Base description which applies to whole site

Bijlage 8: Focusonderwerp Financieel Jaarverslag Rijk 2023

De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.

Tabel 147 Grootste posten met onderuitputting in 2023 (bedragen x € 1.000)

Post

Onderuitputting

Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegroting 2023

1. Kinderopvangtoeslagaffaire

‒ 103.543

‒ 0,2%

2. Maatschappelijke diensttijd

‒ 94.294

‒ 0,2%

3. Schoolmaaltijden

‒ 37.181

‒ 0,1%

4. Studiefinanciering

‒ 33.632

‒ 0,1%

5. Apparaatskosten

‒ 19.946

0,0%

6. Energiecompensatie scholen

‒ 24.000

0,0%

7. Heterogene brugklassen

‒ 16.350

0,0%

8. Leesbevordering

‒ 15.673

0,0%

9. Overige per saldo meevallers

‒ 254.620

‒ 0,5%

Totaal

‒ 599.239

‒ 1,2%

Toelichting

1. Kinderopvangtoeslagaffaire

De uitvoering van de hersteloperatie voor de kinderopvangtoeslagenaffaire duurt langer, waardoor de kwijtschelding van DUO-schulden bij gedupeerden naar achteren schuift. De uitvoering van de ex-partnerregeling wordt pas vanaf 2024 uitgevoerd in plaats van 2023. In totaal schuift er hierdoor € 103,5 miljoen naar achteren.

2. Maatschappelijke diensttijd

De uitgaven voor de Maatschappelijke Diensttijd zijn lager dan beoogd, omdat minder MDT-trajecten zijn uitgevoerd. Er worden wel voldoende aanvragen gedaan, maar na een zorgvuldig uitgevoerd beoordelingsproces met een onafhankelijke beoordelingscommissie wordt niet alles toegekend. Voor het bieden van een MDT-traject is geen bevoegd onderwijspersoneel noodzakelijk.

3. Schoolmaaltijden

Het programma Schoolmaaltijden is in de loop van 2023 gestart, waardoor het bereik gedurende het jaar is gegroeid. Doordat niet alle scholen vanaf de start van het programma maaltijden hebben ontvangen is onderuitputting ontstaan. Met betrekking tot Schoolmaaltijden geeft een deel van de scholen aan te weinig capaciteit te hebben om mee te doen.

4. Studiefinanciering

Deze onderuitputting wordt veroorzaakt door een lager aantal gebruikers van de studiefinanciering. Hier kunnen verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen. Van arbeidsmarktkrapte is geen sprake op dit dossier.

5. Apparaatskosten

De belangrijkste oorzaak van de onderuitputting zijn de bij het Coalitieakkoord toegevoegde middelen voor de uitvoering van nieuwe taken. Met name voor de Inspectie van het Onderwijs ging dat om relatief veel middelen, waarbij de Inspectie heeft gekozen voor geleidelijke groei in medewerkers vanwege het absorptievermogen van de organisatie. Daarnaast heeft het Ministerie van OCW last van de krappe arbeidsmarkt; vacatures staan langer open maar vooral het aantal vacatures waarvoor geen geschikte kandidaat is gevonden is sterk gestegen. Dit heeft zowel gevolgen voor de taken van OCW (die kunnen niet allemaal op de gewenste manier worden opgepakt) als voor de werkdruk voor het zittende personeel.

6. Energiecompensatie scholen

Minder scholen dan voorzien hebben een beroep gedaan op de regeling Energiecompensatie. Hierdoor ontstaat er onderuitputting op dit dossier. Deze onderuitputting wordt niet veroorzaakt door arbeidsmarktkrapte, omdat voor uitvoering van de regeling geen personeel nodig is.

7. Heterogene brugklassen

De onderuitputting op de subsidieregeling Heterogene Brugklassen wordt veroorzaakt doordat er minder aanvragen zijn gedaan dan er budget beschikbaar was. Er zijn in totaal vier rondes geweest waarbij scholen een aanvraag hebben kunnen doen. De aanvragen namen na verloop van tijd af, wat blijk geeft dat de scholen die interesse hadden om het aanbod van heterogene brugklassen uit te breiden zijn bereikt. Het resultaat is hiermee lager dan beoogd, omdat minder scholen een heterogene brugklas bieden dan beoogd. Met betrekking tot het opzetten van heterogene brugklassen is het tekort aan bevoegd onderwijspersoneel geen hoofdoorzaak van het lagere aantal aanvragen. Voor het geven van onderwijs aan een heterogene brugklas is niet méér bevoegd onderwijspersoneel nodig dan voor het geven van onderwijs aan één schoolsoort.

8. Leesbevordering

In 2023 is er een bedrag van € 15,7 miljoen overgebleven op het onderdeel Leesbevordering van het Masterplan basisvaardigheden (BAVA). Het Masterplan BAVA is een gezamenlijke investering van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Staatssecretaris Cultuur en Media van OCW van in totaal 74 miljoen euro voor de schooljaren 2023/2024, 2024/2025 en 2025/2026. Teneinde een impuls te geven aan de leesbevorderingsprogramma’s was er in 2023 in totaal € 25,6 miljoen beschikbaar. Omdat de beschikking aan Stichting Lezen rekent met schooljaren (2023/2024) in plaats van kalenderjaren kon in 2023 slechts 5/12 deel op een rechtmatige manier bevoorschot worden aan Stichting Lezen. Hierdoor is in 2023 een deel van het budget niet uitgeput. De middelen die in 2023 niet zijn uitgeput zijn in de toekomst echter wel nog steeds nodig voor leesbevordering.

9. Overige per saldo meevallers

Het overige saldo meevallers bestaat voor een groot deel uit openstaande verplichtingen. Daarmee geeft dit saldo een vertekend beeld op de onderuitputting omdat van deze middelen in 2023 is aangegeven dat deze later in 2024 worden uitgegeven. Het betreft ruim 107 miljoen euro. Dit betreft met name openstaande verplichtingen op de NGF projecten. Deze middelen worden conform de begrotingsregels meegenomen naar 2024 (100% Eindejaarsmarge). Het overige verschil van ruim € 147 miljoen betreft kleinere meevallers en aansluiting bij de realisatie met name op de instrumenten subsidies en opdrachten.

Licence