Inhoudsopgave | Blz. | |
A. | Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel | 2 |
B. | Begrotingstoelichting | 3 |
1. | Leeswijzer | 3 |
2. | Het beleid | 5 |
2.1. | De beleidsagenda | 5 |
2.2. | De artikelen | 14 |
1: Waarborgfunctie | 14 | |
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 18 | |
3: Nominaal en onvoorzien | 30 | |
3. | De bedrijfsvoering | 31 |
4. | De verdiepingsbijlage | 32 |
5. | De bijlage moties en toezeggingen | 41 |
6. | Overzicht samenwerkingsprojecten | 45 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2003 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2003. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2003.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2003 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, derde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.
In de nota Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording(VBTB) is het voornemen neergelegd te komen tot verbetering van de informatiewaarde en de toegankelijkheid van de ministeriële begrotings- en verantwoordingsstukken. De kern van de begroting bestaat uit de beleidsagenda en de artikelen. Voor de beleidsartikelen worden de zogenaamde driew-vragen beantwoord:
• Wat willen we bereiken?
• Wat gaan we daarvoor doen?
• Wat mag dat kosten?
De begroting bestaat uit:
A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel
B. De begrotingstoelichting
De begrotingstoelichting (deel B) kan verder uitgesplitst worden in de volgende onderdelen:
1. Leeswijzer
2. Het beleid
2.1. De beleidsagenda
2.2. De artikelen
3. De bedrijfsvoering
4. De verdiepingsbijlage
5. De bijlage moties en toezeggingen
6. Overzicht samenwerkingsprojecten
In de beleidsagenda is in een cijfermatig overzicht (tabel) een uitsplitsing van de belangrijkste mutaties opgenomen. De beleidsagenda bevat voorts een toelichting op de beleidsprioriteiten.
Het onderdeel de artikelen (§ 2.2.) bestaat uit een tweetal beleidsartikelen en één niet-beleidsartikel (artikel 3: Nominaal en onvoorzien). De opbouw van een beleidsartikel is als volgt:
1. Algemene beleidsdoelstelling
2. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens
3. Budgettaire gevolgen van beleid
4. Budgetflexibiliteit
5. Veronderstellingen
6. Groeipad van het artikel
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkelingen in de beheersing van de bedrijfsvoering specifiek met betrekking tot de begroting van Koninkrijksrelaties. Verdere informatie ten aanzien van de wijze waarop de kwaliteit van de bedrijfsvoering wordt gewaarborgd, is ondergebracht in bedrijfsvoeringsparagraaf behorende bij de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
De begroting kent een verdiepingsbijlage die per artikelonderdeel de verschillen c.q. mutaties bevat tussen de begroting 2002 en deze ontwerpbegroting.
Overzicht samenwerkingsprojecten
In deze begroting is een overzicht opgenomen van alle samenwerkingsactiviteiten die in 2002 in uitvoering waren.
Toedeling apparaatsbudgetten & flexibiliteit apparaatsuitgaven
Bij de formulering van de beleidsartikelen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is conform de VBTB-gedachte het beleid leidend geweest en niet de organisatorische indeling van het ministerie. Bij de toedeling van de apparaatsbudgetten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Het apparaatsbudget van een directie is toebedeeld aan het beleidsartikel waartoe ook de operationele doelen van de directie behoren (indien van een directie de operationele doelen verdeeld zijn over meerdere artikelen is het apparaatsbudget geplaatst onder het artikel met het grootste budgettaire beslag).
De staf van een Directoraat-generaal is toegerekend aan het artikel met het grootste budgettaire beslag van een Directoraat-generaal.
Een toelichting op de flexibiliteit van de apparaatsuitgaven wordt gegeven in de leeswijzer van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Per beleidsartikel zijn groeiparagrafen opgenomen. Bedoeling van deze paragrafen is om te komen tot een nadere uitwerking van de doelstellingen en de bijbehorende prestatiegegevens. Dat past in het groeimodel van VBTB. In de leeswijzer van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) wordt de invulling van de rijksbegrotingsvoorschriften en van de groeiparagraaf nog verder toegelicht.
Het beleid van de regering van het Koninkrijk ten aanzien van de Nederlandse Antillen en Aruba is gebaseerd op twee in het Statuut voor het Koninkrijk vastgelegde uitgangspunten: (1) het waarborgen dat essentiële functies op het gebied van goed bestuur, rechtshandhaving en mensenrechten adequaat worden vervuld en (2) het bieden van hulp en samenwerking, gericht op het vergroten van de eigen bestuurskracht van de landen. Hiermee rekening houdend wordt uitvoering gegeven aan de volgende beleidsmaatregelen:
• Concentratie van de hulp op een aantal prioriteiten: rechtshandhaving, goed bestuur, economische ontwikkeling, onderwijs en, voor wat betreft Aruba, ook volksgezondheid.
• Uitvoering van de met de Nederlandse Antillen respectievelijk Aruba op deze onderwerpen overeengekomen meerjarenprogramma's alsmede van de maatregelen vastgelegd in de Koninkrijksverklaring inzake terrorisme.
• Financiering van hulp via ontwikkelingsfondsen. Voor de samenwerking met Aruba is het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) opgericht van waaruit de programma's en projecten gefinancierd kunnen worden. Voor de Nederlandse Antillen is in december 2001 een bilaterale ambtelijke werkgroep ingesteld (werkgroep Wijers) die de totstandkoming van een Ontwikkelingsfonds/Herstelbank voor de Nederlandse Antillen heeft voorbereid. Op basis van het advies van deze werkgroep, dat in juni 2002 is uitgebracht, zal de regering hieromtrent besluiten.
• Het op orde brengen van de overheidsfinanciën van de Nederlandse Antillen is de verantwoordelijkheid van de Antilliaanse regering. Indien door de Nederlandse Antillen wordt gevraagd om aanvullende liquiditeitssteun vanuit Nederland voor het uitvoeren van een saneringsprogramma, zal Nederland deze liquiditeitssteun slechts verstrekken indien het saneringsprogramma is geaccordeerd door het IMF. Daarnaast is voor het op orde brengen van de overheidsfinanciën van belang dat de Antilliaanse regering maatregelen neemt op basis van het advies van de commissie Havermans inclusief de herstructurering van het Solidariteitsfonds en de introductie van een kader voor de financiële verhoudingen.
• De ondersteuning van de niet-gouvernementele organisaties (NGO's) door uitvoering van de in het protocol van 25 september 2001 vastgelegde maatregelen.
Initiatieven zullen worden genomen om de samenwerking en de uitwisseling van ervaringen inzake de overzeese gebieden met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk te verdiepen. Met de Antillen en de Europese Commissie zal gezamenlijk worden nagegaan in hoeverre een betere benutting door de Antillen van EU-ontwikkelingsfinanciering kan worden gerealiseerd. Ook ten aanzien van andere mogelijkheden die de EU biedt voor de Nederlandse Antillen en Aruba, zoals deelname aan communautaire EU-programma's, zullen de landen een gezamenlijk optreden nastreven.
Ten aanzien van de staatkundige toekomst van de Nederlandse Antillen zal Nederland zijn standpunt dat een status aparte van Sint Maarten niet gewenst is, duidelijk kenbaar maken aan de Antilliaanse regering, zodat bij de discussie op de Nederlandse Antillen met dit standpunt rekening kan worden gehouden. Tevens zal worden nagegaan op welke wijze vorm gegeven kan worden aan intensivering van de betrekkingen tussen alle drie de landen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken die deugdelijkheid van bestuur moeten garanderen. Wat betreft de relatie tussen de landen van het Koninkrijk en Europa zal Nederland gezamenlijk met de Nederlandse Antillen en Aruba een visie op de gewenste ontwikkeling opstellen. Herstructurering van de Nederlandse Antillen is van groot belang voor het functioneren van dat land. Nederland wil daar een bijdrage aan leveren. Met name uitvoering van de voorstellen van de commissie-Havermans inzake nieuwe financiële verhoudingen en het realiseren van de voorstellen van de commissie-Wijers over de besteding van ontwikkelingsgelden hebben daarbij prioriteit.
Bovenstaande maatregelen worden als volgt uitgewerkt:
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 134 328 | 134 440 | 134 226 | 134 281 | 134 281 | 134 281 |
1e suppletore begroting 2002 | 44 732 | |||||
Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: | 781 | 3 208 | 3 123 | 2 941 | 2 908 | 2 908 |
Taakstelling efficiency/volume | – 75 | – 150 | – 225 | – 300 | – 300 | |
Versnelling taakstelling volume | – 42 | – 42 | – 42 | |||
Taakstelling externen | – 178 | – 178 | – 178 | – 178 | – 178 | |
Aansluitbedrag overige mutaties | 781 | 3 503 | 3 493 | 3 386 | 3 386 | 3 386 |
Stand ontwerp-begroting 2003 | 179 841 | 137 648 | 137 349 | 137 222 | 137 189 | 137 189 |
Taakstelling efficiency/volume Strategisch Akkoord
Het Strategisch Akkoord voorziet in een efficiency/volume taakstelling van 9% in totaal. Deze taakstelling valt uiteen in een jaarlijkse efficiencykorting (oplopend tot 4% in 2006) en een korting op het volume (oplopend tot 5% in 2006). De efficiencytaakstelling (4%) is ten laste van het apparaatbudget (artikel 2.1) ingeboekt. Op artikel 2.1 is tevens de taakstelling externen uit het Strategisch Akkoord ingeboekt. De aanvullende versnelling van de volumetaakstelling uit het Strategisch Akkoord is voorlopig ingeboekt op artikel 3.2.
De staatsrechtelijke structuur van het Koninkrijk biedt een hoge mate van autonomie aan de afzonderlijke landen. Dit brengt met zich mee dat de landen zelf zorg dragen voor de verwezenlijking van de menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. Behoorlijk bestuur en een adequate rechtshandhaving vormen basisvoorwaarden voor een stabiele maatschappij. De aandacht van Nederland voor deze terreinen zal intensiever worden, de regering van het Koninkrijk zal nadrukkelijker de regie van de ontwikkelingen op zich nemen. In het bijzonder geldt dit voor de rechtshandhaving. Geconstateerd moet worden dat zorgen blijven bestaan over het niveau en de kwaliteit van de rechtshandhaving. Nederland wordt direct geconfronteerd met de negatieve gevolgen hiervan. In 2003 zullen de gezamenlijke inspanningen door landen van het Koninkrijk op het gebied van de rechtshandhaving verder worden opgevoerd. Deze samenwerking is voor geen van de landen vrijblijvend en zal daarom extra investeringen in personele en materiële zin met zich meebrengen. De Kamer zal over de uitwerking hiervan worden geïnformeerd.
Reeds bestaande samenwerkingsactiviteiten op het terrein van de rechtshandhaving, zoals de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en het recherchesamenwerkingsteam, zullen in ieder geval worden voortgezet en versterkt. De Kustwacht waarborgt een adequaat niveau van maritieme rechtshandhaving. Mede op basis van de doorlichting die in 2002 is afgerond zal de organisatie van de Kustwacht worden gestroomlijnd en waar nodig versterkt. Daarnaast zal bijzondere aandacht worden gegeven aan het op structurele wijze continueren en versterken van het recherchesamenwerkingsteam voor de aanpak van zware en georganiseerde criminaliteit.
De afspraken tussen de landen over de aanpak van drugssmokkel zullen verder worden ingevuld. Met de landen zullen aanvullende afspraken worden gemaakt in samenhang met de versterking van de Kustwacht en het recherchesamenwerkingsteam, de verscherping van de grensbewaking en met de ontwikkeling van de politiekorpsen in Aruba en de Nederlandse Antillen. Voorts zal door Nederland samen met de Nederlandse Antillen en Aruba nader invulling worden gegeven aan de afspraken die op 30 november 2001 in de Rijksministerraad zijn gemaakt in het kader van de bestrijding van internationaal terrorisme (met name: implementatie internationale terrorismeverdragen, bestrijding witwassen, vergroten samenwerking politie- en veiligheidsdiensten).
Om een adequaat niveau van rechtshandhaving te waarborgen wordt zorggedragen voor een voldoende bezetting van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en de Openbaar Ministeries van de Nederlandse Antillen en Aruba. Om de keteneffecten van de intensivering van de samenwerking op het terrein van de rechtshandhaving op te vangen zullen wellicht extra bijdragen ten behoeve van de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijke Hof noodzakelijk zijn.
De budgettaire gevolgen binnen hoofdstuk IV van de versterkte aandacht voor de rechtshandhaving in de Nederlandse Antillen en Aruba zullen in de voorjaarsnota worden meegenomen.
II. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
Het Nederlandse beleid heeft ten doel Aruba en de Nederlandse Antillen bij te staan in hun ontwikkeling teneinde de eigen bestuurskracht van de landen te vergroten. Het Nederlandse beleid is daarom geconcentreerd op drie aandachtsgebieden: onderwijs, bestuurlijke ontwikkeling en duurzame economische ontwikkeling. De gezondheidszorg is voor Aruba het vierde aandachtsgebied. In 2003 zal de samenwerking op basis van lange termijn programma's worden vormgegeven.
In het Arubaanse meerjarenprogramma gezondheidszorg zijn activiteiten opgenomen die zich richten op verbetering van de preventie.
De Nederlandse bijdrage aan het onderwijsprogramma ondersteunt de inspanningen van de Antilliaanse regering om het rendement van het basis- en beroepsonderwijs te verhogen. Verder richt het onderwijsprogramma zich op de verbetering van opleidingsmogelijkheden voor lokale docenten, de professionalisering van onderwijsdiensten, de schoolbesturen en het schoolmanagement en de doelmatigheid van de onderwijshuisvesting. In het Arubaanse onderwijsprogramma staat het beroepsonderwijs op de eerste plaats; het beleid ten aanzien van achterstandsgroe- pen komt daarna.
Het programma bestuurlijke ontwikkeling op de Nederlandse Antillen is gericht op het verhogen van de kwaliteit van het openbaar bestuur en het versterken van de «checks and balances» op lands- en eilandniveau in de Nederlandse Antillen. De subprogramma's zullen de verbetering betreffen van: (1) bestuurlijke controle, (2) transparantie van het bestuur, (3) overheidsfinanciën, (4) informatisering/automatisering, (5) kwaliteit van het ambtelijk apparaat, (6) kwaliteit van het bestuurlijk apparaat. In het samenwerkingsprogramma met Aruba is verbetering van «checks and balances» binnen het openbaar bestuur eveneens een van de aandachtspunten. Een verdere uitvoering van het rapport Calidad en onder andere versterking van instituties zoals Algemene Rekenkamer en de Raad van Advies krijgen daarom de nodige aandacht. Tevens omvat het programma projecten ter verbetering van de politie (KPA), de gevangenis (KIA) en de belastingdienst.
Het programma duurzame economische ontwikkeling is ten aanzien van de Nederlandse Antillen gericht op versterking en ontwikkeling van de economische structuur en op een economisch herstel op korte termijn. Het programma is per eilandgebied uitgewerkt, en is mede gebaseerd op het Wereldbankadvies aan de Antilliaanse regering van april 2001 getiteld «Netherlands Antilles: Elements of a Strategy for Economic Recovery and Sustainable Growth». In de ontwikkelingsstrategie is gekozen voor het stimuleren van onder meer de groeisectoren toerisme, havens, distributie, e-commerce en financiële dienstverlening.
Een substantieel deel van de samenwerkingsmiddelen zal worden ingezet voor infrastructurele verbeteringen. Hierin ondersteunt Nederland de faciliterende rol die de Antilliaanse overheid op economisch gebied wil innemen. Het programma zal tevens economische activiteiten stimuleren die bijdragen aan behoud van het culturele erfgoed en bescherming van milieu en natuur. Achterliggende gedachte hierbij is de betekenis die natuurbehoud en monumentenzorg kunnen hebben voor de toeristische ontwikkeling.
Tot slot worden instrumenten ingezet om de samenwerking tussen Nederlandse en Antilliaanse bedrijven te stimuleren alsmede een exportkredietverzekeringsfaciliteit die vergelijkbaar is met de voor Nederlandse ondernemingen beschikbare exportverzekeringsfaciliteit. In het Arubaanse meerjarenprogramma duurzame economische ontwikkeling is gekozen voor activiteiten die de schade aan natuur en milieu tegengaan die wordt veroorzaakt door de groei van de Arubaanse bevolking en economie.
Ondanks de ingezette financiële en economische hervormingen op de Nederlandse Antillen zullen de problemen met de overheidsfinanciën en de economische problemen in 2003 nog niet zijn opgelost. De noodzaak tot hervormingen zal in 2003 onverminderd aanwezig zijn. Indien door deNederlandse Antillen wordt gevraagd om aanvullende liquiditeitssteun vanuit Nederland voor het uitvoeren van een saneringsprogramma, zal Nederland deze liquiditeitssteun slechts verstrekken indien het saneringsprogramma is geaccordeerd door het IMF. Het programma dient bij te dragen aan gezonde overheidsfinanciën, verbetering van het investeringsklimaat en versterking van de economische concurrentiepositie.
III. Systematiek van de begroting
De voorliggende begroting moet worden gelezen in samenhang met de hiervoor beschreven samenwerkingsprogramma's. Door middel van baselinestudies per programma en de daarop volgende tussentijdse evaluaties en de eindevaluatie wordt voor elk van de programma's zorggedragen voor inzicht in doelen en (bereikte) prestaties. Dat past in de VBTB opzet. In de voorliggende begroting is het artikel Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners niet nader onderverdeeld naar de afzonderlijke samenwerkingsprogramma's om de noodzakelijke flexibiliteit te behouden. Met de Nederlandse Antillen is overeengekomen dat de sleutel die wordt gehanteerd voor de verdeling van het samenwerkingsbudget (50% duurzame economische ontwikkeling, 25% voor de programma's bestuurlijke ontwikkeling en onderwijs) op voorstel van de Nederlandse Antillen kan worden aangepast indien de uitputting van de begroting daartoe aanleiding geeft. Een ander argument om het begrotingsartikel niet onder te verdelen is het gegeven dat zich tegenvallende uitgaven kunnen voordoen, bijvoorbeeld door afgegeven garantiestellingen, die ten laste moeten worden gebracht van het budget voor de samenwerkingsprogramma's. Tenslotte moet in dit verband worden vermeld dat het advies van de werkgroep Wijers een grote invloed kan hebben op de begrotingsindeling. Indien voor de Nederlandse Antillen een met het FDA vergelijkbaar fonds wordt voorgestaan, zal een onderverdeling naar programma's niet meer mogelijk zijn.
In de onderstaande tabel worden de vijf voornemens voor Koninkrijksrelaties uit het Strategisch Akkoord uitgewerkt in doelen, acties, actoren, deadlines en budgettaire gevolgen. De beschreven doelen dienen behaald te worden binnen de huidige kabinetsperiode.
1. Voornemens Strategisch Akkoord | 2. Doelen | 3. Acties | 4. Actoren | 5. Deadlines | 6. Budget |
Het Koninkrijksverband: «Door (...) rechtshandhaving (...) sterker als gezamenlijke aangelegenheid van de betrokken landen te zien en te organiseren, (...).» | • NA&A voldoen aan de internationale eisen (FATF) t.a.v. anti-witwasmaatregelen;• Voorkomen aanlandingen van drugs;• Criminele organisaties geen kans zich te nestelen in de NA&A;• Voorkomen dat drugs vanaf NA&A naar Nederland/Europa komen. | • Kustwacht en RST intensiever inzetten;• Met NA&A afspraken maken over output en sancties.• Uitvoering van afspraken ondersteunen door gerichte en tijdelijke inzet van mensen en middelen vanuit Nederland.• Waar nodig OM en Rechterlijke macht vanuit Nederland versterken.• Ook detentiecapaciteit en kwaliteit zal zonodig verder worden versterkt.• Waar mogelijk d.m.v. Rijksregelingen samenwerking vastleggen.• Regelgeving voortvloeiend uit internationale afspraken en verdragen waar mogelijk vastleggen in rijksregelgeving. | Minister van BZK Minister van Justitie Staatssecretaris van Financiën Minister van Defensie Minister van Buitenlandse Zaken Regering NA Regering Aruba | Eind 2002 (op hoofdlijnen) en begin 2003 (concreet ingevuld) afspraken maken met de NA&A. Tweede Kamer zal bij begrotingsbehandelingen worden geïnformeerd over voortgang. | n.v.t. |
Het Koninkrijksverband: «Door (...) regeling van de instellingen voor rechtspraak, controle en advies sterker als gezamenlijke aangelegenheid van de betrokken landen te zien en te organiseren, (...).» | (Verdere) professionalisering van de Rekenkamers NA&A en Raden van Advies NA&A. Dit zal bijdragen aan de versterking checks and balances door verbeterde begrotingscycli, controle op overheidsuitgaven en kwaliteit en uitvoerbaarheid wetgeving. | • Uitvoering Protocol van Samenwerking Rekenkamers Koninkrijk via samenwerking op concrete onderwerpen en vormings- en opleidingstrajecten; tweejaarlijkse bijeenkomsten van Rekenkamers;• Nadere afspraken tussen Raad van State en Raden van Advies;• Inzet deskundigen Raad van State bij uitvoering Rechtspraak in NA&A te beginnen met Hoger Beroep uitvoering van de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR). | Minister van BZK Colleges Rekenkamers Koninkrijk, Raad van State en Raden van Advies NA&A en Gemeenschappelijk Hof van Justitie NA&A | Deadlines zijn gekoppeld aan uitvoering van Samenwerkingsprogramma's (jaarlijkse evaluatie en bijstelling). | Budget voor de uitvoering is reeds gereserveerd in Samenwerkingsprogramma's met NA&A |
Het Koninkrijksverband: «een status aparte voor afzonderlijke eilanden dient te worden voorkomen». | Handhaving van het staatkundig verband van de NA, discussie benutten voor bereiken van staatkundige hervormingen die bijdragen aan deugdelijk bestuur, rechtshandhaving en financieel beheer; versterking integratie op Koninkrijksniveau | Nederlandse positie t.a.v. wijziging Statuut duidelijk markeren; in discussie Nederlandse prioriteiten aangeven, te weten zorg voor rechtshandhaving en hervorming financiële verhoudingen | Minister van BZK Regering NA Regering Aruba Besturen van eilandgebieden | n.v.t. | n.v.t. |
Het Koninkrijksverband: «De positie van Aruba en de Antilliaanse eilanden binnen de Europese Unie wordt zo mogelijk en zo nodig versterkt.» | • Een optimale benutting van de 9e EOF-gelden door de NA;• Een versterking van de onderhandelingspositie van de NA&A als LGO ten aanzien van de Europese Unie (EU);• Standpunt van de NA&A c.q. de EU over een verdere integratie van NA&A binnen de EU. | • Overleg BZK met NA om concrete afspraken te maken over de aanwending van de EOF-middelen;• Overleg BZK, NA met de Europese Commissie om NA voorstel te bespreken over de inzet van de 9e EOF-middelen en wat te doen met middelen die nog open staan; (Laten) uitwerken van het indicatiefprogramma voor het 9e EOF.• Overleg BZK/BZ met NA&A om te komen tot een gezamenlijk standpunt over of en zo ja hoe een verdere integratie binnen de EU moet gaan plaatsvinden. | Minister van BZK Minister van BZ Regering NA Regering Aruba Europese Commissie | Uiterlijk december 2002 (geen officiële deadline) vaststelling van indicatief programma voor 9e EOF. 2003: standpunt van NL inzake gewenste relatie van NA&A met EU. Behalen van doelen (binnen de gestelde deadlines) hangt o.m. af van de prioriteit die NA&A aan de gestelde doelen hechten. | n.v.t. |
Het Koninkrijksverband: «De Antilliaanse regering moet de huidige financiële problemen met kracht te lijf gaan. Indien aanvullende liquiditeitssteun aan Nederland wordt gevraagd, dient in ieder geval een onafhankelijke toets van het saneringsprogramma plaats te vinden door het IMF.» | • Antilliaanse overheid moet door verlaging van uitgaven en verhoging van inkomsten begrotingsevenwicht bereiken;• Gezonde overheidsfinanciën kunnen worden bereikt door met het IMF akkoord te bereiken over structureel aanpassingsprogramma;• Uitvoering van aanpassingsprogramma zal door IMF worden gemonitord;• Indien NA-regering verzoekt om aanvullende liquiditeitssteun, zal IMF Nederland adviseren over omvang;• Zonder door IMF geaccordeerd aanpassingsprogramma zal Nederland geen aanvullende liquiditeitssteun verstrekken.• Herzien van financieringsrelatie tussen Nederland en NA (werkgroep Wijers). | • Tijdens eerste werkbezoek van minister aan de NA in oktober 2002 aan NA-regering het Nederlandse standpunt nogmaals meedelen, waarbij belang van hernieuwde inzet van het IMF wordt benadrukt;• Bezien hoe samenwerking met Nederland kan worden bevorderd op gebied van belastingapparaat en andere terreinen die gerelateerd zijn aan openbare financiën;• Kwaliteit van het financieel beheer van Land en eilandgebieden kan verder worden verbeterd door snelle implementatie van advies van Commissie Solidariteitsfonds; • Overeenstemming over regeringsstandpunt;• Overleg met NA over regeringsstandpunt. | Minister van BZK Minister van Financiën IMF Regering NA | Eind 2002 – begin 2003 De implementatie van het advies van de Commissie Solidariteitsfonds zou eind 2003 moeten zijn afgerond. | Indien aanvullende liquiditeitssteun zal worden gevraagd, zal deze op advies van het IMF (bovenop de reguliere ontwikkelingshulp) worden verstrekt. De omvang hiervan staat thans nog niet vast. |
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal begroting | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Verplichtingen | 163 677 | 158 060 | 115 866 | 115 567 | 115 441 | 115 409 | 115 409 |
1: Waarborgfunctie | 18 359 | 21 390 | 13 400 | 13 480 | 13 482 | 13 483 | 13 483 |
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 145 318 | 135 375 | 101 224 | 100 647 | 100 561 | 100 528 | 100 528 |
3: Nominaal en onvoorzien | – | 1 295 | 1 242 | 1 440 | 1 398 | 1 398 | 1 398 |
Uitgaven | 109 207 | 179 841 | 137 648 | 137 349 | 137 222 | 137 189 | 137 189 |
1: Waarborgfunctie | 12 525 | 24 884 | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 |
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 96 682 | 153 662 | 120 526 | 120 027 | 119 940 | 119 907 | 119 907 |
3: Nominaal en onvoorzien | – | 1 295 | 1 242 | 1 440 | 1 398 | 1 398 | 1 398 |
Ontvangsten | 11 219 | 29 749 | 12 936 | 13 520 | 14 643 | 14 655 | 11 731 |
1: Waarborgfunctie | – | – | – | – | – | – | – |
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 11 219 | 29 749 | 12 936 | 13 520 | 14 643 | 14 655 | 11 731 |
3: Nominaal en onvoorzien | – | – | – | – | – | – | – |
BELEIDSARTIKEL 1: Waarborgfunctie
1. Algemene beleidsdoelstelling:
Het uitoefenen van de waarborgfunctie van het Koninkrijk ingevolge artikel 43 van het Statuut
De landen van het Koninkrijk dienen op grond van artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zorg te dragen voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. Het waarborgen daarvan is een aangelegenheid van het Koninkrijk. Door ondersteuning en samenwerking op een aantal cruciale terreinen van de rechtshandhaving en bestuur wil Nederland ertoe bijdragen dat in de Nederlandse Antillen en Aruba een adequaat niveau van rechtszekerheid en deugdelijk bestuur wordt bereikt. De doelstellingen en instrumenten met betrekking tot de kwaliteit van het bestuur zijn bij artikel 2 van de begroting ondergebracht. Een goede rechtshandhaving is cruciaal voor burgers en voor een verantwoorde sociaal economische ontwikkeling. Voorts kunnen door Nederland ondersteunde of in samenwerking opgezette activiteiten voorkomen dat de landen onvoldoende scoren op hun statutaire zorgplicht voor rechtszekerheid en mensenrechten. Hierdoor blijft een eventuele inzet van de statutaire waarborgvoorzieningen buiten beeld. Over de eventuele inzet van statutaire waarborgvoorzieningen wordt beslist door de Rijksministerraad op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
operationele doelstellingen | prestatie-indicatoren | basiswaarde | streefwaarde |
---|---|---|---|
Het uitoefenen van de waarborgfunctie van het Koninkrijk ingevolge artikel 43 van het Statuut | Een zodanig peil handhaven dat de mensenrechten, rechtszekerheid en kwaliteit van het bestuur – volgens de Koninkrijkspartners – niet in het geding zijn (waarborgpeil) | De huidige capaciteit van het Gemeenschappelijke Hof, het Openbaar Ministerie en de recherchecapaciteit. Gemiddeld is hiervoor een inzet van 19 rechters en 12 officieren van Justitie vanuit Nederland nodig | Handhaven van de huidige capaciteit |
Niveau van maritieme rechtshandhaving en capaciteit zoek- en reddingsacties (Kustwacht) | Investerings- en exploitatiebijdrage is overeenkomstig KB van 14 december 1995 | Handhaven en uitvoering volgens KB 618 | |
Niveau detentievoorzieningen | Inrichting en organisatie voldoen in humanitair opzicht nog niet aan internationaal aanvaardbare standaarden (CPT-norm1) | Inrichting en organisatie voldoen in humanitair opzicht aan internationaal aanvaardbare standaarden (CPT-norm1) | |
Niveau van bestrijding en voorkoming van internationaal terrorisme en internationale georganiseerde criminaliteit | De landen van het Koninkrijk geven uitvoering aan de afspraken zoals vastgelegd in de Verklaring van de Rijksministerraad van 30 november 2001 inzake terrorisme | Een niveau van voorzieningen ter voorkoming en bestrijding van internationaal terrorisme dat voldoet aan de Verklaring van de RMR van 30 november 2001 |
1CPT betreft de European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment. Deze organisatie bezoekt gevangenissen en rapporteert haar bevindingen aan de Europese Commissie.
2. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens
Operationele doelstelling 1: Rechtelijke macht en samenwerkingsmiddelen
• Een goede maritieme rechtshandhaving en zoek- en reddingsacties in het operatiegebied van de Nederlandse Antillen en Aruba.
• Een gedegen recherche-inzet op het terrein van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende misdaad in de Nederlandse Antillen en Aruba, alsmede een adequate interregionale en internationale afhandeling van rechtshulpverzoeken.
• Een adequaat niveau van rechtspraak.
• Een adequaat niveau van bestrijding en voorkoming van internationaal terrorisme.
Ten behoeve van de Kustwacht zal een financiële bijdrage worden gegeven aan het ministerie van Defensie voor de begroting van de Kustwacht. De Kustwacht functioneert overeenkomstig het door de Rijksministerraad (RMR) vastgestelde beleidsplan, waarin prioriteit gegeven wordt aan reddingsacties, drugsbestrijding en illegale invoer van wapens. Dit beleidsplan verschaft eveneens inzicht in de in te zetten personele en materiële middelen. Over de resultaten wordt bericht in het eveneens door de Rijksministerraad ingevolge artikel 3 van de algemene maatregel van rijksbestuur voorgeschreven jaarverslag. Aan de Kustwacht wordt ook bijgedragen uit begrotingshoofdstuk IX (Defensie). Ten tijde van de oprichting van de Kustwacht is door de landen afgesproken dat de kosten gezamenlijk worden gedragen in de verhouding Nederland (2/3), de Nederlandse Antillen (2/9) en Aruba (1/9). In 2002 wordt een doorlichting van de Kustwacht afgerond.
Er wordt een financiële bijdrage gegeven aan het KLPD ten behoeve van het recherchesamenwerkingsteam. Het recherchesamenwerkingsteam, waarover op 30 november 2001 tussen de drie landen van het Koninkrijk een protocol is gesloten, is een in de Nederlandse Antillen en Aruba werkend team. Het team wordt georganiseerd en beheerd door het KLPD en wordt ingezet voor de bestrijding van de zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit, alsmede voor de afhandeling van rechtshulpverzoeken. De uitgaven voor het recherchesamenwerkingsteam betreffen zowel materiële uitgaven als personele uitgaven. Met de bijdrage wordt het mogelijk dat ongeveer 35 uit Nederland afkomstige rechercheurs kunnen werken in de Nederlandse Antillen en Aruba. Ook Antilliaanse en Arubaanse rechercheurs zijn werkzaam bij het team. In het genoemde protocol is afgesproken dat het recherchesamenwerkingsteam in 2006 geëvalueerd zal worden.
Nederland draagt bij aan een adequaat niveau van rechtspraak door personele bijstand te leveren aan het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba en aan het Openbaar Ministerie van beide landen. De bijstand rechterlijke macht bestaat uit detachering van uit Nederland afkomstige rechters bij het Gemeenschappelijk Hof en officieren van justitie bij de beide openbare ministeries. De uitgaven hebben betrekking op de toeslag op het lokale salaris, repatriëring, huurtegemoetkoming, tegemoetkoming studerende kinderen en vergoeding premies volksverzekeringen. Met de bijstand wordt het mogelijk dat gemiddeld 19 rechters en 12 officieren van Justitie gedetacheerd kunnen worden in de Nederlandse Antillen en Aruba.
Naast bovengenoemde meer structurele activiteiten is het wenselijk dat andere meer tijdelijke activiteiten in de rechtshandhavingsketen worden ondersteund, waarvoor binnen de Nederlandse Antillen of Aruba tijdelijk niet voldoende mensen of middelen beschikbaar zijn. Dit betreffen enerzijds voorzienbare activiteiten voortvloeiend uit politieke afspraken, bijvoorbeeld ten aanzien van de versterking van de recherchefunctie van het Korps Politie Aruba en het Korps Politie Nederlandse Antillen zoals in het kader van de bestijding van internationaal terrorisme is afgesproken in de Rijksministerraad op 30 november 2001. Voorts betreft het onvoorziene activiteiten die voortkomen uit acute situaties en ondersteuning van Nederland noodzakelijk maken. Zo werden bijvoorbeeld in 2001 en 2002 middelen ter beschikking gesteld, waarmee voorzieningen werden bekostigd om de aanpak van drugssmokkel tussen de internationale luchthavens in de landen van het Koninkrijk te intensiveren. Voorts kan worden gedacht aan de versterking van de recherchefunctie van het Korps Politie Aruba en het Korps Politie Nederlandse Antillen waartoe eveneens in het kader van de bestijding van internationaal terrorisme in de Rijksministerraad op 30 november 2001 afspraken zijn gemaakt.
In Aruba zijn investeringen gedaan die het mogelijk maken informatie uit te wisselen tussen de diverse opsporingsdiensten. Deze investeringen zijn bekostigd uit het budget van € 4,5 mln. dat in 2002 beschikbaar was voor het nemen van maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding.
Voor de genoemde activiteiten is voor 2003 totaal € 15,9 mln. gereserveerd. Hiervan is ± € 4 mln. voor de Kustwacht, ± € 8 mln. voor de recherchesamenwerking en € 3,4 mln. voor de bijstand rechterlijke macht. Voor «overige» activiteiten zijn in 2003 beperkt middelen beschikbaar.
3. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Waarborgfunctie | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Verplichtingen | 18 359 | 21 390 | 13 400 | 13 480 | 13 482 | 13 483 | 13 483 |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 18 359 | 21 390 | 13 400 | 13 480 | 13 482 | 13 483 | 13 483 |
Uitgaven | 12 525 | 24 884 | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 12 525 | 24 884 | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 |
Ontvangsten | – | – | – | – | – | – | – |
Overzicht budgetflexibiliteit (kasflexibiliteit) (€ 1 000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Waarborgfunctie | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |||||
1. Totaal geraamde kasuitgaven | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 | |||||
2. Waarvan apparaatuitgaven -/- | ||||||||||
3. Dus programma-uitgaven | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 | |||||
4. Waarvan juridisch verplicht | 18% | 2 828 | 17% | 2 672 | 16% | 2 541 | 16% | 2 541 | 16% | 2 541 |
5. Waarvan complementair noodzakelijk en/of bestuurlijk gebonden | 78% | 12 400 | 78% | 12 400 | 78% | 12 400 | 78% | 12 400 | 78% | 12 400 |
6. Niet onder 4 en 5 begrepen (eventueel budgetten op basis van een regeling of beleidsprogamma) | 4% | 652 | 5% | 810 | 6% | 943 | 6% | 943 | 6% | 943 |
7. Totaal | 100% | 15 880 | 100% | 15 882 | 100% | 15 884 | 100% | 15 884 | 100% | 15 884 |
De juridisch aangegane verplichtingen betreffen met name de uitgaven voor Aruba welke zijn vastgelegd in het akkoord van 15 mei 2000 waarbij is overeengekomen dat Nederland totaal € 122,52 mln. ter beschikking stelt voor overige activiteiten die betrekking hebben op Aruba. Dit betreffen – voor dit artikel – onder andere de Kustwacht en het recherche-samenwerkingsteam.
De uitgaven die aangemerkt zijn als bestuurlijk gebonden betreffen de uitgaven voor de rechterlijke macht (uitzending rechters en officieren van justitie) en het Antilliaanse aandeel in de uitgaven ten behoeve van de Kustwacht en recherchesamenwerkingsteam.
Er is geen sprake van grote beleidswijzigingen op de onderdelen. Wel leggen beleidsintensiveringen zoals die onder andere voortvloeien uit de verklaring van de Rijksministerraad van 30 november 2001 een beslag op de beschikbare budgettaire ruimte. De uitgaven voor Kustwacht, RST en Rechterlijke macht worden als prioriteit aangemerkt. De uitgaven in de categorie «overig» als posterioriteit.
Een deel van de uitgaven (m.n. personele uitzendingen RST en rechterlijke macht) is koersgevoelig. In deze begroting is rekening gehouden met een verwachte koers voor 2002 en volgende jaren van 1 USD = € 1,11 (1 Naf = € 0,62).
De doelstelling is voldoende geoperationaliseerd en de opgenomen prestatie-indicatoren zijn zodanig te monitoren dat voldoende informatie beschikbaar is om de sturing van beleid te realiseren.
BELEIDSARTIKEL 2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
1. Algemene beleidsdoelstelling:
Het verlenen van hulp en bijstand ter bevordering van de autonomie van de Koninkrijkspartners conform het Statuut.
Nederland ondersteunt het beleid van de regering van de Nederlandse Antillen gericht op het gezond maken van de overheidsfinanciën en het economisch herstel door het verbeteren van de internationale concurrentiepositie en investeringsklimaat. De Nederlandse ondersteuning is effectiever als het Antilliaanse beleid succesvol is en de steunverlening adequaat is ingericht en uitgevoerd. Met het oog hierop is de steunverlening geconcentreerd op drie aandachtsgebieden (duurzame economische ontwikkeling, bestuurlijke ontwikkeling en onderwijs) en is op 11 december 2001 overeenstemming bereikt over de totstandkoming van meerjarige samenwerkingsprogramma's.
Nederland ondersteunt de Arubaanse regering in haar streven binnen een periode van 10 jaar financieel op eigen benen te staan. De Nederlandse steunverlening zal over de periode 2000–2009 worden afgebouwd. De ontwikkelingshulp wordt vervangen door partnerschap binnen het Koninkrijk. Op basis van afspraken van mei 2000 zal Nederland in totaal € 222,35 mln. beschikbaar stellen tot en met 2009. Op 8 maart 2002 zijn de regeringen van Nederland en Aruba meerjarige samenwerkingsprogramma's overeengekomen op het gebied van duurzame economische ontwikkeling, onderwijs, gezondheidszorg en kwaliteit van bestuur.
De Antilliaanse en Arubaanse regeringen dragen de verantwoordelijkheid voor het eigen beleid en de minister van BZK draagt verantwoordelijkheid voor een adequate inrichting en uitvoering van de steunverlening.
operationele doelstellingen | prestatie-indicatoren | basiswaarde | streefwaarde |
---|---|---|---|
Het bevorderen van de duurzame economische ontwikkeling, het onderwijs en de kwaliteit van bestuur van de Koninkrijkspartners door het bieden van ondersteuning (geld en kennis) | Samenwerkingsprogramma's op de terreinen duurzame economische ontwikkeling, onderwijs en kwaliteit van bestuur met de Nederlandse Antillen en Aruba en gezondheidszorg (Aruba) | De programma's moeten voldoen aan de volgende criteria: 1. Dienen in onderling overleg tot stand te komen;2. De programma's dienen relevant, haalbaar, duurzaam en beheersbaar te zijn. Onder «relevant» wordt verstaan passende binnen de nota TIS. | De programma's zijn gereed en voldoen aan de gestelde criteria |
3. In de programma's dienen minimaal de volgende onderwerpen aan de orde te komen.* | |||
4. Op basis van baselinestudies waarbij de beginsituatie van de programmatische samenwerking wordt vastgesteld en indicatoren worden benoemd, zal de realisering van programmadoelstellingen worden gemonitord. | |||
5. Het Aruba-programma is in overeenstemming met Protocol van afspraken tussen Aruba en Nederland van 15 mei 2000 | Op 8 maart 2002 is overeenstemming bereikt over de samenwerkingsprogramma's; indicatoren en streefwaarden dienen nog te worden vastgesteld | ||
Kwaliteit financieringsvoorstellen(projecten) | Financieringsvoorstellen die voldoen aan de kwaliteitscriteria die zijn aangegeven in de «Checklist» voor financieringsverzoeken en de bepalingen van de protocollen komen in aanmerking voor ondersteuning | Handhaving van kwaliteits-toetsing |
*Duurzame economische ontwikkeling: bevorderen van marktwerking, verminderen van bureaucratie, aantrekken internationale investeerders, betere fysieke en sociale infrastructuur, bevorderen binnenlandse investeringen, groeistrategie, beteugelen negatieve effecten op natuur en milieu;
*Onderwijs: ontwikkeling funderend (en speciaal) onderwijs, ontwikkeling beroepsonderwijs (VBO, VSBO, SBO, MBO), ontwikkeling leertrajecten, ondersteuning Nederlandse taal, ondersteuning inhoudelijke capaciteit departementen van onderwijs, aansluiten bij onderwijsvernieuwing Aruba, versterking regionale oriëntatie;
*Kwaliteit van bestuur: versterking van de bestuurlijke controle, verhoging van de kwaliteit van bestuurders (in het bijzonder de integriteit van het politiek handelen), bevorderen van de transparantie van het bestuur voor de burgers, verhoging van de kwaliteit van het ambtelijk apparaat, informatisering/automatisering van het overheidsapparaat, (her-)inrichting van de overheidsorganisatie(s).
*Gezondheidszorg: structurele verbetering van preventie binnen de sector door: beschikbaarheid van epidemiologische en gezondheidsgerelateerde gegevens, formulering van nationale programma's voor gezondheidsbevordering, formulering van screeningsprogramma's, adequate wet- en regelgeving, verbetering opleiding, training en managementcapaciteit, betere afstemming van integrale multidisciplinaire zorg op de behoefte.
Overzicht beleidsevaluatie | |||
---|---|---|---|
operationele doelstelling | startdatum | einddatum | onderwerp |
2.2: Het bevorderen van de duurzame economische ontwikkeling, het onderwijs en de kwaliteit van bestuur van de Koninkrijkspartners door het bieden van ondersteuning | Mei-2003 | Sep-2003 | Urgentieprogramma jeugd en jongeren |
2. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens
Operationele doelstelling 2: Het bevorderen van de duurzame economische ontwikkeling, het onderwijs en de kwaliteit van bestuur van de Koninkrijkspartners door het bieden van ondersteuning (geld en kennis).
• Nederland streeft naar een verbetering van de effectiviteit van de reguliere steunverlening aan de Nederlandse Antillen en Aruba. De effectiviteit van de steunverlening was in het verleden beperkt door versnippering, gebrek aan samenhang en onvoldoende inbedding in beleid.
• Nederland wil daarnaast een bijdrage leveren aan de sociale ontwikkeling van de Koninkrijkspartners via de ondersteuning van maatschappelijke organisaties (de zogeheten niet-gouvernementele organisaties). Ook wil Nederland de versnippering in het NGO-veld tegengaan.
• Verbetering van de positie van kansarme Antilliaanse jongeren in de Nederlandse Antillen.
• Verbetering van de financiële positie van de eilandgebieden Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Om de effectiviteit van de steunverlening te verbeteren is de samenwerking geconcentreerd op een beperkt aantal terreinen, de onderlinge samenhang versterkt en een programmatische aanpak gevolgd. In de relatie met de Nederlandse Antillen is de samenwerking geconcentreerd op de terreinen onderwijs, duurzame economische ontwikkeling en bestuurlijke ontwikkeling. In de relatie met Aruba vindt daarnaast ook samenwerking plaats op het terrein van gezondheidszorg. Om de nieuwe vorm van samenwerking inhoud te geven zijn c.q. worden meerjarenprogramma's opgesteld waarin de doelen, beoogde resultaten, activiteiten en budgetindicaties voor een periode van 4 (Aruba) dan wel 5 jaar (Nederlandse Antillen) zijn opgenomen.
De samenwerkingsprogramma's vormen de kaders voor de selectie en de beoordeling van projecten die in 2003 door de Antilliaanse/Arubaanse overheid worden ingediend. Alleen de projecten die bijdragen aan de doelstellingen van de samenwerkingsprogramma's komen voor financiering in aanmerking. Het toetsen van de projecten aan de samenwerkingsprogramma's leidt dus tot concentratie en een grotere samenhang bij de Nederlandse steunverlening, waardoor de effectiviteit van de inzet van de middelen verbeterd wordt. Een programma is afgeleid van het Antilliaans/Arubaans beleid. Het Antilliaanse/Arubaanse beleid ten aanzien van een sector is richtinggevend voor het programma. De programma's worden uitgevoerd in de vorm van projecten. Deze projecten zullen gezamenlijk bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van het programma. Naast de gebruikelijke projectmonitoring (verloopt de uitvoering volgens plan, zijn de projectresultaten behaald) zal ook op programmaniveau worden gemonitord. Op basis van baselinestudies waarbij de beginsituatie van de programmatische samenwerking wordt vastgesteld en indicatoren en streefwaarden worden benoemd, zal de realisering van programmadoelstellingen kunnen worden vastgesteld.
Voor de samenwerking met Aruba is het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) opgericht van waaruit projecten op bovengenoemde terreinen gefinancierd kunnen worden. Voor de Nederlandse Antillen is in december 2001 een bilaterale ambtelijke werkgroep ingesteld die de haalbaarheid heeft onderzocht van oprichting van een Ontwikkelingsfonds/Herstelbank.
In december 2001 is met de regering van de Nederlandse Antillen overeenstemming bereikt over de opstelling van meerjarenprogramma's op het gebied van onderwijs, duurzame economische ontwikkeling en bestuurlijke ontwikkeling als kader voor de samenwerking. In 2002 worden de programma's opgesteld. Voor het programma onderwijs heeft dit geresulteerd in een programma dat voldoet aan de gestelde criteria. Wel dienen door middel van de baselinestudie de indicatoren en streefwaarden op programmaniveau nog te worden vastgesteld. Over de programma's duurzame economische ontwikkeling en bestuurlijke ontwikkeling vindt nog overleg plaats. Deze programma's moeten nog nader worden uitgewerkt. Het overkoepelende, programmatische kader is aanwezig, maar de uitwerking in deelprogramma's voor ondermeer het Land en de eilandgebieden moet nog geschieden.
Het onderwijssamenwerkingsprogramma levert een bijdrage aan de hoofddoelstelling van het Antilliaanse onderwijssysteem, namelijk het verzekeren dat alle kinderen op een gelijke en efficiënte wijze toegang hebben tot en kunnen profiteren van kwalitatief goed onderwijs. Het programma is geconcentreerd op lager onderwijs, beroepsonderwijs en versterking van de institutionele capaciteit van de onderwijsdiensten. De Antilliaanse regering zal in augustus 2002 starten met de invoering van de onderwijsvernieuwingen. Bij de totstandkoming van het onderwijsprogramma is gebruik gemaakt van de resultaten van de review van het onderwijsbeleid door de OESO en de audit van de bij Nederland ingediende onderwijsprogramma's. Bij de beoordeling van de programma's is gelet op de verwerking van aanbevelingen (zoals verbeteren competentie docenten en directeuren, leermiddelenontwikkeling, communicatiestructuur) en het voorkomen van gesignaleerde valkuilen. Voorbeelden hiervan zijn de relatie met de thuissituatie van het kind en het draagvlak voor de vernieuwingen onder het onderwijzend personeel. Monitoring zal plaatsvinden op verschillende niveau's van het programma, te weten het niveau van doelstellingen, resultaten en activiteiten. Monitoring zal geschieden aan de hand van specifieke indicatoren, bijvoorbeeld of een systeem van dataverzameling is ingesteld, of er een toets- en examendatabank is, of er een communicatiestrategie en -plan is opgesteld. Gegevens omtrent de indicatoren zullen worden verzameld en geanalyseerd met behulp van zowel bestaande externe informatiebronnen (rapporten van de Inspectie, resultaten van examens, gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, jaarverslagen van de scholen) als bronnen die speciaal voor het betreffende deelprogramma ontwikkeld zullen worden (rapportage systeem). Monitoring zal worden verricht door verschillende instanties binnen het onderwijsveld, zoals het Programmabureau, het Departement van Onderwijs, de eilandelijke onderwijsdiensten, en uiteindelijk ook de individuele scholen. De baselinestudie voor het onderwijsprogramma zal een aanvulling geven op de indicatoren die reeds in het programma zijn benoemd en zal zich vooral richten op prestatieindicatoren die inzicht geven in het succes van het onderwijssamenwerkingsbeleid.
Op het gebied van de deelprogramma's lager onderwijs en beroepsonderwijs wordt gedacht aan onder meer de volgende indicatoren.
Deelprogramma | Indicatoren |
---|---|
Lager onderwijs | Deelnamepercentage |
Uitvalpercentage | |
Instroom in speciaal onderwijs | |
Resultaat leerlingen tov minimumeisen/kerndoelen | |
Beroepsonderwijs | Gediplomeerden |
Doorstroom naar vervolgonderwijs |
Duurzame economische ontwikkeling
Het samenwerkingsprogramma duurzame economische ontwikkeling levert een bijdrage aan het beleid van het Land de Nederlandse Antillen en de respectieve Eilandgebieden dat gericht is op een structureel herstel van de Antilliaanse economie. Het Wereldbankrapport van april 2001 vormt inhoudelijk het richtinggevend kader voor het samenwerkingsprogramma. In de ontwikkelingsstrategie is gekozen voor onder meer het stimuleren van de groeisectoren toerisme, havens, distributie en financiële dienstverlening. Een substantieel deel van de samenwerkings-middelen wordt ingezet voor infrastructurele verbeteringen. Het programma stimuleert tevens activiteiten die bijdragen aan behoud van het culturele erfgoed en bescherming van milieu en natuur. Hierbij kan gedacht worden aan de betekenis van natuurbehoud en stedelijke ontwikkeling voor het toerisme. Daarnaast is een milieu en natuur component in het programma opgenomen, naast de randvoorwaarden op milieugebied die gelden voor de economische projecten (zoals milieueffectrapportages).
Op 30 mei 2001 zijn Nederland en de Nederlandse Antillen overeengekomen dat een deel van het subsidie-instrumentarium van het Nederlandse ministerie van Economische Zaken wordt opengesteld voor de Nederlandse Antillen. Deze private sector instrumenten zijn onder te verdelen in twee groepen: het gaat om een aantal subsidieregelingen en -programma's gericht op financiële steun aan Nederlandse bedrijven die willen investeren in de Nederlandse Antillen (de zogenaamde eerste spoor instrumenten) en om instrumenten die direct gericht zijn op Antilliaanse bedrijven (de zogenaamde tweede spoor instrumenten). Het beleidsbudget en de uitvoeringskosten van voor de Nederlandse Antillen nieuw opengestelde instrumenten worden gefinancierd uit de samenwerkings-middelen (programma duurzame economische ontwikkeling).
In 2001 is in samenwerking met de uitvoeringsorganisatie Senter de invoering van de instrumenten voorbereid en in het eerste kwartaal van 2002 is de openstelling van deze instrumenten voltooid. Voor ieder instrument zijn vooraf de doelstellingen bepaald.
Hoofddoelstelling van de instrumenten is het bevorderen van de ontwikkeling van de private sector van de Nederlandse Antillen. Als subdoelstellingen kunnen worden aangemerkt:
• het bevorderen van kennisoverdracht van Nederlandse bedrijven aan Antilliaanse bedrijven;
• het doen toenemen van de beschikbaarheid van risicodragende financieringsmogelijkheden voor investeringen op de Nederlandse Antillen;
• het doen toenemen van investeringen door buitenlandse bedrijven op de Nederlandse Antillen;
• het versterken van het exportpotentieel van de Antilliaanse private sector.
Het samenwerkingsprogramma bestuurlijke ontwikkeling levert een bijdrage aan het beleid van het Land de Nederlandse Antillen en de respectieve Eilandgebieden om de kwaliteit van het openbaar bestuur te verhogen en meer specifiek om de overheid democratisch, transparant, doelmatig, doeltreffend, financieel verantwoord, klantvriendelijk, betrouwbaar en integer te laten functioneren. Ter realisering van het programmadoel kunnen de volgende programmaonderdelen worden onderscheiden:
• het versterken van organen die een belangrijke rol spelen bij het controleren van het ambtelijk apparaat en het bestuur;
• het bewerkstelligen van een toename van het vertrouwen van de burger in de overheid;
• het verder rationaliseren van de verwerving, allocatie, besteding en beheer van geldmiddelen;
• het optimaliseren van de toepassing van moderne informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het functioneren van overheidsdiensten en de communicatie met de omgeving;
• het optimaliseren van het geheel van personele, materiële en organisatorische middelen ter vervulling van overheidstaken;
• en het versterken van het besef van en de garanties voor publieke verantwoordelijkheid met betrekking tot bestuur, beleidsbepaling, besluitvorming en beleidsuitvoering.
Het onderzoek van het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD) naar de personele samenwerking tussen de Belastingdiensten van Nederland en de Nederlandse Antillen is uitgevoerd ten behoeve van een nieuw, in gezamenlijk overleg op te stellen algemeen beleid inzake de personele samenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De in juni 2001 gerapporteerde resultaten worden tevens benut voor een doeltreffender en doelmatiger vormgeving van de samenwerking tussen de Belastingdiensten van Nederland en de Nederlandse Antillen. Belangrijke aanbevelingen uit het rapport van IBFD betreffen de noodzaak:
• om de monitoring van de inzet uit te breiden en te verbeteren,
• belastingvereenvoudiging te stimuleren en
• de personele bijstand meer te differentiëren bijvoorbeeld door meer korte termijnuitzendingen.
De uitvoering van deze aanbevelingen is ter hand genomen.
De regeringen van Nederland en Aruba hebben in maart 2002 overeenstemming bereikt over meerjarige samenwerkingsprogramma's op het gebied van onderwijs, duurzame economische ontwikkeling en kwaliteit van bestuur. Eerder was reeds overeenstemming bereikt over gezondheidszorg (politiek overleg 11 juni 2001). Onderdeel van de overeenkomst is de uitvoering van baselinestudies die begin- en streefwaarden moeten aangeven van de meetbare indicatoren per sector van het meerjarenprogramma. Hiermee wordt het voor Aruba en Nederland mogelijk de voortgang van het meerjarenprogramma te monitoren en te beoordelen of de doelstellingen van het programma worden behaald.
De samenwerkingsprogramma's die met Aruba zijn overeengekomen vormen de kaders voor de selectie en beoordeling van projecten die in 2003 door de Arubaanse overheid worden ingediend. De projecten die passen binnen de programma's worden ingediend bij het Fondo Desaroyo Aruba (FDA). Het FDA beheert de samenwerkingsmiddelen, keurt de projecten goed en is belast met het toezicht op de uitvoering. Het ministerie van BZK zal toezicht houden op het functioneren van het FDA.
Na de uitvoering van het meerjarenprogramma onderwijs zal het Educacion Profesional Intermedio (EPI, middelbaar beroepsonderwijs) verder zijn uitgebreid en beter zijn afgestemd op de arbeidsmarkt. Het doel hiervan is de mogelijkheden voor Arubaanse werknemers op de arbeidsmarkt te verbeteren door het bieden van kwalitatief goed beroepsonderwijs. Daarnaast wordt geïnvesteerd in onderwijsvoorzieningen voor kansarmen, zodat zij beter kunnen functioneren binnen de Arubaanse maatschappij.
Duurzame economische ontwikkeling
De groei van de Arubaanse bevolking en economie heeft negatieve gevolgen voor natuur en milieu. Het meerjarenprogramma duurzame economische ontwikkeling richt zich daarom primair op activiteiten die de schade tegengaan die wordt veroorzaakt door deze groei. Dit gebeurt onder meer door investeringen in de zuivering van het afvalwater, het bouwen van een monitoringsnetwerk voor het meten van de luchtkwaliteit en de bouw van een installatie ten behoeve van afvalverwerking.
Bij het programma kwaliteit van bestuur is aansluiting gezocht bij de verdere implementatie van Calidad via onder meer een bewustwordingsprogramma «Integriteit». Als middelen om een beter functioneren van de overheid te bevorderen worden ICT-toepassingen uitgebreid, vinden er personele uitzendingen, stages en uitwisselingen plaats en wordt samenwerking bevorderd tussen overheidsdiensten in Aruba en in Nederlandse gemeenten. Ook is met de deelprogramma's rechtshandhaving, checks and balances en overheidshandelen een keuze gedaan om de waarborging en verhoging van de kwaliteit van het bestuur van Aruba te concretiseren. De belangrijkste bestanddelen daarvan zijn de reorganisatie van de politie en van de belastingdienst en de uitbreiding van de gevangenis.
Het meerjaren samenwerkingsprogramma gezondheidszorg is in juni 2001 overeengekomen en richt zich op de structurele verbetering van preventie binnen de gezondheidszorg op Aruba. Met het programma is een bedrag gemoeid van ruim 9 mln. Arubaanse gulden (ongeveer € 6.1 mln.) over een periode van vijf jaren (2001 tot en met 2005).
De middelen zullen worden besteed aan (onder meer) de bouw en inrichting van een medisch centrum voor drugsverslaafden (Centro Dakota), uitbreiding van de psychiatrische afdeling van het algemeen ziekenhuis (PAAZ), gezondheidsbevordering (voorlichtingscampagnes), screening- en preventieprogramma's en het ontwikkelen van thuiszorg voor diabetici.
Tussen de regeringen van de Nederlandse Antillen en Nederland is overeenstemming bereikt over de uitgangspunten van het nieuwe NGO-beleid, zijnde:
• de continuering van de NGO-subsidiëring,
• nadruk op sociale ontwikkeling,
• publiek-private samenwerking,
• programmatische benadering en
• versterking van de verantwoordelijkheden van de ontvangende landen.
Het ministerie van BZK ondersteunt de invoering van een nieuwe uitvoeringsstructuur en zal toezicht houden op het functioneren daarvan.
De financiering van Arubaanse NGO's (middels medefinancieringkantoren UNOCA en Cede Aruba) geschiedt uit het FDA. Het uitgangspunt van het subsidiebeleid voor de financiering van de Arubaanse NGO's betreft de focus op sociale vraagstukken en culturele ontwikkeling in Aruba binnen een programmatische aanpak. BZK zal toezicht houden op het functioneren van het FDA in deze.
In 2002 is verder gewerkt aan de uitvoering van de projecten gericht op het verbeteren van de positie van kansarme Antilliaanse jongeren in de Nederlandse Antillen zoals overeengekomen in het akkoord van 8 juni 2000 over de uitvoering van het Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren (UJJ). Het betreft zowel de voortzetting van reeds in uitvoering genomen projecten als de afronding van de besluitvorming van nog in uitvoering te nemen projecten. In 2003 worden alle resterende projecten uit het UJJ in uitvoering genomen.
Met de financiële ondersteuning van het UJJ wordt invulling gegeven aan het Nederlandse regeringsbeleid, neergelegd in de nota Migratie Antilliaanse Jongeren (MAJ). Dit beleid is erop gericht de perspectieven van kansarme Antilliaanse jongeren in de Nederlandse Antillen te verbeteren. Het verloop van de uitvoering van het UJJ wordt gevolgd aan de hand van halfjaarlijkse rapportages op basis waarvan wordt vastgesteld of de projecten hun doel bereiken en effectief zijn. De jongerenprojecten zijn voornamelijk gericht op het aanbieden van naschoolse opvang, opvoedingsondersteuning en leer-werktrajecten op alle eilanden van de Nederlandse Antillen.
Op basis van het in juli 2002 gepresenteerde advies van de Commissie Havermans, alsmede de uitkomsten van een onderzoek naar de kostenstructuur van de eilandgebieden Bonaire, Saba en Sint Eustatius, zulks in relatie tot die van het eilandgebied Curaçao, zal de vormgeving, inclusief het toezicht, van de toekomstige financiële steunverlening aan de drie eilandgebieden worden hergestructureerd.
Voor een gedefinieerde groep van rechthebbenden worden toeslagen op Antilliaanse en Arubaanse pensioenen verleend teneinde gewekte pensioenverwachtingen en de koopkracht van het pensioen te kunnen garanderen.
De rente die de Nederlandse Antillen en Aruba verschuldigd zijn op de door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (NIO) verstrekte leningen is vastgesteld op 2,5%. Het verschil met de marktrente wordt ten laste gebracht van dit artikel.
Voor het bevorderen van de zelfredzaamheid van de Koninkrijkspartners is afgerond € 113,5 mln. beschikbaar. De beschikbare middelen zullen worden aangewend voor de samenwerkingsprogramma's op Aruba en de Nederlandse Antillen, NGO-beleid, toeslag pensioenen, solidariteitsfonds, het verstrekken van rentesubsidie en de uitvoering van Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren (UJJ). De apparaatskosten worden ook ten laste van dit artikel gebracht en bedragen afgerond € 7 mln.
In december 2001 is in de gemeenschappelijke verklaring inzake de samenwerkingsprogramma's met de Nederlandse Antillen overeengekomen dat in 2002 een totaal bedrag van € 70 mln. vanuit hoofdstuk IV beschikbaar was voor de uitvoering van de samenwerkingsprogramma's. Het UJJ heeft een langere doorlooptijd dan bij aanvang in 2000 werd verwacht. Hierdoor zal nog in 2003 en 2004 een belangrijk deel van de beschikbaar gestelde € 19,3 mln. tot betaling komen. De vertraging in de uitvoering van het UJJ en andere projecten zorgt er voor dat in 2003 minder dan € 70 mln. beschikbaar is voor de samenwerkingsprogramma's. Op de omvang van het beschikbare bedrag is ook van invloed of de Nederlandse Antillen in 2002 aan de aflossingsverplichting op verstrekte leningen zullen voldoen. Niet afgeloste bedragen worden het jaar daarna in rekening gebracht bij de Nederlandse Staat en ten laste gebracht van de beschikbare middelen voor de samenwerkingsprogramma's. Eventuele meevallers zullen ten gunste van deze middelen worden gebracht.
Van het totale bedrag dat voor 2003 beschikbaar is voor de samenwerkingsprogramma's gaat in principe 50% naar duurzame economische ontwikkeling en 25% naar de andere twee programma's.
Nederland heeft de verstrekking van additionele financiële steun aan de Nederlandse Antillen (bovenop de reguliere ontwikkelingshulp) afhankelijk gesteld van de totstandkoming en de uitvoering op de Antillen van effectief macro-economisch herstelbeleid, conform afspraken tussen de Nederlandse Antillen en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Vooralsnog houdt de Nederlandse regering vast aan een IMF-akkoord alvorens er sprake kan zijn van additionele steun.
3. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Verplichtingen | 145 318 | 135 375 | 101 224 | 100 647 | 100 561 | 100 528 | 100 528 |
2.1: apparaat | 8 426 | 7 005 | 6 736 | 6 597 | 6 563 | 6 563 | |
2.2: bevordering autonomie | 145 318 | 126 949 | 94 219 | 93 911 | 93 964 | 93 965 | 93 965 |
Uitgaven | 96 682 | 153 662 | 120 526 | 120 027 | 119 940 | 119 907 | 119 907 |
2.1: apparaat | 8 426 | 7 005 | 6 736 | 6 597 | 6 563 | 6 563 | |
2.2: bevordering autonomie | 96 682 | 145 236 | 113 521 | 113 291 | 113 343 | 113 344 | 113 344 |
Ontvangsten | 11 219 | 29 749 | 12 936 | 13 520 | 14 643 | 14 655 | 11 731 |
Overzicht budgetflexibiliteit (kasflexibiliteit) (€ 1 000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |||||
1. Totaal geraamde kasuitgaven | 120 526 | 120 027 | 119 940 | 119 907 | 119 907 | |||||
2. Waarvan apparaatuitgaven -/- | 7 005 | 6 736 | 6 597 | 6 563 | 6 563 | |||||
3. Dus programma-uitgaven | 113 521 | 113 291 | 113 343 | 113 344 | 113 344 | |||||
4. Waarvan juridisch verplicht | 61% | 68 895 | 35% | 39 543 | 20% | 23 075 | 18% | 20 115 | 16% | 18 079 |
5. Waarvan complementair noodzakelijk en/of bestuurlijk gebonden | 26% | 29 800 | 25% | 28 800 | 25% | 27 800 | 24% | 26 800 | 23% | 25 700 |
6. Niet onder 4 en 5 begrepen (eventueel budgetten op basis van een regeling of beleidsprogramma) | 13% | 14 826 | 40% | 44 948 | 55% | 62 468 | 59% | 66 429 | 61% | 69 565 |
7. Totaal | 100% | 113 521 | 100% | 113 291 | 100% | 113 343 | 100% | 113 344 | 100% | 113 344 |
De juridische verplichtingen betreffen de reeds aangegane verplichtingen en de nog aan te gane verplichtingen in 2002. Hierin zijn begrepen de uitgaven voor Aruba welke zijn vastgelegd in het akkoord van 15 mei 2000 waarbij is overeengekomen dat Nederland totaal € 122,52 mln. ter beschikking stelt voor overige activiteiten die betrekking hebben op Aruba (voor dit artikel met name de voorziening voor schuldsanering) en de verplichting van Nederland om vanaf 2000 in totaal € 99,83 mln. te storten in het «Fondo Desaroyo Aruba».
De bestuurlijk gebonden afspraken betreffen de toeslagen op pensioenen, de rentesubsidies en de bijdrage aan het NGO-fonds en het Solidariteitsfonds.
De meerjarige samenwerkingsprogramma's zijn nog niet als bestuurlijke afspraak vastgelegd, bij voortzetting van het in 2002 ingezette beleid zal het gehele bedrag worden besteed.
De samenwerking is gebaseerd op de verhouding tussen autonome landen binnen het Koninkrijk. De effectiviteit van de samenwerkingsrelatie is de optelsom van de inspanningen van Nederlandse zijde en Antilliaanse respectievelijk Arubaanse zijde.
De verstrekking van additionele financiële steun is afhankelijk gesteld van de totstandkoming en uitvoering van een effectief macro-economisch herstelbeleid resulterend in een akkoord met het IMF. Aan deze voorwaarde houdt de Nederlandse regering vooralsnog vast.
Door de koppeling van de Antilliaanse Florijn (Naf) en de Arubaanse Gulden (Awg) aan de US-dollar worden de budgetten beïnvloed door de dollarkoers. Voor een deel (het beleid van voor 2000) zijn de reeds aangegane verplichtingen aangegaan tegen lokale valuta. Een stijging van de dollarkoers leidt in die gevallen direct tot koersnadelen. In deze begroting is rekening gehouden met een verwachte koers voor 2002 en volgende jaren van 1 USD = € 1,11 (1 Naf = € 0,62)
Ook nieuwe verplichtingen aangegaan met een maximum in euro zijn koersgevoelig. Immers, de uitgaven van Nederland luiden in euro's, de bestedingen vinden plaats in lokale valuta; de koers beïnvloedt de koopkracht.
In maart 2002 is overeenstemming is bereikt over de Arubaanse samenwerkingsprogramma's. De voortgang in de opstelling van de Antilliaanse samenwerkingsprogramma's verschilt per aandachtsgebied. Het opgestelde onderwijsprogramma heeft geleid tot goedkeuring van de onderliggende projecten per deelprogramma en een start met ingang van het schoolseizoen 2002–2003. De programma's duurzame economische ontwikkeling en bestuurlijke ontwikkeling zijn nog niet uitgekristalliseerd. Nader overleg en de uitkomsten van de overeengekomen baselinestudies moeten tot concretisering en verdieping leiden; doelstellingen moeten nader worden gespecificeerd en meetbaar worden gemaakt. Middels regelmatige monitoring op zowel ambtelijk als politiek niveau van de uitvoering van deze doelstellingen zal een beeld worden verkregen van de voortgang. Op basis van deze monitoring zal besloten worden of bijstelling van de programma's noodzakelijk is en zal hierover overleg met de Koninkrijkspartners worden gevoerd.
In het licht hiervan is het nog niet raadzaam de structuur van de begroting te wijzigen en over te gaan tot een nadere detaillering van het artikel bevorderen autonomie.
Het afsluiten van de programma's en het advies van de werkgroep Wijers kunnen mogelijke inhoudelijke en structurele gevolgen hebben voor de begroting. Een en ander zal worden besproken met de vaste commissie voor Nederlands Antilliaanse en Arubaanse Zaken. De conclusies van de bespreking zullen worden verwerkt in de begroting 2004, met in achtneming van de administratieve voorbereidingstijd.
Overzicht risico ontwikkeling met betrekking tot garantie overeenkomsten van het Rijk (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
1. Garantie van rente en aflossing van leningen ten behoeve van de financiering van rendabele projecten (periode 1962–1966) tot een maximum van NAf 125,0 mln. (wetten van 3 mei 1962, Stb. 153 en 23 april 1964, Stb. 133) | ||||||
1. Vervallen | ||||||
2. Vervallen | ||||||
3. 7,75% obligatielening B.N.G. 11,34 mln. (Nf 25 mln.). | ||||||
– uitstaand risico per 1 jan. | 1 677 | 803 | ||||
– te vervallen garanties | 874 | 803 | ||||
– verleende of te verlenen garanties | – | |||||
– uitstaand risico per 31 dec. | 803 | – | ||||
2. Garantie van rente en aflossing van door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. verstrekte leningsgelden 2,5% leningsovereenkomsten: | ||||||
1. periode 1972–1976 max. € 61,03 mln. ( Nf 134,5 mln.) | ||||||
– uitstaand risico per 1 jan. | 18 203 | 14 563 | 10 922 | 7 281 | 3 640 | |
– te vervallen garanties | 3 640 | 3 641 | 3 641 | 3 641 | 3 640 | |
– verleende of te verlenen garanties | – | |||||
– uitstaand risico per 31 dec. | 14 563 | 10 922 | 7 281 | 3 640 | – | |
2. periode 1977–1991 max. € 403,86 mln. ( Nf 890 mln.) | ||||||
– uitstaand risico per 1 jan. | 177 140 | 159 990 | 142 840 | 125 690 | 108 540 | 91 390 |
– te vervallen garanties | 17 150 | 17 150 | 17 150 | 17 150 | 17 150 | 15 796 |
– verleende of te verlenen garanties | – | |||||
– uitstaand risico per 31 dec. | 159 990 | 142 840 | 125 690 | 108 540 | 91 390 | 75 594 |
3. Garantie van rente en aflossing van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen | ||||||
– uitstaand risico per 1 jan. | Memorie | Memorie | Memorie | Memorie | Memorie | Memorie |
– te vervallen garanties | – | – | – | – | – | – |
– verleende of te verlenen garanties | – | – | – | – | – | – |
– uitstaand risico per 31 dec. | Memorie | Memorie | Memorie | Memorie | Memorie | Memorie |
4. Vervallen | ||||||
5. Garantie voor de rente en aflossing van een lening van maximaal US$ 48 mln. verstrekt door de Nederlandse Participatie Maatschappij Nederlandse Antillen | ||||||
– uitstaand risico per 1 jan. | 63 267 | 59 653 | 56 090 | 51 606 | 44 765 | 38 234 |
– te vervallen garanties | 3 614 | 3 563 | 4 484 | 6 841 | 6 531 | 6 222 |
– verleende of te verlenen garanties | – | – | – | – | – | – |
– uitstaand risico per 31 dec. | 59 653 | 56 090 | 51 606 | 44 765 | 38 234 | 32 012 |
6. Vervallen | ||||||
7. Borgstelling van € 16,74 mln ten behoeve van Sint Maarten Housing Development Foundation als onderdeel van het Woningbouwproject Belvèdére | ||||||
– uitstaand risico per 1 jan. | 32 704 | 31 446 | 30 188 | 28 930 | 27 672 | 26 414 |
– te vervallen garanties | 1 258 | 1 258 | 1 258 | 1 258 | 1 258 | 1 258 |
– verleende of te verlenen garanties | – | – | – | – | – | – |
– uitstaand risico per 31 dec. | 31 446 | 30 188 | 28 930 | 27 672 | 26 414 | 25 156 |
Door Euroconversie kunnen enkele afrondingsverchillen ontstaan.
ARTIKEL 3: Nominaal en onvoorzien
3. Budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
3: Nominaal en onvoorzien | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Verplichtingen | – | 1 295 | 1 242 | 1 440 | 1 398 | 1 398 | 1 398 |
3.1: Loonbijstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | – | – | |
3.2: Prijsbijstelling | 691 | 639 | 599 | 557 | 556 | 556 | |
3.3: Onvoorzien | 605 | 604 | 842 | 842 | 842 | 842 | |
Uitgaven | – | 1295 | 1 242 | 1 440 | 1 398 | 1 398 | 1 398 |
3.1: Loonbijstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | – | – | |
3.2: Prijsbijstelling | 691 | 639 | 599 | 557 | 556 | 556 | |
3.3: Onvoorzien | 605 | 604 | 842 | 842 | 842 | 842 | |
Ontvangsten | – | – | – | – | – | – | – |
In de begroting en verantwoording wordt in deze paragraaf ingegaan op de beheersing van de bedrijfsvoering specifiek met betrekking tot de Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk IV). Initiatieven met betrekking tot de beheersing van het ministerie als organisatie, inclusief de organisatieonderdelen van het ministerie waarvan het beleidsmatig budget is ondergebracht in hoofdstuk IV en inclusief de agentschappen, zijn beschreven in de bedrijfsvoeringsparagraaf van hoofdstuk VII (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).
De Algemene Rekenkamer stelt in haar rapport bij de financiële verantwoording 2001 van Koninkrijksrelaties dat over 2001 geen onvolkomenheden ten aanzien van de bedrijfsvoering zijn geconstateerd. De inspanningen in 2002 en 2003 zullen dan ook vooral zijn gericht op het handhaven van de kwaliteit van de bedrijfsvoering.
In overleg met de beheersverantwoordelijken aan Nederlands Antilliaanse zijde zullen in 2002 de mogelijkheden en wenselijkheden worden bezien inzake een nog meer doeltreffend budgetbeheer in 2002 en verdere jaren. De mogelijkheden en wenselijkheden worden vooral gezocht op het terrein van de actieve informatie-uitwisseling.
De operationele uitwerking van en opgedane ervaringen met de in 2002 in gang gezette wijzigingen in de beleidsuitvoering, zoals de introductie van het nieuwe NGO-subsidiebeleid en het volledig operationeel worden van het FDA in Aruba, zullen vooral bepalend zijn voor de activiteiten inzake het handhaven van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Het rapport van de werkgroep Wijers over de haalbaarheid en wenselijkheid van het oprichten van een ontwikkelingsfonds en een herstelbank voor de Nederlandse Antillen kan eveneens een belangrijke bijdrage leveren aan de activiteitenplanning.
Met ingang van 2002 is de vernieuwde VBTB-begrotingsopzet geïntroduceerd. Een opzet waarbij beoogd wordt een beter verband te leggen tussen prestaties en middelen. Het verband tussen beoogde prestaties en middelen dienen hun weerslag te krijgen in de samenwerkingsprogramma's en het NGO-programma.
Overeenkomstig de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om de formulering van prestatie-indicatoren met voortvarendheid voort te zetten, worden in 2002 per samenwerkingsprogramma baselinestudies uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de baselinestudies worden programmatische prestatie-indicatoren met bijbehorende basis- en streefwaarden bepaald.
In tegenstelling tot eerdere verwachting is de informatie over de prestatie-indicatoren niet beschikbaar voor de begroting 2003. Het afsluiten van programmaovereenkomsten met de Nederlandse Antillen en Aruba en het advies van de werkgroep Wijers kunnen mogelijke inhoudelijke en structurele gevolgen hebben voor de begroting. Een en ander zal worden besproken met de vaste commissie voor Nederlands Antilliaanse en Arubaanse Zaken. De conclusies van de bespreking zullen worden verwerkt in de begroting 2004.
BELEIDSARTIKEL 1: Waarborgfunctie
Opbouw verplichtingen (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Waarborgfunctie | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 11 887 | 12 979 | 13 059 | 13 061 | 13 062 | 13 062 | |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 11 887 | 12 979 | 13 059 | 13 061 | 13 062 | 13 062 | |
1e suppletore begroting 2002 | – | – | – | – | – | – | |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | – | – | – | – | – | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 9 503 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 9 503 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | |
a) Drugskoeriers en terrorisme (reallocatie van 2.2) | 9 045 | ||||||
b) Loonbijstelling tranche 2002 | 458 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 18 359 | 21 390 | 13 400 | 13 480 | 13 482 | 13 483 | 13 483 |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 18 359 | 21 390 | 13 400 | 13 480 | 13 482 | 13 483 | 13 483 |
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Waarborgfunctie | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 15 381 | 15 459 | 15 461 | 15 463 | 15 463 | 15 463 | |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 15 381 | 15 459 | 15 461 | 15 463 | 15 463 | 15 463 | |
1e suppletore begroting 2002 | – | – | – | – | – | – | |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | – | – | – | – | – | ||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 9 503 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 9 503 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | |
a) Drugskoeriers en terrorisme (reallocatie van 2.2) | 9 045 | ||||||
b) Loonbijstelling tranche 2002 | 458 | 421 | 421 | 421 | 421 | 421 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 12 525 | 24 884 | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 |
1.1: Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen | 12 525 | 24 884 | 15 880 | 15 882 | 15 884 | 15 884 | 15 884 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1: Waarborgfunctie | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002: | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil | |
Stand ontwerpbegroting 2003: | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil |
BELEIDSARTIKEL 2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
Opbouw verplichtingen (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 98 846 | 97 865 | 97 570 | 97 624 | 97 624 | 97 624 | |
2.1: Apparaat | 6 440 | 5 860 | 5 863 | 5 867 | 5 866 | 5 866 | |
2.2: Bevordering autonomie | 92 406 | 92005 | 91 707 | 91 757 | 91 758 | 91 758 | |
1e suppletore begroting 2002 | 43 551 | – | – | – | – | – | |
2.1: Apparaat | 454 | ||||||
2.2: Bevordering autonomie | 43 097 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – 7 022 | 3 359 | 3 077 | 2 937 | 2 904 | 2 904 | |
2.1: Apparaat | 1 532 | 1 145 | 873 | 730 | 697 | 697 | |
a) Loonbijstelling tranche 2002 | 232 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
b) Correctie verdeling apparaat IV – VII (overboeking naar HVII) | – 110 | – 55 | – 55 | – 165 | – 165 | – 165 | |
c) Inrichting & beveiliging dienstwoning Aruba / Verkoop dienstwoning Curaçao (desaldering) | 200 | ||||||
d) Koersverschillen, Westnet en aanpassing personele ramingen (reallocatie van 3.3) | 1 210 | 1 211 | 973 | 973 | 973 | 973 | |
e) Taakstelling efficiency 4% (reallocatie van 3.2) | – 33 | – 67 | – 100 | – 133 | – 133 | ||
f) Taakstelling externen (overboeking van HVII) | – 178 | – 178 | – 178 | – 178 | – 178 | ||
2.2: Bevordering autonomie | – 8 554 | 2 214 | 2 204 | 2 207 | 2 207 | 2 207 | |
a) Reservering extra uitgaven / rente IMF (desaldering) | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | ||
b) Drugskoeriers en terrorisme (reallocatie naar 1.1) | – 9 045 | ||||||
c) Loonbijstelling tranche 2002 | 491 | 478 | 468 | 471 | 471 | 471 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 145 318 | 135 375 | 101 224 | 100 647 | 100 561 | 100 528 | 100 528 |
2.1: Apparaat | 8 426 | 7 005 | 6 736 | 6 597 | 6 563 | 6 563 | |
2.2: Bevordering autonomie | 145 318 | 126 949 | 94 219 | 93 911 | 93 964 | 93 965 | 93 965 |
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 117 133 | 117 167 | 116 950 | 117 003 | 117 003 | 117 003 | |
2.1: Apparaat | 6 440 | 5 860 | 5 863 | 5 867 | 5 866 | 5 866 | |
2.2: Bevordering autonomie | 110 693 | 111 307 | 111 087 | 111 136 | 111 137 | 111 137 | |
1e suppletore begroting 2002 | 43 551 | – | – | – | – | – | |
2.1: Apparaat | 454 | ||||||
2.2: Bevordering autonomie | 43 097 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – 7 022 | 3 359 | 3 077 | 2 937 | 2 904 | 2 904 | |
2.1: Apparaat | 1 532 | 1 145 | 873 | 730 | 697 | 697 | |
a) Loonbijstelling tranche 2002 | 232 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
b) Correctie verdeling apparaat IV – VII (overboeking naar HVII) | – 110 | – 55 | – 55 | – 165 | – 165 | – 165 | |
c) Inrichting & beveiliging dienstwoning Aruba / Verkoop dienstwoning Curaçao (desaldering) | 200 | ||||||
d) Koersverschillen, Westnet en aanpassing personele ramingen (reallocatie van 3.3) | 1 210 | 1 211 | 973 | 973 | 973 | 973 | |
e) Taakstelling efficiency 4% (reallocatie van 3.2) | – 33 | – 67 | – 100 | – 133 | – 133 | ||
f) Taakstelling externen (overboeking van HVII) | – 178 | – 178 | – 178 | – 178 | – 178 | ||
2.2: Bevordering autonomie | – 8 554 | 2 214 | 2 204 | 2 207 | 2 207 | 2 207 | |
a) Reservering extra uitgaven / rente IMF (desaldering) | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | ||
b) Drugskoeriers en terrorisme (reallocatie naar 1.1) | – 9 045 | ||||||
c) Loonbijstelling tranche 2002 | 491 | 478 | 468 | 471 | 471 | 471 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 96 682 | 153 662 | 120 526 | 120 027 | 119 940 | 119 907 | 119 907 |
2.1: Apparaat | 8 426 | 7 005 | 6 736 | 6 597 | 6 563 | 6 563 | |
2.2: Bevordering autonomie | 96 682 | 145 236 | 113 521 | 113 291 | 113 343 | 113 344 | 113 344 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2: Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 12 773 | 11 200 | 11 784 | 12 907 | 12 919 | 9 995 | |
1e suppletore begroting 2002 | 16 776 | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 200 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | |
a) Verkoop dienstwoning Curaçao / Inrichting & beveiliging dienstwoning Aruba (desaldering) | 200 | ||||||
b) Rente IMF (desaldering) | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | ||
Stand ontwerpbegroting 2003 | 11 219 | 29 749 | 12 936 | 13 520 | 14 643 | 14 655 | 11 731 |
NIET-BELEIDSARTIKEL 3: Nominaal en Onvoorzien
Opbouw verplichtingen (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
3: Nominaal en onvoorzien | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 1 814 | 1 814 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | |
3.1: Loonbijstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | |||
3.2: Prijsbijstelling | 1 | 1 | |||||
3.3: Onvoorzien | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | |
1e suppletore begroting 2002 | 1 181 | – | – | – | – | – | |
3.1: Loonbijstelling | 1 181 | ||||||
3.2: Prijsbijstelling | |||||||
3.3: Onvoorzien | – | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – 1 700 | – 572 | – 375 | – 417 | – 417 | – 417 | |
3.1: Loonbijstelling | – 1 181 | – | – | – | – | – | |
a) Loonbijstelling tranche 2002 | 1 099 | 1 089 | 1 092 | 1 092 | 1 092 | ||
b) Verdeling loonbijstelling tranche 2002 | – 1 181 | – 1 099 | – 1 089 | – 1 092 | – 1 092 | – 1 092 | |
3.2: Prijsbijstelling | 691 | 639 | 598 | 556 | 556 | 556 | |
a) Prijsbijstelling tranche 2002 | 691 | 723 | 723 | 723 | 723 | 723 | |
b) Taakstelling efficiency/volume Strategisch Akkoord | – 75 | – 150 | – 225 | – 300 | – 300 | ||
c) Verdeling taakstelling efficiency 4% (reallocatie naar 2.1) | 33 | 67 | 100 | 133 | 133 | ||
d) Versnelling volume taakstelling | – 42 | – 42 | – 42 | ||||
3.3: Onvoorzien | – 1 210 | – 1 211 | – 973 | – 973 | – 973 | – 973 | |
a) Koersverschillen, Westnet en aanpassing personele ramingen (reallocatie naar 2.1) | – 1 210 | – 1 211 | – 973 | – 973 | – 973 | – 973 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | – | 1 295 | 1 242 | 1 440 | 1 398 | 1 398 | 1 398 |
3.1: Loonbijstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | – | – | |
3.2: Prijsbijstelling | 691 | 639 | 599 | 557 | 556 | 556 | |
3.3: Onvoorzien | 605 | 604 | 842 | 842 | 842 | 842 |
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
3: Nominaal en onvoorzien | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 1 814 | 1 814 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | |
3.1: Loonbijstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | |||
3.2: Prijsbijstelling | 1 | 1 | |||||
3.3: Onvoorzien | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | 1 815 | |
1e suppletore begroting 2002 | 1 181 | – | – | – | – | – | |
3.1: Loonbijstelling | 1 181 | ||||||
3.2: Prijsbijstelling | |||||||
3.3: Onvoorzien | – | ||||||
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – 1 700 | – 572 | – 375 | – 417 | – 417 | – 417 | |
3.1: Loonbijstelling | – 1 181 | – | – | – | – | – | |
a) Loonbijstelling tranche 2002 | 1 099 | 1 089 | 1 092 | 1 092 | 1 092 | ||
b) Verdeling loonbijstelling tranche 2002 | – 1 181 | – 1 099 | – 1 089 | – 1 092 | – 1 092 | – 1 092 | |
3.2: Prijsbijstelling | 691 | 639 | 598 | 556 | 556 | 556 | |
a) Prijsbijstelling tranche 2002 | 691 | 723 | 723 | 723 | 723 | 723 | |
b) Taakstelling efficiency/volume Strategisch Akkoord | – 75 | – 150 | – 225 | – 300 | – 300 | ||
c) Verdeling taakstelling efficiency 4% (reallocatie naar 2.1) | 33 | 67 | 100 | 133 | 133 | ||
d) Versnelling volume taakstelling | – 42 | – 42 | – 42 | ||||
3.3: Onvoorzien | – 1 210 | – 1 211 | – 973 | – 973 | – 973 | – 973 | |
a) Koersverschillen, Westnet en aanpassing personele ramingen (reallocatie naar 2.1) | – 1 210 | – 1 211 | – 973 | – 973 | – 973 | – 973 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | – | 1 295 | 1 242 | 1 440 | 1 398 | 1 398 | 1 398 |
3.1: Loonbijstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | – | – | |
3.2: Prijsbijstelling | 691 | 639 | 599 | 557 | 556 | 556 | |
3.3: Onvoorzien | 605 | 604 | 842 | 842 | 842 | 842 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
3: Nominaal en onvoorzien | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 |
Stand ontwerpbegroting 2002 | – | – | – | – | – | – | |
1e suppletore begroting 2002 | – | – | – | – | – | – | |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | – | – | – | – | – | – | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | – | – | – | – | – | – | – |
Opbouw verplichtingen (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 112 547 | 112 658 | 112 444 | 112 500 | 112 501 | 112 501 | |
1e suppletore begroting 2002 | 44 732 | – | – | – | – | – | |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 781 | 3 208 | 3 123 | 2 941 | 2 908 | 2 908 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 163 677 | 158 060 | 115 866 | 115 567 | 115 441 | 115 409 | 115 409 |
Opbouw uitgaven (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 134 328 | 134 440 | 134 226 | 134 281 | 134 281 | 134 281 | |
1e suppletore begroting 2002 | 44 732 | – | – | – | – | – | |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 781 | 3 208 | 3 123 | 2 941 | 2 908 | 2 908 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 109 207 | 179 841 | 137 648 | 137 349 | 137 222 | 137 189 | 137 189 |
Opbouw ontvangsten (in € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | |
Stand ontwerpbegroting 2002 | 12 773 | 11 200 | 11 784 | 12 907 | 12 919 | 9 995 | |
1e suppletore begroting 2002 | 16 776 | – | – | – | – | – | |
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk | 200 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | 1 736 | |
Stand ontwerpbegroting 2003 | 11 219 | 29 749 | 12 936 | 13 520 | 14 643 | 14 655 | 11 731 |
5. DE BIJLAGE MOTIES EN TOEZEGGINGEN
Omschrijving van de motie | Vindplaats | Stand van zaken 15/7/2002 |
---|---|---|
Minister GSI/staatssecretaris BZK/staatssecretaris JustitieMotie Th. de Graaf en Rijpstra:Verzoekt de regering een sluitende regeling te treffen waarin minderjarige Antillianen alleen dan in Nederland kunnen verblijven als is voorzien in de uitoefening van gezag door ouders of tijdelijke voogd ter plaatse en waarin effectieve controle hierop plaatsvindt voor en bij aankomst in Nederland. | Kamerstukken II 2001–2002, 26 283, nr. 15,3 juli 2002 | Op initiatief van het ministerie van Justitie zal een gemengde ambtelijke werkgroep (Justitie/BZK) nader onderzoek uitvoeren naar de vraag of en zo ja op welke wijze een dergelijke regeling tot stand kan worden gebracht. Dit onderzoek zal naar verwachting binnen enkele maanden kunnen worden afgerond. |
In behandeling zijnde toezeggingen
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken 15/7/2002 |
---|---|---|
Staatssecretaris BZK:Zegt toe informatie te verschaffen over de NGO-kantoren die per 1 januari 2001 op de Nederlandse Antillen en Aruba van start moeten gaan. | Kamerstukken II 1999–2000, 26 605, nr. 7 | Invoering van het nieuwe NGO-kantoor op de Nederlandse Antillen is afhankelijk van de ondertekening van een protocol van afspraken en een beheers-overeenkomst hieromtrent. Nederland is bereid tot ondertekenen. Naar verwachting zal de Antilliaanse machtiging tot ondertekening in de week van 14 juli 2002 gereed zijn. |
Staatssecretaris BZK:Zegt toe in het najaar een rapportage over de evaluatie van de personele samenwerking (technische bijstand) te overleggen en de vergroting van de effectiviteit daarvan. | Kamerstukken II 1999–2000, 27 127, nr. 61Handelingen II 2000–2001, nr. 11, pag. 751–783 (begrotingsbehandeling H IV)Kamerstukken II 2000–2001, 26 573, nr. 44 | De evaluatie van de technische bijstand aan de Antilliaanse Belastingdienst is in juni 2001 afgerond. Consequenties voor uitvoering van de aanbevelingen (m.n. monitoring en afstemming op decentralisatie van de Antilliaanse overheid) en programmafinanciering worden met de Nederlandse Antillen ambtelijk overlegd. |
Staatssecretaris BZK:Heeft toegezegd de minister van Justitie te vragen schriftelijk te antwoorden op de vraag van de Tweede Kamer of een uitwisseling van recherche gegevens tussen Nederland en de Nederlandse Antillen mogelijk is. | TK 4 oktober 2000 | Uitwisseling van de recherchegegevens tussen Nederland en de Nederlandse Antillen is onderwerp van bespreking tijdens een ambtelijk overleg tussen Nederland en de Nederlandse Antillen (eilandgebied Curaçao). Dat overleg zal worden gevoerd in de week van 19 augustus 2002. |
Staatssecretaris BZK:Is bereid in overleg met de minister van BZK en de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen te bespreken of en zo ja langs welke weg de jeugdpolitie in de NA een extra impuls kan krijgen. | Kamerstukken II 2000–2001, 26 283, nr. 13,13 juni 2001 | Jeugdpolitie dient in samenhang te worden bezien met de voorgenomen pilot gegevensuitwisseling tussen Nederlandse en Nederlands Antilliaanse politiekorpsen over (jeugdige) criminele Antillianen. Het onderwerp zal worden geagendeerd voor het ambtelijk overleg van augustus 2002 dat hierover tussen Nederland en de Nederlandse Antillen wordt gevoerd. |
Staatssecretaris BZK:Indien de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen signalen afgeeft extra geld nodig te hebben i.v.m. de uitvoering van de voogdijregeling door de Voogdijraad, is de staatssecretaris bereid te bezien langs welke weg – uit de gelden voor ontwikkelings- samenwerking of de gelden voor rechtshandhaving – eventuele financiële middelen beschikbaar kunnen komen. | Kamerstukken II 2000–2001, 26 283, nr. 13,13 juni 2001 | Tijdens de ambtelijke missie van het Nederlandse ministerie van Justitie en de Raad voor de Kinderbescherming van mei 2002 is van Nederlands Antilliaanse zijde de wens uitgesproken over verlenging van de technische bijstand die thans door Nederland wordt gegeven. Een verzoek daartoe is op dit moment in behandeling. Naar verwachting wordt binnen enkele weken op het verzoek besloten. |
Staatssecretaris BZK:Zal in overleg met de niet- gouvernementele organisaties (NGO's) in de Nederlandse Antillen overleggen op welke wijze de samenwerking van die NGO's met gemeenten in Nederland kan worden gestimuleerd. | Kamerstukken II 2000–2001, 26 283, nr. 13,13 juni 2001 | De samenwerking tussen (Nederlandse) Antillianengemeenten en NGO's in de Nederlandse Antillen blijft onderwerp van bestuurlijk overleg in zowel Nederland als in / met de Nederlandse Antillen. |
Staatssecretaris BZK:Is bereid om effectieve projecten uit het Urgentieprogramma Jeugd en Jongeren waarover tussen Nederland en de Nederlandse Antillen op 8 juni 2000 een tweejarig akkoord is gesloten te verlengen of te intensiveren. | Kamerstukken II 2000–2001, 26 283, nr. 1313 juni 2001 | Overeengekomen is dat na ommekomst van het 2-jarig akkoord van juni 2000 de Nederlandse Antillen de financiering van het UJJ zal overnemen. Nederland is bereid onder voorwaarden een eventueel overgangstraject te financieren. Doel blijft dat succesvolle projecten zoals naschoolse opvang en leer-/werktrajecten worden ingebed in het onderwijsvernieuwingsprogramma. Overeengekomen is dat van Antilliaanse zijde daartoe een voorstel zal worden opgesteld. Een voorstel is nog niet ontvangen. |
Staatssecretaris BZK:Zal de Tweede Kamer nader berichten over eventuele belemmeringen bij de invoering van eilandelijke regels m.b.t. Landsverordening Toelating en Uitzetting (LTU) en de Landsverordening Arbeid door Vreemdelingen (LAV). Deze beide regelingen zouden vestiging van Europese Nederlanders in de Nederlandse Antillen versoepelen. | Kamerstukken II 2001–2002, nr. IV16 oktober 2001 | Alle eilanden dienen de uitvoeringsvoorschriften op orde te hebben alvorens de regelingen LTU en LAV – die tegelijkertijd in werking moeten treden – van kracht worden. Voor zover thans bekend zijn de eilandgebieden er nog niet toe overgegaan de voorschriften terzake LTU en LAV in werking te stellen. Deze kwestie blijft derhalve in de politieke en ambtelijke overleggen geagendeerd. Van Nederlandse zijde zal blijvend worden aangedrongen op de ontstane impasse inzake de noodzakelijke regelgeving. |
Staatssecretaris BZK:In de brief aan de Tweede Kamer van 28 augustus 2000 is aangegeven dat over twee jaar, in het licht van de dan geldende omstandigheden, het besluit een afzonderlijk begrotingshoofdstuk voor Koninkrijksrelaties te handhaven, zal worden geëvalueerd. De staatssecretaris heeft aangegeven de Kamer tijdig te betrekken bij de evaluatie van de ervaringen met het afzonderlijke begrotingshoofdstuk voor Koninkrijksrelaties. Dit zou moeten gebeuren op een moment waarop de Kamer reëel invloed kan uitoefenen op het verdere proces. | Kamerstukken II 2001–2002, nr. IV16 oktober 2001 | De planning is om de evaluatie nog in 2002 af te ronden. |
Staatssecretaris BZK:Is bereid gelet de breed gedragen wens van de Kamer om tot herbezinning te komen op het terrein van de gezondheidszorg. Is tevens bereid te bezien of er creatieve ideeën/alternatieven kunnen worden gevonden om de problemen op dit terrein te verzachten. Zegt toe dat op zo kort mogelijke termijn, voor het einde van het jaar, tot een oplossing te komen. | Kamerstukken II 2001 – 2002 nr. IV16 oktober 2001 | In het regeerakkoord van de nieuw aangetreden Antilliaanse regering wordt gezondheidszorg aangewezen als een prioritair gebied. Gelet op de financiële aard van de problematiek blijft Nederland een missie van de Wereldbank voorstaan. Een structurele aanpak van de problemen opent de mogelijkheid voor Nederland om tot structurele ondersteuning te komen. |
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken 1/4/2002 |
---|---|---|
Minister GSI:De VC NAAZ is toegezegd aan de Antillianengemeenten de lijst ter hand te stellen (stabiele) van Antilliaanse zelforganisaties die onlangs van de OCAN is ontvangen. | TK 4 oktober 2000 | Dit is aan de orde geweest tijdens de conferentie over de samenwerking tussen Antillianengemeenten en de Nederlandse Antillen eind 2001. |
Staatssecretaris BZK:Alvorens de meerjarige concept samenwerkingsovereenkomsten op ontwikkelingsgebied met de Antillen in werking treden, zullen zij aan de Kamer worden voorgelegd. | Handelingen II 2000–2001, nr. 11, pag. 751–783 | Dit is gebeurd bij brief van 17 december 2001 aan de Kamer (KR2001/101 440). |
Staatssecretaris BZK:De Kamer informeren over de oprichting van het FIPA. | Handelingen II 2000–2001, nr. 24, pag. 1135–1144 | Dit is door de regeringswisseling op Aruba niet langer relevant. |
Staatssecretaris BZK:De staatssecretaris zal, indien daartoe aanleiding bestaat, het presteren van de stichting Overheidsaccountantsbureau met minister-president Pourier aan de orde te stellen. | TK 6 juni 2001 | Dit is met minister Voges besproken tijdens de septemberreis 2001 van de staatssecretaris. |
Staatssecretaris BZK:Zal bij de Arubaanse regering aandringen op een spoedige realisatie van een rechtsbasis voor de stichting FDA. | TK 6 juni 2001 | Dit is besproken tijdens het overleg tussen de staatssecretaris en minister-president Eman op 19 december 2001. |
Staatssecretaris BZK:Indien de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen signalen afgeeft extra geld nodig te hebben i.v.m. de uitvoering van de voogdijregeling door de Voogdijraad, dan is de staatssecretaris bereid te bezien langs welke weg – uit de gelden voor ontwikkelingssamenwerking of de gelden voor rechtshandhaving – eventuele financiële middelen beschikbaar kunnen komen. | TK 13 juni 2001 | Tijdens de ambtelijke missie van het Nederlandse ministerie van Justitie en de Raad voor de Kinderbescherming in mei 2002 is van Nederlands Antilliaanse zijde de wens uitgesproken de technische bijstand die thans door Nederland wordt gegeven te verlengen. Een verzoek daartoe is op dit moment in behandeling. Naar verwachting wordt binnen enkele weken op het verzoek besloten. |
Staatssecretaris BZK:Is bereid gelet de breed gedragen wens van de Kamer om tot herbezinning te komen op het terrein van de gezondheidszorg. Tevens bereid te bezien of er creatieve ideeën / alternatieven kunnen worden gevonden om de problemen op dit terrein te verzachten. | TK 2001–2002, nr. IV16 oktober 2001 | Dit is afgehandeld met de brief van 17 december 2001 aan de Tweede Kamer (KR2001/101 440). |
Staatssecretaris BZK:De Vaste Commissie zal een overzicht ontvangen van de in 2000 en 2001 door Nederland verstrekte financiële steun aan de Nederlandse Antillen, waarbij aangegeven zal worden welke bedragen vallen onder reguliere samenwerkingsmiddelen en welke bedragen additioneel (op advies van het IMF) zijn verstrekt. | AO 19 december 2001 | Bij brief van 2 januari 2002 met als onderwerp «Contactplan-bijeenkomst januari 2002», is de gevraagde informatie aan de Tweede Kamer verstrekt. |
Staatssecretaris BZK:Aan MP Pourier en minister Römer is Nederlandse technische assistentie aangeboden om te komen tot een versnelde of vereenvoudigde vrijmaking van beschikbare Europese fondsen. | AO 19 december 2001 | Nederland heeft de Nederlandse Antillen technische assistentie aangeboden bij het aanwenden van beschikbare Europese fondsen. De Nederlandse Antillen hebben echter niet gereageerd door een financieringsverzoek in te dienen. |
Staatssecretaris BZK:Zal bezien of de Nederlandse ingangen bij de EU kunnen worden gebruikt om extra Europese middelen beschikbaar te krijgen. Hiertoe zal contact worden opgenomen met de desbetreffende Europese commissarissen. | AO 19 december 2001 | Naar aanleiding van de correspondentie tussen de staatssecretaris en EU-commissaris Nielson (DG Development) heeft er op ambtelijk niveau overleg met de Europese Commissie plaatsgevonden over de mogelijkheden voor een effectievere inzet van EU-middelen. Dit gesprek zal een vervolg krijgen, waarbij vanzelfsprekend de Nederlandse Antillen ook zullen worden betrokken. |
Staatssecretaris BZK:In het licht van de door het IMF geconstateerde inadequate onderbouwing van de Antilliaanse begroting voor 2002, zal Nederland – indien hiertoe verzocht door de regering van de Nederlandse Antillen – deskundigheid ter beschikking stellen ter verbetering van de onderbouwing van de begroting. | AO 19 december 2001 | Van de Antilliaanse regering is tot op heden geen verzoek ontvangen voor aanvullende door Nederland ter beschikking te stellen deskundigheid op dit terrein. Nederland financiert op dit moment reeds twee deskundigen die werkzaam zijn bij het Departement van Financiën. Daarnaast wordt door Nederland de inzet van een deskundige gefinancierd die bij het kabinet van MP Pourier is geplaatst voor ondersteuning bij het IMF-traject. |
6. OVERZICHT SAMENWERKINGSPROJECTEN
Sector/programma | Projecttitel | Openstaand |
---|---|---|
PERSONELE SAMENWERKING | 13 294 466 | |
1. Uitoefenen waarborgfunctie | ||
Kustwacht | ||
EVALUATIE KUSTWACHT NA 2002 | 67 300 | |
Overig | ||
WETG PROJ TERRORISMEBESTRYDING | 9 576 | |
PG/OM (Rechterlijke macht) | ||
BELEIDSMED PARKET CURACAO | 278 166 | |
Recherchecapaciteit | ||
LANDSRECHERCHEUR ARUBA | 154 766 | |
ARUBA UITWISSELINGSPROJECT | 8 772 | |
PARKETSECRETARIS DHR DRONKERS | 36 250 | |
LANDSRECHERCHE ARUBA | 14 358 | |
LANDSRECHERCHE ARUBA | 46 202 | |
ONDERSTEUNING REORGANISATIE KPA | 145 047 | |
BELASTINGRECHTERS 2000 | 564 | |
RST BEGROTING 2000 | 18 151 | |
BELASTINGRECHTERS 2001–2003 | 28 661 | |
LANDSRECHERCHE ARUBA | 322 547 | |
PARKETSECRETARIS OM SXM | 223 925 | |
PARKETSECRETARIS OM-CURACAO | 255 108 | |
ONDERSTEUNING DEP JUSTITIE | 123 906 | |
QUICKSCAN INFORMATIE UITWISSELING | 29 717 | |
Totaal waarborgfunctie | 1 763 016 | |
2. Het bevorderen van autonomie | ||
Bestuurlijke ontwikkeling | 6 231 073 | |
PROGRAMMA UITZENDING MANAGERS | 39 884 | |
DIENST BSB&V GRUNING | 83 459 | |
FUNCTIEWAARDERING BONAIRE | 423 602 | |
PERM.CIE VOLKSTELLING/CBS | 3 378 | |
WETGEVINGSJURIST SXM | 243 | |
CENSO 2000/DHR EELENS/CBS | 127 150 | |
UPGRADING DOMEINBEHEER SXM | 489 347 | |
BELASTING LANGE UITZENDINGEN | 1 881 969 | |
IMPLEMENTATIE RAPPORT CALIDAD | 17 168 | |
RAAMCONTRACT VNG | 193 061 | |
URG PROGR NA WETGEVINGSTRAJECT | 1 099 880 | |
MACHTIGINGSWET ONDERST MP | 120 308 | |
WETGEVINGSJURIST ARUBA | 86 929 | |
ONDERSTEUNINGSKOSTEN LANGE UITZENDINGEN 2001 | 6 861 | |
TS WATER-ELECTR WETGEVING | 2 044 | |
SAMENWERKING REKENKAMERS | 21 533 | |
VERSTERKING KABINET GEZAGHEBBER | 1 577 669 | |
VOOGDIJRAAD DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING | 6 576 | |
FUNCTIEBESCHRIJVING/WAARDERING NIEUWE OVERHEID | 44 411 | |
ONDERSTEUNING LANGE UITZ 2002 | 5 601 | |
Duurzame economische ontwikkeling | 4 220 222 | |
UNDP | 113 600 | |
MARKETING/ORGANISATIE CURINDE | 118 363 | |
HATO GROEIPOEL | 48 005 | |
MILIEUDIENST CURACAO/TWINNING COÖRDINATOR | 6 635 | |
PERM.CIE VOLKSTELLING/CBS | 3 378 | |
RIOLERINGSDESKUNDIGE SXM | 151 530 | |
300 WONINGEN FCB | 65 309 | |
TOERISTISCH MODEL CURACAO VERVOLGTRAJECT | 12 213 | |
CBS CENSO 2000 DESKUNDIGE | 127 150 | |
UPGRADING DOMEINBEHEER SXM | 527 387 | |
EXPLOITATIE OLIE EN GAS/TNO | 8 191 | |
MODERNISERING WEERRADARSYSTEEM NA | 41 102 | |
BELASTING LANGE UITZENDINGEN | 1 881 400 | |
NOODHULP GEORGES | 98 883 | |
CAD ARUBA | 88 026 | |
LANDSADVOCAAT | 87 584 | |
WETGEVING WATER EN ELECTRICITEIT | 8 331 | |
INSTALLATIE POMP ST MAARTEN | 2 491 | |
AFVAL-,HEMELWATERPROJECT SXM | 602 628 | |
ECON ONDERSTEUNING MIN EZ | 228 016 | |
Onderwijs | 585 712 | |
VERSTERKING/ACTUALISERING MTO | 53 593 | |
HERSTR LBO/INVENTARIS | 4 227 | |
DIR OND ZORGVERBREDING | 114 945 | |
LBO BEGELEIDING INVENTARIS | 56 450 | |
MANAGEMENT ONDERSTEUNING MTS | 20 883 | |
PROGRAMMA KANS | 335 614 | |
Overig | 494 443 | |
PROGRAMMA UITZENDING MANAGERS | 39 884 | |
UNDP | 113 600 | |
MARKETING/ORGANISATIE CURINDE | 118 363 | |
TASK FORCE PROJECTEN | 6 644 | |
HATO GROEIPOEL | 48 005 | |
CHEF DE CLINIQUE KINDERGENEESKUNDE | 2 033 | |
MONUMENTENZORG BUREAUHOOFD | 9 909 | |
INSPECTIE WERKPLAN WERKEN AAN TOEZICHT | 77 070 | |
EXPLOITATIE OLIE EN GAS/TNO | 8 191 | |
LANDSADVOCAAT | 70 676 | |
RAPPORTAGE RECHTEN VAN HET KIND | 68 | |
Totaal bevorderen autonomie | 11 531 450 |
Sector/programma | Projecttitel | Openstaand |
---|---|---|
OVERHEIDSPROJECTEN | 96 707 685 | |
1. Uitoefenen waarborgfunctie | ||
Detentievoorzieningen | WERVING PERSONEEL BON FUTURO | 735 000 |
Overig | PROGRAMMA DRUGSKOERIERS ARUBA | 1 500 000 |
PROTOCOL AANPAK DRUGSKOERIERS | 3 000 000 | |
Recherchecapaciteit | VREEMDELINGEN ADMINISTRATIESYSTEEM | 1 598 |
TOTAALPLAN KORAALSPECHT ELEKTR | 12 641 | |
KORAALSPECHT | 1 361 | |
Totaal waarborgfunctie | 5 250 600 | |
2. Het bevorderen van autonomie | ||
Bestuurlijke ontwikkeling | 13 447 901 | |
DIV ONDERNEMINGSBELEIDSPLAN ITS/WPK-KT | 6 208 | |
STAGEREGELING 5E TRANCHE | 12 022 | |
STAGEREGELING 6E TRANCHE | 41 971 | |
STAGEREGELING 7E TRANCHE | 26 660 | |
DE ANTILLIAANSE MILITIE EEN TOEKOMSTPERSPECTIEF | 187 020 | |
BRANDWEER SABA | 33 129 | |
REINV. GOVERNMENT INVEST. FASE 2 | 1 892 123 | |
WSXM ACCOUNTANTSCONTROLE | 18 322 | |
MEERJARIG INFORM.PROGR. 1998 (MIP) | 313 408 | |
HUISVESTING DEZ INRICHTING KANTOOR MOLENPLEIN | 18 212 | |
FEASEBILITY-POT DEPOS | 20 447 | |
BBI PROGRAMMACOORDINATIE 1998 | 12 460 | |
BBI-SOAB 1998 | 119 514 | |
JAARREKENINGEN LAND EILAND INHAAL ACHTERSTANDEN | 266 760 | |
HERSTR. AFDELING FINANCIEN CUR | 15 052 | |
PERM VOLKST CBS-NIDI | 237 114 | |
TECHN BIJSTAND DEPARTEMENT FINANCIEN | 36 893 | |
WORKSHOP BESTUURLIJKE ONTWIKKELING | 24 334 | |
OPSTART FASE OPTIMALISERINGSTRAJECT CURAÇAO | 915 154 | |
PROJECT CYCLE MANAGEMENT LF | 7 230 | |
SAN OPERATIE LANDSOVERHEID 3 | 177 265 | |
SAN OPERATIE LANDSOVERHEID 4 | 1 241 182 | |
URGENTIEPROGRAMMA INVENTARISATIE PS | 26 810 | |
FBC ACCOUNTANTSCONTROLE | 2 614 | |
VERSTERKING DEPARTEMENT ONTWIKKELINGSSAMENWERKING | 8 015 | |
CENTRAAL OPLEIDINGSBELEIDSPLAN | 1 035 225 | |
INST. VERSTERKING BUREAU CONST ZAKEN | 1 130 836 | |
ECON ONDERST MIN EZ EN NAT HERSTEL | 226 890 | |
PROJECT FUNCTIEWAARDERING NIEUWE OVERHEID | 56 986 | |
PROJECTPLAN FASE 1 FUND ONDERW | 3 475 860 | |
SAN OPERATIE LANDSOVERHEID 4 | 1 241 182 | |
AUTOMATISERING DWI EGC | 621 003 | |
Duurzame economische ontwikkeling | 49 047 879 | |
WATERHUISH. MARIE POMPOEN VBK | 258 549 | |
ZOUTSCHADE ONDERZOEK 3E FASE | 66 884 | |
FKP 1995 BESTEDINGSPLAN | 34 255 | |
WEDEROPBOUW SXM-AFVAL+HEMELWAT | 280 131 | |
OBNA KREDIETLIJN | 1 550 000 | |
WEDEROPB SXM 200 NOODWONINGEN | 143 716 | |
HOTEL SOROBON SLOOP RUINE | 26 282 | |
ZEEPROMENADE BON FASE 2 | 198 656 | |
WERKBUDGET MILIEU+NATUUR NA | 780 648 | |
AANSCHAF RADARSYSTEEM | 353 816 | |
UPGRADING VLIEGVELD SABA | 99 996 | |
PRIVATISERINGSBELEID CURACAO | 73 725 | |
WSXM ACCOUNTANTSCONTROLE | 18 322 | |
FLAMINGO AIRPORT BONAIRE BUSINESSPLAN 1997–2000 | 3 217 633 | |
WSXM BAGGEREN FRESHPOINT | 11 059 | |
STAGEPROJECT DCMR EUSTATIA | 1 006 | |
APB INFRASTRUCTUUR | 1 143 227 | |
ACTIEPLAN BINNENSTAD OVERIGE NIEUWBOUW | 788 687 | |
ACTIEPLAN BINNENSTAD RESTAURATIE | 216 266 | |
SOCIAAL NOODPROGRAMMA 1998 EO | 2 575 | |
RESTAURATIE HISTORIC CORE 2E T | 75 759 | |
TRAINING GRANT SCHEME 1998 | 759 661 | |
MODERN. WEERRADARSYSTEEM NA | 647 995 | |
MEERJAREN INFORMATISERINGSPROGRAMMA | 393 775 | |
NOODHULP GEORGES | 98 883 | |
CASA BLANCA | 829 975 | |
VOLKSHUISVESTING SXM | 99 411 | |
OESO WORKSHOP BUITENL DIRECTIE | 2 595 | |
ZEEPROMENADE BONAIRE FASE 3 | 9 929 | |
AFSCHUIVINGGEVAAR FORT BAY | 39 080 | |
ONDERST TOERISTISCHE ONTWIKKELING | 5 827 987 | |
REST HOOFDWACHT POLITIE PUNDA | 2 041 391 | |
RESTAURATIE HOOGSTRAAT 21–23 | 1 159 847 | |
RESTAURATIE PETIT TRIANON | 1 168 736 | |
RESTAURATIE SCHARLOOWEG 9 | 1 535 727 | |
WORKSHOP DEO | 31 311 | |
MILIEUFONDS NA | 31 966 | |
KNAP FONDS | 21 311 | |
DRINKWATERVOORZIENING EUX | 1 464 100 | |
RENOVATIE WATERRESEVOIR THE BOTTOM | 248 672 | |
NATIONAAL ORDONATEUR NA | 16 269 | |
RIFFORT OTRABANDA | 1 769 517 | |
UITBREIDING PLATFORM FLAMINGO AIRPORT | 4 870 786 | |
CRASH COURSE HORECA CURACAO | 901 364 | |
AFL SCHULDEN GEZONDHEIDSZORG | 61 260 | |
VERTREKHAL LUCHTHAVEN BONAIRE | 1 251 526 | |
LINK 1E FASE 2 EN 2A | 3 093 521 | |
MARKETING TOERISME CUR – AANV | 1 547 885 | |
MARKETING TOERISMA SXM -AANV | 73 484 | |
MARKETING TOERISME BON – AANV | 25 817 | |
MARKETING TOERISME EUX – AANV | 117 529 | |
MARKETING TOERISMA SABA – AANV | 34 941 | |
PROG SAMENW NA-BELEIDSBUDGET | 2 268 901 | |
WORKSHOP ST KITTS | 638 | |
RENOVATIE WEGENNET ZION'S HILL | 2 012 950 | |
RESTAURATIE HOOGSTRAAT 5 | 1 484 299 | |
HISTORIC CORE 3E TRANCHE | 790 188 | |
BEHEERSKST NATUURORG EUX/SXM | 237 750 | |
HERSTEL ZEEHAVEN FORT BAY SABA | 2 735 710 | |
Onderwijs | 25 671 622 | |
GWENDOLYN VAN PUTTENSCHOOL | 28 543 | |
ONDERWIJS OP ST. EUSTATIUS | 38 733 | |
TAAL EN REKENONDERWIJS SXM | 134 469 | |
ERVARINGSGERICHT LEREN | 344 979 | |
ANDERS NEDERLANDS / MAVO SCHOOL | 234 288 | |
ANTILLIAANSE SCHIL/TAAL KABAAL | 40 032 | |
WEDEROPBOUW SXM ONDERWIJS VBK | 63 777 | |
NIEUWBOUW NIKIBOVO BONAIRE | 109 378 | |
MAVO, VERNIEUW COMPUTERAPP | 62 696 | |
BASISVORMING VOORTGEZET ONDERWIJS | 62 194 | |
BASISVORMING VOORTGEZET ONDERWIJS | 16 007 | |
ONDERST OPST ONDERWIJSDOSSIERS | 6 035 | |
URG PROG JEUGD JONGEREN PK | 0 | |
URG PROG MAS SKOL | 405 582 | |
URG PROG EDUCATIEVE SPRINGPLANK | 1 485 116 | |
URG PROG OPSTAP OPNIEUW | 90 003 | |
URG PROG P SABAN YOUTH SABA'S FUTURE | 324 338 | |
URG PROG BONAIRE SCHOLING EN WERK | 381 248 | |
URG PROG SCHAKELKLASSEN | 226 178 | |
URG PROG JUMPSTART ST MAARTEN | 635 980 | |
URG PROG TECHN BIJSTAND TASK FORCE | 11 805 | |
URG PROG NSO BONAIRE | 650 529 | |
SCHOOLBUSSEN SABA KR01/68 969 | 56 963 | |
BEV LEESCULTUUR ONDERWIJS | 7 752 | |
ONDERWIJSPROTOCOL PROG ONDERST | 246 056 | |
JEUGDONTWIKKELING EU | 1 906 | |
SCHOOLPLUS ST MAARTEN | 1 178 843 | |
DOELMATIGHEIDSANALYSE OND-PROG | 0 | |
COMM.STRATEGIE ONDERWIJSVERN | 93 300 | |
ONDERZOEK BEROEPSONDERWIJS1089 | 108 943 | |
BASELINE STUDIE SVZ ONDERWIJS | 36 871 | |
FUNDEREND ONDERWIJSPROJECTEN | 717 795 | |
JEUGDONTWIKKELINGSPROG. EUX | 1 184 336 | |
OPVOEDING 2000 CURACAO | 61 211 | |
AFRONDING WETGEVINGSTRAJECTEN | 96 305 | |
PROGRAMMA BUREAU FASE 1 | 2 015 095 | |
PROJECTPLAN ARPO EERSTE FASE | 1 255 656 | |
IOV EILANDELIJKE ONDERWIJSS 1 | 2 636 218 | |
INVOERING BEROEPSONDERWIJS 1 | 3 343 546 | |
ONTW NASCHOLINGSPLAN VSBO | 41 719 | |
INVENTARIS VSBO NA BO | 3 759 656 | |
ONTW LEERMIDD VSBO PAPIAMENTO | 402 526 | |
LEERMIDDELEN VSBO NA BO | 2 236 568 | |
VOORB VERNIEUWING VSBO BO | 337 871 | |
ONDERSTEUNING EXAMENBUREAU | 261 538 | |
ONDERZOEK LEERMIDD ONTWIKK FO | 29 750 | |
UITVOERING NASCHOLING FO 1E TR | 209 288 | |
Overig | 3 289 683 | |
LAC FASE 2/3 VBK | 24 180 | |
GEZONDHEIDSONDERZOEK BONAIRE | 29 046 | |
SOC NOODPROG 01–02 REDE SOCIAL | 868 913 | |
SOCIALE MAATREGEL NA (SMNA) | 65 416 | |
FORMULERINGSTEAM NGO-BELEID | 12 481 | |
REDA SOCIAL-20 MILJOEN STEUN | 1 375 559 | |
TECHNISCHE ONDERST NGO-SUBSIDIEBELEID | 125 498 | |
INV TRAJECT NIEUW NGO-BELEID | 788 590 | |
Totaal bevordering autonomie | 91 457 085 |