Activa | 31-12-2023 | 31-12-2022 | Passiva | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | |||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 14.559.399 | 11.678.712 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 222.644.894 | 185.985.683 | |||
3 | Liquide middelen | 57.095 | 58.948 | 3 | Liquide middelen | 0 | 0 | |||
4 | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 208.475.311 | 174.611.947 | 4a | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 701.005 | 594.677 | 5a | Begrotingsreserves | 701.005 | 594.677 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 22.476 | 21.067 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 469.387 | 384.991 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-comptabel | 223.815.286 | 186.965.351 | Subtotaal intra-comptabel | 223.815.286 | 186.965.351 | |||||
Extra-comptabele posten | Extra-comptabele posten | |||||||||
9 | Openstaande rechten | 52.402.826 | 55.592.322 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 52.402.826 | 55.592.322 | |||
10 | Vorderingen | 3.437.998 | 3.843.981 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 3.437.998 | 3.843.981 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 340.668 | 323.761 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 340.668 | 323.761 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 208.447.768 | 205.303.302 | 13 | Garantieverplichtingen | 208.447.768 | 205.303.302 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 5.418.947 | 6.535.720 | 14 | Andere verplichtingen | 5.418.947 | 6.535.720 | |||
15 | Deelnemingen | 42.021.207 | 41.002.124 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 42.021.207 | 41.002.124 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 312.069.414 | 312.601.210 | Subtotaal extra-comptabel | 312.069.414 | 312.601.210 | |||||
Totaal | 535.884.700 | 499.566.561 | Totaal | 535.884.700 | 499.566.561 |
Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2023. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2023. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2023 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.
5. en 5a. Begrotingsreserves
In de praktijk worden dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorzieningen genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.
Saldo 01-01-2023 | Toevoegingen 2023 | Onttrekkingen 2023 | Saldo 31-12-2023 | Begrotingsartikel | |
Ekv | 585,9 | 129,0 | ‒ 23,3 | 691,6 | 5 |
Garantie BES | 6,0 | 0,0 | 0,0 | 6,0 | 2 |
Garantie NHT | 2,8 | 0,6 | 0,0 | 3,4 | 2 |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 594,7 | 129,6 | ‒ 23,3 | 701,0 |
Ekv
In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht. Deze risicovoorziening werkt als een buffer om meerjarig grote budgettaire schommelingen in de uitgaven binnen het uitgavenplafond van de begroting van het ministerie van Financiën op te kunnen vangen. De opgehaalde, kostendekkende, premies in enig jaar vloeien in deze reserve en schades op afgesloten dossiers, uitvoeringskosten en overige structurele uitgaven vloeien uit de reserve.
Als onderdeel van het derde steunpakket 2023 voor Oekraïne85is daarnaast € 60 mln. vrijgemaakt voor het mogelijk maken van een exportkredietverzekeringsfaciliteit om financiële risico's af te dekken voor Nederlandse bedrijven die willen bijdragen aan de wederopbouw van Oekraïne middels de ekv. Dit bedrag is in 2023 in de reserve gestort.
NHT
Binnen de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT) leveren verzekeraars, herverzekeraars en de Nederlandse staat gezamenlijk een dekkingscapaciteit van €1 mld. per jaar voor terrorismeschade. De NHT is een herverzekeringspool waarop deelnemende verzekeraars een beroep kunnen nadat zij vergoeding hebben uitgekeerd voor schade die is veroorzaakt door terrorisme. De Staat heft een jaarlijkse premie (€ 625.000 over 2023) over het afgegeven garantiebedrag. Deze middelen worden gestort in een per 1 juni 2018 opgerichte begrotingsreserve.
6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die nog met derden moeten worden verrekend. De stand ultimo 2023 van € 22 mln. heeft grotendeels betrekking op de rekening courant ADSB, personeelsgerelateerde voorschotten en de vordering van € 4,3 mln (SDR 3,34 mln.) op DNB a.g.v. van winstafdracht n.a.v. de schuldbehandeling van Somalië bij het IMF.
7. Schulden buiten begrotingsverband
Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die nog aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2023 van € 469 mln. heeft grotendeels betrekking op in december 2023 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies, op btw-ontvangsten uit het éénloketsysteem (OSS) die nog verrekend moeten worden met andere EU-lidstaten, en op de consignatiekas.
9. Openstaande rechten
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2023 | Ultimo 2022 | ||
---|---|---|---|
Belastingvorderingen | 52.253.446 | 55.375.257 | |
Vorderingen DRZ | 75.745 | 96.579 | |
Btw-compensatiefonds | 2.432 | 4.647 | |
Overige | 71.204 | 115.839 | |
Totaal openstaande rechten | 52.402.827 | 55.592.322 |
Belastingvorderingen (Belastingdienst en Douane)
De belangrijkste posten van de ultimo 2023 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen. De stand van de openstaande belastingvorderingen is in 2023 afgenomen met € 3,1 mld. Deze daling wordt met name veroorzaakt door terugbetaling van openstaande coronaschulden en lagere openstaande vorderingen bij de overige middelen. De belangrijkste posten van de ultimo 2023 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Ultimo 2023 | Ultimo 2022 | |
---|---|---|
VpB | 17,1 | 17,1 |
Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen | 11,5 | 11,1 |
Omzetbelasting | 9,1 | 9,5 |
Loonbelasting/premies volksverzekeringen | 10,2 | 11,7 |
Erf- en schenkbelasting | 1,0 | 0,9 |
Zorgverzekeringswet | 0,7 | 0,7 |
Dividendbelasting | 0,6 | 0,5 |
Overig | 2,1 | 3,9 |
Totaal | 52,3 | 55,4 |
Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de nog openstaande belastingvorderingen zijn ontstaan.
Figuur 8 - Ouderdom van de Belastingvorderingen (verdeling in procenten)
Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 86% van de openstaande belastingvorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 25% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.
Het verruimde uitstel van betaling in het kader van het corona-steun- en herstelpakket bedroeg ultimo 2023 voor de grootste belastingmiddelen in totaal € 11,6 mld. Bij de Voorjaarsnota 2023 is geraamd dat ongeveer € 2,5 mld. van deze belastingschuld uiteindelijk niet afgelost wordt. Het voornemen is deze raming jaarlijks in het voorjaar te actualiseren naar nieuwe inzichten.
De Belastingdienst en de Douane boeken vorderingen, die niet meer verhaald kunnen worden op de belastingplichtige, als oninbaar. Er worden dan geen invorderingsmaatregelen meer genomen. Een als oninbaar geboekte vordering blijft nog wel invorderbaar (tot het moment van verjaring). Als alsnog betaald wordt of verrekend kan worden, wordt dit bedrag afgeboekt op de vordering. In 2023 bedroeg het nettobedrag aan als oninbaar geboekte vorderingen (incl. alsnog gerealiseerde afboekingen) € 1,1 mld.
Ultimo 2023 | Ultimo 2022 | |
---|---|---|
Ultimo vorig jaar | 55.375.257 | 49.766.954 |
Ontstane rechten | 128.223.750 | 111.114.554 |
Vervallen rechten | ‒ 131.345.561 | ‒ 105.506.251 |
Totaal | 52.253.446 | 55.375.257 |
Ultimo 2023 | Ultimo 2022 | |
---|---|---|
Reguliere belastingvorderingen | 49.308.895 | 52.475.292 |
Rechten BCN | 73.441 | 70.701 |
Conserverende aanslagen Inkomstenbelasting/Premies volksverzekeringen (IB/PVV) | 2.850.511 | 2.791.726 |
Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting | 20.599 | 37.538 |
Totaal | 52.253.446 | 55.375.257 |
Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst en de Douane geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten, gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2023 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.
Van de totale € 52,3 mld. zijn de conserverende aanslagen, € 2,9 mld., niet direct invorderbaar.
Vorderingen DRZ
De vorderingen (rechten) van € 75,7 mln. ultimo 2023 hebben betrekking op de periode tot en met 2027. Dit betekent dat de vorderingen in de jaren 2024-2027 worden ontvangen. De vorderingen van DRZ bestaan voor 98,7% uit verkopen van militair strategische roerende zaken. In 2023 is door DRZ € 49,7 mln. aan betalingen ontvangen voor militair strategische goederen van Defensie.
De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen DRZ is als volgt:
Ontstaan vóór 2020 | 23.664 |
---|---|
Ontstaan in 2020 | 0 |
Ontstaan in 2021 | 0 |
Ontstaan in 2022 | 48.510 |
Ontstaan in 2023 | 3.571 |
Totaal | 75.745 |
Overige
Financiën heeft nog een vordering van € 40,1 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen en van € 31,1 mln. nog terug te ontvangen dividendbelasting over 2023.
10. Vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
31-12-2023 | 31-12-2022 | ||
---|---|---|---|
Lening Griekenland | 2.392.052 | 2.711.890 | |
Lening Oekraïne | 200.000 | 200.000 | |
Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering | 285.449 | 301.266 | |
Overige vorderingen exportkredietverzekering | 507.424 | 576.285 | |
Overige | 53.074 | 54.540 | |
Totaal | 3.437.998 | 3.843.980 |
Lening Griekenland
In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg daarvan is besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de bilaterale leningen in het GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF was in totaal € 3,2 mld. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt en is Griekenland in 2020 gestart met het terugbetalen van de leningen. Eind 2023 bedraagt het Nederlandse aandeel in de GLF € 2,4 mld.
Lening Oekraïne
Nederland heeft in 2022 een bilaterale lening verstrekt van € 200 mln. aan Oekraïne via een speciale kredietlijn van het IMF. Deze begrotingssteun levert een bijdrage aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. De lening neemt na een respijtperiode van 4,5 jaar na uitgifte af middels halfjaarlijkse terugbetalingen. Het bedrag moet 10 jaar na uitgifte terug zijn betaald.
Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering
Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 285 mln. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.
Overige vorderingen exportkredietverzekeringen
De overige vorderingenstand ekv neemt in 2023 met € 68,9 mln af. Dit is het saldo van enerzijds nieuwe vorderingen door het uitbetalen van schade-uitkeringen en anderzijds het afsluiten van een aantal schadedossiers waarop geen recuperatie meer mogelijk is.
Niet uit de balans blijkende vordering
Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). Het betreft een statutaire verplichting voor de aandeelhouders om onder bepaalde voorwaarden de waarde van hun originele ingelegde kapitaalinleg in nationale valuta constant te houden. De stand van de MOV-posities bedroeg in 2023 € 34,9 mln. Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.
Ouderdomsoverzicht van de vorderingen
De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:
Ontstaan voor 2020 | 2.428.110 | |
---|---|---|
Ontstaan in 2020 | 8 | |
Ontstaan in 2021 | 0 | |
Ontstaan in 2022 | 200.043 | |
Ontstaan in 2023 | 16.965 | |
Totaal | 2.645.125 |
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.
Direct opeisbare vorderingen | 811.920 | |
---|---|---|
Op termijn opeisbare vorderingen | 2.603.578 | |
Geconditioneerde vorderingen | 22.500 | |
Totaal | 3.437.998 |
11. Schulden
Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. De begroting IXB van het ministerie van Financiën heeft geen schulden.
12. Voorschotten
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2023 | Ultimo 2022 | |
Herverzekering leverancierskredieten | ‒ 134.256 | ‒ 136.986 |
Btw-compensatiefonds | 144.807 | 137.300 |
Overige | 330.117 | 323.446 |
Totaal | 340.667 | 323.760 |
Herverzekering leverancierskredieten
De in 2023 en eerdere jaren betaalde en ontvangen bedragen in het kader van de herverzekering leverancierskredieten hebben een voorlopig karakter. De bedragen worden vanaf 2024 definitief vastgesteld. Deze vaststelling betreft zowel de uitgaven als de ontvangsten. Daarom is het saldo van de betaalde en ontvangen bedragen als voorschot opgenomen. Aangezien er tot zover meer is ontvangen dan betaald, leidt dit tot een negatief voorschotbedrag van per saldo € 134,3 mln.
Btw-compensatiefonds
Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten en regionale openbare lichamen.
Overige voorschotten
Voor € 145 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2023.
Daarnaast betreft dit voor € 127 mln. voorschotten programmakosten Toeslagen (herstelregelingen). Het grootste gedeelte daarvan zijn voorschotten voor de uitvoering en de betaling van de private schuldenregeling. Het volledige bedrag wordt als voorschot aangemerkt, totdat de besteding is gecontroleerd door de accountant van SBN. Deze controle vindt plaats na afsluiting van de jaarrekening van het ministerie van Financiën.
Het volgende overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Tevens is aangeven welk deel in 2022 tot afrekening is gekomen.
Saldo | Verstrekt 2023 | Afgerekend 2023 | Saldo | |
1-1-2023 | 31-12-2023 | |||
vóór 2020 | 892 | 0 | 892 | 0 |
2020 | 2.473 | 0 | 939 | 1.534 |
2021 | 10.893 | 0 | 9.220 | 1.673 |
2022 | 309.502 | 0 | 274.460 | 35.042 |
2023 | 0 | 524.418 | 222.000 | 302.418 |
Totaal | 323.760 | 524.418 | 507.511 | 340.667 |
13. Garantieverplichting
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Artikel | Uitstaande Garanties 2022 | Verleend1 | Vervallen 20231 | Negatieve bijstellingen 2023 | Uitstaande garanties 2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Belastingen | 353 | 82 | 2491 | 1342 | 52 | |
2 | Financiële markten | 13.559.052 | 10.000 | 2.3761 | 13.566.676 | ||
3 | Financierings-activiteiten publiek-private sector | 1.568.135 | 14.494.066 | 1.561.500 | 14.500.701 | ||
4 | Internationale financiële betrekkingen | 171.320.666 | 3.873.315 | 563.810 | 12.112.6181 | 162.517.554 | |
5 | Exportkrediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen | 18.855.095 | 3.688.868 | 4.681.1772 | 17.862.786 | ||
205.303.301 | 22.066.331 | 2.125.310 | 12.115.243 | 4.681.311 | 208.447.768 |
Bovenstaande tabel bevat het totaal van de interne garanties met betrekking tot schatkistbankieren door de AFM en alle externe garantieverplichtingen uit hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen. In de tabel risicoregelingen worden garanties met betrekking tot schatkistbankieren niet opgenomen. De garantie voor schatkistbankieren door AFM zit wel in bovenstaande tabel en niet in de tabel risicoregelingen. Daarom is de stand van de de begin - en eindstand in bovenstaande tabel 70 mln. respectievelijk 80 mln. hoger dan in het overzicht risicoregelingen.
14. Andere verplichtingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Saldo per01-01-2023 | Aangegaan in 2023 | Negatieve bijstelling in 2023 | Betalingen in 2023 | Saldo per31-12-2023 | |
---|---|---|---|---|---|
1. Belastingen | 867.994 | 3.556.765 | ‒ 188.212 | ‒ 3.345.265 | 891.282 |
2. Financiële Markten | 5.469 | 1.018.148 | ‒ 26.755 | ‒ 995.808 | 1.055 |
3. Financiering publiek private sector | 2.887.495 | 4.476.232 | ‒ 2.578.385 | ‒ 2.741.546 | 2.043.795 |
4. Internationale financiële betrekkingen | 1.839.612 | 641.266 | ‒ 364.889 | ‒ 422.103 | 1.693.885 |
5. Exportkredietverzekering | 29.689 | 321.657 | ‒ 188.753 | ‒ 152.178 | 10.416 |
8. Apparaatsuitgaven | 70.440 | 617.352 | ‒ 99.978 | ‒ 402.551 | 185.264 |
9. Douane | 41.564 | 787.383 | ‒ 13.901 | ‒ 767.608 | 47.437 |
13. Toeslagen | 793.457 | 1.995.105 | ‒ 650.471 | ‒ 1.592.278 | 545.812 |
Totaal | 6.535.719 | 13.413.907 | ‒ 4.111.343 | ‒ 10.419.336 | 5.418.947 |
Andere verplichtingen
Bovenstaande tabel geeft inzicht in het verloop van de andere verplichtingen. De kolom «Aangegaan in 2023» bevat alle aangegane verplichtingen en positieve bijstellingen op verplichtingen in 2023. De kolom «Negatieve bijstelling in 2023» bevat alle negatieve bijstellingen op verplichtingen in 2023. Van alle negatieve bijstellingen groter dan € 25 mln. is alleen de bijstelling van de lening KLM van € 722,9 mln. een negatieve bijstelling van een verplichting uit voorgaande jaren als gevolg van de beëindiging van het steunpakket aan KLM per 17 april 2023. Alle andere negatieve bijstellingen groter dan € 25 mln. zijn technische bijstellingen en betreffen budgetneutrale op- en afboekingen van bestaande verplichtingen.
Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen
In 2023 zijn er geen andere verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
Niet uit de saldibalans blijkende financiële risico’s voortkomend uit lopende juridische procedures
In 2023 zijn er geen juridische procedures die een significante impact kunnen hebben op de financiële positie van het ministerie van Financiën die conform de definitie in de Rijksbegrotingsvoorschriften moeten worden vermeld. Vertrouwelijke juridische procedures en procedures over belastingopbrengsten zijn hiervan uitgezonderd en worden hier niet vermeld.
15. Deelnemingen
De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:
– Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
– Internationale instellingen: op basis van de historische aanschafwaarde tegen de wisselkoers per 31 december 2023. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.
De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de tweede kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2023 vermeld.
Aandeel in % | Ultimo 2023 | Ultimo 2022 | |
Nederlandse ondernemingen | |||
ABN AMRO GROUP N.V. | 48,67 | 10.544.044 | 12.186.590 |
N.V. Nederlandse Gasunie | 100,00 | 10.067.312 | 10.067.312 |
TenneT Holding N.V. | 100,00 | 4.722.000 | 3.120.000 |
Volksbank Holding B.V. | 100,00 | 2.700.000 | 2.700.000 |
SRH N.V. | 100,00 | 2.200.000 | 2.200.000 |
N.V. Nederlandse Spoorwegen | 100,00 | 1.012.265 | 1.012.265 |
Air France-KLM S.A. | 9,30 | 954.996 | 954.996 |
De Nederlandsche Bank N.V. | 100,00 | 500.000 | 500.000 |
Havenbedrijf Rotterdam N.V. | 29,20 | 462.667 | 462.667 |
Invest-NL | 100,00 | 600.000 | 350.000 |
Invest International | 51,00 | 469.163 | 209.163 |
Nederlandse Loterij B.V. | 99,00 | 78.273 | 78.273 |
BNG Bank N.V. | 50,00 | 69.613 | 69.613 |
Royal Schiphol Group N.V. | 69,80 | 58.937 | 58.937 |
Stedin | 11,90 | 500.000 | |
Overige | div. | 73.209 | 73.209 |
Subtotaal Nederlandse ondernemingen | 35.012.479 | 34.043.025 | |
Internationale instellingen | |||
European Stability Mechanism (ESM) | 5,63 | 4.559.860 | 4.563.050 |
European Investment Bank (EIB) | 5,21 | 1.155.143 | 1.155.143 |
International Finance Corporation (IFC) | 2,17 | 469.754 | 466.445 |
Internat. Bank of Reconstr. and Development (IBRD) | 1,94 | 430.695 | 416.807 |
Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) | 1,09 | 227.735 | 193.418 |
European Bank for Reconstr. and Development (EBRD) | 2,48 | 155.250 | 155.250 |
Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) | 1,84 | 8.666 | 7.360 |
European Financial Stability Facility (EFSF) | 5,70 | 1.625 | 1.625 |
Subtotaal internationale deelnemingen | 7.008.728 | 6.959.098 | |
Totaal deelnemingen | 42.021.207 | 41.002.123 |
ABN AMRO GROUP N.V.
Na de verkrijging van ABN AMRO in 2008 is steeds het tijdelijke karakter van het staatsaandeelhouderschap benadrukt. In 2015 is de eerste stap gezet met de beursgang en sindsdien is het staatsbelang verder afgebouwd. In 2023 liggen hier twee verkoopprogramma's aan ten grondslag. Het eerste verkoopprogramma liep van februari 2023 tot en met oktober 2023. Hiermee is het staatsbelang teruggebracht tot 49,5%. Het tweede verkoopprogramma is aangekondigd op 30 november 2023 en heeft als doel om het staatsbelang af te bouwen tot ongeveer 40%. Het staatsbelang was door dit verkoopprogramma eind 2023 gedaald naar 48,67%. Dit belang is in bovenstaande tabel gewaardeerd tegen de oorspronkelijke aankoopprijs.
TenneT N.V., Invest International en Invest-NL
De mutaties zijn het gevolg van kapitaalstortingen. In de zeggenschap hebben geen wijzigingen plaatsgevonden. Bij TenneT betreft dit een bedrag van € 1,6 mld., bij Invest International € 260 mln. en bij Invest-NL € 250 mln.
Stedin
In 2023 heeft de staat € 500 mln. gestort in Stedin. Met de participatie van de staat in Stedin wordt een staatsdeelneming aangegaan. Met de storting van heeft de Staat een aandelenbelang van 11,9%.
ESM
De kortingsperiode van Estland binnen het ESM is afgelopen. Hierdoor heeft Nederland € 3,2 mln. kapitaal teruggestort gekregen en is het aandelenpercentage aangepast.
Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)
De deelnemingen worden bijgesteld o.b.v. de wisselkoers van de USD t.o.v. de euro. Daarnaast zijn er kapitaalbijdrages geweest voor het IBRD en IFC. De aandelenpercentages van IBRD en MIGA zijn tevens gewijzigd.
AIIB
De deelneming is bijgesteld o.b.v. de wisselkoers van de USD t.o.v. de euro. Het aandelenpercentage is tevens gewijzigd.