In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het overzicht met beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). 2021 betrof een overgangs- en leerjaar met een eerste uitwerking van de SEA, waarbij ook nog een enkele traditionele beleidsdoorlichting is uitgevoerd.
In deze ‘Bijlage afgerond evaluatie- en overig onderzoek’ wordt eerst ingegaan op afgeronde onderdelen van de SEA. Aanvullend volgt een overzicht met afgeronde overige evaluaties per artikel.
Thema/subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting | Artikel | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|
Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven | Ex-durante | 2020 e.v. | Monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van steunmaatregelen en een traject om de databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RvO, CBS). Deze data-infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht vanaf 2023), waarvan betrokken departementen (FIN, SZW en EZK) gebruik kunnen maken. | 2 en 3 | |
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) | Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak | 2021 | Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. | 1/2/3/4 | Afronding wordt begin 2022 verwacht. |
Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid | Ex-durante | Eerste resultaten in 2021 | De Monitoring en effectmeting (M&E) van het innovatiebeleid (Innovatiehelix, voorheen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. Dit kan later input vormen voor de evaluatie-aanpak die nog in de «Expertcommissie Evaluatiemethoden» nader uitgewerkt dient te worden. | 2 | |
Monitor Klimaatbeleid | Ex-durante | 2020 e.v. | Bij de Klimaatnota 2021 verscheen voor de tweede keer de Monitor Klimaatbeleid en werd het Dashboard Klimaatbeleid gelanceerd. Het Dashboard en de Monitor bieden jaarlijks een objectief inzicht, zowel kwalitatief als kwantitatief, in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). | 2 en 4 | Kamerstuk 32 813, nr. 901 |
SDE++ | Ex-post | 2023 | Bij de SDE++ staat het doel van 49 procent emissiereductie in 2030 en kosteneffectiviteit om dit doel te bereiken centraal. De SDE++ is het belangrijkste subsidie-instrument om dit klimaatdoel te halen. | 4 | |
Lerende evaluatie Klimaatbeleid | Synthese | 2024 | De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een «lerende evaluatie» (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901). In deze lerende evaluatie worden in 2022 in samenspraak met de betrokken partijen de scope en de evaluatievragen gespecificeerd en wordt dit vervolgens uitgevoerd. De lerende evaluatie is een aanvulling op de monitor, de specifieke instrumentevaluaties van betrokken departementen en de meer ex ante ingerichte analyses zoals de KEV van PBL. Uitkomsten van de monitor, specifieke instrumentevaluaties en analyses worden indien relevant meegenomen in de lerende evaluatie. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de uitvoering van de lerende evaluatie. | 4 | |
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) | Synthese | 2027 | Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet.1 | 4 | |
Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal | Ex-ante/Ex-durante | 2021 | Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven. | 4 | Kamerstuk 32 813, nr. 664 |
In aansluiting op voorgaande beleidsthema's zijn ook de volgende Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) van belang:
– IBO Financiering Energietransitie (gericht op betaalbaarheid); afgerond 2021; Kamerstuk 32 813, nr. 689;
– IBO Ruimtelijke Ordening (gericht op interactie tussen energiebeleid en het ruimtelijk domein); afgerond 2021; Kamerstuk 34 682, nr. 82.
Overige afgeronde evaluaties per artikel:
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Goed functionerende economie en markten | 2022 | Doorlichting is afgerond en zal naar verwachting in de eerste helft van 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd. | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Raad voor de Accreditatie | 2022 | Kamerstuk 25 268, nr. 203 | |
Autoriteit Consument en Markt (ACM) | 2020 | Kamerstuk 25 268, nr. 195 | |
Adviesgroep Gids Proportionaliteit | 2022 | Evaluatie is afgerond en zal naar verwachting in de eerste helft van 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd. | |
De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS | 2022 | Evaluatie is gestart en zal naar verwachting in 2022 worden afgerond. | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
Agentschap Telecom | 2020 | ||
Cyberweerbaarheid | 2020 |
Samenvatting afgeronde evaluaties 2021 artikel 1
Evaluatie Raad voor de Accreditatie
Het ministerie van EZK heeft als stelselverantwoordelijke een wettelijke ZBO-evaluatie laten uitvoeren van de Raad voor Accreditatie (RvA). De evaluatie richt zich op de doelmatigheid en doeltreffendheid. De wettelijke taak van de RvA bestaat uit het beoordelen van conformiteitverklarende organisaties. Het onderzoekrapport concludeert dat de RvA doeltreffend en doelmatig invulling heeft gegeven aan zijn wettelijke taak. Er is een viertal aanbevelingen meegegeven: 1. Blijf investeren in digitaliseren en risicogebaseerd werken en hou daarbij oog voor andere veranderkundige aspecten. 2. Investeer in communicatie met gebruikers en beoordelaars. 3. Blijf samen met beleidspartners zoeken naar manieren om de maatschappelijke waarde van accreditatie te vergroten. 4. Verken (met gebruikers) de mogelijkheden om doorlooptijden te verkorten.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Doorlichting artikel 2 Bedrijvenbeleid: Innovatief en duurzaam ondernemen1 | 2020 | Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Eureka / Eurostars / JTI’s | 2020 | Kamerstuk 21 501-07, nr. 1711 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering | 2020 | Kamerstuk 35 420, nr. 154 | |
Groene Groei | 2020 | Kamerstuk 33 043, nr. 103 | |
Evaluatie NFIA | 2020 | Kamerstuk 32 637, nr. 415 | |
NWO-TTW | 2020 | Kamerstuk 29 338, nr. 221 | |
Fiscale regelingen startups | 2022 | Is verzet naar 2022. | |
BMKB | 2022 | Evaluatie is gestart. Oplevering verwacht in 2022. | |
Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging | 2022 | Is verzet naar 2022. | |
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen | 2022 | Evaluatie is gestart. Oplevering verwacht in de eerste helft van 2022. | |
Qredits | 2022 | Is verzet naar 2022. | |
Evaluatie Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) | 2020 | ||
Evaluatie MKB-toets | 2021 | Kamerstuk 32 637, nr. 476 | |
Innovatieprestatiecontracten (IPC) | 2022 | Is verzet naar 2022. | |
Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, Wageningen Research) | 2021 | Kamerstuk 32 637, nr. 453 | |
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) | 2021 | Kamerstuk 33 009, nr. 101 | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
CPB-analyse overkoepelende macro-economische effecten steunpakket 2020 | 2021 | Kamerstuk 35 420, nr. 453 | |
Agentschapsdoorlichting RVO | 2022 | De doorlichting is gestart. Oplevering verwacht in 2022. |
Samenvatting afgeronde evaluaties 2021 artikel 2
Evaluatie Adviescollege Toetsing Regeldruk (1)
Eind 2020 is het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) geëvalueerd. ATR heeft met EZK een vijftal prestatie-indicatoren afgesproken: tijdigheid, volledigheid, proportionaliteit, werkwijze en kwaliteit van het wetgevingsdossier. Uit de evaluatie door Bureau Berenschot blijkt dat het ATR aan de criteria van de evaluatie heeft voldaan ten aanzien van zijn kerntaak. Circa 80% van de adviespunten word t opgevolgd. Volgens de evaluatie bestaat er brede consensus dat een onafhankelijk adviescollege bijdraagt aan een hogere kwaliteit van wetgevingsdossiers, voor wat betreft de regeldruk. Zonder ATR zou de kwaliteit van wetgevingsdossiers volgens de respondenten lager zijn voor wat betreft de regeldruk. Meer dan 70% van de respondenten beoordeelt de werkwijze van ATR als (1) inhoudelijk goed, (2) procesmatig zorgvuldig en (3) efficiënt. Het onderzoeksbureau stelt dat ATR een geoliede organisatie is. ATR heeft een relatief klein secretariaat met een hoge productiviteit. Er zijn 880 dossiers behandeld in 2,5 jaar. De beschikbare capaciteit volstaat om te adviseren bij voorgenomen regelgeving. Als het gaat om advisering bij bestaande regelgeving, dan is de beschikbare capaciteit beperkt.
(1) Zowel het adviescollege Toetsing Regeldruk als MKB-toets zijn twee belangrijke onderdelen van het programma Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018-2021.
Evaluatie MKB-toets
In de zomer van 2021 is de MKB-toets geëvalueerd door Decisio, gebruikmakend van interviews en een steekproef. De MKB-toets moet er voor zorgen dat de kleine bedrijven - in geval van nieuwe wet- en regelgeving met naar verwachting substantiële regeldruk voor het MKB - in een vroeg stadium betrokken worden bij de invulling hiervan. De MKB-toets heeft in de praktijk de vorm van een panelgesprek met individuele MKB-ondernemers. De belangrijkste conclusie uit de evaluatie is dat het nut en de noodzaak van de toets door alle betrokken partijen wordt onderschreven. Verder blijkt dat in meer dan 80% van de gevallen dat de toets noodzakelijk was, die ook is uitgevoerd. Decisio kon geen uitspraak doen over de doelmatigheid. Op basis van de aanbevelingen worden organisatorische aanpassingen doorgevoerd om de aandacht voor de MKB-toets en procedure daar omheen verder te borgen. Dit betekent o.a. extra aandacht voor het terugkoppelen van de resultaten van de toets door de dossierhouders naar de paneldeelnemers, het uniformeren van de verslagen van de panelbijeenkomsten en het scheppen van voorwaarden voor het vinden van voldoende paneldeelnemers vanuit het MKB.
Evaluatie Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, Wageningen Research)
In 2021 is de evaluatie van de TO2-instellingen over de periode 2016-2019 afgerond. Het onderzoek is uitgevoerd door een evaluatiecommissie onder voorzitterschap van prof. dr. ir. W. van Saarloos, daarbij ondersteund door de onderzoeksbureaus Technopolis, Dialogic en SEO Economisch Onderzoek. De evaluatiecommissie heeft geconstateerd dat de Rijksbijdrage aan de TO2 een zeer belangrijke bijdrage levert aan het realiseren van de doelstellingen van TO2-instellingen, onder andere ten aanzien van het tegemoetkomen aan maatschappelijke uitdagingen en in de breedte het versterken van de innovatiekracht en concurrentiepositie van Nederland. Bovendien blijkt uit de effectmeting dat samenwerken door bedrijven met TO2-instellingen positieve effecten heeft op de toegevoegde waarde van de betrokken bedrijven. De commissie stelt verder vast dat de publieke middelen die aan de TO2-instellingen ter beschikking worden gesteld doelmatig worden ingezet. Met beperkte middelen wordt relatief (in internationale vergelijking) veel bereikt.
Evaluatie PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)
In 2021 is de evaluatie van de PPS-toeslagregeling over de periode 2016-2020 afgerond. Het onderzoek is uitgevoerd door Dialogic in samenwerking met UNU-MERIT. Uit de evaluatie blijkt dat de PPS-toeslag doeltreffend is in het bevorderen van onderzoek in publiek-privaat samenwerkingsverband. De regeling heeft in de periode 2017-2019 naar schatting geleid tot circa € 83 mln aan additionele private bijdrage in R&D in publiek-privaat samenwerkingsverband gemiddeld per jaar. Hier lag een bedrag van gemiddeld € 133 mln per jaar aan PPS-toeslag aan ten grondslag. De uitvoeringskosten en administratieve lasten zijn met 6 procent relatief hoog ten opzichte van het budgettaire belang. Dit leidt tot het oordeel van de onderzoekers dat de regeling redelijk tot matig microdoelmatig is. De onderzoekers concluderen verder dat de regeling macrodoelmatig is. De baten zijn tegen relatief redelijke kosten tot stand gekomen. De regeling is in staat gebleken de inzet op publiek-private samenwerking te versterken en de private bijdrage hierin te vergroten.
CPB-analyse overkoepelende macro-economische effecten steunpakket 2020
Het CPB concludeert dat het coronasteunpakket van 2020 effectief was in het realiseren van de drie doelstellingen van het steunbeleid: 1) het behoud van werk en het voorkomen van een oploop van de werkloosheid, 2) het overeind houden van bedrijven en 3) het beperken van vraaguitval en de negatieve gevolgen voor sectoren die niet door sluiting zijn getroffen. Het blijkt dat de omvang van het Nederlandse steunpakket (de grootste waren NOW, TVL en Tozo) weliswaar iets boven het Europese gemiddelde lag, maar uit deze analyse blijkt ook dat de daling van het Nederlandse bbp kleiner was dan in de meeste andere Europese landen. Ook de werkloosheid steeg in Nederland minder hard dan in de rest van Europa. De Nederlandse steun was voor een relatief groot gedeelte gericht op baanbehoud (via de NOW-regeling) en ze was ruimhartiger dan vergelijkbare regelingen in Europa. Het CPB merkt op dat het steunbeleid bedrijven overeind heeft gehouden, maar dat dit ten koste is gegaan van de economische dynamiek. Het CPB geeft ook aan dat dit onvermijdelijk was gezien de omstandigheden. Het CPB concludeert voorts dat de kosten van het generieke steunbeleid naarmate de tijd verstreek stegen terwijl de baten ervan afnamen. Het CPB stelt dat aanvullende analyses van het steunpakket in 2021 nodig zijn, omdat het steunbeleid in de loop van de tijd van samenstelling en karakter is veranderd.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Doorlichting artikel 3 Toekomstfonds1 | 2020 | Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen/synthese | |||
Lerende evaluatie Klimaatbeleid1 | 2024 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Evaluatie Regeling Gebiedsaanwijzing Gasaansluitplicht | 2020 | Kamerstuk 34 627, nr. 51 | |
Fiscale regelingen Energiebelasting | 2021 | Kamerstuk 31 239, nr. 330 | |
Evaluatie Opslag Duurzame Energie | 2021 | Kamerstuk 30 196, nr. 752 | |
Evaluatie SDE + | 2022 | De evaluatie is gestart en zal naar verwachting in de 1e helft van 2022 worden afgerond. | |
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
Studiegroeprapport Invulling Klimaatopgave Green Deal | 2021 | Kamerstuk 32 813, nr. 664 | |
Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie | 2021 | Policies for a climate-neutral industry; lessons from the Netherlands | |
3. Overig onderzoek | |||
Derde structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) | 2020 | Kamerstuk 31 239, nr. 317 | |
Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit | 2021 | Kamerstuk 31 239, nr. 335 | |
Voortzetting gaswinning uit kleine velden op zee en op land | 2020 | Kamerstuk 35 462, nr. 3 | |
Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek | 2020 | Evaluatie Rekenmeesterfunctie en Socio-economisch Energieonderzoek | |
MKB-impacttoets | 2020 | Kamerstuk 32 637, nr. 423 |
Samenvatting afgeronde evaluaties 2021 artikel 4
Evaluatie Fiscale regelingen Energiebelasting
Deze evaluatie is aangekondigd in bijlage 10 van de Miljoenennota 2020 (Kamerstuk 35 300, nr. 2) en is in opdracht van het Ministerie van Financiën uitgevoerd door het onderzoeksbureau CE Delft. Doel van de evaluatie is het beoordelen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van fiscale regelingen in de Energiebelasting (EB), een evaluatie van de EB als geheel, de tariefstructuur en het onderzoeken van de interactie van de EB met de energietransitie. De evaluatie richt zich op de periode van de introductie (1996) tot en met 2019. Voor de relatie van de EB met de energietransitie wordt de zichtperiode 2020–2030 gehanteerd.
Evaluatie Opslag Duurzame Energie
In de evaluatie van de Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie (ODE) is de doeltreffendheid en doelmatigheid van het instrument onderzocht. Daarbij is in kaart gebracht in hoeverre de ODE heeft bijgedragen aan transparantie over de bijdrage van huishoudens en bedrijven aan de stimulering van hernieuwbare energie. De evaluatie is uitgevoerd door het onderzoeksinstituut CE Delft.
De toekomstverkenning ODE betreft een ambtelijke verkenning van knelpunten die voortvloeien uit het oorspronkelijke doel van de ODE en de randvoorwaarden die aan het instrument gekoppeld zijn in de loop der jaren. In dit rapport worden oplossingsrichtingen geschetst om de gevonden knelpunten zoveel mogelijk te verminderen binnen de huidige vormgeving van de ODE.
Studiegroeprapport Invulling Klimaatopgave Green Deal
In december 2020 bereikte de Europese Raad overeenstemming over ophoging van het 2030 broeikasgasreductiedoel van de EU naar tenminste netto 55% ten opzichte van 1990. Deze ophoging leidt ook tot een aanvullende reductieopgave in Nederland. De studiegroep Invulling klimaatopgave Green Deal werd door het kabinet ingesteld om een analyse uit te voeren van de gevolgen van het hogere Europese reductiedoel voor het nationale klimaatbeleid en om bouwstenen uit te werken voor de invulling van de aanvullende reductieopgave. Het eindrapport bevat een analyse voor het klimaatbeleid voor een nieuw kabinet met uitwerking van concrete beleidsopties en illustratieve varianten. De studiegroep geeft geen advies, maar maakt (de consequenties van) de belangrijkste overwegingen inzichtelijk. Het rapport is in januari 2021 opgeleverd en naar de Tweede Kamer gezonden. Het is benut voor beleidsvorming en politieke besluitvorming, onder andere door formerende partijen bij de totstandkoming van het Coalitieakkoord.
Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie
In 2020-2021 heeft de OESO een onderzoek uitgevoerd (in opdracht van de Europese Commissie, DG Reform) naar de ex-ante effecten van het Nederlandse klimaatbeleid gericht op de industrie. De onderzoekers richten zich daarbij op de consistentie en efficiëntie van alle beleidsmaatregelen met oog op het bereiken van klimaatneutraliteit in 2050. Het onderzoek mondde uit in lessen voor andere landen en twaalf aanbevelingen voor aanpassing en aanvulling van het Nederlandse instrumentarium. Als lessen voor andere landen noemt de OESO de kracht van een gecombineerde aanpak van broeikasgasbeprijzing en subsidies voor innovatie, opschaling en uitrol. De nationale CO2-heffing verschaft door zijn vormgeving een sterke prikkel voor investeringen in emissiereductie, terwijl die ook weglekrisico’s mitigeert. Als aanbeveling wijst de OESO op mogelijkheden om meer emissies te beprijzen via de energiebelasting, waar nu vrijstellingen gelden voor energie-intensieve industrie. Voorts adviseert de OESO om meer technieken onder de SDE++ te brengen, zodat meer innovatieve projecten voor de lange termijn worden gesubsidieerd. Tot slot vraagt de OESO aandacht voor betere randvoorwaarden: versnelde aanleg van infrastructuur, adaptieve regelgeving, ondersteuning van start-ups en beschikbaarheid van voldoende menselijk kapitaal.
Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit
Omdat de meeste projecten zich nog steeds in de opstartfase bevinden, is het niet goed mogelijk vast te stellen of de doelstellingen van AMvB gerealiseerd zijn. Een aantal conclusies kunnen volgens de onderzoekers worden getrokken, o.a.:
– Het lijkt erop dat participatie in een vereniging of coöperatie heeft geleid tot meer betrokkenheid van afnemers bij hun energievoorziening. Wel past hierbij de kanttekening dat ontheffinghouders aangeven dat het moeilijk is om gebruikers daadwerkelijk te activeren. De meeste betrokkenen lijken vooral te willen worden «ontzorgd», zonder zichzelf actief met de energievoorziening bezig te hoeven houden. De projecten worden voornamelijk gedragen door een beperkte groep actieve burgers.
– Door het geringe aantal lopende experimenten en de beperkte omvang daarvan is het niet mogelijk precieze uitspraken te doen over de toegevoegde waarde van de experimenten voor een beter netbeheer. Op kleine schaal lijken de projecten wel een bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen van netcongestie.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Jaar van afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
1a. Beleidsdoorlichtingen | |||
Doorlichting artikel 51 | 2023 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | |||
2a. MKBA's | |||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | |||
3. Overig onderzoek | |||