Inleiding
In de bedrijfsvoeringparagraaf (BVP) wordt verslag gedaan van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering. De informatie opgenomen in de BVP is tot stand gekomen vanuit het departementale management control systeem en informatie uit audits van de Auditdienst Rijk (ADR). Deze paragraaf omvat drie elementen:
1. uitzonderingsrapportage voor vier onderdelen: (a) rechtmatigheid, (b) totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie, (c) begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering en (d) overige aspecten van de bedrijfsvoering;
2. rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen en
3. belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.
1. Uitzonderingsrapportage voor vier onderdelen
a. Rechtmatigheid
Vanuit de bij het Ministerie van LNV bekende informatie zijn de onderstaande fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie te rapporteren.
Overschrijding op het verplichtingenbudget van begrotingsartikel 22
Na de 2e suppletoire begroting is een verplichting aangegaan voor de Saneringsregeling Brexit Adjustment Reserve (BAR) van € 89.465.816 die leidt tot een overschrijding van het verplichtingenbudget op begrotingsartikel 22 van € 43.242.132. Deze is niet tijdig schriftelijk gemeld aan zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer.
Door bovenstaande fout is sprake van een overschrijding van de rapporteringstolerantie bij de verplichtingen op artikel 22 en het totaalniveau van de verplichtingen. De overige fouten en onzekerheden ten aanzien van de verplichtingen betreffen met name onrechtmatige inkopen en een onzekerheid over een staatssteunmelding.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de overschrijdingen van de rijksbrede rapporteringstoleranties.
(1) Rapporteringstolerantie | (2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis) | (3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in € | (4) Bedrag aan fouten in € | (5) Bedrag aan onzekerheden in € | (6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in € | (7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100% |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaalniveau artikelen verplichtingen | 2.510.562.000 | 50.211.240 | 51.039.609 | 12.123.420 | 63.163.029 | 2,5% |
Artikel 22 verplichtingen | 758.961.000 | 37.948.050 | 43.741.036 | 0 | 43.741.036 | 5,8% |
b. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Vanuit de bij LNV bekende informatie zijn er geen tekortkomingen in de totstandkoming van niet-financiële verantwoordingsinformatie die gerapporteerd moeten worden.
c. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Opvolging aanbevelingen Algemene Rekenkamer
De Algemene Rekenkamer (AR) heeft in haar verantwoordingsonderzoek 2021 LNV geconcludeerd dat het jaarverslag LNV 2021 aan de gestelde eisen voldoet, met uitzondering van één onvolkomenheid. Dit betreft het autorisatiebeheer (toegang tot financiële systemen van dienstonderdelen). Hierop zijn in 2021 en 2022 verbeteracties uitgezet onder andere door het in overleg met dienstonderdelen implementeren van procedures om het risico van ongewenste toegangsrechten en functievermenging in het financiële systeem beter te beheersen.
TO2-regeling
Vanwege het afwijken van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling) bij subsidievaststellingen aan Wageningen Research (WR) is in 2021 een nieuwe werkwijze voorgesteld waarbij voor meerjarige thematische onderzoeksprogramma’s zoveel mogelijk met meerjarige verplichtingen wordt gewerkt en waarbij voor onderzoeksprogramma’s waar dit niet goed uitvoerbaar is de jaarlijkse vaststelling op basis van werkelijke realisatie plaats zal vinden. In 2022 is de werkwijze verder vormgegeven en zijn afspraken met WR gemaakt over de wijze van meerjarig subsidiëren en verantwoording. Voor het boekjaar 2023 zijn voor meerdere programma’s meerjarige subsidieverzoeken ingediend. Dit wordt vanaf 2024 verder uitgebreid. Bij het overgaan op meerjarige verplichtingen is met WR een overgangsperiode afgesproken tot het boekjaar 2024. De subsidievaststelling voor het jaar 2021 heeft niet in 2022 plaatsgevonden. De hierin verwachte onrechtmatigheid, vanwege de afgesproken overgangsperiode, zal zodoende in 2023 tot uitdrukking komen.
Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer
Het Ministerie van LNV verantwoordt zich met de bijlage «Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer» over de rechtmatigheid en het functioneren van de beheer- en controlesystemen voor de inzet van middelen uit het Europese Fondsen.De ADR heeft voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) geen goedkeurende verklaring afgegeven over het jaar 2022, wegens een overschrijding van de toegestane foutmarge van 2%.
Het betreft de onderstaande 2 tekortkomingen:
-Feitelijk grondgebruik; met name het claimen van subsidie op landbouwgronden waarvan de aanvrager van deze subsidie zowel niet de eigenaar is alsmede ook geen gebruiksrecht heeft. In 2020 heeft RVO de controlesytematiek herijkt en verbeterd. Door RVO zal een grondige analyse zal worden uitgevoerd om in de toekomst te voorkomen.
-Graasdierpremie; uit de conformiteitsaudit over 2020 van de Europese Commissie (DG Agri) naar de maatregelen over vrijwillige gekoppelde steun (VGS) in de schapen- en de rundvleessector volgde een correctie. Omdat voor de aanvraagjaren 2021 en 2022 niet de door DG Agri gevraagde corrigerende maatregelen zijn genomen, is het volledige bedrag niet goedgekeurd door de ADR.
Beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies
Het Ministerie van LNV beschikt over een toereikend beleid om de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van subsidies door begunstigden zo veel mogelijk te beperken. Dit wil zeggen dat die M&O risico’s zo goed mogelijk worden gemitigeerd. Bestaande maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies door begunstigden te bestrijden zijn onder andere: de tijdige opstelling van risicoanalyses met beheersmaatregelen ter bestrijding van M&O, het opvragen van gegevens zoals die bekend zijn bij andere departementen, het in voorkomende gevallen opvragen van accountantsproducten bij subsidieverantwoordingen en het via de fraudecoördinator van RVO melden van vermoedens van fraude bij het OM en het goed informeren van de Tweede Kamer.
Corona regelingen
Voor het reviewbeleid heeft het ministerie enkele accountantsproducten die zijn ontvangen bij de Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 (OVK-regeling) door de Auditdienst Rijk laten reviewen. Hierbij is gebleken dat onduidelijkheid bestaat over de vaste kostencategorieën en dat deze in enkele gevallen ook foutief zijn toegepast. RVO doet, als uitvoerder van deze regeling, op verzoek van LNV nader onderzoek of de toepassing van de vaste kostencategorieën vaker tot interpretatieverschillen heeft geleid. Naar aanleiding van de uitkomsten hiervan zal besloten worden welke maatregelen eventueel genomen worden
Beheersing risico's van fraude, corruptie en belangenverstrengeling
Onder interne fraude wordt verstaan een opzettelijke handeling door een of meer medewerkers waarbij, al dan niet in combinatie met derden, gebruik gemaakt wordt van misleiding om een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. Onder corruptie wordt verstaan opzettelijke handelingen die verband houden met het doen van een gift of een belofte, of die via afpersing of toepassing van geweld, een ander beogen te verleiden iets te doen of na te laten. In 2022 zijn geen materiële interne fraudes en/of corrupties aan het licht getreden die in de bedrijfsvoeringsparagraaf moeten worden vermeld. LNV geeft veel aandacht aan het voorkomen en opsporen van interne fraude en/of corruptie. Zo beschikt LNV over een vastgesteld integriteitsbeleid, een Beveiligingsautoriteit, zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021 en een BVA-team. Het BVA-team geeft advies, houdt toezicht op de integrale beveiliging en laat analyses en audits uitvoeren. Dienstonderdelen geven met een jaarlijks geactualiseerd beheer- en controleplan of risicoparagraaf in het jaarplan aan welke grote risico’s ze voorzien en hoe ze deze risico’s beheersen. Risicomanagement is hiermee verankerd in de Management control-cyclus. Met periodieke managementverificaties en het toepassen van controle technisch functiescheiding en verbijzonderde interne controle bij financiële transacties wordt het risico van interne fraude en daarmee onbetrouwbare informatievoorziening vanuit de administraties van LNV voldoende beheerst. Daarnaast beschikt LNV over een vastgesteld beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen door derden. LNV heeft dit beleid eind 2022 herzien in verband met wijziging die de minister van J&V per 1 oktober 2022 heeft doorgevoerd in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). Met de wijziging kunnen overheden geconstateerd misbruik bij andere overheden opvragen, als er aanwijzingen zijn dat de subsidie wordt gebruikt voor criminele activiteiten. Eventuele signalen van mogelijke fraude worden altijd opgevolgd voor nader onderzoek. Middels een jaarlijkse managementverklaring bevestigen hoofden van dienst dat geconstateerde interne fraudes en/of corruptie zijn gemeld bij de directeur FEZ, de SG en de ADR.
Onderdeel van het integriteitsbeleid is voorts het moeten voldoen aan de normen en regels ter voorkoming van eventuele belangenverstrengeling dat kan leiden tot of als doel kan hebben misbruik of oneigenlijk gebruik van (koersgevoelige) informatie door medewerkers en daarmee reputatieschade voor LNV en/of persoonlijke verrijking. Burgers en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat LNV en zijn medewerkers niet bevooroordeeld of partijdig zijn.
LNV voert in samenwerking met de ADR een additioneel onderzoek uit naar het beheer van risico’s op het gebied van fraude, corruptie en belangenverstrengeling en verankering daarvan in de departementale Managementcontrol-cyclus.
d. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Informatiebeveiliging
Het Ministerie van LNV heeft, conform de richtlijnen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, begin 2023 een «Beeld integrale beveiliging en privacy 2022» afgegeven waarin de status van de informatiebeveiliging in 2022 is omschreven.
Dit betekent dat LNV aan de noodzakelijke wet- en regelgeving (VIR, AVG en BIO), een kwaliteitscyclus heeft ingericht voor continue monitoring van de status van integrale beveiliging en privacy en een organisatie heeft ingericht die dit beheert.
In het rapport Onderzoek toekomstbestendigheid bestaande systemen uit januari 2020 van een extern consultantskantoor zijn constateringen en aanbevelingen gedaan over het IT-landschap van de NVWA. Vanwege de complexiteit van het IT-landschap binnen de NVWA, met navenante problematiek zijn nog niet al de constateringen en aanbeveling opgevolgd. De NVWA gaat in 2023 aanvullende acties ondernemen.
Grote lopende ICT-projecten
Het ministerie van BZK informeert de Tweede Kamer periodiek over departementale grote ICT-projecten. Deze projecten worden op het Rijks-ICT-dashboard openbaar gemaakt en minimaal éénmaal per jaar geactualiseerd. Deze rapportageplicht geldt voor alle ICT-projecten waarvan de kosten tenminste € 5 mln. bedragen.
In 2022 zijn binnen LNV de onderstaande 4 grote ICT-programma’s in uitvoering:
• Programma Informatiehuishouding van de Toekomst (PIT)
• Programma GLB23-27
• Programma VHS/Realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM)
• Project AERIUS
En is 1 groot ICT-project beëindigd: Project Vangstregistratie
3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Nieuw organisatiebesluit LNV
Het directoraat generaal Realisatie Transitie Landelijk Gebied (RTLG) is per 1 oktober 2022 gestart. De aanleiding om RTLG op te richten ligt in het Coalitieakkoord. In dat akkoord wordt ingezet op het aanpakken van de grote urgente maatschappelijke opgaven rondom landbouw, natuur, water en klimaat in het landelijk gebied. RTLG is een regieorganisatie die Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten in staat moet stellen om te komen tot een succesvolle en slagvaardige uitvoering van de transitie van het landelijk gebied volgens de in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) opgenomen doelen. Dat kan door de betrokken overheden hierin als één overheid te laten opereren, door de noodzakelijke samenhang en keuzes tussen de diverse ruimtevragers. Daarvoor worden de volgende twee instrumenten ingezet:
-de regieorganisatie RTLG
-een Transitiefonds
Transitiefonds
In december 2022 is het wetsvoorstel tot oprichting van het Transitiefonds als een begrotingsfonds, zoals bedoeld in artikel 2.11 van de CW, ingediend bij de Staten-Generaal. Goedkeuring wordt begin 2023 verwacht, zodat met ingang van 2024 verplichtingen en uitgaven ten laste van het begrotingsfonds kunnen worden gedaan. Met dit Transitiefonds worden maatregelen bekostigd die nodig zijn om de stikstofbelasting van de natuur terug te dringen, evenals de emissies van broeikasgassen door landbouw en landgebruik. Daarnaast worden hieruit maatregelen gefinancierd die bijdragen aan het beschermen en ontwikkelen van de natuur en het tijdig voldoen aan de Kaderrichtlijn water en maatregelen die bijdragen aan de verduurzaming van de landbouw.
Het voorstel wijst de Minister voor Natuur en Stikstof als fondsbeheerder aan.