1. Leeswijzer 4
2. Het beleid 4
Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangsten mutaties 4
Artikelsgewijze toelichting 6
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) 6
2.2. De beleidsartikelen 6
Artikel 1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt 6
Artikel 2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus 7
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt 10
Artikel 4. Optimalisering van de ruimtelijke afweging 14
Artikel 5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur 15
Artikel 6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging 17
Artikel 7. Verbeteren milieukwaliteit van water en bodem 18
Artikel 8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde omgeving 20
Artikel 9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s 22
Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid 23
Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid 24
Artikel 12. Handhaving en toezicht 25
Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur 26
2.3. De niet-beleidsartikelen 28
Artikel 14. Algemeen 28
Artikel 15. Nominaal en onvoorzien 31
Wetsartikel 2 (begroting Baten-lastendiensten) 32
3. Baten-lastendienst «Rijksgebouwendienst» 32
4. Baten-lastendienst «Nederlandse Emissieautoriteit» 33
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Bij een wetsvoorstel tot een begrotingswijziging wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begroting(sstaat) wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in:
a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI);
b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
In maart 2005 is door de Minister van Financiën met de Tweede Kamer overleg gevoerd over de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) regeldruk en controletoren en de naar aanleiding daarvan door het kabinet in december 2004 gedane voorstellen. Tijdens het algemeen overleg op 2 en 3 maart 2005 en in de brief van 9 maart 2005 (Kamerstukken II, 29 949 en 29 950, nr. 5) is toegezegd de getrouwbeeldverklaring van de departementale auditdiensten parallel aan de gewijzigde bedrijfsvoeringsparagraaf over het verslagjaar 2006 in te voeren. De departementen hebben sindsdien belangrijke voortgang geboekt met het treffen van de hiervoor noodzakelijke maatregelen. Om op het ingroeitraject naar met name de getrouwbeeldverklaring geen wettelijke obstakels te laten ontstaan, dienen enkele bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) te worden aangepast. Dat zal regulier gebeuren via het moderniseringsproject van die wet dat thans gaande is. Om de getrouwbeeldverklaring al over het jaar 2006 te kunnen toepassen is echter een tijdelijke – op het jaar 2006 gerichte – afwijking van de wet nodig. Dat gebeurt via het onderhavige wetsartikel. Het betreft concreet de aanpasing van artikel 66, vijfde en zesde lid, van de CW 2001. De gewijzigde insteek voor de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag leidt niet tot een aanpassing van de CW 2001. De inhoud van die paragraaf wordt in de Rijksbegrotingsvoorschriften geregeld.
Samengevat komen de wijzigingen in de bedrijfsvoeringsparagraaf en in de accountantsverklaring op het volgende neer.
Over eventuele rechtmatigheidsfouten en -onzekerheden die de terzake gestelde artikelsgewijze tolerantiegrenzen te boven gaan, zal door de betrokken minister in de bedrijfsvoeringsparagraaf van zijn departementaal jaarverslag worden gerapporteerd. De departementale auditdienst verstrekt bij het aldus opgestelde jaarverslag (en saldibalans) een getrouwbeeldverklaring in plaats van een zogenaamde eisenverklaring. De getrouwbeeldverklaring heeft betrekking op de elementen die onder a tot en met d van het nieuwe zesde lid van artikel 66 in de CW 2001 zijn opgenomen. Daarbij beoordeelt de auditdienst op grond van onderdeel b of de rapportage over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering klopt en op grond van onderdeel d of er in het jaarverslag eventueel sprake is van strijdigheid tussen de gepresenteerde financiële informatie en de opgenomen beleidsinformatie.
Om aan te sluiten bij de in artikel 58 gehanteerde terminologie wordt in lid 6 van artikel 66 gesproken van deugdelijke weergave in plaats van de in accountantskring gebruikelijke formulering van getrouwe weergave. Daarmee wordt echter hetzelfde bedoeld. Het is geen bezwaar dat de accountant in zijn verklaring het begrip getrouwe weergave gebruikt.
De oordeelsvorming van de Rekenkamer blijft ten opzichte van het verleden ongewijzigd.
In het oude vijfde lid van artikel 66 kan de reikwijdte van de accountantsverklaring (een verklaring omtrent de financiële informatie in het jaarverslag en de saldibalans) worden geschrapt. De reikwijdte staat thans geheel in het zesde lid.
De formulering van de aanhef van het onderhavige wetsartikel luidende: «.... komt voor de accountantsdienst van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI), voor het jaar 2007 als volgt te luiden» is zodanig gekozen, dat de accountantsdienst de gewijzigde reikwijdte van de verklaring zowel dient toe te passen met betrekking tot het departementale jaarverslag van het betrokken departement als met betrekking tot een eventueel niet-departementaal jaarverslag waarvoor de betrokken minister verantwoordelijk is (zoals bijvoorbeeld een jaarverslag van een begrotingsfonds of van een van de begrotingshoofdstukken I, II, IV of IXA).
Er wordt in de wettekst nog gesproken van accountantsdienst in plaats van auditdienst, omdat die terminologie in de Comptabiliteitswet 2001 nog wordt gehanteerd. Bij de voorziene modernisering van de Comptabiliteitswet zal accountantsdienst worden vervangen door auditdienst.
De suppletore begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting van het lopende jaar en de nieuwe beleidsplannen die het Kabinet wil uitvoeren. De suppletore begroting is bedoeld om (tussentijds) afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting voor te leggen aan de Staten-Generaal. Door onder andere inzicht te verschaffen in de financiële consequenties van beleidsvoornemens wordt aan de allocatie- en autorisatiefunctie tegemoet gekomen. In de artikelsgewijze toelichting worden alle mutaties in de volgorde van de begrotingsartikelen van de begrotingsstaat opgenomen. Technische mutaties c.q. beleidsmatig niet relevante mutaties worden slechts cijfermatig gepresenteerd. Alleen indien er sprake is van een grote omvang worden ook technische mutaties nader toegelicht. De beleidsmatig relevante mutaties worden nader omschreven in de toelichting waarbij het bijbehorende mutatiebedrag wordt genoemd. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (b.v. beleidsintensivering- en extensivering, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur). De stand 1e suppletore begroting samenhangende met de Voorjaarsnota, wordt opgebouwd door middel van mutaties op de stand ontwerpbegroting. De mutaties worden in de tabel «budgettaire gevolgen van beleid»op instrumentniveau gesaldeerd opgenomen. Indien mutaties worden toegelicht op instrumenten waarbij sprake is van een saldering, worden deze afzonderlijk zichtbaar gemaakt. In tabel «budgettaire gevolgen van beleid» is allereerst een nadere uitsplitsing van de uitgaven naar «apparaats-» en «programmagelden» gemaakt. Het artikelonderdeel «programma» wordt vervolgens uitgesplitst naar operationele doelen welke weer zijn opgebouwd uit (financiële) beleidsinstrumenten. Dit biedt de Kamer beleidsmatig relevante en duidelijke aangrijpingspunten om de begrotingsuitvoering kritisch te volgen en eventueel wijzigingen aan te brengen.Volledigheidshalve wordt vermeld dat in de tabellen een kolom is opgenomen met daarin mutaties die voortvloeien uit een amendement of de Nota van Wijziging.
Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangstenmutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletore mutaties weergegeven gevolgd door een korte toelichting. Voor een uitgebreide toelichting wordt u verwezen naar het betreffende artikel.
Uitgaven | Artikelnr: | |
---|---|---|
Stand Begroting 2006 | 3 416 482 | |
Belangrijkste suppletore mutaties: | ||
1. Huursubsidie en huurtoeslag | 55 639 | 3 |
2. Starters | 40 000 | 3 |
3. Uitvoeringskosten huursubsidie | 18 590 | 3 |
4. Bijdrage Fonds Economische Structuurversterking | 277 531 | diversen |
5. Aanvullende post Externe Veiligheid | 15 000 | 11 |
6. Samenwerkende Inspecties | 4 500 | 12 |
7. Investeringen HCvS/AZ | 24 038 | 13 |
8. Paleizen | 6 300 | 13 |
9. Afkoop subsidies DGW regelingen | 56 963 | 14 |
10. Ramingsbijstelling | – 18 000 | |
11. Overige mutaties | 24 886 | diversen |
Stand 1e suppletore begroting 2006 | 3 921 929 |
1. Het betreft het saldo van verschillende mutaties binnen de huursubsidie/huurtoeslag. Toename is onder andere veroorzaakt door een toename van huishoudens met lage inkomens en een hoger nominaal huurniveau.
2. Om het kopen van een huis voor Starters te ondersteunen wordt een bedrag van € 40 mln gestort in het fonds Stimulering Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn).
3. Voor de afhandeling van oude coderegelingen Huursubsidie door VROM is in 2006 extra budget benodigd.
4. De bijdrage uit het FES t.b.v. projecten van BSIK, BIRK, NSP, Bodemsanering, Luchtkwaliteit, Bio- en milieutechnologie. De bedragen zijn meerjarig naar de VROM-begroting overgeheveld.
5. Het kabinet Balkenende I heeft eind 2002 in het Strategisch Akkoord € 300 mln voor de periode tot en met 2010 beschikbaar gesteld voor het Externe Veiligheid-beleid. Voor het jaar 2006 is € 15 mln naar VROM overgeheveld voor provincies en gemeenten (programmafinanciering).
6. De Tweede Kamer heeft recent geconcludeerd dat de ambities m.b.t. de samenwerking tussen de Rijksinspecties op een hoger plan moeten worden gebracht. De toegekende middelen (€ 4,5 mln) is het totaal van alle betrokken ministeries.
7. De mutaties op dit instrument hangen onder andere samen met de 2e fase in de renovatie en nieuwbouw van huisvesting voor de Raad van State (€ 2,4 mln). Ook is met de gemeente Den Haag is overeengekomen om het opstalrecht van de parkeergarage aan het Plein eeuwigdurend af te kopen in 2006 (€ 8,7 mln). Voorts heeft een actualisatie van kasramingen van investeringsprojecten plaatsgevonden.
8. Paleis Soestdijk en de omliggende paleistuinen worden tijdelijk opengesteld voor het publiek. Om het openstellen van het Paleis voor het grote publiek mogelijk te maken realiseert de Rijksgebouwendienst een aantal voorzieningen (€ 3,8 mln). Voor grondaankoop wordt € 2,5 mln extra ter beschikking gesteld.
9. In het kader van kabinetsstandpunt commissie Brinkman – het terugdringen van de verantwoordingsbureaucratie – wordt een aantal specifieke uitkeringen in het domein van de volkshuisvesting in 2006 afgekocht.
10. VROM levert d.m.v. ramingsbijstellingen en ombuigingsmaatregelen jaarlijks m.i.v. 2006 € 18 mln in.
Ontvangsten | Artikelnr: | |
---|---|---|
Stand Begroting 2006 | 411 077 | |
Belangrijkste suppletore mutaties: | ||
1. Aanpassing raming restituties subjectsubsidies | – 23 200 | 23 |
2. Correctie a.g.v. vertraging invoering heffingswet | – 165 000 | 23 |
3. Bijdrage Fonds Economische Structuurversterking | 277 531 | diversen |
4. Overige mutaties | 27 400 | diversen |
Stand 1e suppletore begroting 2006 | 527 808 |
Ad 1. Voor de restituties voor subsidiejaren, uitgevoerd door VROM is een nieuwe raming opgesteld waarin meer rekening is gehouden met de «invorderbaarheid» van de voorraad vorderingen.
Ad 2. De betaalbaarheidsheffing huurwoningen wordt in het jaar 2006 neerwaarts bijgesteld. Dit als compensatie voor derving van inkomsten van verhuurders vanwege wijzigingen in de modernisering van het huurbeleid.
Ad 3. Zie ook uitgaven.
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
Artikel 1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 12 451 | 137 | 12 588 | – 376 | – 441 | – 421 | – 422 | |
Uitgaven: | 17 378 | 0 | 918 | 18 296 | – 901 | – 966 | – 771 | – 422 |
Programma: | 15 180 | 0 | 1 027 | 16 207 | – 725 | – 725 | – 550 | – 200 |
Scheppen van randvoorwaarden voor een goed werkende woningmarkt: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Scheppen van randvoorwaarden voor een goed werkende woningmarkt | 0 | 0 | ||||||
Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van wooncorporaties: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van wooncorporaties | 0 | 0 | ||||||
Versterken van de positie van de woonconsument: | 1 508 | 0 | 0 | 1 508 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies woonconsumentenorganisaties | 1 508 | 1 508 | ||||||
Overige programmabudgetten: | 13 672 | 0 | 1 027 | 14 699 | – 725 | – 725 | – 550 | – 200 |
Onderzoek | 8 887 | 1 546 | 10 433 | |||||
Experimenten en kennisoverdracht | 4 785 | – 519 | 4 266 | – 725 | – 725 | – 550 | – 200 | |
Nader aan te wijzen | 0 | |||||||
Apparaat: | 2 198 | 0 | – 109 | 2 089 | – 176 | – 241 | – 221 | – 222 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 1 (DGW) | 2 198 | – 109 | 2 089 | – 176 | – 241 | – 221 | – 222 | |
Ontvangsten: | 0 | 0 |
Toelichting relevante mutaties:
Een deel van het voor 2005 beschikbare budget voor ondermeer WoOn (Woningbehoefteonderzoek) is doorgeschoven naar 2006 i.v.m. een gewijzigde fasering van de onderzoeksopdrachten.
Artikel 2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 54 804 | 2 000 | 81 264 | 138 068 | 8 176 | 5 102 | 140 | 511 |
Uitgaven: | 472 711 | 2 000 | – 11 026 | 463 685 | -25 899 | 4 773 | 17 049 | 24 062 |
Programma: | 460 642 | 2 000 | – 8 655 | 453 987 | – 23 533 | 7 171 | 19 409 | 26 424 |
Stimuleren van voldoende woningproductie: | 122 262 | 0 | 0 | 122 262 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budget BLS | 122 262 | 122 262 | ||||||
Planologische en woningbouwknelpunten VINEX en VINAC | 0 | 0 | ||||||
Verruimen van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen en gehandicapten: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verruimen van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen en gehandicapten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Bevorderen van de leefbaarheid van de woonwijken: | 311 280 | 0 | – 3 250 | 308 030 | – 16 250 | 5 666 | 10 250 | 8 924 |
Investeringen Stedelijke vernieuwing | 282 721 | 17 750 | 300 471 | – 13 750 | – 1 500 | 1 250 | 373 | |
Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing | 25 383 | – 21 000 | 4 383 | – 2 500 | 7 166 | 9 000 | 8 551 | |
Stedelijke vernieuwing Lelystad | 3 176 | 3 176 | ||||||
Garanderen minimale kwaliteit gebouwen en bevorderen hogere kwaliteit: | 22 331 | 2 000 | – 7 905 | 16 426 | – 9 783 | – 995 | 6 659 | 15 000 |
Programma energiebudgetten | 13 125 | 65 | 13 190 | 3 200 | ||||
Subsidies energiebesparing (CO2- reductie) gebouwde omgeving | 6 900 | – 6 970 | – 70 | – 13 383 | – 1 395 | 6 659 | 15 000 | |
Regeling sanering loden drinkwaterleidingen | 870 | – 200 | 670 | |||||
Regeling energiebesparing huishoudens met lagere inkomens | 916 | 2 000 | – 800 | 2 116 | 400 | 400 | ||
Innovatief bouwen | 520 | 520 | ||||||
Overige programmabudgetten: | 4 769 | 0 | 2 500 | 7 269 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 |
Onderzoek | 3 103 | 3 103 | ||||||
Kennisoverdracht | 1 666 | 0 | 1 666 | 0 | ||||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | ||
Nader aan te wijzen | 0 | |||||||
Apparaat: | 12 069 | 0 | – 2 371 | 9 698 | – 2 366 | – 2 398 | – 2 360 | – 2 362 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 2 (DGW) | 12 069 | – 2 371 | 9 698 | – 2 366 | – 2 398 | – 2 360 | – 2 362 | |
Ontvangsten: | 91 | 2 671 | 2 762 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Investeringen Stedelijke Vernieuwing
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Aanpassing budget Impulsregeling 2005–2008 | 65 000 | |
2. Intertemporele schuif; Impulsregeling | 14 750 | |
3. Overige mutaties | 3 000 | |
Totaal | 65 000 | 17 750 |
Ad 1 en 2:
De definitieve verdeling van het Impulsbudget is in 2005 vastgesteld. Op basis van deze definitieve verdeling is tevens vastgesteld in welk tempo de plannen worden beoordeeld en beschikt en is het kasritme opnieuw bepaald. De mutatie betreft de doorwerking vanuit 2005 welke is verwerkt in de Najaarsnota van dat jaar.
Instrument: Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Aanpassing fasering IPSV-budgetten 2005–2006 | 2 051 | |
2. Intertemporele schuif IPSV (nav projectplanningen) | – 23 051 | |
Totaal | – 21 000 |
Ad 1 en 2:
Op basis van een inventarisatie van de projectplanningen en daarbij horende uitfinancieringen wordt de fasering van de uitgavenraming van het innovatiebudget stedelijke vernieuwing in de jaren 2006–2010 aangepast.
Instrument: Subsidies energiebesparing (CO2-reductie) gebouwde omgeving
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
1. Aanpassing verplichtingenraming nieuwe CO2-regeling | 16 250 | |
2. Intertemporele schuif; implementatie nieuwe CO2-regeling | – 6 881 | |
3. Overige mutaties | – 89 | |
Totaal | 16 250 | – 6 970 |
Ad 1 en 2:
Op basis van de in de CO2-reductieregeling 2006 op te nemen bepalingen inzake het toekennen van geldelijke steun wordt de fasering van de meerjarige uitgavenraming aangepast. Dit leidt tot een verschuiving van uitgavenbudgetten van 2006–2008 naar 2009–2010.
Instrument: Kosten uitvoeringsorganisaties
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Herschikking budgetten transitie Senter Novem | 2 500 | 2 500 |
Totaal | 2 500 | 2 500 |
Ad 1: Herschikking budgetten transitie Senter Novem
De budgetten voor de uitvoering van subsidieregelingen door SenterNovem worden voortaan begroot en verantwoord bij de Overige Programmabudgetten. Deze middelen zijn afkomstig van het instrument «Apparaat» van dit artikel.
Instrument: Restituties en overige ontvangsten DGW
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Ontvangsten |
---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |
1. Doorwerking realisatie 2005 | 2 671 |
Totaal | 2 671 |
Ad 1: Doorwerking realisatie 2005
Door de transitie SenterNovem is de terugvordering locatiesubsidie Delft Tanthof niet meer in 2005 gerealiseerd. De terugvordering zal nu in 2006 plaatsvinden.
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 1 902 906 | 168 525 | 2 071 431 | 54 950 | 50 251 | 53 476 | – 17 709 | |
Uitgaven: | 1 929 506 | 0 | 121 736 | 2 051 242 | 24 763 | 25 775 | 22 792 | 13 350 |
Programma: | 1 910 062 | 0 | 101 239 | 2 011 301 | 15 893 | 18 645 | 19 629 | 10 187 |
Garanderen betaalbaarheid voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanderen van de betaalbaarheid van voldoende huurwoningen en een evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht) | 0 | 0 | ||||||
Garanderen betaalbaarheid wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht): | 1 908 473 | 0 | 99 939 | 2 008 412 | 14 393 | 17 145 | 18 129 | 8 687 |
Huursubsidie en huurtoeslag | 1 902 028 | 55 639 | 1 957 667 | 14 393 | 17 145 | 18 129 | 8 687 | |
Vangnetregeling | 5 000 | 4 300 | 9 300 | |||||
Eénmalige bijdrage huurbeleid | 0 | 0 | ||||||
Kostenvergoeding verhuurders | 0 | 0 | ||||||
Bevorderen eigen woonbezit | 1 445 | 1 445 | ||||||
Bijdrage financiering startersleningen | 0 | 40 000 | 40 000 | |||||
Overige programmabudgetten: | 1 589 | 0 | 1 300 | 2 889 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 |
Onderzoek | 737 | 737 | ||||||
Kennisoverdracht | 45 | 45 | ||||||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 1 300 | 1 300 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | ||
Nader aan te wijzen | 807 | 807 | ||||||
Apparaat: | 19 444 | 0 | 20 497 | 39 941 | 8 870 | 7 130 | 3 163 | 3 163 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 3 (DGW) | 19 444 | 1 937 | 21 381 | 8 870 | 7 130 | 3 163 | 3 163 | |
Uitvoering huursubsidie | 18 560 | 18 560 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Ontvangsten: | 376 106 | – 169 200 | 206 906 | 33 840 | 29 183 | 2 428 | 6 877 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Huursubsidie en huurtoeslag
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Diverse mutaties huursubsidie en huurtoeslag | 105 348 | 55 639 |
Totaal | 105 348 | 55 639 |
Ad 1: Diversen mutaties huursubsidie en huurtoeslag
De overschrijding van € 55 mln is in belangrijke mate toe te schrijven aan vier oorzaken, waarvan er twee reeds werden aangemerkt als structureel tekort bij 2e suppletore begrotingswet 2005. Toen is reeds geconstateerd dat het aantal huishoudens met een toekenning hoger was dan waarmee rekening was gehouden. Bovendien was het aandeel huishoudens met lage inkomens onverwacht sterk toegenomen. Het betreft hier een trendbreuk.
De andere twee oorzaken van genoemde overschrijding zijn een gemiddeld hoger nominaal huurniveau vanaf 2005, vanwege de hogere inflatie over 2005 en de extra middelen die de Belastingdienst/Toeslagen zal uitbetalen, omdat vanwege technische beperkingen voor een groep huishoudens een te laag inkomen is geadviseerd. Overigens zullen te hoge huurtoeslagen wel worden teruggevorderd.
De overschrijding laat vanaf 2006 verder een dalend verloop zien, dat met name is toe te schrijven aan effecten van het nieuwe huurbeleid. Verwacht wordt dat er uitstroom zal plaatsvinden als gevolg van verhuizingen. Het gaat hier om de huishoudens met huurtoeslag met een woning in het overgangsgebied, die na verhuizing geen recht hebben op huurtoeslag.
Ook is de raming voor de huurtoeslag aangepast op basis van de actuele macro-inzichten uit het CEP 2006. Dit leidt tot een verlaging van de raming van € 6 mln in 2006, € 18 mln in 2007 en structureel € 17 mln in latere jaren.
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Afwikkeling vangnetregeling | 4 300 | 4 300 |
Totaal | 4 300 | 4 300 |
Ad 1: Afwikkeling vangnetregeling
Gemeenten, uitvoerders van de regeling (die m.i.v. 1 januari jl. is vervallen a.g.v. de invoering van de AWIR), dienen normaal gesproken tussentijdse declaraties in en na afloop van het subsidietijdvak wordt een einddeclaratie opgemaakt en ingediend. Echter, een groter aantal gemeenten heeft het indienen van tussentijdse declaraties voor zich uitgeschoven. Hierdoor zal in 2006 voor de afwikkeling van de Vangnetregeling tot en met 2005 een groter bedrag zijn gemoeid met de uitbetaling op basis van einddeclaraties.
Instrument: Bijdrage financiering startersleningen
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Startersleningen | 40 000 | 40 000 |
Totaal | 40 000 | 40 000 |
Om het kopen van een huis voor Starters te ondersteunen wordt een bedrag van € 40 mln gestort in het fonds Stimulering Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Uit dit fonds worden subsidies verstrekt voor de stichtingskosten van sociale nieuwbouwwoningen.
Instrument: Apparaat artikel 3 (DGW)
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Uitvoeringskosten huurliberalisatie | 3 500 | 3 500 |
2. Uitvoeringskosten betaalbaarheidsheffing huurwoningen | 800 | 800 |
3. Diverse mutaties | – 183 | – 2 363 |
Totaal | 4 117 | 1 937 |
Met de uitvoering van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen zijn kosten gemoeid voor de Belastingdienst. Deze uitvoeringkosten worden meegenomen in de heffing aangezien deze nodig zijn om de beoogde opbrengst van de heffing te realiseren (zie ook de betreffende ontvangstenmutatie op dit artikel).
In het streven naar een verdere verkorting van de behandeltermijnen van geschillen en een doelmatig opererende organisatie is voor het secretariaat van de huurcommissies een investeringsplan opgesteld. De noodzakelijke wijzigingen zullen worden doorgevoerd in de jaren 2006 t/m 2008. Dit ook als opmaat voor het te vormen ZBO.
Het nieuwe huurbeleid brengt additionele kosten met zich mee voor de Belastingdienst Toeslagen welke zullen worden overgeboekt naar deze dienst.
Instrument: Uitvoering huursubsidie
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Uitvoeringskosten huursubsidie 2006 | 14 590 | 18 590 |
2. Taakstelling Electronische overheid | 1 322 | 1 322 |
3. Overige mutaties | – 1 352 | – 1 352 |
Totaal | 14 560 | 18 560 |
Ad 1: Uitvoeringskosten huursubsidie 2006
Vooruitlopend op de overgang van de uitvoering huurtoeslag naar de Belastingdienst Toeslagen zijn de middelen hiervoor integraal overgeboekt naar de Belastingdienst Toeslagen. Voor de uitvoering van oude coderegelingen Huursubsidie is in 2006 evenwel nog budget benodigd op de begroting van VROM.
Ad 2: Taakstelling Electronische overheid
Als grondslag voor de verdeling van de taakstelling is het aantal klantcontactpunten gebruikt. Voor de uitvoering van de huursubsidie zijn Huursubsidie-Informatie Punten (HIP) ingericht. Op grond hiervan zou VROM een relatief forse bijdrage aan de taakstelling moeten leveren. Echter, aangezien de budgetten voor de uitvoering van de huursubsidie/huurtoeslag aan Financiën zijn overgedragen, wordt dit deel van de taakstelling vanuit de generale middelen gecompenseerd.
Instrument: Restituties subjectsubsidies
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Ontvangsten |
---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |
1. Actualisatie raming ontvangsten PVI (Ontvangsten HT) | – 24 500 |
2. Aanpassing raming ontvangsten verhuurders (Ontvangsten HT) | – 400 |
3. Aanpssing raming vorderingen 2006 ev (Ontvangsten HT) | 1 700 |
Totaal | – 23 200 |
Voor de restituties voor subsidiejaren, is een nieuwe raming opgesteld waarin meer rekening is gehouden met de «invorderbaarheid» van de voorraad vorderingen. De mate van invorderbaarheid is bepaald op basis van een analyse van de voorraad vorderingen, waarbij onder andere de invorderingsstatus en de ouderdom belangrijk zijn geweest. Dit heeft met name geleid tot een verlaging van de ontvangstenraming in 2006.
Voor de ontvangsten vanaf het berekeningsjaar 2006 is de raming verhoogd op basis van de realisatiecijfers van het subsidiejaar 2004–2005 en als gevolg van een indexatie van de volume- en gemiddelde bijdrage-ontwikkeling.
Instrument: Taakstelling Huursubsidie
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Ontvangsten |
---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |
1. Correctie a.g.v. vertraging invoering modernisering huurbeleid | – 165 000 |
Totaal | – 165 000 |
Ad 1: Correctie a.g.v. vertraging invoering modernisering huurbeleid
De betaalbaarheidsheffing huurwoningen wordt in het jaar 2006 neerwaarts bijgesteld. Dit als compensatie voor derving van inkomsten van verhuurders vanwege wijzigingen in de modernisering van het huurbeleid.
Instrument: Bijdrage verhuurders hs-plus
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Ontvangsten |
---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |
1. Uitvoeringskosten nieuw huurbeleid | 7 000 |
2.Diverse mutaties | 12 000 |
Totaal | 19 000 |
Ad 1: Uitvoeringskosten nieuw huurbeleid
Met de uitvoering van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen zijn kosten gemoeid voor de Belastingdienst en de het gebruiken van WOZ-gegegevens. Deze uitvoeringkosten worden meegenomen in de heffing aangezien deze nodig zijn om de beoogde opbrengst van de heffing te realiseren.
De raming van de ontvangsten uit hoofde van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen is aangepast op grond van de in het wetsvoorstel opgenomen ramingen en daaraan ten grondslag liggende methodiek en bepalingen.
Artikel 4. Optimalisering van de ruimtelijke afweging
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 11 118 | 4 332 | 15 450 | 2 705 | 3 337 | 2 547 | 1 528 | |
Uitgaven: | 11 973 | 0 | 10 011 | 21 984 | 8 817 | 9 299 | 6 206 | 1 731 |
Programma: | 5 734 | 0 | 7 248 | 12 982 | 6 181 | 6 716 | 3 599 | – 875 |
Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren: | 5 734 | 0 | 7 248 | 12 982 | 6 181 | 6 716 | 3 599 | – 875 |
FES ICES/KIS | 350 | 5 650 | 6 000 | 5 700 | 5 700 | 2 692 | – 300 | |
Monitoring Nota Ruimte | 916 | 477 | 1 393 | – 275 | – 166 | – 48 | – 24 | |
Subsidies algemeen | 3 140 | 597 | 1 513 | 382 | 342 | 34 | 34 | |
Overige instrumenten algemeen | 0 | 936 | 4 076 | 374 | 840 | 921 | – 585 | |
Apparaat: | 6 239 | 0 | 2 763 | 9 002 | 2 636 | 2 583 | 2 607 | 2 606 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 4 (DGR) | 6 239 | 2 763 | 9 002 | 2 636 | 2 583 | 2 607 | 2 606 | |
Ontvangsten: | 0 | 7 135 | 7 135 | 6 0 00 | 6 000 | 2 992 | 0 |
Toelichting relevante mutaties:
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Bijdrage FES tbv BSIK-project Habiform | 6 000 | |
2. Overige mutaties | – 300 | – 350 |
Totaal | – 300 | 5 650 |
Ad 1: Bijdrage FES tbv Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (BSIK)-project Habiforum
De bijdrage uit het FES t.b.v. het BSIK-project Habiforum is meerjarig t/m 2009 naar de VROM-begroting overgeboekt.
Instrument: Overige instrumenten algemeen
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Gebiedsontwikkeling | 890 | 890 |
2. Overige mutaties | 3 848 | 3 186 |
Totaal | 4 738 | 4 076 |
T.b.v. de gebiedsontwikkeling is een meerjarige reeks tm 2009 aan de begroting toegevoegd van € 890 000,–, die zal worden ingezet ter ondersteuning van lagere overheden bij de uitvoering van het ruimtelijke beleid in het kader van de programma-aanpak, ontwikkelingsplanologie en luchtkwaliteit.
Op diverse instrumenten hebben per saldo budgettair neutrale correcties plaatsgevonden t.o.v. de ontwerpbegroting 2006, omdat de beginstanden na de conversie naar de nieuwe artikelstructuur onjuist bleken te zijn.
Artikel 5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 33 266 | 283 419 | 316 685 | 19 308 | – 6 198 | – 3 770 | – 3 713 | |
Uitgaven: | 42 428 | 0 | 181 811 | 224 239 | 206 788 | 81 743 | 22 729 | 16 201 |
Programma: | 35 005 | 0 | 186 391 | 221 396 | 211 221 | 86 084 | 27 062 | 20 535 |
Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen: | 14 392 | 0 | 191 466 | 205 858 | 211 858 | 86 701 | 26 811 | 19 796 |
FES BIRK | 103 077 | 103 077 | 31 990 | 57 757 | 8 721 | 9 187 | ||
FES nieuwe sleutelprojecten | 93 600 | 93 600 | 180 278 | 25 800 | 14 300 | 10 900 | ||
Onderzoek stedelijk gebied | 88 | 153 | 241 | 44 | 16 | 46 | 46 | |
Subsidies stedelijk gebied | 9 532 | – 4 442 | 5 090 | – 270 | 4 248 | 4 455 | 165 | |
Overige instrumenten stedelijk gebied | 1 180 | – 605 | 575 | 79 | – 100 | – 441 | – 451 | |
Interreg | 3 592 | – 317 | 3 275 | – 263 | – 1 020 | – 270 | – 51 | |
Landelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen: | 20 613 | 0 | – 5 075 | 15 538 | – 637 | – 617 | 251 | 739 |
FES BIRK | 0 | |||||||
Onderzoek landelijk gebied | 0 | |||||||
Subsidies landelijk gebied | 587 | – 76 | 511 | – 77 | – 67 | – 512 | 22 | |
Overige instrumenten landelijk gebied | 898 | 412 | 1 310 | 242 | 252 | 262 | 216 | |
Bufferzones | 16 601 | – 5 411 | 11 190 | – 802 | – 802 | 501 | 501 | |
Belverdere | 2 527 | 0 | 2 527 | |||||
Apparaat: | 7 423 | 0 | – 4 580 | 2 843 | – 4 433 | – 4 341 | – 4 333 | – 4 334 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 5 (DGR) | 7 423 | – 4 580 | 2 843 | – 4 433 | – 4 341 | 4 333 | – 4 334 | |
Ontvangsten: | 10 300 | 0 | 196 677 | 206 977 | 212 268 | 83 557 | 23 021 | 20 087 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: FES Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Diverse mutaties FES BIRK | 80 624 | 103 077 |
Totaal | 80 624 | 103 077 |
Ad 1: Diverse mutaties FES BIRK
Tot en met 2005 werd jaarlijks de FES-bijdrage voor de BIRK-projecten opgevraagd. Met ingang van 2006 zijn de kasreeksen meerjarig opgevraagd en ontvangen. Als gevolg hiervan is het budget op dit instrument fors gestegen. T.b.v. de nog resterende BIRK-projecten zal in 2006 de verplichting worden aangegaan.
Instrument: FES Nieuwe Sleutelprojecten
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Bijdrage uit FES tbv NSP Breda | 24 900 | 18 900 |
2. Bijdrage uit FES tbv NSP Rotterdam | 57 478 | 10 900 |
3. Bijdrage uit FES tbv NSP Amsterdam | 129 100 | |
4. Overige mutaties | 63 800 | |
Totaal | 211 478 | 93 600 |
Ook voor de FES-bijdragen ten behoeve van de Nieuwe Sleutelprojecten worden vanaf 2006 kasreeksen meerjarig opgevraagd en ontvangen. T.b.v. de laatste drie Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) Breda, Rotterdam en Amsterdam (Zuidas) is bij het FES het verplichtingenbedrag opgevraagd.
Instrument: Subsidies stedelijk gebied
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Intertemporele schuif; Hart voor Dieren | – 8 580 | |
2. Overige mutaties | – 213 | 4 138 |
Totaal | – 213 | – 4 442 |
Ad 1: Intertemporele schuif; Hart voor Dieren
T.b.v. het project Hart voor Dieren is een kasschuif van in totaal € 8,5 mln naar 2008 en 2009 opgenomen waarmee wordt aangesloten bij de kasbehoefte van dit project.
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Kas- en verplichtingenschuif Bufferzones | – 3 909 | – 3 909 |
2. Overige mutaties | – 1 502 | – 1 502 |
Totaal | – 5 411 | – 5 411 |
Ad 1: Kas en verplichtingenschuif Bufferzones
T.b.v. een actualisering van de bufferzones-aankopen zijn de kas- en verplichtingenreeks aangepast.
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
2. Diverse mutaties | – 4 480 | – 4 580 |
Totaal | – 4 580 | – 4 580 |
Ad 1: Op diverse instrumenten hebben per saldo budgettair neutrale correcties plaatsgevonden t.o.v. de ontwerpbegroting 2006, omdat de beginstanden na de conversie naar de nieuwe artikelstructuur onjuist bleken te zijn.
Artikel 6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 46 797 | 45 961 | 92 758 | -427 | 838 | 979 | 1 256 | |
Uitgaven: | 85 357 | 0 | – 2 445 | 82 912 | 14 280 | 18 868 | 21 700 | 16 675 |
Programma: | 80 808 | 0 | – 2 397 | 78 411 | 14 555 | 19 058 | 21 886 | 16 786 |
Realisatie Kyoto klimaatverplichtingen: | 72 433 | 0 | – 18 018 | 54 415 | – 1 648 | 6 673 | 9 462 | 10 403 |
Binnenlandse klimaatinstrumenten | 28 433 | – 7 715 | 20 718 | – 9 059 | – 7 357 | – 7 259 | – 7 516 | |
Clean Development Mechanism | 44 000 | – 10 303 | 33 697 | 7 411 | 14 030 | 16 721 | 17 919 | |
Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken: | 3 465 | 0 | 13 530 | 16 995 | 14 417 | 11 346 | 11 387 | 5 346 |
Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken | 3 465 | 13 530 | 16 995 | 14 417 | 11 346 | 11 387 | 5 346 | |
Beperken aantasting van de ozonlaag: | 0 | 0 | 250 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beperken aantasting van de ozonlaag | 0 | 250 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: | 4 910 | 0 | 1 841 | 6 751 | 1 786 | 1 039 | 1 037 | 1 037 |
Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging | 4 910 | 1 841 | 6 751 | 1 786 | 1 039 | 1 0 37 | 1 037 | |
Apparaat: | 4 549 | 0 | – 48 | 4 501 | – 275 | – 190 | – 186 | – 111 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 6 (DGR) | 4 549 | – 48 | 4 501 | – 275 | – 190 | – 186 | – 111 | |
Ontvangsten: | 0 | 11 468 | 11 468 | 8 000 | 6 000 | 6 041 | 0 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Binnenlandse klimaatinstrumenten
Op dit instrument hebben per saldo budgettair neutrale correcties plaatsgevonden t.o.v. de ontwerpbegroting 2006, omdat de beginstanden na de conversie naar de nieuwe artikelstructuur onjuist bleken te zijn.
Instrument: Clean Development Mechanism (CDM)
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Ophoging Wereldbank | 48 000 | – 6 832 |
2. Overige mutaties | – 3 471 | |
Totaal | 48 000 | – 10 303 |
Ter compensatie van in de markt optredende prijsstijgingen, is een bedrag van € 48 mln toegevoegd aan het budget voor CDM. Hiermee kan de oorspronkelijke doelstelling van 67 Mton CO2-equivalenten gehandhaafd worden. De ophoging van het totaalbudget wordt gecombineerd met een kasschuif binnen de bestaande budgetten, waardoor in 2006 per saldo sprake is van een verlaging van het kasbudget.
Instrument: Beperken klimaatveranderingen door post-Kyoto afspraken
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. FES-middelen BSIK kllimaat voor ruimte | 10 000 | |
2. Overige mutaties | 1 151 | 3 530 |
Totaal | 1 151 | 13 530 |
Ad 1: FES middelen BSIK klimaat voor ruimte
In 2005 is bij 2e suppletore begroting de eerste tranche voor het BSIK-project Klimaat voor Ruimte aan de begroting toegevoegd. Thans wordt de meerjarige reeks toegevoegd.
Artikel 7. Verbeteren milieukwaliteit van water en bodem
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 156 967 | – 7 483 | 149 484 | 24 521 | – 8 796 | – 5 118 | 4 628 | |
Uitgaven: | 137 465 | 0 | 15 090 | 152 555 | 11 279 | 8 917 | 12 895 | 4 828 |
Programma: | 133 000 | 0 | 15 008 | 148 008 | 11 201 | 8 837 | 12 814 | 4 748 |
Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem: | 1 436 | 0 | 633 | 2 069 | 1 073 | 1 105 | 1 105 | 1 112 |
Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem | 1 436 | 633 | 2 069 | 1 073 | 1 105 | 1 105 | 1 112 | |
Saneren van verontreinigde bodems: | 120 469 | 0 | 20 060 | 140 529 | 15 842 | 15 703 | 16 885 | 5 391 |
Saneren van verontreinigde bodems | 120 469 | 20 060 | 140 529 | 15 842 | 15 703 | 16 885 | 5 391 | |
Verbeteren van de milieukwaliteit van water: | 763 | 0 | 601 | 1 364 | 939 | 920 | 917 | 924 |
Verbeteren van de milieukwaliteit van water | 763 | 601 | 1 364 | 939 | 920 | 917 | 924 | |
Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied: | 6 634 | 0 | – 3 975 | 2 659 | – 3 297 | – 5 516 | – 2 717 | 690 |
Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied | 6 634 | – 3 975 | 2 659 | – 3 297 | – 5 516 | – 2 717 | 690 | |
Bevorderen van duurzame landbouw: | 3 698 | 0 | – 2 311 | 1 387 | – 3 356 | – 3 375 | – 3 376 | – 3 369 |
Bevorderen van duurzame landbouw | 3 698 | – 2 311 | 1 387 | – 3 356 | – 3 375 | – 3 376 | – 3 369 | |
Apparaat: | 4 465 | 0 | 82 | 4 547 | 78 | 80 | 81 | 80 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 7 (DGM) | 4 465 | 82 | 4 547 | 78 | 80 | 81 | 80 | |
Ontvangsten: | 0 | 0 | 14 300 | 14 300 | 15 100 | 15 000 | 13 500 | 200 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Saneren van verontreinigde bodems
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Van BZK/Provinciefonds t.b.v. apparaatskosten bodemsanering | 5 213 | 5 213 |
2. FES toekenning bodemsanering | 12 500 | 12 500 |
3. Kostenverhaal bodemsanering 2005 | 3 787 | 3 787 |
4. Overige mutaties | – 6 714 | – 1 440 |
Totaal | 14 786 | 20 060 |
Ad 1: Van BZK/Provinciefonds t.b.v. apparaatskosten bodemsanering
Er wordt budget overgeheveld van het provinciefonds (onderdeel BZK) naar VROM i.v.m. de verschuiving van apparaatskosten bodemsanering van provincies naar gemeenten. VROM stelt rechtstreeks aan het bevoegd gezag een budget beschikbaar t.b.v. taken op het gebied van bodemsanering, voortvloeiend uit VROM-regelgeving. Taken die voorheen door provincies werden verricht zijn door de rechtstreeks gemeenten overgenomen. Derhalve wordt budget van het Provinciefonds aan de VROM-begroting toegevoegd en daarna toegekend aan de betreffende gemeenten conform de in 2000 gemaakte afspraken.
Ad 2: FES toekenning bodemsanering
Voor de jaren 2006 t/m 2009 wordt vanuit het FES in totaal € 50 mln extra beschikbaar gesteld voor de sanering van spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging. Het gaat in al deze gevallen om het versneld wegnemen van ernstige verontreinigingen die economische ontwikkelingen in de weg staan. In concreto gaat het onder andere om projecten gerelateerd aan de ontwikkeling van de Stormpolder in Krimpen a/d IJssel (EMK-terrein), de herinrichting van delen van de Brabantse en Limburgse Kempen en de uitbreiding van een bedrijfsterrein in Olst.
Ad 3: Kostenverhaal bodemsanering 2005
In 2005 zijn in het kader van de uitvoering van het kostenverhaal jegens particulieren, bedrijven en gemeenten ontvangsten verkregen voor een totaalbedrag van € 3,787 mln. Dit bedrag wordt in 2006 weer toegevoegd aan het uitgavenbudget voor bodemsanering.
Instrument: Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. FES-middelen voor luchtwassers | 2 200 | 1 800 |
2. Overige mutaties | – 19 307 | – 5 775 |
Totaal | – 21 507 | – 3 975 |
Ad 1: FES middelen voor luchtwassers
Vanuit het FES is budget overgeheveld naar VROM ten behoeve van onderzoek in de periode 2006–2009 naar het versneld beschikbaar en toepasbaar maken van gecombineerde luchtwassers voor de intensieve veehouderij in het kader van het «programma luchtwassers». Door de inzet van luchtwassers kan de emissie van fijn stof, ammoniak en geur uit stallen sterk worden verminderd.
Incidentele subsidies(Vermelding in 1e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)
Aan de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) is voor 2006 een subsidie verleend van € 408 402,–. Tussen het ministerie van VROM en de SIKB is een subsidieovereenkomst voor de periode tot en met 2006 afgesloten. Het doel van deze subsidie is het versneld tot stand brengen van een in de bodembeheerssector dekkende structuur van normatieve documenten voor de kwaliteitsborging.
De gemeente Haarlem heeft een bijdrage van € 266 918 gevraagd voor het project Lokale Ambities Bodem. Het resultaat hiervan is het opstellen van een handreiking voor de lokale overheden voor het formuleren van integraal bodembeleid.
Artikel 8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde omgeving
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 35 063 | 35 171 | 70 234 | 79 809 | 43 580 | 18 880 | 22 444 | |
Uitgaven: | 40 733 | 0 | 38 875 | 79 608 | 79 809 | 43 580 | 19 416 | 22 980 |
Programma: | 36 258 | 0 | 38 324 | 74 582 | 79 464 | 43 200 | 19 035 | 22 600 |
Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden: | 5 528 | 0 | 2 834 | 8 362 | 2 950 | 2 950 | 2 950 | 2 950 |
Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden | 5 528 | 2 834 | 8 362 | 2 950 | 2 950 | 2 950 | 2 950 | |
Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit | 0 | |||||||
Verminderen van geluidhinder: | 30 730 | 0 | 690 | 31 420 | 114 | 50 | – 615 | – 1 250 |
Verminderen van geluidhinder | 30 730 | 690 | 31 420 | 114 | 50 | – 615 | – 1 250 | |
Bevorderen van duurzame mobiliteit: | 0 | 0 | 34 800 | 34 800 | 76 400 | 40 200 | 16 700 | 20 900 |
Bevorderen van duurzame mobiliteit | 34 800 | 34 800 | 76 400 | 40 200 | 16 700 | 20 900 | ||
Apparaat: | 4 475 | 0 | 551 | 5 026 | 345 | 380 | 381 | 380 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 8 (DGM) | 4 475 | 551 | 5 026 | 345 | 380 | 381 | 380 | |
Ontvangsten: | 0 | 34 800 | 34 800 | 76 400 | 40 200 | 16 700 | 20 900 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Bevorderen van duurzame mobiliteit
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. FES-middelen t.b.v. uitvoering luchtkwaliteit | 34 800 | 34 800 |
Totaal | 34 800 | 34 800 |
Ad 1: FES middelen t.b.v. uitvoering luchtkwaliteit
In de brief van 2 november jl. (TK, vergaderjaar 2005–2006, 30 175, nr. 12) is aangegeven welke maatregelen worden genomen t.b.v. bronmaatregelen in het verkeer. Met deze mutatie wordt budget aan de VROM-begroting toegevoegd vanuit het FES t.b.v. maatregelen als roetfilters, retrofit roetfilters en schone vuilniswagens.
Incidentele subsidies (Vermelding in 1e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)
De stichting LAOZ heeft een bijdrage van € 100 000 gevraagd voor de Week van de Vooruitgang, die van 16 t/m 22 september 2006 in Nederland gehouden zal worden. Het doel hiervan is het uitvoeren van concrete activiteiten gericht op de verbetering van de duurzaamheid van het mobiliteitsgedrag en van de leefbaarheid van de woonomgeving.
De stichting Natuur en Milieu ontvangt een bijdrage van € 70 000 voor het project Auto van de Toekomst, waarvan de inzendingen tijdens de AutoRAI tentoongesteld en beoordeeld zullen worden. Het doel is om het belang en de mogelijkheden van schonere, stillere en zuiniger auto’s in brede kring aan de orde te stellen.
Artikel 9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 19 601 | – 2 000 | 11 652 | 29 253 | – 758 | – 697 | – 648 | – 1 769 |
Uitgaven: | 40 196 | – 2 000 | – 863 | 37 333 | 1 615 | 2 903 | 3 352 | 1 538 |
Programma: | 35 199 | – 2 000 | – 954 | 32 245 | 1 528 | 2 813 | 3 261 | 1 448 |
Veilig gebruik van chemische stoffen: | 13 073 | 0 | 1 226 | 14 299 | 1 160 | 1 160 | 1 160 | 0 |
Veilig gebruik van chemische stoffen | 13 073 | 1 226 | 14 299 | 1 160 | 1 160 | 1 160 | 0 | |
Reductie van milieubelasting door afvalstoffen: | 18 814 | – 2 000 | – 1 159 | 15 655 | – 1 514 | – 1 379 | – 1 331 | – 1 284 |
Reductie van milieubelasting door afvalstoffen | 18 814 | – 2 000 | – 1 159 | 15 655 | – 1 514 | – 1 379 | – 1 331 | – 1 284 |
Bescherming tegen straling: | 1 221 | 0 | 392 | 1 613 | 632 | 632 | 632 | 632 |
Bescherming tegen straling | 1 221 | 392 | 1 613 | 632 | 632 | 632 | 632 | |
Verantwoorde toepassing van ggo’s: | 2 091 | 0 | – 1 413 | 678 | 1 250 | 2 400 | 2 800 | 2 100 |
Verantwoorde toepassing van ggo’s | 2 091 | – 1 413 | 678 | 1 250 | 2 400 | 2 800 | 2 100 | |
Apparaat: | 4 997 | 0 | 91 | 5 088 | 87 | 90 | 91 | 90 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 9 (DGM) | 4 997 | 91 | 5 088 | 87 | 90 | 91 | 90 | |
Ontvangsten: | 0 | 0 | 200 | 200 | 1 250 | 2 400 | 2 800 | 2 100 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Verantwoorde toepassing van ggo’s
Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. FES-middelen m.b.t. Biotechnologie | 200 | 200 |
2. Overige mutaties | 9 911 | – 1 613 |
Totaal | 10 111 | – 1 413 |
Ad 1: FES middelen m.b.t. Biotechnologie
Voor de uitvoering van het Ecologisch Onderzoekprogramma Biotechnologie is door de Minister van Economische Zaken een bijdrage toegekend ten bedrage van € 10 mln voor de periode 2006 t/m 2012. Op 23 maart 2006 is met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek een convenant ondertekend om dit onderzoekprogramma uit te voeren.
Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 85 683 | – 10 098 | 75 585 | – 15 387 | – 17 167 | – 17 555 | – 17 583 | |
Uitgaven: | 90 641 | 0 | 914 | 91 555 | – 10 023 | – 14 452 | – 15 205 | – 17 583 |
Programma: | 82 137 | 0 | – 431 | 81 706 | – 11 800 | – 16 302 | – 17 054 | – 19 355 |
Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium: | 69 997 | 0 | – 867 | 69 130 | – 12 460 | – 17 094 | – 17 208 | – 19 159 |
Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium | 69 997 | – 867 | 69 130 | – 12 460 | – 17 094 | – 17 208 | – 19 159 | |
Internationaal milieubeleid: | 4 842 | 0 | 1 546 | 6 388 | 1 370 | 1 418 | 543 | 193 |
Internationaal milieubeleid (HGIS-deel) | 4 842 | 580 | 5 422 | – 447 | – 449 | – 449 | – 249 | |
Internationaal milieubeleid (niet HGIS-deel) | 0 | 966 | 966 | 1 817 | 1 867 | 992 | 442 | |
Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB: | 7 298 | 0 | – 1 110 | 6 188 | – 710 | – 626 | – 389 | – 389 |
Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB | 7 298 | – 1 110 | 6 188 | – 710 | – 626 | – 389 | – 389 | |
Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling | 0 | 0 | ||||||
Apparaat: | 8 504 | 0 | 1 345 | 9 849 | 1 777 | 1 850 | 1 849 | 1 772 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 10 (DGM) | 8 504 | – 3 268 | 5 236 | – 3 055 | – 3 137 | – 3 138 | – 3 215 | |
Apparaat internationale Zaken (IZ) | 4 613 | 4 613 | 4 832 | 4 987 | 4 987 | 4 987 | ||
Ontvangsten: | 917 | 0 | 10 180 | 11 097 | 6 537 | 2 000 | 2 000 | 0 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium
Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. FES-middelen BSIK-kennisnetwerk KSI | 0 | 2 319 |
2. FES-middelen Milieutechnologie (ProMT) | 4 537 | 4 537 |
3. I.v.m. overdracht MNP | – 22 043 | – 22 043 |
4. Overige mutaties | 1 825 | 14 320 |
Totaal | – 15 681 | – 867 |
Ad 1: FES-middelen BSIK-kennisnetwerk KSI
Het kabinet is in 2004 akkoord gegaan om FES-middelen via het BSIK aan te wenden voor bovenvermeld project. De toezegging betrof € 10 mln verdeeld over 5/6 jaar. De uitfinanciering betrof ca. € 2 mln per jaar. In 2005 is t.b.v. dit project € 1,681 mln aan voorschotten verstrekt. Het verschil ad. € 0,319 mln zal als voorschot boven op de jaarlijkse kasverwachting ad € 2 mln in 2006 betaalbaar worden gesteld. Dit bedrag is overeenkomstig de planning van KSI.
Ad 2: FES-middelen Milieutechnologie (ProMT)
De FES-middelen ProMT 2005 ad € 7,403 mln zijn niet volledig uitgeput. Het verschil ad € 3,324 mln is doorgeschoven naar 2006. De uitfinanciering ProMT is gemiddeld drie tot vier jaar, waardoor pas in 2006/2007 de maximale uitgaven gaan plaatsvinden.
Ad 3: Overdracht Milieu en Natuur Planbureau (MNP)
Het kabinet heeft eind 2005 beslist dat het MNP wordt losgemaakt van het RIVM en ondergebracht zal worden bij VROM per 1-1-2006. Hiermee is een bedrag gemoeid van ca 22 mln dat bij VROM centraal is ondergebracht.
Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 12 897 | 99 005 | 111 902 | -960 | – 412 | – 254 | – 213 | |
Uitgaven: | 14 454 | 0 | 13 775 | 28 229 | 18 966 | 19 532 | 19 891 | 19 757 |
Programma: | 10 432 | 0 | 14 536 | 24 968 | 19 605 | 20 194 | 20 026 | 19 892 |
Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties: | 904 | 0 | – 329 | 575 | 53 | 93 | 809 | – 31 |
Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties | 904 | – 329 | 575 | 53 | 93 | 809 | – 31 | |
Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties: | 8 333 | 0 | – 1 157 | 7 176 | – 425 | – 40 | – 1 040 | 400 |
Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties | 8 333 | – 1 157 | 7 176 | – 425 | – 40 | – 1 040 | 400 | |
Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties: | 896 | 0 | 15 622 | 16 518 | 19 722 | 19 769 | 20 061 | 19 490 |
Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties | 896 | 15 622 | 16 518 | 19 722 | 19 769 | 20 061 | 19 490 | |
Milieu en veiligheidsaspecten in ruimtelijke planvorming betrekken: | 299 | 0 | 400 | 699 | 255 | 372 | 196 | 33 |
Overige instrumenten en milieu en veiligheid | 299 | 400 | 699 | 255 | 372 | 196 | 33 | |
Schadeclaims | 0 | |||||||
Apparaat: | 4 022 | 0 | – 761 | 3 261 | – 639 | – 662 | – 135 | – 135 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 11 (DGR) | 1 033 | – 231 | 802 | – 225 | – 219 | – 218 | – 218 | |
Apparaat artikel 11 (DGM) | 2 989 | – 530 | 2 459 | – 414 | – 443 | 83 | 83 | |
Ontvangsten: | 0 | 0 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties
Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Uit aanvullende Post Fin programma financiering EV | 100 000 | 15 000 |
2. Overige mutaties | – 660 | 622 |
Totaal | 99 340 | 15 622 |
Ad 1: Uit aanvullende Post Fin programma financiering Externe Veiligheid
Het kabinet Balkenende I heeft eind 2002 in het Strategisch Akkoord € 300 mln voor de periode tot en met 2010 beschikbaar gesteld voor het EV-beleid. Van dit bedrag is € 150 mln bestemd voor het versterken van de uitvoering en handhaving van het externeveiligheidsbeleid. Voor de periode 2006 t/m 2010 is jaarlijks € 20 mln, in totaal € 100 mln gereserveerd voor provincies en gemeenten (programmafinanciering). Dit bedrag is bij 1e suppletore aan de VROM begroting toegevoegd.
Artikel 12. Handhaving en toezicht
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 63 344 | 3 518 | 66 862 | – 1 362 | – 1 685 | – 1 578 | – 1 654 | |
Uitgaven: | 63 564 | 0 | 2 355 | 65 919 | – 1 362 | – 1 685 | – 1 578 | – 1 654 |
Programma: | 21 428 | 0 | 1 545 | 22 973 | – 2 027 | – 2 331 | – 2 331 | – 2 331 |
Naleving van nationale en internationale regelgeving bevorderen (Primair toezicht): | 9 824 | 0 | 2 696 | 12 520 | – 1 683 | – 1 647 | – 1 647 | – 1 647 |
Naleving van nationale en internationale regelgeving vallend onder VROM-toezicht bevorderen (Primair toezicht) | 9 824 | 2 696 | 12 520 | – 1 683 | – 1 647 | – 1 647 | – 1 647 | |
Rijkstoezicht handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren (Interbestuurlijk toezicht): | 1 321 | 0 | – 46 | 1 275 | – 70 | – 70 | – 70 | – 70 |
Rijkstoezicht handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren op gemeenten en provincies ( Interbestuurlijk toezicht) | 1 321 | – 46 | 1 275 | – 70 | – 70 | – 70 | 70 | |
Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren (Strategie/maatschappelijke signalen): | 3 074 | 0 | – 102 | 2 972 | – 153 | – 153 | – 153 | – 153 |
Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren (Strategie/maatschappelijke signalen) | 3 074 | – 102 | 2 972 | – 153 | – 153 | – 153 | – 153 | |
Crisismanagement organiseren: | 5 846 | 0 | – 782 | 5 064 | – 51 | – 391 | – 391 | – 391 |
Crisismanagement organiseren | 5 846 | – 782 | 5 064 | – 51 | – 391 | – 391 | – 391 | |
Opsporen en bestrijden van fraude: | 1 363 | 0 | – 221 | 1 142 | – 70 | – 70 | – 70 | – 70 |
Opsporen en bestrijden van fraude | 1 363 | – 221 | 1 142 | – 70 | – 70 | – 70 | – 70 | |
Apparaat: | 42 136 | 0 | 810 | 42 946 | 665 | 646 | 753 | 677 |
Apparaat: | ||||||||
Apparaat artikel 12 (IG) | 42 136 | 810 | 42 946 | 665 | 646 | 753 | 677 | |
Ontvangsten: | 882 | 0 | 0 | 882 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Naleving van nationale en internationale regelgeving (primair toezicht)
Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Samenwerkende inspecties | 4 500 | 4 500 |
2. Overige mutaties | – 1 651 | – 1 804 |
Totaal | 2 849 | 2 696 |
Ad 1: Samenwerkende inspecties
De Tweede Kamer heeft recent gesproken over de samenwerking van de Rijksinspecties en heeft geconcludeerd dat de ambities veel hoger moeten liggen. Gestreefd zal worden per domein naar één loket en één duidelijke sturing van het toezicht. Met deze aanpak per domein, zoals chemische industrie, horeca, wegtransport en aannemers, komen de verschillende ondernemers in de verschillende sectoren centraal te staan. De middelen (€ 4,5 mln) is het totaal van alle betrokken ministeries. De Tweede Kamer verlangt op korte termijn resultaat. Tezamen met het VNO-NCW en MKB Nederland wordt deze opdracht uitgewerkt. De uitwerking omvat onder andere de volgende elementen: het opstellen van vereenvoudigingsvoorstellen voor reductie van de toezichtlast, het ontwerp en de organisatie van de één-loket functie, het meten van de toezichtslast, het verwerven van draagvlak in overleg met bedrijven, inspecties en andere overheden, het monitoren van reducties per domein en aansturing resultaten in de domeinen van toezicht. De insteek is dat de terugdringing van de toezichtslast met 25% of wat redelijkerwijs mogelijk is in de te benoemen domeinen gerealiseerd wordt.
Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 97 756 | 29 413 | 127 169 | 16 176 | 18 031 | 31 835 | 13 218 | |
Uitgaven: | 97 756 | 0 | 29 413 | 127 169 | 16 176 | 18 031 | 31 835 | 13 218 |
Programma: | 97 756 | 0 | 29 413 | 127 169 | 16 176 | 18 031 | 31 835 | 13 218 |
Het adviseren en implementeren beleid rijkshuisvestingsstelsel: | 6 724 | 0 | – 1 526 | 5 198 | – 1 442 | – 1 399 | – 656 | – 658 |
Beleid (mede) van toepassing op de rijkshuisvesting en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel | 2 963 | – 303 | 2 660 | – 468 | – 671 | – 671 | – 671 | |
Onderzoek Rgd | 577 | 577 | ||||||
Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw | 2 412 | – 1 223 | 1 189 | – 974 | – 728 | 15 | 13 | |
Energiebesparing rijkshuisvesting | 772 | 772 | ||||||
Duurzaam bouwen rijkshuisvesting | 0 | |||||||
De architectonische kwaliteit stimuleren en monumenten beheren: | 17 811 | 0 | 28 | 17 839 | 190 | 407 | 813 | 752 |
Stimuleren architectonische kwaliteit | 4 433 | 316 | 4 749 | 478 | 680 | 679 | 663 | |
Beheer monumenten in rijksbezit | 13 378 | – 288 | 13 090 | – 288 | – 273 | 134 | 89 | |
Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken: | 73 221 | 0 | 30 911 | 104 132 | 17 428 | 19 023 | 31 678 | 13 124 |
Onderhoud HCvS/AZ | 6 384 | – 534 | 5 850 | – 150 | – 159 | – 158 | – 172 | |
Investeringen HCvS/AZ | 28 154 | 24 038 | 52 192 | 15 843 | 17 000 | 30 225 | 12 833 | |
Huren HCvS/AZ | 2 563 | 231 | 2 794 | 274 | 276 | 276 | – 111 | |
Asbestsanering | 0 | |||||||
Paleizen | 28 517 | 7 100 | 35 617 | 1 385 | 1 853 | 1 281 | 540 | |
Functionele kosten Koninklijk Huis | 7 603 | 76 | 7 679 | 76 | 53 | 54 | 34 | |
Ontvangsten: | 357 | 4 500 | 4 857 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Investeringen HCvS/AZ
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Herhuisvesting Raad van State | 2 400 | 2 400 |
2. Afkoop erfpacht Pleingarage | 8 718 | 8 718 |
3. Actualisering ramingen inversteringsprojecten | 5 091 | 5 091 |
4. Overige mutaties | 7 829 | 7 829 |
Totaal | 24 038 | 24 038 |
Ad 1: Herhuisvesting Raad van State
In 2006 start de 2e fase in de renovatie en nieuwbouw van huisvesting voor de Raad van State ten bedrage van ruim € 66 miljoen. Het resultaat na nieuwbouw en renovatie is een efficiënt ingedeeld complex en beter ruimtelijk gebruik, aangepast aan de (arbo) eisen van deze tijd voor met name veiligheid, flexibele inrichting en klimaatbeheersing.
Ad 2: Afkoop erfpacht Pleingarage
Met de gemeente Den Haag is overeengekomen om het opstalrecht van de parkeergarage aan het Plein eeuwigdurend af te kopen. Voor de afkoop van het deel van de Pleingarage dat door de Binnenhofgebruikers wordt gebruikt is € 8,7 mln benodigd. Verder wordt geïnvesteerd in installaties voor ventilatie, verlichting, brandmelding en omroepen en wordt het wegdek aangepast (€ 0,5 mln in 2006, in totaal € 2,2 mln ten laste van dit artikel).
Ad 3: Actualisering ramingen inversteringsprojecten
De kasramingen van de investeringsprojecten worden periodiek geactualiseerd waardoor kasmiddelen verschuiven tussen de verschillende jaren. Verschuivingen hangen bijvoorbeeld samen met een langere duur van het vergunningentraject van een project dan was voorzien en met de betalingen van het moederdepartement aan de baten- en lastendienst.
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Tijdelijke bestemming Paleis Soestdijk | 3 800 | 3 800 |
2. Grondaankoop Soestdijk | 2 500 | 2 500 |
3. Overige mutaties | 800 | 800 |
Totaal | 7 100 | 7 100 |
Ad 1: Tijdelijke bestemming Paleis Soestdijk
Paleis Soestdijk en de omliggende paleistuinen worden tijdelijk opengesteld voor het publiek. De openstelling van het paleis en omliggende park is voor de duur van 3 jaar. Het kabinet beslist in deze periode over de definitieve bestemming. Paleis Soestdijk en het bijbehorende park zijn Rijksmonumenten van de hoogste categorie. Om het openstellen van het Paleis voor het grote publiek mogelijk te maken realiseert de Rijksgebouwendienst een aantal voorzieningen. Het betreft aanpassingen ten behoeve van de toegankelijkheid, brandveiligheid en de bescherming van de historische interieurs. Daarnaast wordt het paleis zelf in gereedheid gebracht voor de bezoekers.
Voor grondaankoop wordt € 2,5 mln extra ter beschikking gesteld. Met de grondaankoop wordt bewerkstelligd dat een aaneensluitend terrein rondom Paleis Soestdijk, met belangrijke cultuurhistorische waarde, in handen van de Staat komt.
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | 166 084 | 84 852 | 250 936 | 26 120 | 28 514 | 28 495 | 25 322 | |
Uitgaven: | 370 502 | 0 | 95 263 | 465 765 | 22 459 | 25 240 | 24 946 | 21 773 |
Programma: | 205 550 | 0 | 62 762 | 268 312 | – 573 | – 1 360 | – 455 | – 4 409 |
Betaalbare woonkeuze koop- en huursector | 24 326 | – 159 | 24 167 | – 5 731 | – 5 656 | – 5 612 | – 5 565 | |
Budget BWS 1992–1994 | 149 082 | 1 100 | 150 182 | 1 100 | 1 100 | 1 100 | 1 100 | |
Woningbouw en duurzame kwaliteit | 0 | |||||||
Huisvesting gehandicapten en woonzorg | 16 267 | 2 800 | 19 067 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Communicatie-instrumenten | 7 815 | 7 815 | ||||||
Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StaB) | 4 759 | 58 | 4 817 | 58 | 58 | 57 | 56 | |
Overige vastgoedinformatievoorziening | 2 000 | 2 000 | 4 000 | 4 000 | 3 138 | 4 000 | 0 | |
Ruimtelijk Planbureau | 1 301 | 0 | 1 301 | |||||
Programma/onderzoek Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) | 0 | |||||||
Programma/onderzoek Milieu en Natuur Planbureau (MNP) | 0 | 0 | ||||||
Afkoop subsidies DGW regelingen | 0 | 56 963 | 56 963 | |||||
Apparaat: | 164 952 | 0 | 32 501 | 197 453 | 23 032 | 26 600 | 25 401 | 26 182 |
Departementsleiding, control, expertdiensten en overige staf: | 35 701 | 0 | 21 685 | 57 386 | 22 002 | 24 794 | 22 828 | 23 957 |
Apparaat DGW | 2 374 | – 665 | 1 709 | – 1 317 | – 1 241 | – 1 041 | 34 | |
Apparaat DGR | 2 409 | 1 960 | 4 369 | 1 866 | 1 820 | 1 831 | 1 830 | |
Apparaat DGM | 2 458 | 18 | 2 476 | 17 | 18 | 18 | 18 | |
Apparaat Inspectie | 304 | – 304 | 0 | – 304 | – 9 | – 304 | – 304 | |
Apparaat departementsleiding, control en overig staf | 22 822 | – 1 390 | 21 432 | – 296 | 2 170 | 290 | 354 | |
Apparaat Ruimtelijk Planbureau (RPB) | 5 334 | 23 | 5 357 | – 7 | – 7 | – 9 | – 18 | |
Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP) | 0 | 22 043 | 22 043 | 22 043 | 22 043 | 22 043 | 22 043 | |
Raden: | 6 981 | 0 | – 2 050 | 4 931 | – 2 135 | – 788 | 171 | 170 |
VROM-Raad | 1 989 | 47 | 2 036 | 54 | 53 | 52 | 52 | |
Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronzoek | 1 133 | – 153 | 980 | – 162 | – 166 | – 162 | – 162 | |
Waddenadviesraad (WAR) | 601 | 107 | 708 | 16 | 16 | 16 | 15 | |
Kenniscentrum Aanbesteding bouw (KCAB) | 2 316 | – 2 316 | 0 | – 2 308 | – 956 | 0 | 0 | |
Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA) | 0 | |||||||
Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) | 942 | 942 | ||||||
Technische Commissie Bodembescherming (TCB) | 0 | 265 | 265 | 265 | 265 | 265 | 265 | |
Gemeenschappelijk OntwikkelingsBedrijf (GOB) | 0 | 0 | ||||||
Postactieven: | 6 233 | 0 | 304 | 6 537 | 304 | 9 | 304 | 304 |
Postactieven DGW | 2 876 | 2 876 | ||||||
Postactieven DGR | 369 | 369 | ||||||
Postactieven DGM | 1 270 | 1 270 | ||||||
Postactieven Inspectie | 0 | 304 | 304 | 304 | 9 | 304 | 304 | |
Postactieven RPB | 0 | 0 | ||||||
Postactieven GD/CSt | 1 718 | 1 718 | ||||||
Gemeenschappelijke voorzieningen: | 116 037 | 0 | 12 562 | 128 599 | 2 861 | 2 585 | 2 098 | 1 751 |
Gemeenschappelijke voorzieningen | 90 185 | 12 562 | 102 747 | 2 861 | 2 585 | 2 098 | 1 751 | |
Huurbijdrage aan RGD | 25 852 | 25 852 | ||||||
Ontvangsten: | 22 424 | 4 000 | 26 424 | 10 562 | 12 300 | 13 162 | 9 162 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Overig vastgoedinformatievoorziening
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Bijdrage FES tbv BSIK project GEO informatie | 4 000 | 4 000 |
2. Overige mutaties | – 2 000 | – 2 000 |
Totaal | 2 000 | 2 000 |
Ad 1: De bijdrage uit het FES tbv BSIK project GEO informatie is meerjarig t/m 2009 naar de VROM-begroting overgeboekt.
Instrument: Afkoop subsidies DGW-regelingen
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Afkoopsom subsidies PHW 1987 | 39 150 | 39 150 |
2. Afkoopsom subsidies PHW 1985 | 7 800 | 7 800 |
3. Afkoop bijdragen stedelijke vernieuwing Lelystad | 10 000 | 10 000 |
4. Afkoopsom subsidies VPW 1979 | 13 | 13 |
Totaal | 56 963 | 56 963 |
In het kader van kabinetsstandpunt op het rapport van de commissie Brinkman – het terugdringen van de verantwoordingsbureaucratie – worden de volgende specifieke uitkeringen in 2006 afgekocht:
Ad 1: Afkoopsom subsidies PHW 1987
De mutatie betreft een raming van de afkoopsommen van de ultimo 2006 af te kopen jaarlijkse bijdragen Particuliere Huurwoningen 1987.
Ad 2: Afkoopsom subsidies PHW 1985
De mutatie betreft een raming van de afkoopsommen van de ultimo 2006 af te kopen jaarlijkse bijdragen Particuliere Huurwoningen 1985.
Ad 3: Afkoop bijdragen stedelijke vernieuwing Lelystad
De mutatie betreft een raming van de afkoopsom van de ultimo 2006 af te kopen bijdragen Stedelijke vernieuwing Lelystad.
Ad 4: Afkoopsom subsidies VPW 1979
De mutatie betreft de raming van de afkoopsommen van de ultimo 2006 af te kopen jaarlijkse bijdragen Verbetering Particuliere Huurwoningen 1979.
Instrument: Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP)
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. I.v.m. overdracht MNP | 22 043 | 22 043 |
Totaal | 22 043 | 22 043 |
Ad 1: Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP)
Het Milieu en Natuur Planubureau is per 1 januari 2006 overgekomen van VWS/RIVM naar VROM. De reguliere P&M middelen (ca. € 22 mln per jaar) betreffen uitgaven voor de going concern van het MNP en bestaan uit uitgaven voor ambtelijk personeel (totaal ca. 220 fte).
De totale loonsom bedraagt ca. € 15 mln. Verder betreft het apparaatsuitgaven voor huisvesting, energie, catering, onderhoud, schoonmaak en uitgaven voor ICT licenties en persoonsgebondenuitgaven zoals op opleidingen en reis en verblijfskosten.
Instrument: Gemeenschappelijke voorzieningen
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting | ||
1. Uitvoering opdracht BAG | 2 000 | 2 000 |
2. Overige mutaties | 3 907 | 10 562 |
Totaal | 5 907 | 12 562 |
Ad 1: Uitvoering basisregistratie voor adressen en gebouwen (BAG)
VROM voert het project uit als onderdeel van Programma Andere Overheid (PAO).
Artikel 15. Nominaal en onvoorzien
(Bedragen x € 1 000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2006 | Mutaties via NvW en amen-dement | Mutaties 1e sup-pletore begroting 2006 | Stand 1e suppletore begroting 2006 | Mutatie 2007 | Mutatie 2008 | Mutatie 2009 | Mutatie 2010 | |
Verplichtingen: | – 682 | 17 471 | 16 789 | 4 294 | 4 332 | 4 310 | 11 867 | |
Uitgaven: | 1 818 | 0 | 9 620 | 11 438 | 4 294 | 4 332 | 4 310 | 11 867 |
Programma: | 1 818 | 0 | 9 620 | 11 438 | 4 294 | 4 332 | 4 310 | 11 867 |
Loonbijstelling: | 3 707 | 0 | 1 528 | 5 235 | 755 | 646 | 670 | 707 |
Loonbijstelling | 3 707 | 1 528 | 5 235 | 755 | 646 | 670 | 707 | |
Prijsbijstelling: | 5 808 | 0 | 2 570 | 8 378 | 2 593 | 2 382 | 2 127 | 4 137 |
Prijsbijstelling | 5 808 | 2 570 | 8 378 | 2 593 | 2 382 | 2 127 | 4 137 | |
Onvoorzien: | 3 684 | 0 | – 2 232 | 1 452 | – 2 232 | – 2 232 | – 2 232 | – 2 232 |
Onvoorzien | 3 684 | – 2 232 | 1 452 | – 2 232 | – 2 232 | – 2 232 | – 2 232 | |
Nog te verdelen: | – 11 381 | 0 | 7 754 | – 3 627 | 3 178 | 3 536 | 3 745 | 9 255 |
Nog nader te verdelen taakstellingen | – 8 872 | – 3 246 | – 12 118 | – 7 822 | – 7 564 | – 7 394 | – 7 033 | |
Nog nader te verdelen overig | – 2 509 | 11 000 | 8 491 | 11 000 | 11 100 | 11 139 | 16 288 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Nog nader te verdelen taakstellingen
Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:
Bedragen * € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven |
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. Tegenboeking taakstelling PIA 2006 ev | 5 427 | 5 427 |
2. Ramingsbijstelling | – 18 000 | – 18 000 |
3. Eindejaarsmarge | 16 122 | 6 271 |
2. Overige mutaties | 1 056 | 3 056 |
Totaal | 4 605 | – 3 246 |
Ad 1: Tegenboeking taakstelling PIA
Het kabinet wilde in totaal € 150 miljoen bezuinigen op inkoopactiviteiten. De taakstelling voor VROM loopt uiteindelijk op tot € 8,145 mln per jaar. De taakstelling PIA zal worden gerealiseerd door voor een aantal productgroepen interdepartementaal gecoördineerde inkoop in te voeren. Een klein deel dat betrekking heeft op VROM is uitgedeeld bij Miljoenennota 2005, een deel is uitgedeeld bij Najaarsnota 2005 en het laatste deel nu bij Voorjaarsnota 2006.
Ad 2: Vrom levert d.m.v. ramingsbijstellingen en ombuigingsmaatregelen jaarlijks m.i.v. 2006 € 18 mln in.
Ad 3: Van de totaal uitgekeerde eindejaarsmarge van € 25 mln zal € 6,2 mln dit jaar nog toebedeeld worden aan diverse instrumenten.
Wetsartikel 2 (begroting Baten-lastendiensten)
3. Baten-lastendienst «Rijksgebouwendienst»
Begroting Baten-Lastendienst (Rijksgebouwendienst)
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Voorjaarsnota (bedragen in € * 1 000)
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting | Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten | |||
Leveren producten/diensten: | |||
Opbrengst departementen | 1 125 614 | 73 000 | 1 198 614 |
Opbrengst moeder | 97 756 | 29 413 | 127 169 |
Opbrengst derden | 9 761 | – | 9 761 |
Bedrijfsvoering: | |||
Rentebaten | 4 000 | – | 4 000 |
Overige baten | 5 000 | – | 5 000 |
Totaal baten | 1 242 131 | 102 413 | 1 344 544 |
Lasten | |||
Product Huisvesting: | |||
Apparaatskosten (netto) | 56 185 | 2 000 | 58 185 |
Huren vanuit de markt | 258 308 | 45 231 | 303 539 |
Rentelasten | 296 112 | – 10 000 | 286 112 |
Afschrijvingen | 286 912 | – | 286 912 |
Dagelijks onderhoud | 100 422 | 6 354 | 106 776 |
Mutaties voorzieningen | 83 749 | – | 83 749 |
Belastingen en heffingen | 23 012 | 1 000 | 24 012 |
Investeringen buiten gebruiksvergoedingen | 78 926 | 54 038 | 132 964 |
Overige producten: | |||
Services | 23 587 | 10 000 | 33 587 |
Adviezen | 10 462 | – 5 000 | 5 462 |
Beleid | 10 385 | – 1 210 | 9 175 |
Overige lasten | 5 000 | – | 5 000 |
Totaal lasten | 1 233 060 | 102 413 | 1 335 473 |
Saldo | 9 071 | – | 9 071 |
De hogere opbrengst departementen (plus € 73 mln) is met name het gevolg van afspraken die in 2005 al zijn gemaakt met de klanten van de Rijksgebouwendienst. Doordat de bijbehorende kosten (met name huren vanuit de markt, rentelasten, dagelijks onderhoud, investeringen buiten de gebruiksvergoeding en services) in dezelfde mate stijgen, heeft de verhoogde omzet geen invloed op het verwachte resultaat.
De gestegen opbrengst moeder komt met name voort uit niewe investeringsprojecten die worden uitgevoerd voor klanten buiten het huur-verhuurmodel (zie hierover ook artikel 13 «Rijkshuisvesting en architectuur»). Deze stijging van de begrote opbrengsten houdt gelijke tred met de stijging van de begrote kosten voor deze activiteiten.
Begrotingsstaat Rgd Voorjaarsnota
Totaal baten | Totaal lasten | Saldo van baten en lasten | |
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | 1 242 131 | 1 233 060 | 9 071 |
Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting | |||
Totaal kapitaaluitgaven | Totaal kapitaalontvangsten | ||
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | 726 941 | 510 000 | |
Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting | 111 405 | 100 000 |
Kasstroomoverzicht per 31 december 2005 bedragen in € * 1 000
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting | Stand 1e suppletore begroting |
---|---|---|---|
1. Rekening-courant RHB 1 januari 2006 | 373 905 | – 102 925 | 270 980 |
2. Operationele kasstroom | 217 077 | – | 217 077 |
3a. Investeringen | – 500 000 | – 100 000 | – 600 000 |
3b. Desinvesteringen | 10 000 | – | 10 000 |
3. Investeringskasstroom | – 490 000 | – 100 000 | – 590 000 |
4a. Afdracht | – 1 604 | – 11 405 | – 13 009 |
4b. Aflossing | – 225 337 | – | – 225 337 |
4c. Beroep op leenfaciliteit | 500 000 | 100 000 | 600 000 |
4. Financieringskasstroom | 273 059 | 88 595 | 361 654 |
5. Rekening-courant RHB 31 dec. 2006 | 374 041 | – 114 330 | 259 711 |
De beginstand van de rekening-courant RHB is aangepast op de realisatie ultimo 2005.
De investeringskasstroom is hoger vanwege nieuwe aankopen en extra nieuwbouwprojecten die leiden tot extra investeringen in 2006. Deze leiden ook tot een extra beroep op de leenfaciliteit in 2006 met € 100 mln. De financieringskasstroom is verder aangepast als gevolg van de afdracht aan het moederdepartement. Het eigen vermogen wordt verlaagd middels de afdracht aan de moeder omdat de maximaal toegestane hoogte van het eigen vermogen het voorgaand jaar is overschreden.
4. Baten-lastendienst «Nederlandse Emissieautoriteit»
Begrotingsstaat 2006 (in € x 1 000)
Totaal baten | Totaal lasten | Saldo baten en lasten |
---|---|---|
5 108 | 5 108 | 0 |
Totaal kapitaaluitgaven | Totaal kapitaalontvangsten | |
103 | 0 |
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting 2006 naar de stand van de Voorjaarsnota:
(1) | (2) | (3)=(1)+(2) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting | Totaal geraamd |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 4 333 | 775 | 5 108 |
Opbrengst overige departementen | |||
Opbrengsten derden | |||
Buitengewone baten | |||
Exploitatiebijdrage | |||
Totaal baten | 4 333 | 775 | 5 108 |
Lasten | |||
Apparaatskosten: | 3 998 | 825 | 4 823 |
– personele kosten | 2 124 | 514 | 2 638 |
– materiële kosten | 1 874 | 311 | 2 185 |
Rentelasten | 65 | – 35 | 30 |
Afschrijvingskosten | |||
– materieel | 270 | – 266 | 4 |
– immaterieel | 251 | 251 | |
Dotaties voorzieningen | |||
Buitengewone lasten | |||
Totale lasten | 4 333 | 775 | 5 108 |
Saldo | 0 | 0 | 0 |
De opbrengst van het moederdepartement wordt bepaald door de afspraken die met de opdrachtgever over de werkzaamheden en taken van de NEa worden gemaakt. Daarvoor worden door de NEa tarieven in rekening gebracht.
De NEa is een vraaggestuurde organisatie. Dat betekent dat de omvang van het personele bestand bepaald wordt door de taken en werkzaamheden die de NEa moet uitvoeren. Deze mutatie wordt veroorzaakt doordat de NEa meer interne (fte) en externe capaciteit nodig heeft om aan opdracht te kunnen voldoen.
Deze mutatie in de materiële kosten hangt direct samen met de mutatie bij de personeelskosten. Dit betreft onder andere de huisvesting, de technische ondersteuning en de bureaukosten.
Dit betreft een technische mutatie. In de Begroting 2006 is het totaal aan materieel en immaterieel abusievelijk op de post materieel weergegeven.
Kasstroomoverzicht voor het jaar 2006:
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting 2006 naar de stand van de Voorjaarsnota (bedragen in € 1000)
(1) | (2) | (3)=(1)+(2) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting | Stand 1e suppletore begroting |
1. Rekening-courant RHB 1 januari 2006 | 0 | 0 | 0 |
2. Totaal operationele kasstroom | 358 | – 103 | 255 |
Totaal investeringen | – 1 350 | 239 | – 1 111 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen | |||
3. Totaal investeringskasstroom | – 1350 | 239 | – 1 111 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement | |||
Eenmalige storting door moederdepartement | |||
Aflossingen op leningen | – 270 | 15 | – 255 |
Beroep op leenfaciliteit | 1 350 | – 239 | 1 111 |
4. Totaal financieringskasstroom | 1 080 | – 224 | 856 |
5. Rekening-courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 88 | – 88 | 0 |
(maximale roodstand 0,5 miljoen euro) |
Het beroep op de Leenfaciliteit is op basis van voortschrijdend inzicht naar beneden bijgesteld en is als volgt opgebouwd:
a. De financiering van de initiële lening per 1-1-3006 (€ 1 010 806,–), bestaande uit:
• De financiering van de materiële vaste activa (€ 4 667,–);
• De financiering van de immateriële vaste activa (€ 1 006 139,–).
a. Een aanvraag ter financiering van nieuwe investeringen die in de loop van 2006 nodig zijn (€ 100 292,–). Dit zijn zowel vervangingsinvesteringen als nieuwe investeringen voor voornamelijk inventaris en (zelf ontwikkelde) software.
De definitieve openingsbalans per 1 januari 2006
Openingsbalans Baten-lastendienst
Baten-lastendienst Nederlandse Emissieautoriteit | |
Balans per 1 januari 2006 | |
Bedragen in EUR 1 000 | 1 januari 2006 |
Activa | |
Vaste activa | |
Materiële vaste activa | 5 |
Immateriële vaste activa | 1 006 |
1 011 | |
Vlottende activa | |
Debiteuren/overige vorderingen | 1 937 |
Overlopende activa | 0 |
1 937 | |
Liquide middelen | 0 |
Totaal activa | 2 948 |
Passiva | |
Eigen vermogen | |
Exploitatiereserves | 0 |
Onverdeeld resultaat | 0 |
0 | |
Langlopende schulden | |
Lening bij het MvF | 1 011 |
1 011 | |
Kortlopende schulden en overige passiva | |
Crediteuren | 28 |
Overlopende passiva | 1 879 |
Omzetbelasting | 30 |
1 937 | |
Totaal passiva | 2 948 |
Toegelicht worden de belangrijkste wijzigingen in de definitieve openingsbalans per 1 januari 2006, ten opzichte van de indicatieve openingsbalans zoals gepresenteerd in de Begroting.
In de indicatieve openingsbalans is een bedrag opgenomen van € 1 350 000,– onder de post installatie en inventarissen. Dit had echter moeten worden verantwoord onder de post immateriële vaste activa. Deze post heeft een directe relatie met de (hoogte van de) lening bij het Ministerie van Financiën.
Debiteuren en exploitatiereserve
De post debiteuren was in de indicatieve openingsbalans opgenomen voor € 88 000,– en had een directe relatie met de post exploitatiereserve waarbij het uitgangspunt was dat dit de zgn. «Bruidschat» betrof. De NEa start echter per 1 januari 2006 zonder eigen vermogen. Overeenkomstig de Regeling Vermogensvoorschriften Baten-lastendiensten 2001 is het mogelijk dat het moederministerie de baten-lastendienst een bedrag meegeeft als steun in de rug om eventuele negatieve exploitatieresultaten op te vangen. Deze dotatie van het moederdepartement is gemaximeerd tot 5% van de verwachte omzet in het startjaar. In dat geval is sprake van een zogenaamde bruidschat.
Bij de besprekingen rond de start van de NEa zijn uiteindelijk geen afspraken gemaakt over een bruidschat. Het onderwerp is overigens wel aan de orde geweest. Vandaar dat deze in eerste instantie was opgenomen in de indicatieve openingsbalans.
Lening bij het Ministerie van Financiën
Op basis van nieuwe inzichten is de lening bij het Ministerie van Financiën van € 1 350 000,– (indicatieve openingsbalans) naar beneden bijgesteld. De initieel af te sluiten lening bij het Ministerie van Financiën per 1 januari 2006 bedraagt € 1 011 (x € 1 000,–). Deze lening is, conform de Regeling Leen- en depositofaciliteit, gelijk aan de boekwaarde van de (im)materiële vaste activa per 1 januari 2006. De lening heeft een maximale looptijd van 5 jaar en wordt afgelost al naar gelang de afschrijving op de gefinancierde activa plaats vindt. Met het afsluiten van de leenovereenkomst wordt het rentepercentage behorende bij de lening bepaald.