EVALUATIEONDERZOEK
Afgeronde beleidsevaluaties RWS
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Titel, plaats, datum, jaar van uitgave | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever en uitvoering | Onderzoeksresultaten | Beleidsconclusies en gebruik |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Audit Handhaving WVO; Waterbeheren; IF 02.02 | 1998 | Audit Handhaving WVO, Den Haag, augustus 1998 | Ex post; Nagaan in hoeverre de WVO handhavingsorganisatie is toegerust om noodzakelijke veranderingen door te voeren. | DG RWS, Stafdienst Audit RWS | Effectiviteit van het werk kan worden verhoogd door meer aandacht te besteden aan strategisch kader met duidelijke doelen en sturingsfactoren; Betere samenwerking tussen vergunningverleners, handhavers en juristen. | Zie resultaten. Er is een implementatieplan opgesteld. |
2. Watersysteem-verkenningen; Waterbeheren; IF 02.02 | 1993–1997 | Watersysteemverken-ningen | Ex post/ex ante; Wetenschappelijke onderbouwing voor 4e Nota Waterhuishouding | DG RWS/HKW | Het resultaat van deze omvangrijke, beleidsvoorbereidende studie is vastgelegd in de nota «De toekomst van water». Naast een actuele beschrijving van de toestand van het landelijk watersysteem, zijn hiermee streefbeelden, beleidsadviezen en prognoses gepresenteerd om het waterhuishoudkundig beleid verder te concretiseren. | Resultaten zijn gebruikt bij het opstellen van de 4e Nota Waterhuishouding. |
3. Ontgrondingen-beleid; IF 02.01 | 1982–1997 | Evaluatie Landelijk Beleid Bouwgrondstoffen-voorziening (april 1998). De evaluatie is toegezonden aan de Tweede Kamer met brief van de staatssecretaris van V&W d.d. 16 oktober 1998 (HKW/AKO 8486). | Ex post; In de evaluatie is de uitvoering van het bouwgrondstoffenbeleid over de periode 1982–1997 op hoofdlijnen onderzocht. De nagestreefde doelen in dit beleid zijn geëxpliciteerd. Er is beoordeeld in welke mate ze zijn gerealiseerd, waarna voorts bezien werd in welke mate de gehanteerde instrumenten dan wel andere factoren het succes of falen van het beleid verklaren. | In opdracht en onder begeleiding van Overlegorgaan Oppervlakte-delfstoffen (OOD) | Er is een duidelijke behoefte aan nationaal beleid en het Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD) voldoet daarmee aan de toenemende behoefte aan integrale landelijke afweging. Er waren geen landelijke knelpunten t.a.v. de tijdige voorziening (wel bij individuele winners). Overheidsinstrumenten en voor een substantieel deel ook de flexibiliteit van de markt zorgden voor een tijdige voorziening. Zuinig gebruik en vernieuwbare grondstoffen behoeven meer aandacht. Ten aanzien van secundaire grondstoffen is de overheid actief geweest (de kwantitatieve doelstellingen zijn veelal bereikt). | De resultaten van de evaluatie, alsmede het standpunt van het OOD in deze, worden meegenomen bij de het opstellen van SOD II. Deel 1 van SOD II zal in de loop van 1999 verschijnen. |
4. Voortgangsrapportage integraal waterbeheer; Waterbeheren; IF 02.02 | jaarlijks | Water in Beeld 1998, Voortgangsrapportage over het waterbeheer in Nederland, Den Haag, 1998 | Ex post; Jaarlijks wordt het integraal waterbeleid doorgelicht op diverse aspecten (stand van zaken ten aanzien van de gestelde doelen). De rapportage wordt jaarlijks aan de Tweede Kamer aangeboden. | DG RWS; Onder verantwoordelijkheid van de Commissie Integraal Waterbeheer, in samenwerking tussen rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten. | Per watersysteem en per thema worden de bevindingen weergegeven. De volgende watersystemen en thema's zijn behandeld: watersystemen: stedelijk, regionaal, grote rivieren, Natte Hart, Zuidelijke Delta, kust en zee, oceanen; thema's: veiligheid, verdroging, emissies, waterbodems, internationaal waterbeleid en organisatie/instrumentarium/financiering. Vanwege de diversiteit aan watersystemen en thema's wordt voor de inhoudelijke conclusies verwezen naar de rapportage. | De gegevens uit de voortgangsrapportage worden jaarlijks betrokken bij de beleidsvoorberei- ding en evaluatie. |
Programma beleidsevaluaties RWS
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever; uitvoering |
---|---|---|---|
1. Voorzieningen en aanduidingenbeleid; Rijkswegen; IF 01.01 | opgeschort n.a.v. MDW-onderzoek benzine-markt | Ex post; Evalueren van het functioneren van het beleid ten aanzien van voorzieningen (parkeerplaatsen, benzinepompen, wegrestaurants) langs autosnelwegen en de aanduidingen hiervoor. | RWS; in- en extern. |
2. 3e Kustnota (Kustnota 2000); Waterkeren; IF 02.01 | 1996–1999 | Ex ante/ex post; Evaluatie van het in 1990 ingezette beleid «dynamisch handhaven», vooruitzien met betrekking tot wat nodig is om dit beleid te continueren en kennis te vergaren ter voeding van de discussie over het verbreden van het dynamisch handhaven van de kustlijn naar het kustzonebeheer. Doel van het onderzoek is na te gaan op welke wijze de intensivering van de kustlijnzorg (v.a. 2001) het meest efficiënt kan worden uitgevoerd. | RWS; intern |
3. Deltaplan Grote Rivieren Grote projecten; IF 03.04 | 1999–2001 | Ex post; Terugblik op de uitvoering van het dijkversterkingsprogramma. RWS; in- en extern | |
4. Wet op de waterkering; Waterkeren; IF 02.01 / IF 03.04 | 1998–2000 | Ex post; Evaluatie aangaande de doeltreffendheid van de Wet op de waterkering. Deze evaluatie moet binnen 4 jaar na inwerkingtreding van de wet worden uitgevoerd (i.c. in 2000 naar Tweede Kamer). | RWS; in- en extern |
5. Voortgangsrapportage integraal waterbeheer; Waterbeheren; IF 02.02 | jaarlijks | Ex post; Jaarlijks wordt het integraal waterbeleid doorgelicht op diverse aspecten (stand van zaken ten aanzien van de gestelde doelen). De voortgangsrapportage volgt de hoofdlijnen van de Vierde nota waterhuishouding en wordt onder verantwoordelijkheid van de Commissie Integraal Waterbeheer samengesteld in samenwerking tussen rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten en wordt jaarlijks in september aan de Tweede Kamer aangeboden. | RWS; in-, extern |
6. Evaluatie Beheer op peil; Waterbeheren; IF 02.02 | 1997–1999 | Ex post; In 1994 is de uitvoeringspraktijk van het beheer en onderhoud van de natte infrastructuur geëvalueerd. Het eindrapport «Beheer op Peil» is aan de Kamer toegezonden (brief HW/AW 182 393, d.d. 16 september 1994). De nota bevatte een overzicht van de achterstand in onderhoud van de rijkswateren, alsmede een raming van de (extra) kosten verbonden aan het bereiken van de streefbeelden in het jaar 2010. Bij de behandeling van de begroting 1996/1997 is aan de Kamer toegezegd dat de nota Beheer op Peil in 1997/98 zal worden geëvalueerd. In mei 1999 zullen de resultaten van de evaluatie aan de Tweede Kamer worden aangeboden. | RWS; intern |
7. Bijdragen primaire waterwegen Friesland/Groningen; Waterbeheren; IF 02.02 | 2000 | Ex post; subsidies Periodieke evaluatie van de bijdragen. | RWS |
8. Marsroute; Waterkeren; Hoofdstuk 12; 02.20 | 1994–2004 | Ex post en ex ante: De huidige filosofie voor de beveiliging tegen overstroming is gebaseerd op de minimumeisen die de Deltacommissie in 1960 aan waterkeringen heeft gesteld. In het onderzoeksprogramma Marsroute worden meer geavanceerde rekenmethodieken ontwikkeld, die het mogelijk moeten maken de werkelijke overstromingskans in te schatten en ook het overstromingsrisico, in termen van kans maal gevolg (economische en milieuschade, en slachtoffers). | RWS; in-, extern |
9. Waterverkenningen; Waterbeheren; IF 02.02 | 1998–2006 | Ex post/ex ante; Het programma waterverkenningen (WVK) houdt een vinger aan de pols in het uitvoeringstraject van de 4e Nota Waterhuishouding op het gebied van de toestandsontwikkeling in de watersystemen en de voortgang in beleidsprocessen. Uitkomsten van WVK worden onder andere gebruikt voor de evaluatie van het beleid in 2002 (NW+) en voor een heroverweging van het waterbeleid in 2006 (5e Nota Waterhuishouding). | RWS; in-, extern |
10. Brokx-nat (overdracht van niet tot het waterhuishoudkundig hoofdsysteem behorende natte infrastructuur aan lagere overheden); Waterbeheren; IF 02.02 | 1998 – 1999 | Ex post; Nagaan of de doelstellingen van Brokx-nat effectief en efficiënt worden bereikt aan de hand van ervaringen opgedaan bij enige (omvangrijke) overdrachten middels steekproefbenadering. | RWS; in-, extern |
11. Onderhoudsbeleid; Grip op de Weg 2 Droge Infra; IF 01.01 | 1998–1999 | Ex ante; Rekening houdend met de toenemende complexiteit van de infrastructuur en het in toenemende mate treffen van benuttingsmaatregelen, wordt nagegaan hoe het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet zo efficiënt en effectief mogelijk kan worden verricht. Tevens wordt bekeken wat de consequenties zijn als tot een meer integrale benadering van het beheer en onderhoud van de hoofdwegen wordt overgegaan. | RWS; intern |
Afgeronde beleidsevaluaties DGP
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Titel, plaats, datum, jaar van uitgave | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever en uitvoering | Onderzoeksresultaten | Beleidsconclusies en gebruik |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Decentralisatie bevoegdheden interlokaal OV naar de 3 noordelijke provincies; Openbaar Vervoer; 03.10 | 1996–1998 | Evaluatie decentralisatie interlokaal OV naar de 3 noordelijke provincies, Den Haag, maart 1999 | Ex post Verstrekken van inzicht in de knelpunten die bij dat proces zijn ervaren met als doel daar rekening mee te houden in het vervolgtraject wanneer in geheel Nederland de bevoegdheden worden gedecentraliseerd. | DGP; extern | Provincies hebben enige tijd nodig om in hun rol te groeien. Zodra dat punt is gepasseerd, kunnen de provincies hun taken wat dat betreft aan. Belangrijk is wel dat gekwalificeerde ambtenaren zich met de problematiek kunnen bezig houden. | Geen problemen om bevoegdheden Nederland breed te decentraliseren. Wel zorg dragen voor voldoende kennis-ondersteuning. Dit is gerealiseerd in kennisplatform VERDI en Centrum Vernieuwing OV. |
2. Aanbestedingen OV; Openbaar Vervoer; 03.10 | 1996–1999 | Evaluatie aanbestedingen Noord Beveland en Zuid Limburg. Vervoer-kundige aspecten (openbaar) en financiële aspecten (vertrouwelijk). Bovendien een overall-conclusie t.a.v. leereffecten. Eindrapport te verwachten medio 1999. | Ex post Meting van mobiliteitseffect, waardering door reiziger en de effecten op de kostendekkingsgraad. | DGP; extern | Het aantal reizigers in Zuid Limburg is aangetrokken. Er zijn nog geen resultaten bekend t.a.v. de leereffecten (wachten op rapportage in medio 1999). | Aanbesteding kan een positief effect hebben op aantrekken van nieuwe reizigers. |
3. Verbetering sociale veiligheid OV; Openbaar Vervoer; 03.10 (vh 03.14) | 1997–1998 | Resultaten van de landelijke monitor sociale veiligheid 1997, Den Haag, mei 1998 | Ex post Jaarlijks vindt een monitoring plaats van de sociale veiligheid bij reizigers en personeel van het OV. Deze jaarlijkse monitoring is een gevolg van de financiële bijdrage van het rijk t.b.v. de verbetering van de sociale veiligheid OV. | DGP; ESE te Den Haag | In 1997 heeft wederom een lichte verbetering plaatsgevonden, zowel t.a.v. reizigers als personeel. | Project sociale veiligheid kan – in de vorm van intensieve begeleiding door V&W – gestopt worden, hetgeen is gebeurd m.i.v. 1998. Vanaf dat jaar is de bijdrage onderdeel van de regiobekostiging. Er vindt vanuit V&W vanaf 1998 geen monitoring meer plaats. |
4. EMA (Educatieve Maatregel Alcohol); 03.31 | 1996–1998 | Nagaan of implementatie van EMA is geslaagd en welke zaken verbeterd kunnen worden ter optimalisatie | Ex post Procesevaluatie EMA is in 1997 opgeleverd. Implementatie EMA was succesvol. Evaluatie van leer/gedrag/attitude-effecten eveneens beschikbaar. | DGP; extern | Vereiste samenwerkingsverbanden (CBR, GGZN en uitv. Organisatie Verslavingszorg CAD, politie, parketten) zijn tot stand gebracht. Samenwerking verloopt goed. EMA leidt voorts tot gewenste leer- en attitude effect bij de cursist, kennis wordt vergroot door EMA en houding verandert a.g.v. EMA. | EMA is succesvol. Om op termijn te kunnen zeggen of de maatregel effect heeft komt er een vervolg evaluatie in 1999. De resultaten hiervan worden verwacht in 2000/2001. Voorts doet het CBR elk jaar voortgangsrapportage. |
5. Akkoord Decentralisatie Regionaal Verkeersveiligheidsbeleid; Bestuurlijke Organisatie; 03.31 | 1998–2001 | Nagaan of met decentralisatieakkoord verdere versterking van regionaal verkeersveiligheidsbeleid is bewerkstel-ligd en nagaan van de huidige s.v.z. van het vvh-beleid en bijdrage DI-akkoord Daarnaast nagaan welk bestuurlijk kader gewenst is en of daarvoor nieuwe bestuurlijke afspraken nodig zijn. | Ex post Voorbereiding van eindevaluatie DI-akkoord is in gang gezet. Begin 1998 is aan onafhankelijk bureau opdracht verstrekt om indicatoren voor eindevaluatie op te stellen alsmede methodologisch kader van onderzoek. Eindrapport hiervan is klaar. In 1999 wordt bepaald hoe de eindevaluatie van het DI-akkoord kan worden ingebed een brede «mega-evaluatie» van een groot aantal evaluaties op het gebied van verkeer en vervoer rond 2000. Eindrapport DI evaluatie verwacht eind 2001. Bestuurlijke beslissing verwacht in 2002. | DGP; extern | Conclusies eindrapport inzake indicatoren en methodologisch kader: d.m.v. document-analyses, interviews en discussies landelijk en regionaal de vragen beantwoorden of afspraken DI-akkoord nagekomen zijn, wat huidige s.v.z. is en welk bestuurlijk kader gewenst is. Verder zullen Akkoord-partners voortgang akkoord bewaken via Periodieke Peiling Gemeenten en andere eenvoudig toegankelijke instrumenten. | De evaluatie van het DI-akkoord zal worden ingebed in een brede mega-evaluatie van een aantal evaluaties op het gebied van verkeer en vervoer die rond 2000 plaats moeten vinden. De exacte planning is nog niet opgemaakt. Indien na aflopen DI-Akkoord nog geen evaluatierapport en nieuwe afspraken voorhanden zijn, dan lopen bestaande afspraken door. |
6. Ongevallenregistratie; 03.31 | 1999–2000 | Vaststellen van de mate waarin nieuw registratiesysteem heeft geleid tot dekkende registratie en leveren van meer informatie over ongevallen. | Ex post Een rekenmethode om werkelijke aantallen te schatten is inmiddels operationeel. Een garantie voor de continuïteit van aanlevering van gegevens van een goede kwaliteit is er nog niet; binnen BZK en politie loopt o.m. een discussie over de rol van de politie daarin. | DGP; extern | Rekenmethode om werkelijke aantallen te schatten is inmiddels operationeel: voor 1996 en 1997 zijn de opgehoogde cijfers inmiddels gepubliceerd. | Registratiegraad voor doden blijkt inderdaad ca. 100% te zijn en voor ziekenhuisgewonden ca. 60%. Registratiegraad lijkt jaarlijks niet sterk te fluctueren. |
7. (THOM) studie agglonet Den Haag; IF01.03 | 1999 | Ex-ante Basisstudie vervoers- mogelijkheden o.b.v. toetsing hoogwaardig OV door multicriteriaanalyse. | Audit agglonet is in april 1999 afgerond. | DGP; extern | Het agglonet voldoet aan de 50% kostendekkingsgraad. | |
8. Convenant VERDI; Bereikbaarheid & mobiliteit; 03.18 | 1997–1998 | Ex-post Tussentijdse evaluatie van gewenste effecten en afspraken | Evaluatie mei 1998 afgerond. | DGP; intern | Convenant is goed uitgevoerd, waarbij enkele aandachtspunten zijn gesignaleerd. | Enkele aandachtspunten zijn via bestuurlijk overleg opgelost. |
Programma beleidsevaluaties DGP
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever; uitvoering |
---|---|---|---|
1. Experimentregeling Eindgebruikers-subsidie in VINEX-locaties; Openbaar Vervoer; 03.10 | 1999–2002 | Vaststellen van de mate waarin subsidiëring verstrekt middels VINEX-eenheden aan de reiziger i.p.v. rechtstreeks aan de vervoerder leidt tot een betere afstemming tussen vraag en aanbod en het vaststellen van de invloed op de vervoerswijze keuze van het faciliteren van nieuwe en alternatieve vormen van (collectief) vervoer, in afwachting van de situatie waarin volwaardig OV beschikbaar is. | DGP; extern |
2. Voorzieningen voor gehandicapten en ouderen; Openbaar Vervoer; 03.14 | jaarlijks | Ex post momenteel worden bestaande toegankelijke vervoersvoorzieningen en concrete plannen in het land in kaart gebracht. | DPG; in-, extern |
3. Theorie-examen bromfietscertificaat; Verkeersveiligheid; 03.31 | 1999–2000 | Ex Post Inzicht geven in de effecten van de invoering per 1 juni 96 van het verplichte bromfietstheoriecertificaat op de verkeersveiligheid van brom/snorfietsers. | DGP; extern |
4. Wet Rijonderricht Motorvoertuig (WRM 1993); Verkeersveiligheid; 03.31 | 1997–2001 | Onderzoek naar mate waarin WRM 1993 heeft bijgedragen aan verbetering van kwaliteit van rij-instructeurs en rij-instructie. | DGP; extern |
5. Demo's; Duurzaam Veilig; 03.31 | 2000–2002 | Verwerven van inzicht in effecten van de implementatie van DV in termen van slachtofferreductie en vaststellen van problemen op bestuurlijk gebied bij implementatie. Daarnaast tussentijdse rapportage over de stand van zaken per afspraak bij elke deelnemende partij. | DPG; extern |
6. Fusie particuliere organisaties. (VVN, KV, VB); verkeersveiligheid; 03.31 | 2000 | Vaststellen van nieuwe subsidierelatie gebaseerd op meetbare output. | DGP; extern |
7. Kennisinfrastructuur; Stimulering van en bijdragen aan derden; 03.32 | 1999–2002 | Vaststellen van de mate waarin nieuwe kennis-infrastructuur inzicht in verkeersveiligheid verbeterd heeft en hoe diverse actoren zijn gaan opereren. | DPG; extern |
8. Afspraken MPV 4; Verkeersveiligheid; 03.31 | 1997–2001 | MPV 4 is een set van afspraken over de uitvoering van het verkeersveiligheidsbeleid tussen de verschillende partners op dit terrein. Bepaald moet worden in hoeverre deze afspraken hebben bijgedragen aan de verkeersveiligheid. | DGP; in-, extern |
9. Prorail; IF 01.02 | 1997–2000 | Ex post Nagaan of doelstellingen (capaciteitsvergroting en kwaliteitsverbetering van het spoor) zijn bereikt. Betreft meting, verklaring en beeld over alle dienstregelingsjaren 95/96 tot en met 99/00. Voorlopige resultaten: Daar waar infra is verbeterd is reistijd en punctualiteit verbeterd; Selectieve groei in Randstad; Forse groei nieuw geopende stations; Bij station Voorhout relatief grote autosubstitutie. | DPG; intern (railned) |
10. Beneluxmetro Rotterdam; IF 01.03 | 1998 | Ex ante rechtmatigheidstoetsing en audit AO | DPG; extern |
11. Transferia; Bereikbaarheid en Mobiliteit; 03.18 | 1999–2005 | Ex post Evaluatie transferiaplan | DPG; intern |
12. Ringlijn Amsterdam; IF 01.03 | 1999 | Ex post Effectmeting en bijstelling parameters van de modellen | DPG/ROA; extern |
13. Evaluatieonderzoek Tramtunnel Hollands Spoor Den Haag; IF 01.03 | 2000 | Ex post Effectmeting en bijstelling parameters van de modellen | DPG/Haaglanden; extern |
14. Evaluatieonderzoek Kop van Zuid/Tram Rotterdam; IF 01.03 | 2000 | Ex post Effectmeting en bijstelling parameters van de modellen | DPG/SSR; extern |
15. Vervoerwaardestudie OV-ontsluiting Leidsche Rijn; IF 01.03 | 2000 | Ex ante Beoordeling doelmatigheid voorkeursvariant | DPG; extern |
16. Breda stationsomgeving Vlekkenplan optimale inrichting OV-knooppunt; IF 01.03 | 1999 | Ex ante Basisstudie/verkenning mogelijkheden | DGP; extern |
17. Sneltram Capelle; Stad-streekvervoer (tweede nameting); IF 01.03 | 1999 | Ex post Onderzoek naar de effecten van de sneltram. Meting is uitgevoerd, rapport verwacht medio 1999. | DGP; extern |
18. Monitoringsysteem/vervoerwaardestudie Eindhoven; IF 01.03 | 1998–1999 | Ex ante Beoordeling doelmatigheid voorkeursvariant, monitoren innovatieve aspecten. Rapport is beschikbaar, standpuntbepaling volgt. | DPG; extern |
19. Regionet simulatiestudie; IF 01.03 | 1999 | Ex ante Onderzoek naar de mogelijkheden en wenselijkheden voor nieuwe verbindingen op huidige infrastructuur. | DPG; extern |
20. Wet en Besluit Infrastructuurfonds | 1999 – 2000 | Ex post Op basis van de huidige ervaringen zal een integrale herziening van de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds plaatsvinden. | DPG; intern |
21. Zuidtangent; Stad-streekvervoer; IF 01.03 | 2000–2002 | Ex post Meting van mobiliteitseffect. Bij oplevering van project in 2000 vindt nulmeting plaats. Nameting voorzien in 2002. | DPG; in-, extern |
22. Benuttingsmaatregelen en reisinformatie; IF 01.01.02 | 1994–1999 | Ex post Evaluatie van effect uitvoering nota «Meer benutting, minder files» | DPG; intern |
23. Evaluatie kleine stations; IF 01.02 | 2000 | Ex post Nameting vervoerwaarde. | DPG; NS; relatie met evaluatie Prorail |
24. Convenant VERDI; Bereikbaarheid & Mobiliteit; 03.18 | Ex post Effectmeting naar doelmatiger verkeers- en vervoersbeleid met zo groot mogelijk draagvlak bij verschillende belanghebbenden. | DPG; intern | |
25. VINEX-lokaties, meetmethodiek; 03.02 | 1997–2001 | Ex post Meting van mobiliteitseffect en evaluatie ruimtelijke inrichting. | DPG; in-, extern |
26. Communicatie, draagvlakvergroting; Voorlichting; 03.04 | jaarlijks | Ex post Evaluatie van werking en effecten van het voorlichtingsprogramma Evaluatie is in 1998 afgerond, standpuntbepaling volgt. | DPG; intern |
27. Parkeerbeleid; Bereikbaarheid en mobiliteit; 03.18 | 1998–1999 | Ex post Evaluatie van sturend parkeerbeleid | DGP; intern |
28. SVV-stad programma; 03.18 | 1998–1999 | Ex post Evaluatie van de realisatie van de streefbeelden | DPG; intern |
29. Introductie Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV); onderzoek, 03.02 | 1997–1999 | Ex post Onderzoek effecten CVV-introductie zowel vervoerstechnisch als financieel | DGP; in-, extern |
30. Bekostiging exploitatie stad-streekvervoer; 03.10 | 1998–2000 | Ex post Evaluatie werking bekostigingsmodel | DGP; intern |
31. Experimenten decentralisatie regionaal spoorvervoer; 03.10 | 1998–2000 | Ex post Leren van de ervaringen van de eerste projecten zodat die ervaringen kunnen worden gebruikt bij nieuwe aanbestedingen | DPG; extern |
32. Aanbesteding van het regionaal spoorvervoer in Groningen; 03.10 | 1998–2000 | Ex post Leren van de ervaringen van de eerste projecten zodat die ervaringen kunnen worden gebruikt bij nieuwe aanbestedingen | DPG; extern |
Afgeronde beleidsevaluaties RLD
Onderwerp, beleidsterrein, begrotingsartikel | Periode | Titel, plaats en jaar van uitgifte van onderzoek | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever en uitvoering | Onderzoeksresultaten | Beleidsconclusies en gebruik |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Handhaving; 04.10 | 1997 | Een verstandshuwelijk tussen luchtvaart en milieu; Commissie In 't Veld, 27 januari 1998 | Ex post De Commissie In 't Veld heeft de huidige handhavingssystematiek op haar effectiviteit beoordeeld om zodanig het handhavingsbeleid aan de hand van de praktijk te optimaliseren. | RLD; extern | Het rapport gaat in op onduidelijkheden in de systematiek. De systematiek wordt niet op alle terreinen als effectief beoordeeld. | Het rapport ziet mogelijkheden om de omvang van het luchtverkeer (selectief) evenredig te laten groeien met een daling van de totale geluidsoverlast zonder dat de andere milieucomponenten, zoals externe veiligheid, verslechteren. De resultaten zullen een rol gaan spelen in het binnen het ONL-programma te ontwikkelen nieuwe stelsel van milieunormen. |
2. TNLI, ONL; 04.10 | 1997 en verder | Hoeveel ruimte geeft Nederland aan luchtvaart? Den Haag, november 1997 | Ex ante Op basis van de TNLI-uitkomsten wordt een fundamentele discussie gevoerd over nut en noodzaak van een verdere uitbreiding van de luchtvaartinfrastructuur in Nederland. | TNLI, RLD; in- en extern | Dialoog en onderzoek hebben geleid tot meer inzicht in de problematiek en de (on)mogelijkheden om daar in de toekomst mee om te gaan. Vervolgstappen voor het beleid voor de toekomst van de luchtvaart in Nederland kunnen verder gestalte krijgen. | Op grond van de afweging van voor- en nadelen van verdere groei van de luchtvaart heeft het kabinet Kok onder voorwaarden ja gezegd tegen verdere groei van de luchtvaart. Dit heeft onder meer vorm gekregen in het kabinetsbesluit van december 1998 waarin o.a. besloten is om drie opties voor de toekomstige luchtvaart in Nederland verder te onderzoeken: een beperkte dan wel verdergaande doorgroei op Schiphol en doorgroei op een eiland in de Noordzee. Verdere afweging vindt plaats binnen het ONL-traject (Ontwikkeling Nationale Luchthaven). |
3. Kleine luchtvaart; 04.10 | 1997 en verder | Hoeveel ruimte geeft Nederland aan kleine luchtvaart? Den Haag, november 1997 | Ex ante Centraal staat de vraag of er behoefte is aan meer of andere infrastructuur voor de kleine luchtvaart. | TNLI, RLD; in- en extern | Dialoog en onderzoek hebben geleid tot inzicht in de opvattingen van belanghebbenden en tot meer kennis omtrent de effecten van de kleine luchtvaart op milieu, economie en veiligheid. | De kleine luchtvaart heeft geen direct nationaal economisch belang. Het Rijk zal niet sturen op volume: meer of minder kleine luchtvaart is geen doel op zich. Het stellen van veiligheids- en milieurandvoorwaarden blijft een verantwoordelijkheid voor het Rijk. |
Programma beleidsevaluaties RLD
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever; uitvoering |
---|---|---|---|
1. AERO: Aviation Emissions and Evaluation of Reduction Options; 04.31 | 1995–1999 | Ex ante Dit project is één van de actiepunten die voortvloeit uit de nota Luchtverontreiniging en Luchtvaart (LuLu). In dit project worden verschillende maatregelen (technische en economische) die ter vermindering van luchtvaartemissies kunnen worden genomen, op hun milieurendement onderzocht. | Rijksluchtvaartdienst intern/extern |
2. EMSO: Evaluatie en Monitoring PKB Schiphol en Omgeving; 04.10 | 1997–1999 e.v. | Ex post Dit programma is een onderdeel van de aanwijzing Schiphol. Evaluatie en monitoring richten zich zowel op de milieu-effecten als op de economische effecten. M.b.t. de milieu-effecten heeft dit programma tot doel na te gaan of de feitelijk optredende milieu-effecten niet ernstiger zijn dan waarmee in de besluitvorming rekening is gehouden. | Rijksluchtvaartdienst intern/extern |
3. Handhaving; 04.10 | jaarlijks: handhavingsvoorschrift; driejaarlijks: handhavingssystematiek | Ex post De Luchtvaartwet bepaalt dat uiterlijk voor 1 april van ieder jaar door de Rijksluchtvaartdienst een evaluatierapport wordt uitgebracht aan de milieucommissie. Dit rapport geeft een beeld van de werking van het handhavingsvoorschrift in het voorafgaande jaar en kan aanleiding geven tot adviezen voor aanpassing van het handhavingsvoorschrift. Daarnaast wordt eens per drie jaar de gehele handhavingssystematiek geëvalueerd, voor het eerst één jaar na het van kracht worden van het handhavingsvoorschrift. | Rijksluchtvaartdienst intern/extern |
4. Ke-dosismaat; 04.10 | 1997–1999 | Ex post Doel is een aanpak te ontwikkelen die gericht is op vragen m.b.t. toereikendheid van de huidige Ke-dosismaat en de Ke-systematiek. Eén van de punten die in deze aanpak naar voren zou moeten komen is het herijken van de aan de Ke ten grondslag liggende relaties tussen geluidsbelasting en hinder, en bezien of de destijds gehanteerde redeneringen met de kennis en inzichten van nu nog steeds valide zijn. Hierbij is de Europese dosismaat van belang. | Rijksluchtvaartdienst intern/extern |
5. Gezondheidsonderzoek; 04.31 | 1996–1999 | Ex post Er wordt onderzoek verricht naar de effecten van luchtvaartactiviteiten op de gezondheid van omwonenden van de luchthaven Schiphol. Het onderzoek richt zich onder meer op de hinderbeleving en slaapverstoring. | Rijksluchtvaartdienst intern/extern |
Afgeronde beleidsevaluaties DGG
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Titel, plaats, datum, jaar van uitgave | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever en uitvoering | Onderzoeksresultaten | Beleidsconclusies en gebruik |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Verbetering concurrentiepositie binnenvaart; goederenvervoersectoren; 05.31 | 1998 | Ex post Onderbouwing en effectiviteit van de verleende subsidies | Rapportage audit organisatie binnenvaart | V&W, Van Luyken communicatie-adviseurs | Aangegeven wordt de regeling nog enkele jaren te laten voortbestaan | De regeling zal over de periode 1999–2002 wederom worden geëvalueerd. |
2. Policy for Sea Shipping (POLSS); 05.20 | 1998 | Ex post Inzicht in het bereikte effect van het beleid | Rapport: POLSS Executive Summary RE-98 005 Rand, Europe, Leiden/MARIN, Wageningen | DGG, Rand Europe, MARIN | Huidige instrumenten voor het overgrote deel positief beoordeeld qua kosten-effecten. Maatregelen zijn als veelbelovend geïdentificeerd. | Resultaten worden verder uitgewerkt in diverse projecten zoals het loodsendossier |
3. Stimulering Internationaal Goederenvervoer; 05.31.03 | 1998 | Ex ante; ex post Inzicht verkrijgen benutting subsidie en inzicht/advies continuering | Audit Ned. Distributieland 26 november 1998 uitgave: Bakkenist | DGG/A uitvoerder: Bakkenist | weinig kritiek op behaalde doelstelling | 1e kwartaal 1999 vaststelling conclusies |
4. Transactie; transportefficientie en milieu; Goederenvervoersectoren; 05.12 | 1998 | Ex post Effect instrument intentieverklaringen MJA's met de sector | Evaluatie Transactie, Den Haag, maart 1998 | V&W, Groep Beleids-onderzoek en Advies b.v. | Continuering van het programma onder bijstelling van de beleidsambities | Er zullen nieuwe instrumenten worden ontwikkeld. Het Transactieprogramma zal in 2002 wederom worden geëvalueerd. |
Programma beleidsevaluaties DGG
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever; uitvoering |
---|---|---|---|
1. Proef «Langer en zwaarder», Goederenvervoersectoren; 05.12 | 1998 | Ex post Evaluatie proef en effecten | V&W, in- en extern |
2. Overbelading vrachtwagens; Goederenvervoersectoren; 05.12 | 2001 | Ex post Effectiviteit van het automatisch weegsysteem voor vrachtwagens (WIM/VID) | V&W; extern |
3. Arbeidstijdenbesluit Vervoer; Goederenvervoersectoren;05.12 | 2000 | Ex post Evaluatie grondslagen besluit, nulmeting per 1-1-99 | V&W; extern |
4. Knelpunten nieuwe toetreders Goederenvervoersectoren; 05.12 | 1999 | Ex post Evaluatie werking en consequenties maatregelen | V&W; intern |
5. Transactie; transportefficiëntie en milieu; Goederenvervoersectoren; 05.12 | 2002 | Ex post Effect instrument intentie-verklaringen MJA's met de sector | V&W; extern |
6. Stimuleringsregeling gecombineerd goederenvervoer; Goederenvervoersectoren; 05.12 | Ex post Beoordelen effecten intermodaal vervoer | V&W; extern, ieder jaar t/m 2001 | |
7. Tijdelijke beleidsregeling Bijdrage Vaarwegaansluitingen; Goederenvervoersectoren; 05.12 | 1999 | Ex post Tussentijdse evaluatie proces/procedure/resultaten periode 1996–1998 | V&W; intern |
8. Subsidie investeringen in Terminals; 05.12 | 2003 | Ex post Effecten van subsidie en eventuele bijstelling vervolg subsidieregeling | DGG/directie A |
9. Corridor aanpak/werken aan efficient en duurzaam goederenvervoer; 05.12 (INCODELTA) | 2003 | Ex post Is de gekozen aanpak succesvol en kan deze breder worden ingezet | DGG/directie A; extern |
10. Scheepvaartverkeer binnenwateren; 05.20 | 2000 | Ex post Vaststellen veiligheidsperceptie en normering voor scheepvaartverkeer binnenwateren | opdr. V; uitvoering AVV |
11. Scheepvaartverkeer binnenwateren; 05.20 | 2000 | Ex post Monitoring veiligheid en vlotheid scheepvaartverkeer binnenwateren, ontwikkeling indicatoren | opdr V; uitvoering AVV |
12. Verkeersmanagement maatregelen zeescheepvaartwegen; 05.20 | 1999 | Evaluatie bestaande instrumen-ten, tevens kosteneffectiviteitsonderzoek mogelijke nieuwe maatregelen | opdr. V; uitvoering RAND/MSCN |
13. Verkeersmanagement zeescheepvaartwegen, tankerroutering boven Wadden; 05.20 | 2001 | Ex post Vaststellen gedrag tankers, al of niet conform regels | opdr. V; uitvoering extern |
14. Verkeersmanagement Noordzee; 05.20 | 2001 | Ex post evaluatie van in VSN vastgelegd beleid | opdr. V |
15. Scheepvaart en milieu; maatregelen voor luchtemissies; 05.20 | 1999 | Ex ante onderzoek kosteneffectieve maatregelen voor reductie luchtemissies scheepvaart | opdr.V; uitvoering AVV |
16. Scheepvaart en milieu; maatregelen voor emissies; 05.20 | 1999 | Ex post monitoring van lucht- en wateremissies scheepvaart | opdr. V; uitvoering AVV |
17. Kustwacht; 05.20 | 2000 | Ex post Vaststelling effecten bundeling | V&W/PKHN |
18. Reg. snelle motorboten rijksvaarwegen; 05.20 | 2000 | Ex post vaststellen effecten en goede werking | V (i.o.m. beheerders) |
19. Overdracht beoordelen van samenladingen en verlenen van beschikkingen door RVI; 05.20 | 2001 | Ex post Verwerven inzicht in werking expertsysteem en dienstverlening RVI | opdr. V; uitvoering intern V/RVI/VIC |
20. Bureau Shortsea Shipping; Goederenvervoersectoren; 05.30 | 1999 | Ex post Evaluatie beleidsmaatregelen shortsea | V&W; intern |
21. Wet Vaartijden en Bemanningssterkte: arbeidsbescherming en veiligheid binnenvaartwet Vaartijden en Bemanningssterkte; Goederenvervoersectoren; 05.30 | Ex post Evaluatie werking en consequenties wet | V&W; intern, continu proces Het definitieve besluit tot het uitvoeren van de evaluatie wordt eerst in 1999 verwacht, derhalve PM | |
22. Inhaalverbod vrachtverkeer in de spits; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 2001 | Ex post Evaluatie werking en effect van het verbod | V&W, in- en extern |
23. Nederland Maritiem Land; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 2001 | Ex post Onderzoek resultaten en doeltreffendheid | V&W, intern tussentijdse evaluatie 1999, eindevaluatie 2001 |
24. Nederlands Instituut voor Maritiem onderzoek (NIM); Goederenvervoersectoren; 05.31 | 1999 | Ex ante; ex post Coördineren van onderzoek en ontwikkeling t.b.v. de maritieme bedrijfstakken | V&W, EZ (trekker); in- en extern |
25. MARIN; Maritime Institute of the Netherlands; Goederenvervoersectoren; 05.31 | Ex post Onderzoek resultaten MARIN als maritieme GTI (centre of excellence) | V&W, EZ (trekker), OC&W intern, jaarlijks tot 2000 | |
26. Nederlands Zeescheepvaartbeleid; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 2000 | Ex post Bottom-up evaluatie van de effectiviteit van het nederlands zeescheepvaartbeleid | V&W, in- en extern |
27. Nederlands Zeescheepvaartbeleid; Goederenvervoersectoren; 05.31 | Ex post Top-down evaluatie van de effectiviteit van het nederlands zeescheepvaartbeleid | V&W/NEI; in- en extern evaluatie 1998 in 1999 evaluatie 1999 in 2000 | |
28. Verbetering concurrentiepositie binnenvaart; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 2003 | Ex post Evaluatie effectiviteit van het gevoerde beleid c.q. de verleende subsidies | V&W; intern |
29. Subsidieregeling Schipperszorg; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 1999 | Ex post Evaluatie effectiviteit van het gevoerde beleid c.q. de verleende subsidies | V&W |
30. Bedrijfsbeeindigingsregeling binnenvaart; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 1999 | Ex post Eind-evaluatie effectiviteit van het gevoerde beleid c.q. de verleende subsidies | V&W |
31. Regeling samenwerkingsverbanden binnenvaart; Goederenvervoersectoren; 05.31 | 1999 | Ex post Eind-evaluatie effectiviteit van het gevoerde beleid c.q. de verleende subsidies | V&W |
32. Wet vervoer Gevaarlijke Stoffen; Veiligheid Goederenvervoer; 05.31.03 | 2001 | Ex post Evaluatie werking en consequenties wet | |
33. RNVGS; 05.31.03 | 2001 | Ex post Evaluatie werking en consequenties wet | |
34. Subsidieregeling haven interne projecten; 05.32 | 2005 | Ex post Effecten op de concurrentiepositie | DGG/directie A |
35. Voortgangsnota zeehavenbeleid (w.o. subsidieregeling haven interne projecten); 05.32 | november 1999 | Ex post Effecten op de concurrentiepositie | DGG/ directie A |
36. Bijdrageregeling Spooraansluitingen; Goederenvervoersectoren; IF 01.02 | 1999 | Ex post Effecten op de concurrentiepositie | V&W; intern |
Afgeronde beleidsevaluaties DGTP
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Titel, plaats, datum, jaar van uitgave | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever en uitvoering | Onderzoeksresultaten | Beleidsconclusies en gebruik |
---|---|---|---|---|---|---|
Agentschap Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR); 06.02 | 1998 | Evaluatie van het agentschap Rijksdienst voor Radiocommunicatie, Utrecht september 1998 | Beoordelen van de beheersmatige constructie, de sturingsrelatie tussen HDTP-RDR en de uitvoering van beleid. | HDTP; in-, extern | De communicatie tussen HDTP en RDR dient op een aantal onderwerpen nader uitgewerkt te worden; De aansturing van de RDR door de HDTP dient meer op hoofdlijnen plaats te vinden; De interne bedrijfsvoering van de RDR dient op een aantal onderwerpen verbeterd te worden. | Op meerder manieren zal de formele en informele communicatie verbeterd worden; De interface-functie zal versterkt en georganiseerd worden; Met name via kengetallen zal de interne bedrijfsvoering van de RDR verder verbeterd worden |
Programma beleidsevaluaties DGTP
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever; uitvoering |
---|---|---|---|
1. Evaluatie Telecommunicatiewet '98; 06.10 | continu | Middels kengetallen worden de effecten van de nieuwe TW gemonitord. De resultaten kunnen aanleiding vormen tot wijziging van de uitvoeringsbesluiten. | DGTP; in-, extern |
2. Evaluatie frequentiebeleid; 06.10 | 2000 | Ex post Evaluatie Nationaal Frequentieplan | DGTP; in-, extern |
3. Evaluatie telematicabeleid; 06.10 | 2000 | Ex post Evaluatie van de effectiviteit en efficiëntie van het gevoerde telematicabeleid | DGTP; in-, extern |
4. Evaluatie Universele Dienstverlening; 06.10 | 2000 | Ex post Toets of de huidige wettelijke waarborg van een basisniveau van telecommunicatie dienstverlening nog steeds voldoet | DGTP; in-, extern |
5. Evaluatie ONP-richtlijn; 06.10 | 2000/2001 | Ex post Europese evaluatie van de ONP-richtlijn, waaraan de lidstaten een bijdrage leveren | DGTP; in-, extern |
6. Evaluatie UMTS; 06.10 | 2001 | Ex post Evaluatie uitgifte UMTS-frequenties | DGTP; in-, extern |
7. Evaluatie OPTA; 06.03 | 2001 | Ex post Wettelijk verplichte evaluatie van de OPTA-wet en het ZBO OPTA | DGTP; in-, extern |
8. Evaluatie radio-omroep (zero-base); 06.10 | 2001 | Ex post Evaluatie beleid radio-omroepbeleid n.a.v. uitgifte vergunningen AM/FM-frequenties | DGTP; in-, extern |
9. Evaluatie aftapbeleid; 06.10 | 2001 | Ex post Evaluatie lagere regelgeving op het gebied van aftappen | DGTP; in-, extern |
10. Evaluatie nummerbeleid; 06.10 | 2001 | Ex post Evaluatie «nummerplan telefoon- en ISDN-diensten» | DGTP; in-, extern |
11. Evaluatie RDR; 06.02 | 2002 | Ex post evaluatie van de agentschapsstatus van de RDR | DGTP. In-, extern |
12. Evaluatie continuïteitsplanning; 06.10 | 2002 | Ex post Evaluatie effectiviteit continuïteitsplanning | DGTP; in-, extern |
13. Evaluatie TTP-beleid; 06.10 | 2002 | Ex post Evaluatie van de effectiviteit van het beleid t.a.v. Trusted Third Parties (TTP's) | DGTP; in-, extern |
14. Evaluatie BARP; 06.10 | 2003 | Ex-post wettelijk verplichte periodieke evaluatie van het Besluit Algemene Richtlijnen Post | DGTP; in-, extern |
Programma beleidsevaluaties KNMI
Onderwerp; beleidsterrein; begrotingsartikel | Periode | Aard en doel onderzoek | Opdrachtgever; uitvoering |
---|---|---|---|
1. Klimaatonderzoek KNMI; Agentschap KNMI; 07.05 | 1999 – 2000 | Ex-post Onderzoek kwaliteit en richting van het Klimaatonderzoek | KNMI; extern |