eind 2021 circa € 145,0 miljoen (2020: € 160,4 miljoen). Het betreft vooral contracten voor automatisering (€ 19,0 miljoen), huisvesting (€ 118,3 miljoen) en € 7,7 miljoen in het kader van het Overheidsdatacenter (ODC), waarvan een deel is afgedekt middels langlopende verplichtingen richting de afnemers. De looptijden van de verplichtingen variëren van 1 tot 20 jaar. DUO heeft geen langlopende leasecontracten uitstaan per balansdatum.
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2021 + stand depositorekeningen | 14.794 | 31.945 | 17.151 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 318.935 | 402.296 | 83.361 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 295.958 | ‒ 365.762 | ‒ 69.804 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 22.977 | 36.534 | 13.557 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 45.200 | ‒ 45.802 | ‒ 602 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | 442 | 442 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 45.200 | ‒ 45.360 | ‒ 160 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ | 0 | |
Eenmalig storting door het moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 9.300 | ‒ 10.688 | ‒ 1.388 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 33.200 | 37.000 | 3.800 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 23.900 | 26.312 | 2.412 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 16.471 | 49.431 | 32.960 |
Toelichting
De positieve operationele kasstroom (€ 36,5 miljoen) is het saldo ontvangsten moederdepartement (€ 310,6 miljoen), overige departementen (€ 46,3 miljoen) en Derden (€ 45,4 miljoen). Hier staan uitgaven tegenover aan crediteuren en personeel (€ 365,8 miljoen). De investeringen betreffen investeringen in het rekencentrum en software ten behoeve van de basisdienstverlening als ook investering in zelfontwikkelde software. Het betreft hier software voor de uitvoering van de reguliere dienstverlening binnen DUO. Voor deze investeringen is gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. Bovenstaande ontwikkelingen verklaart de afwijking ten opzichte van de begroting.
Doelmatigheid
Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. DUO streeft er naar haar dienstverlening continue te verbeteren. De klanttevredenheid van het digitale kanaal is één van de al bestaande indicatoren die dit zichtbaar maken. DUO bevindt zich in een transitie van een organisatie met een complex systeemlandschap gebaseerd op ad hoc financiering, naar een wendbare ICT-gedreven organisatie waarin onderhoud, modernisering en vervanging structureel gefinancierd worden via Life Cycle Management (LCM). Met de invoering van deze LCM-systematiek gaat DUO van grote eenmalige projectinvesteringen naar structurele investeringen die over langere tijd afgeschreven worden. Dit is zichtbaar gemaakt door de post «vervangingskosten», zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen en de post «immateriële vaste activa» welke de omvang van het ICT-landschap weerspiegelt.
DUO wil doelmatig zijn in het gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. Dit wil DUO bereiken door «slim» te moderniseren/ vervangen en daarmee te komen tot een onder architectuur ontwikkeld modern, simpel en kleiner ICT-landschap. Ook wil DUO sturen op de stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO wil dit gaan bereiken door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren dan wel vervangen. Daarnaast heeft DUO een indicator opgenomen voor het aantonen van doelmatigheid bij overhead.
Omschrijving Generiek Deel | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | |
Generiek Deel | |||||
Omzet per productgroep (pxq) | |||||
Omzet Bekostiging Instellingen | 39,0 | 35,0 | 36,1 | 37,7 | 33,0 |
Omzet Studiefinanciering | 108,0 | 92,0 | 96,5 | 95,3 | 86,9 |
Omzet Examendiensten1 | 25,0 | 24,0 | 16,2 | 34,9 | 22,7 |
Omzet Basisregister | 30,0 | 35,0 | 31,2 | 35,5 | 33,0 |
Omzet Informatiediensten | 6,0 | 7,0 | 10,3 | 7,1 | 6,6 |
Totaal basiscontract excl. LCM | 207,0 | 193,0 | 190,3 | 210,5 | 182,2 |
Vervangingskosten | n.v.t. | n.v.t. | 14,9 | 29,0 | 26,2 |
Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer | n.v.t. | n.v.t. | 30,9 | 34,2 | 31,7 |
Immateriële vaste activa (x1 mln.) | n.v.t. | n.v.t. | 46,1 | 75,4 | 88,4 |
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%) | n.v.t. | n.v.t. | 23% | 21% | 20% |
FTE | |||||
FTE-ARAR | 2.217,0 | 2.331,0 | 2.459,1 | 2.567,7 | 2.544,0 |
FTE-Extern | n.v.t. | n.v.t. | 397,4 | 403,6 | 198,0 |
Tarieven/uur | |||||
ICT gerelateerd | 112,0 | 114,0 | 115,0 | 118,0 | 115,0 |
Overige uren | 76,5 | 77,5 | 78,5 | 78,5 | 78,5 |
Saldo van baten en lasten (%) | 100,0 | 100,0 | 100,8 | 100,0 | 100,0 |
Kwaliteitsindicatoren2 | |||||
Klantcontact digitaal | 6 | 7 | 7,3 | 7,1 | 6,5 |
Klantcontact traditioneel | 7 | 8 | 7,4 | 6,9 | 7,0 |
Toelichting
Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Streven voor de komende jaren is een verbeterde dienstverlening zichtbaar in de klanttevredenheid bij optimale inzet van middelen. De realisatie 2021 ligt € 28,3 miljoen hoger dan begroot. Dit met name als gevolg van loon- en prijsontwikkeling, extra inzet op telefonische bereikbaarheid en de uitvoering examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs.
Vervangingskosten: De effecten van Life Cycle Management zijn inzichtelijk gemaakt door de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen (vervangingskosten) van de immateriële vaste activa op te nemen.
Immateriële vaste activa en kosten met betrekking tot onderhoud en beheer: De omvang van het ICT-landschap wordt weerspiegeld in de balanspost immateriële vaste activa. Hierin is alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal de eerste jaren een stijging laten zien en vanaf 2027, los van nieuwe taken, een vlakke lijn waarbij de autonome groei van het systeemlandschap is ondervangen en deze post zal stabiliseren rond de € 161,0 miljoen exclusief uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaardering van bestaande systemen. Ook moet deze post worden gezien in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer. Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO (daar waar, volgens onderzoek Gartner 2018, normaliter sprake is van een autonome groei van circa zes %) naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer.
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%): De indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten.
FTE totaal: De bezetting van ARAR is gestegen ten opzichte van 2020. Er is vormgegeven aan de invulling taakstelling waarbij vrijgekomen personeel zoveel mogelijk is ingezet op nieuwe taken. Er heeft in 2021 een verdere instroom van personeel plaatsgevonden als gevolg van het verambtelijken van extern automatiseringspersoneel.
Projecttarief per uur: Het projecttarief (ICT gerelateerd) is € 118,00 per uur en met € 3,00 gestegen ten opzichte van 2020.
Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 78,50 per uur en is niet gestegen ten opzichte van 2020.
Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het negatieve saldo van baten en lasten 2021 van € 0,2 miljoen bedraagt 0,0% van de baten.
Met het Ministerie van OCW is een set met indicatoren afgesproken, te weten: Klanttevredenheid klantcontact digitaal en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel.
Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2021 heeft deze indicator een score van 7,1 op een schaal van 0 tot 10. Over 2020 bedroeg de score 7,3 op een schaal van 0 tot 10.
Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2021 heeft deze indicator, een score van 6,9 op een schaal van 0 tot 10. Over 2020 bedroeg de score 7,4 op een schaal van 0 tot 10.