Base description which applies to whole site

3. Defensiematerieelverslag

Inleiding

Twee jaar na de grootschalige inval in Oekraïne is Rusland nog altijd bezig met een brute oorlog in het hart van Europa met grote aantallen slachtoffers en veel materiele schade. Deze oorlog kenmerkt de huidige mondiale veiligheidssituatie, waarin spanningen en instabiliteit, ook aan de randen van Europa, steeds vaker leiden tot militaire conflicten en escalatie.

De Russische agressie in Oekraïne is ongekend in de recente Europese geschiedenis. Rusland is overgegaan op een oorlogseconomie en ontwikkelt daarmee het potentieel om Europa op de proef te stellen. Dit verreist dat Europa, waaronder Nederland, hierop meer voorbereid moet zijn en militaire verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid. De oorlog in Oekraïne is kenmerkend voor de verslechterde – en nog steeds verslechterende – veiligheidssituatie in Europa en de wereld. In toenemende mate is sprake van spanningen en instabiliteit, maar ook van militaire conflicten en escalatie.

In 2023 heeft Defensie daarom voortgebouwd aan het versterken van de Nederlandse krijgsmacht. Defensie heeft verder geïnvesteerd in een krijgsmacht voor de toekomst, gestoeld op een moderne, technologisch hoogwaardige organisatie met een sneller reactievermogen, groter aanpassingsvermogen en betere gevechtskracht, handelend op basis van de beste informatie.

Investeringen

Door de extra middelen uit de Defensienota 2022 (DN22) van 1 juni 2022 is de omvang van het investeringsportfolio van Defensie toegenomen. Deze toename is terug te zien in het aantal investeringsprojecten dat sinds het najaar van 2022 het bestuurlijke en, indien nodig, politieke besluitvormingsproces heeft doorlopen. Waar dit in 2021 nog minder dan 50 projecten betrof, was in 2022 sprake van ongeveer 120 projecten en zijn in 2023 ruim 130 projecten uit de voorbereidingsfase in realisatie gegeven. Door de aanpassingen in het Defensie Materieel Proces (DMP) en de pragmatische en versnelde besluitvorming intern, werkt Defensie toe naar een nog efficiëntere realisatie van de maatregelen uit de DN22.

Nieuwe materieelprojecten die in 2023 zijn gestart zijn onder andere ‘Verwerving Maritime Strike’, het programma ‘Verwerving inzetvoorraden (munitie)’, ‘Verwerving Medium Utility Helikopter (Aanschaf H225M Caracal)’, de bewapening van de MQ-9 en de Maritieme Surveillance POD voor de MQ-9. Voor wat betreft het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed van Defensie zijn onder andere de projecten ‘Concentreren en revitaliseren Johannes Post Kazerne Havelte’ en ‘Revitalisering Vliegbasis Woensdrecht’ uit het eerste werkpakket gestart. IT-projecten uit de DN22 die in 2023 zijn gestart, zijn onder andere ‘Realisatie uitvoeringsplan Cyber Readiness’ en de start van de realisatie van het programma ‘FOXTROT’.

Naast investeringsprojecten zijn in 2023 ook diverse maatregelen gestart die bijdragen aan het inrichten van de organisatie zodat deze gebruik kan maken van nieuwe of aanvullende capaciteiten. Dit betrof onder andere ‘Versterken Vuursteun’, ‘Versterken Grondgebonden Lucht- en Raketverdediging’, ‘Programma versterken Geneeskundige Keten’, ‘Militaire Politie Eskadron en capaciteit voor bijstand KMar’, ‘KMar-eenheid Persoonsbeveiliging Nederland’ en ‘Verwerving ISR-capaciteit Noordzee’.

Wendbaarheid

Defensie heeft in 2023 wederom mogelijkheden verkend voor versnellingen en internationale samenwerking. Met ingang van 2023 is het DMP geactualiseerd met aanpassingen op drie aspecten (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 1 november 2022): 1) het ophogen van de financiële ondergrens van € 25 miljoen naar € 50 miljoen, 2) het ophogen van de mandateringsgrens naar € 250 miljoen en 3) het clusteren van DMP-brieven. Met deze verhoging van de wendbaarheid van processen behaalt Defensie versnelling. Defensie zet haar schaarse capaciteit gedurende het proces dat loopt van de behoeftestelling tot en met levering van goederen en diensten zo efficient mogelijk in, om zo nieuw materieel te verwerven. In deze context verwijst ‘wendbaarheid’ ook naar een prioriteringsinstrument, niet alleen naar kortere doorlooptijden.

Een van de voorbeelden waarbij Defensie versnelling van verwerving heeft weten toe te passen, betreft de aankoop van raketartillerie voor de Landmacht. In oktober 2022 is de gecombineerde A/B-brief binnen zes maanden gevolgd door een D-brief, waarna de eerste systemen eind 2023 zijn ontvangen.

Daarnaast is internationale samenwerking met Europese en NAVO-partners in belang toegenomen. Dit geldt niet alleen voor de steun aan Oekraïne. Ook op het gebied van verwerving, gebruik, gereedstelling en instandhouding trekken we steeds nauwer op met onze partners. Europese vraagbundeling speelt daarnaast in toenemende mate een grote rol. De meest recente concrete resultaten zijn het opzetten van de Europese productielijn voor Patriot-raketten in Duitsland en het initiatief van de Europese Unie (EU) om munitieproductie gezamenlijk te verhogen.

Industriesamenwerking

De geopolitieke ontwikkelingen dwingen de Europese Unie (EU) en de NAVO om de strategische autonomie van Europa te versterken. In deze context is Defensie in 2023 gestart met de verkenning voor passend instrumentarium, de mogelijke aanpassingen die nodig zijn in aanbestedingstrajecten en de inventarisatie van programma's waar partnerschappen met EU-lidstaten noodzakelijk zijn. Zo geeft het invulling aan de nationale en Europese uitvoeringsagenda van de defensie industrie strategie.

Deelname aan internationale projecten heeft een positief effect op de positionering van de Nederlandse defensie-industrie en de kennisinstellingen. Defensie is in 2023 verder gegaan met het uitwerken en uitvoeren van de maatregelen van de Kamerbrief ‘Defensie-Industrie Strategie (DIS) in een nieuwe geopolitieke context’ uit november 2022 (Kamerstuk 31 125, nr. 92). Defensie heeft ingezet op het versterken van ecosystemen, met name in het maritieme domein, IT, Cyber en Space, en langs de lijnen van kennis en innovatie. Zo is samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) invulling gegeven aan de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Ook is onder leiding van Defensie een interdepartementale taskforce gestart onder auspiciën van de Nationale Veiligheidsraad, met als doel om tot concrete voorstellen te komen om de leverings- en productiezekerheid van munitie- en materieelproductie te verhogen voor zowel de continuering van steun aan Oekraïne als voor het versterken van de eigen operationele gereedheid.

Zoals aangekondigd in de Kamerbrief «Voortgang wetgevingstraject sectorale investeringstoets defensie-industrie» (Kamerstuk 31 125, nr. 113 van 26 juni 2020), wil het kabinet met een stelsel van investeringstoetsing voorkomen dat risico’s voor de nationale veiligheid ontstaan als gevolg van ongewenste investeringen, fusies en overnames van bedrijven. Binnen dit stelstel bereidt Defensie samen met EZK een wetsvoorstel voor dat een sectorale investeringstoets voor de defensie-industrie en een stelsel van veiligheidsverklaringen voor bedrijven omvat. Hiermee wil het kabinet de risico’s voor de continuïteit van processen die essentieel zijn voor de samenleving (‘vitale processen’) beheersen.

De sectorale investeringstoets verbetert de weerbaarheid van de Nederlandse defensie-industrie en moet voorkomen dat een ongewenste partij zeggenschap of invloed verwerft bij een leverancier die wezenlijk is voor het functioneren van de krijgsmacht. Daarnaast voorziet dit wetsontwerp in een door de overheid af te geven veiligheidsverklaring voor Nederlandse bedrijven om de weerbaarheid van Defensie-leveringsketens te vergroten. Met een dergelijke verklaring hebben deze bedrijven een betere positie bij buitenlandse defensieopdrachten en onderzoeksprojecten zoals bijvoorbeeld gefinancierd door het Europese Defensie Fonds (EDF).

Innovatie

In november 2022 heeft Defensie de Uitvoeringsagenda Onderzoek en Innovatie naar de kamer verstuurd die de maatregelen ter versterking van kennis en innovatie (K&I) uiteenzet en speerpunten definieert (Kamerstuk 31 125, nr. 122). In 2023 heeft Defensie invulling gegeven aan alle maatregelen:

  • 1. De kennisbasis bij de kennisinstituten is versterkt met extra programma’s;

  • 2. De aanvullende kennisopbouw op strategische speerpunten van Defensie is gestart, o.a. op gebied van arbeidsextensivering, Artificial Intelligence en verduurzaming;

  • 3. Er is voor 15 miljoen euro extra geïnvesteerd in technologieontwikkeling met kennisinstituten en bedrijven op onderwerpen als voertuigdetectie door kunstmatige intelligentie getraind met synthetische beelden, akoestische drone detectie met technieken geïnspireerd op de natuur of automatische inspectie van composietmaterialen voor onderhoud;

  • 4. Er zijn (inter)nationale R&T-samenwerkingen met diverse partners in gang gezet, zoals via NWO, CMRE en het Von Karmon Instituut. Ook heeft Defensie een eerste jaarlijkse bijdrage kunnen leveren aan het NATO Innovation Fund (NIF);

  • 5. Alle Defensieonderdelen hebben een innovatiecentrum gekregen/geborgd en budget ingezet om met innovatiepartners (o.a. bedrijfsleven) te kunnen experimenteren;

  • 6. Voorgenoemd experimenteren met innovatiepartners gebeurt bijvoorbeeld in de vorm van ecosystemen; en

  • 7. De financiële en juridische expertise is aangesterkt om succesvol in zulke ecosystemen te kunnen werken.

Eén van de innovatieve gebieden waarbinnen Defensie in 2023 capaciteiten heeft ontwikkeld, betreft het ruimtedomein. In juni 2023 heeft de Kamer de A-brief ‘Opbouw operationele satelliet capaciteit’ ontvangen (Kamerstuk 27 830, nr. 405). Verder heeft het Amerikaanse bedrijf SpaceX begin 2023 twee Noors-Nederlandse nanosatellieten gelanceerd. Deze lancering vloeit voort uit het samenwerkingsverband SMART/MilSpace waarin, naast de ministeries van Defensie van Nederland en Noorwegen, ook de strategische kennispartners nauw samenwerken.

In mei 2023 startte de (interdepartementale) Regiecommissie Ruimtevaart aan de nationale lange termijn ruimtevaartagenda (civiel-militair). Defensie droeg bij aan het interdepartementaal ontwikkelen van deze agenda, waarmee de Defensiebelangen zijn geborgd. Defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) stelden, samen met andere bij het ruimtedomein betrokken departementen, het Nederlandse standpunt op over de EU Ruimte Strategie voor Veiligheid en Defensie (BNC-fiche, Kamerstuk 22112, nr. 3664 van 21 april 2023). Voor Defensie is het belangrijk dat het ruimtedomein als operationeel strategisch domein wordt erkend.

Vanuit het Europees Defensiefonds zijn drie voor het ruimtedomein interessante projecten gehonoreerd met Nederlandse inbreng. Dit zijn REACTS, SPIDER en ODIN’s EYE 2. Aan al deze projecten draagt Defensie direct of indirect bij.

Vastgoed en omgeving

Defensie heeft een omvangrijke vastgoedopgave waarbinnen veel locaties moeten worden verbouwd of gerevitaliseerd. In 2023 heeft Defensie opvolging gegeven aan een aantal van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer op het gebied van vastgoed die voortkomen uit het verantwoordingsonderzoek 2021. Zo is een plan opgesteld over welk vastgoed Defensie wil behouden en welk vastgoed wordt afgestoten. Hierbij zijn concrete doelen gesteld qua termijn van afstoting. Defensie actualiseert en evalueert dit plan jaarlijks met het oog op de voortgang. De nog resterende aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer zijn opgepakt met de concentratie, verduurzaming en vernieuwing van het vastgoed van Defensie.

Zoals in het Strategisch Vastgoedplan (SVP) 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 12 van 2 december 2022) is gemeld, wil Defensie met het het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed de operationele gereedheid verhogen, de werk- en woonomstandigheden op de kazernes verbeteren om een goede en aantrekkelijke werkgever te blijven, de duurzaamheid van het vastgoed ontwikkelen en de betaalbaarheid verbeteren. Ook werkt Defensie toe naar een stevigere samenwerking met regio’s, voor een invulling van de opgaven met draagvlak en meerwaarde voor alle betrokken partijen. In 2023 is de Kamer geïnformeerd over het bestuurlijk besluit als resultaat van een gezamenlijke visie op de invulling van de kazernes in Assen en Havelte (Kamerstuk 36 124, nr. 26 van 6 februari 2023) en over de behoeftestelling voor het project ‘Concentreren en revitaliseren van de Johannes Postkazerne’ in Havelte (Kamerstuk 36 124, nr. 37 van 20 december 2023).

Ruimte voor Defensie

In 2023 heeft Defensie het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) aangekondigd (Kamerstuk 26 124, nr. 33 van 5 juli 2023). Het NPRD brengt (1) de extra ruimtevraag van Defensie ten opzichte van de NOVI in beeld, (2) weegt deze af ten opzichte van de andere ruimtevragen en (3) heeft als doel de besloten ruimte uiteindelijk planologisch-juridisch te borgen. Defensie heeft de extra ruimtevraag eind 2023 in beeld gebracht en op 15 december 2023 gepubliceerd in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau NPRD. Vervolgens is een plan MER en participatie traject gestart. Op basis van de hieruit voortkomende beslisinformatie worden keuzes voorbereid over nut en noodzaak van het voorgestelde ruimtegebruik door Defensie. Deze keuzes worden door NPRD opgenomen in een nationale beleidsvisie, die onderdeel vormt van het NPRD. Uiteindelijk is het aan een volgend kabinet om hier een besluit over te nemen.

Defensie heeft ook te maken met de gevolgen van de stikstofproblematiek. Om verschillende plannen en projecten van Defensie vergunbaar te krijgen als het gaat om effecten op de natuur, zijn de stikstofeffecten van bouwprojecten en de beperkte beschikbaarheid van stikstofruimte een knelpunt. Met behulp van een onderzoek heeft Defensie in 2023 inzicht gekregen in de huidige stikstofuitstoot en de vergunde stikstofruimte (in de referentiesituatie) voor verschillende Defensielocaties. Het onderzoek richtte zich op de stikstofsituatie op 51 defensielocaties die in of nabij Natura 2000-gebieden liggen en/of waar ontwikkelingen met stikstofimpact gepland staan. Hierdoor kan Defensie beoordelen of nieuwe activiteiten of projecten kunnen worden gerealiseerd door de uitstoot van stikstof zo vorm te geven dat deze wordt opgelost binnen het project of op locatie. Daarnaast heeft Defensie gewerkt een beter inzicht in de stikstofruimte die nodig is voor geplande projecten en activiteiten.

IT

De ontwikkeling van informatietechnologie (IT) leidt tot een steeds verder gedigitaliseerde wereld en daarmee ook toegenomen digitale dreiging. Defensie moet zich weren tegen deze cyberdreigingen, zelf offensieve cybercapaciteiten hebben en meegaan met de ontwikkelingen op het gebied van onder meer Data Science en Artificial Intelligence. Ook brengt Defensie de informatiehuishouding de komende jaren naar een hoger niveau. Met andere woorden: Defensie wordt een informatie-gestuurde organisatie. Informatiegestuurd werken en optreden is een van de actielijnen van de DN22.

Op 4 juli 2023 heeft de Kamer de beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO) ontvangen (Kamerstuk 36 124, nr. 35). In deze beleidsvisie zet Defensie uiteen wat zij verstaat onder IGO. Sinds het tweede kwartaal van 2023 is de Chief Information Officer (CIO) verantwoordelijk voor de centrale coördinatie van IGO binnen Defensie. Als onderdeel van deze coördinerende rol geeft de CIO richting aan de uitvoering van de beleidsvisie.

In 2023 is Defensie verder gegaan met een aantal Defensie-brede IT-programma’s, waaronder de implementatie van het programma ROGER. Dit programma draagt zorg voor vervanging van SAP R3 door S4/HANA, waardoor de financiële en materiële processen binnen Defensie door kunnen blijven gaan. Tegelijkertijd legt ROGER de basis voor een bedrijfsvoeringssysteem met mogelijkheden tot real time informatievoorziening en analytics. Het programma ligt nog steeds op koers om de opdracht eind 2025 te hebben afgerond. In het derde kwartaal van 2023 zijn drie scope-uitbreidingen goedgekeurd, te weten ‘Inzicht in Kosten’, ‘Uitbreiding Transportmanagement’ en het nieuwe ‘Rollen- en Autorisatieconcept’. Met deze laatste uitbreiding wordt het mogelijk om functiescheidingsconflicten te herkennen, conflictvrije rollen te bouwen en deze twee zaken te analyseren en monitoren. In het derde kwartaal van 2023 is een grote upgrade van S/4HANA (project Core Release) met succes uitgevoerd. De problematiek rondom de beperkingen van de SATCOM-Infrastructuur vraagt nog steeds aandacht. Defensie is bezig om de betreffende knelpunten te adresseren, waarmee het programma als ‘in control’ wordt beschouwd.

In 2023 hebben zowel de CIO van Defensie als het AcICT belangrijke aanbevelingen over het programma Grensverleggende IT (GrIT) gedaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd bij aanbieding van de derde voortgangsrapportage GrIT (Kamerstuk 35 728, nr. 11). In reactie op vervolgvragen van de Kamer heeft Defensie aangegeven te werken aan een nieuwe realisatie- en implementatiestrategie voor het programma (Kamerstuk 35 728, nr. 12)

Ook op vlak van operationele IT heeft Defensie in 2023 stappen gezet op verschillende domeinen. Met het programma FOXTROT geeft Defensie invulling aan de modernisering van het tactisch mobiele domein. In 2023 informeerde Defensie de Kamer over de omvang en inhoud van het programma en de verwerving van militaire transmissiemiddelen bouwblok (MTBB) middels de A-brief programma Foxtrot en de B-brief MTBB voor een van de deelprojecten binnen het programma (Kamerstukken 27 830, nr. 418 en nr. 419 van 20 november 2023). Met de start van de verwerving van militaire transmissiemiddelen bestemd voor het tactisch mobiele domein, is een volgende stap gezet in de krijgsmacht-brede transitie naar informatiegestuurd optreden (IGO). Deze radio’s vormen een belangrijke bouwsteen voor de uiteindelijke FOXTROT oplossing en zorgen voor een verbeterde interoperabiliteit met Duitsland en andere NAVO-partners. In 2024 zal het zogenaamde zenuwstelsel van de FOXTROT-oplossing volgen; het bouwblok Platform Infra.

Nieuwe projecten en mijlpalen

In 2023 heeft Defensie 19 nieuwe projecten gestart met een financiële omvang van meer dan € 50 miljoen. Voorbeelden van nieuw aangekondigde projecten zijn de aanvulling van de inzetvoorraad munitie (Kamerstuk 27 830, nr. 395 van 18 april 2023), de SIGINT/ESM capaciteit en bewapening van de MQ-9 (Kamerstukken 27 830, nr. 383 van 18 januari 2023 en nr. 399 van 23 mei 2023), Deep Strike Capaciteit Air en Maritiem (Kamerstuk 27 830, nr. 391 van 3 april 2023), de opbouw van militaire satellietcapaciteiten (Kamerstuk 27 830, nr. 405 van 5 juni 2023) en de vervanging van de Medium Utility helikopter (Kamerstuk 27 830, nr. 403 van 5 juni 2023).

Defensie is in 2023 voor een recordbedrag van € 8,9 miljard aan verplichtingen aangegaan door middel van het afsluiten van contracten. Voorbeelden zijn de contracttekening voor de verwerving van Counter-UAS-middelen, de contracttekening van de Anti-Submarine Warfare Fregat (ASWF), en het tekenen van de implementing arrangement voor de verwerving van raketartillerie. Ook tekende Defensie contracten voor de interim-radar, de Air Assault-voertuigen, en meerdere kleinere verwervingen zoals straalzenders en verrekijkers.

In 2023 heeft Defensie ook verder gewerkt aan de verschillende projecten die al deel uitmaakten van het investeringsprogramma. Zo is de krijgsmacht in 2023 versterkt door verschillende nieuwe leveringen. Voorbeelden zijn de leveringen van het eerste interim Air Assault-voertuig, het tweede kustwachtvliegtuig, de eerste ESSM Block 2-raketten, het eerste Manticore-voertuig, de nieuwe periscooptrainer NLBEOPS, de eerste Apache AH-64E helikopter en is het Mijnenbestrijdingsvaartuig Vlissingen te water gelaten. Ook heeft Defensie de nieuwe Gulfstream en de eerste elektrische werkboot in 2023 in gebruik genomen en is Zr.Ms Johan de Witt weer uitgevaren na een mid-life update.

Echter was er in 2023 ook sprake van vertraagde leveringen. De toegenomen wereldwijde vraag op de Defensiemarkt leidde tot hogere prijzen of langere levertijden. Zo is het KL EOV-systeem, onderdeel van het project Vervanging ESM-capaciteiten, later geleverd dan gepland. Ook is binnen Project ESSM Block 2: verwerving en integratie sprake van vertraging in de contractvorming omtrent de integratie van ESSM. Hierdoor schuift een betaling door naar 2024. Andere voorbeelden van vertragingen betreffen Project Vervanging Bergingsvoertuig, waarbij herprioritering door de leverancier vanwege Oekraïne heeft geleid tot een vertraging in leveringen en Project Apache Remanufacture, waarbij de verwachtte kasrealisatie doorschuift naar 2024 door vertraging van de levering van de simulator Longbow Crew Trainer.

Overprogrammering

Onzekerheden zoals bijvoorbeeld krapte op de Defensiemarkten, prijsstijgingen en/of onderhandelingen met externe partijen die langer duren dan verwacht, kunnen ervoor zorgen dat Defensie haar projecten later implementeert dan eerder werd geraamd. Door meer investeringen te programmeren, streeft Defensie naar tijdige realisatie van het budget dat in het betreffende jaar beschikbaar is. Vanzelfsprekend blijft het totale uitgavenbudget bepalend.

Defensie heeft ook in 2023 overprogrammering gevoerd om onzekerheden op te kunnen vangen en geplande investeringen zo veel mogelijk te implementeren. Defensie hanteert een maximaal toegestane overprogrammering van 30% in het uitvoeringsjaar en de begrotingsperiode om zo tot een tijdige realisatie van het investeringsprogramma te komen. In de kabinetsreactie op het IBO over publieke investeringen (Kamerstuk 35925, nr. 173 van 18 juli 2022) is aangekondigd dat het kabinet verder onderzoekt hoe het gebruik van het instrument overprogrammering en het nieuwe investeringsplafond in de praktijk nog meer bijdragen aan realistische planningen, effectief doelbereik en transparante en heldere communicatie richting het parlement. Dit interne onderzoek is afgerond in november 2023 en aangeboden. Op basis van dit onderzoek heeft de Studiegroep Begrotingsruimte in december 2023 het rapport ‘Bijsturen met het oog op de toekomst’ uitgebracht. Hierin wordt de aanbeveling gedaan om het gebruik van begrotingsfondsen te beperken door toetsing aan een aantal randvoorwaarden. Deze aanbeveling heeft geen consequenties voor het huidige Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Realisatievermogen

Bij aanvang van het kabinet dat aantrad op 10 januari 2022 is er voor het versterken van de krijgsmacht en het inlopen en wegwerken van achterstanden structureel € 3,0 miljard beschikbaar gesteld aan Defensie. Vanwege de oorlog in Oekraïne besloot het kabinet extra te investeren in defensie (€ 2,0 miljard). Gelet op de verhoging van budgetten van alle bondgenoten en de zeer krappe defensiematerieelmarkten en arbeidsmarkt ontstaat er spanning op de realisatie van verplichtingen en de daaraan verbonden uitgaven. Ondanks externe marktkrapte lukt het Defensie om in budgettaire omvang in korte tijd snel te groeien. Dit toont niet alleen de ambitie van Defensie, maar ook het aanpassings- en groeivermogen van de organisatie.

Ondanks deze ambitie en de versnelling bij de uitvoering van projecten, is het niet te voorkomen dat sommige projecten vertragen. Defensie neemt hiervoor verantwoordelijkheid door budget te verschuiven naar latere jaren. In 2023 werden de uitgaven op het Defensiematerieelfonds geraamd op € 6,7 miljard. De realisatie bedraagt € 5,6 miljard. Het budget dat niet gerealiseerd is ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 (€ 1,1 miljard) is doorgeschoven naar latere jaren om de door Defensie geplande investeringen te kunnen blijven realiseren. Daarnaast zijn er meer verplichtingen aangegaan, wat zichtbaar is in de verplichtingenstand. In 2022 betrof de verplichtingenstand € 6,3 miljard, waar deze in 2023 is gegroeid naar € 8,9 miljard. Defensie heeft daarmee dit jaar € 2,6 miljard meer aan contracten afgesloten om haar investeringsprogramma tot realisatie te brengen.

In 2023 heeft Defensie verschillende projecten uitgevoerd. Het vergt veel van de defensieorganisatie om de vaart erin te houden. In lijn met de motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 21 april 2022) heeft Defensie in het afgelopen jaar wijzigingen in de informatievoorziening doorgevoerd over de grote materieel- en vastgoedinvesteringen.

Zoals eerder aangegeven, heeft Defensie het DMP in 2023 geactualiseerd. Deze actualiseringsslag van het DMP zet Defensie in 2024 door. Zoals gemeld in de Kamerbrief 'Wendbaarheid «voorzien-in» proces materieel (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 33 november 2022), wordt de brochure ‘DMP bij de tijd’ geactualiseerd en opnieuw uitgebracht. Hierin worden afspraken en werkvormen aangepast aan de nieuwe werkelijkheid. De wijzigingen in het DMP komen ten goede aan het realisatievermogen van Defensie. Defensie kan maatwerk toepassen door bijvoorbeeld DMP-fasen samen te voegen of een DMP-fase weg te laten. In het afgelopen jaar heeft Defensie bijvoorbeeld de gecombineerde brieven over Foxtrot, Deep Precision Strike, en Anti-A2AD capaciteit voor de F-35 naar de Kamer gestuurd.

In 2023 heeft Defensie getracht zich sneller aan te passen, zelfstandig en in internationaal verband. Dat vereist ook verbeterinitiatieven die buiten de directe invloedssfeer van Defensie liggen. Zo is in 2023 door Defensie zowel op nationaal als Europees niveau gesproken over aanpassing van de (Europese) aanbestedingswetgeving. Een tijdelijke aanpassing van de aanbestedingswetgeving is gerealiseerd via Verordening 2023/1525 betreffende de ondersteuning van de productie van munitie. Deze verordening maakt het mogelijk om onder voorwaarden gebruik te maken van bestaande raamovereenkomsten van (andere) lidstaten om munitie en raketten aan te schaffen, zonder een Europese aanbesteding te doorlopen. In 2024 worden de gesprekken voortgezet.

Ook werkt Defensie in toenemende mate samen met partnerlanden in de verwerving van nieuw materieel. Zo heeft Nederland in 2023 namens België het contract voor de gezamenlijke verwerving van de Anti Submarine Warfare Fregat getekend, heeft Duitsland namens Nederland het contract voor de nieuwe Air Assault-voertuigen getekend, en heeft Duitsland een optie binnen het recent getekende contract voor de verwerving van raketartillerie gelicht. Ook schaft Nederland de Multi-Missie-radar aan namens Denemarken, en sluit Oostenrijk bij Nederland aan bij de verwerving van de C-390. Verder heeft Nederland in 2023 software voor de Portugese M-fregatten geleverd.

Instandhouding

In 2023 heeft Defensie stappen gezet om de instandhouding van het materieel te verbeteren. Vooruitlopend op het vergroten van de schaalbare onderhoudscapaciteit heeft Defensie de voorraad reservedelen en de inzetvoorraden opgehoogd. De Koninklijke Luchtmacht heeft hierdoor voldoende reservedelen en inzetvoorraad en heeft ook de beschikking over schaalbare onderhoudscapaciteit voor de hoofdwapensystemen. In 2023 is hier ook een stijgende lijn in te zien voor de Koninklijke Marine en de Koninklijke Landmacht.

Voor de ondersteunende wapensystemen zijn de voorraad reservedelen en de inzetvoorraden niet altijd toereikend. Dit wordt deels veroorzaakt doordat Defensie een deel van de voorraad beschikbaar heeft gesteld aan Oekraïne. Tegelijkertijd is sprake van beperkte beschikbaarheid van grondstoffen en productiecapaciteit. Dit heeft ertoe geleid dat de markt voor Defensiegoederen overvraagd is, waardoor Defensie haar voorraden minder snel aan kan vullen dan gewenst.

In 2023 heeft Defensie zich ingezet om de inzetvoorraad munitie verder aan te vullen in de richting van de NAVO-norm. Zo heeft Defensie de Kamer in 2023 geïnformeerd over de aanvullende aankoop van € 1,5 miljard aan munitie (Kamerstuk 27 830, nr. 395 van 18 april 2023). Dit betreft zowel kapitale munitie als raketten en precisiegeleide artilleriegranaten als conventionele munitie. Groei van alle munitievoorraden draagt bij aan verhoging van de inzetbaarheid van de krijgsmacht en aan de Nederlandse en Europese veiligheid. Hierdoor kan Defensie een betere bijdrage leveren aan de eigen en bondgenootschappelijke verdediging en deze ook langer volhouden.

Verder is Defensie in 2023 verder gegaan met het ophogen van haar munititievoorraden, richting het niveau dat de NAVO van ons vraagt. Zo zijn de opgedragen voorraadnormen voor luchtverdediging en grondgebonden gevechtssystemen midden-2023 naar boven bijgesteld. Voor bepaling van de BKI-norm kijkt Defensie enerzijds naar het beoogde operationele verbruik en anderzijds naar richtlijnen vanuit NAVO om tot voorraadniveaus te komen.

Inzetbaarheid

Ieder half jaar rapporteert Defensie aan de Kamer over de operationele gereedheid, inzetbaarheid en inzet van de krijgsmacht met de Inzetbaarheidsrapportage. Op basis van deze informatie stuurt Defensie op de operationele gereedheid en inzetbaarheid.

Defensie formuleerde haar gereedheidsambitie in 2023 door middel van de Opdrachtenmatrix; een generieke gereedstellingsopdracht per hoofdtaak en per inzetbare eenheid. In 2023 is deze ambitie voor de eerste maal bewaakt per hoofdtaak, waardoor het mogelijk is de voortgang in de toename van de operationele gereedheid gedetailleerder te signaleren. Zo krijgt Defensie ook inzicht in de bijdragende parameters Personele Gereedheid, Materiële Gereedheid en Geoefendheid, waardoor het mogelijk is gericht te sturen. De resultaten zijn bij de begroting voor 2024 aangeboden in de vertrouwelijke bijlage van de ‘Stand van Defensie’ (Kamerstuk 36410-, nr. 5 van 19 september 2023). De ‘Stand van Defensie’ toonde verder de voorraadniveaus van de operationele assortimenten. Deze ‘Inzetvoorraden’ zijn per assortiment bewaakt en gerelateerd aan een noodzakelijk voorraadniveau per hoofdtaak. Tot slot gaf de vertrouwelijke bijlage inzicht in de mate waarin inzetbare eenheden ook daadwerkelijk zijn ingezet of stand-by hebben gestaan.

Licence