A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2007 wijzigingen aan te brengen in:
a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X);
b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Uit de hiervoor vermelde samenvattende departementale begrotingsstaat blijkt dat ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 de begroting van de uitgaven voor 2007 met € 0,215 miljoen wordt verminderd en dat het begrotingsbedrag van de ontvangsten voor 2007 met een bedrag van € 34,750 miljoen wordt verlaagd. Met deze mutaties uit de slotwet 2007 leidt dit tot een uitgavenbudget van € 8 387,515 miljoen en een ontvangstenbudget van € 604,352 miljoen. Het bedrag voor de in 2007 aan te gane verplichtingen wordt verlaagd met € 570,568 miljoen tot een bedrag van € 7 770,603 miljoen.
Samenvatting belangrijkste begrotingswijzigingen
Eén van de voornaamste oorzaken die het totaal van het defensiebudget beïnvloeden, is de in de uitgaven doorwerkende lagere realisatie van de ontvangsten van € 34,8 miljoen, waaronder + € 1,3 miljoen HGIS, en lagere opbrengsten uit verkopen via de Dienst der Domeinen van € 23,5 miljoen. Het defensiebudget voor 2007 wordt aangepast met de uiteindelijk vastgestelde eindejaarsmarge (exclusief HGIS) van € 35,5 miljoen. De eindejaarsmarge is bepaald op basis van beschikbare budgetten Najaarsnota en de uiteindelijke realisatie 2007.
Het feitelijke realisatiebeeld
Het algemene beeld laat zien dat het verloop van de realisatie op de investeringen en exploitatie op een zodanig niveau is geëindigd dat de eindejaarsmarge van € 35,5 miljoen ruim binnen de mogelijkheden van de geldende regelgeving is gebleven.
De mutaties in de slotwet hebben over het algemeen een niet-beleidsmatig karakter. Ze ontstaan, naast bovenstaande begrotingswijzigingen, voornamelijk door het verloop van de realisatie.
Bij de defensieonderdelen worden de mutaties naar oorzaak toegelicht waarbij het totaal van de mutaties sluiten op de slotwet zoals die is opgenomen in de tabel voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten.
In de eerste en tweede suppletore begroting 2007 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de stand ten tijde van de tweede suppletore begroting en de uiteindelijke realisatie is derhalve gelijk te stellen aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Hiervoor geeft het jaarverslag een toelichting.
In aansluiting op de tweede suppletore begroting 2007 (samenhangende met de Najaarsnota), vastgesteld bij de Wet van 24 januari 2008, Stb. 78, strekt het onderhavige wetsvoorstel ertoe, op grond van artikel 10, derde lid, onder c, van de Comptabiliteitswet, per begrotingsartikel een positief dan wel negatief verschil tussen het beschikbare begrotingsbedrag en de realisatie op te heffen.
Overeenkomstig de voorschriften zijn de mutaties niet-beleidsmatig en hebben betrekking op boekhoudkundige dan wel uitvoeringstechnische aspecten.
Voor zover de aanpassingen van enige omvang zijn, is daarvan reeds eerder melding gemaakt in de Voorlopige Rekening 2007 (Kamerstukken II, 2007–2008, 31 351, nr. 1).
In aansluiting op de tweede suppletore begroting 2007 ontstaat samenvattend het volgende beeld:
1. | Reeds vermeld in de Voorlopige Rekening 2007 | + € | 0,529 miljoen |
2. | Nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige Rekening 2007 | – € | 0,744 miljoen |
Totaal van de verlaging | – € | 0,215 miljoen |
1. | Reeds vermeld in de Voorlopige Rekening 2007 | – € | 55,801 miljoen |
2. | Nadere wijzigingen ten opzichte van de Voorlopige Rekening 2007 | + € | 21,051 miljoen |
Totaal van de verlaging | – € | 34,750 miljoen |
Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de onderscheiden deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x EUR 1 miljoen).
Omschrijving | UCBO | CZSK | CLAS | CLSK | CKMar | DMO | CDC | Geh. | Nom. | Alg. | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2007 | 195,5 | 604,9 | 1 387,0 | 642,8 | 363,9 | 2 307,5 | 755,0 | 1,8 | – 61,4 | 1 714,7 | 7 911,7 |
Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2007 | 85,0 | 17,3 | – 4,2 | 5,1 | – 11,6 | 46,6 | 63,0 | 233,8 | 9,1 | 444,2 | |
Wijzigingen opgenomen in de Miljoenennota 2008 | 25,7 | 39,5 | 38,5 | 13,3 | – 28,3 | 85,6 | 0,6 | – 168,2 | 3,9 | 10,7 | |
Wijzigingen opgenomen in de Najaarsnota 2007 | 21,2 | 3,1 | – 73,2 | 14,4 | 4,6 | 86,1 | – 26,0 | 3,4 | 8,1 | – 20,5 | 21,2 |
Wijzigingen opgenomen in de Voorlopige rekening 2007 | |||||||||||
Bijstelling ontvangsten (incl. Domeinopbrengsten) | – 10,5 | 2,1 | 1,9 | – 0,2 | – 56,4 | 15,3 | – 9,0 | – 56,8 | |||
Voorlopige eindejaarsmarge | 0,6 | – 14,1 | – 7,8 | 3,9 | 99,5 | – 1,7 | – 1,0 | 12,3 | – 5,8 | 61,1 | |
Voorlopige eindejaarsmarge HGIS | – 2,4 | – 2,3 | – 4,8 | ||||||||
Bijstelling ontvangsten HGIS | 1,0 | 1,0 | |||||||||
Nadere wijzigingen | |||||||||||
Bijstelling ontvangsten (incl. Domeinopbrengsten) | 2,8 | 0,3 | 0,8 | 0,1 | 14,4 | 0,7 | 1,6 | 20,8 | |||
Bijstelling ontvangsten HGIS | 0,3 | 0,3 | |||||||||
Definitieve eindejaarsmarge HGIS | 3,3 | 0,5 | 3,7 | ||||||||
Definitieve eindejaarsmarge | – 4,5 | – 3,8 | – 1,1 | – 0,9 | – 17,2 | – 2,1 | 0,1 | 3,9 | – 25,5 | ||
Stand Slotwet 2007 | 303,8 | 639,4 | 1 333,7 | 694,6 | 373,1 | 2 452,2 | 888,0 | 4,8 | 0,0 | 1 697,9 | 8 387,6 |
Afrondingsverschilen zijn mogelijk
De belangrijkste posten die de deelbudgetten en/of het defensiebudget ten opzichte van het financiële niveau van de tweede suppletore begroting 2007, samenhangend met de Najaarsnota 2007, beïnvloeden, zijn:
Wijzigingen vermeld in de voorlopige rekening 2007
1. Bijstelling (verrekenbare) ontvangsten (incl. ontvangsten Domeinverkopen)
Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget bij hogere en/of lagere ontvangsten evenredig bijgesteld. Voor 2007 geldt na de tweede suppletore begroting een bijstelling van totaal – € 56,8 miljoen. De verkopen via de Dienst der Domeinen (ten laste van de DMO) zijn voor een bedrag van € 29,3 miljoen lager dan de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting. Conform de regels van de budgetdiscipline wordt het uitgavenbudget met een gelijk bedrag verlaagd. Voor een toelichting wordt verwezen naar hetgeen vermeld wordt bij de ontvangstenbegroting in dit algemene deel. De overige bijstellingen hebben betrekking op de volgende defensieonderdelen: Commando zeestrijdkrachten (– € 10,544 miljoen), Commando landstrijdkrachten (+ € 2,148 miljoen), Commando luchtstrijdkrachten (+ € 1,851 miljoen), Commando Koninklijke marechaussee (– € 0,153 miljoen), Defensie Materieelorganisatie (– € 27,108 miljoen), Commando Dienstencentra (+ € 15,292 miljoen) en Algemeen (– € 9,001 miljoen).
2. Bijstelling ontvangsten Homogene groep Internationale Samenwerking (HGIS)
In overeenstemming met de huidige regelgeving wordt het uitgavenbudget verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de hogere ontvangsten van € 1,023 miljoen.
3. Voorlopige eindejaarsmarge (HGIS)
Ten opzichte van de tweede suppletore begroting HGIS van € 320,700 miljoen bedraagt de onderschrijding binnen HGIS voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties € 1,425 miljoen en de onderschrijding voor attachés € 2,307 miljoen. Hierdoor komt de totale onderschrijding op € 3,732 miljoen. Door bijstelling van het budget als gevolg van hogere ontvangsten HGIS (€ 1,023 miljoen) resteert een eindejaarsmarge ten opzichte van het beschikbare budget van – € 4,755 miljoen.
4. Voorlopige eindejaarsmarge 2007
Ten opzichte van het budget uit de tweede suppletore begroting Defensie 2007 (exclusief HGIS € 8 067,030 miljoen) bedraagt de overschrijding € 61,063 miljoen. Via de methodiek van de eindejaarsmarge zal dit bedrag bij Voorjaarsnota 2008 ten laste van het budget van de begroting 2008 worden gebracht.
In de nadere wijzigingen zijn de hogere ontvangsten van € 20,786 miljoen verwerkt. Na diverse correcties en rekeninghoudend met voornoemde ontvangsten wordt de eindejaarsmarge voor Defensie verlaagd met € 25,536 miljoen. Voor HGIS geldt een hogere ontvangst van € 0,265 miljoen en wordt de eindejaarsmarge verhoogd met € 3,741 miljoen. Derhalve bedraagt de overschrijding voor Defensie € 35,527 miljoen en de onderschrijding voor HGIS € 1,014 miljoen.
Voor een meer uitgebreide toelichting bij de opmerkelijke uitgavenmutaties wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
Uit onderstaand overzicht blijken, vanaf de autorisatiebegroting, de gevolgen van de mutaties voor de onderscheiden deelbudgetten en welk bedrag uiteindelijk voor elk defensieonderdeel beschikbaar was (x EUR 1 miljoen).
Omschrijving | UCBO | CZSK | CLAS | CLSK | CKMar | DMO | CDC | Geh. | Nom. | Alg. | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2007 | 1,4 | 22,3 | 18,2 | 8,7 | 7,3 | 79,7 | 29,9 | 0,0 | 0,0 | 218,4 | 385,9 |
Wijzigingen in samenhang met de Voorjaarsnota 2007 | 13,7 | 204,6 | 218,3 | ||||||||
Wijzigingen opgenomen in de Miljoenennota 2008 | 12,8 | 5,1 | 17,9 | ||||||||
Wijzigingen opgenomen in de Najaarsnota 2007 | 1,1 | – 1,7 | 5,5 | – 2,3 | – 16,6 | 31,0 | 17,0 | ||||
Wijzigingen opgenomen in de Voorlopige rekening 2007 | |||||||||||
Bijstelling ontvangsten (incl. Domeinopbrengsten) | – 10,5 | 2,1 | 1,9 | – 0,2 | – 27,1 | 15,3 | – 38,3 | – 56,8 | |||
Bijstelling ontvangsten HGIS | 1,0 | 1,0 | |||||||||
Nadere wijzigingen | |||||||||||
Bijstelling ontvangsten (incl. Domeinopbrengsten) | 2,8 | 0,3 | 0,8 | 0,1 | 8,7 | 0,7 | 7,4 | 20,8 | |||
Bijstelling ontvangsten HGIS | 0,3 | 0,3 | |||||||||
Stand Slotwet 2007 | 3,8 | 14,6 | 32,7 | 16,8 | 4,9 | 44,7 | 58,6 | 0,0 | 0,0 | 428,2 | 604,4 |
Afrondingsverschilen zijn mogelijk
Wijzigingen ontvangsten vermeld in de Voorlopige rekening 2007
De per saldo lagere ontvangsten (inclusief HGIS) die, volgens de regels van de budgetdiscipline, eveneens het uitgavenbudget met – € 55,8 miljoen beïnvloeden, vinden vooral hun oorzaak bij het niet-beleidsartikel Algemeen. Voornamelijk de lagere opbrengsten (€ 29,3 miljoen) uit verkopen via de Dienst der Domeinen zijn hier de oorzaak van. Dit is een gevolg van de vertraging in de afhandeling van de verkoop van Leopard-2 tanks aan Portugal. Deze ontvangsten worden nu in 2008 verwacht. Daarnaast zijn er tegenvallende ontvangsten van terug te vorderen BTW, gewijzigde systematiek in verband met case closures FMS en minder brandstofleveringen aan derden.
De nadere wijzigingen bij alle defensieonderdelen ten opzichte van de Voorlopige rekening 2007 bedragen € 21,1 miljoen (incl. HGIS).
Voor alle wijzigingen wordt voor een (meer uitgebreide) toelichting op de opmerkelijke mutaties van de verrekenbare ontvangsten, verwezen wordt naar het gestelde in de artikelsgewijze toelichting.
B 3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletore begroting 2007 is een norm gehanteerd. Op het niveau van (beleids) artikel worden in principe alleen de verschillen toegelicht die groter zijn dan, dan wel gelijk zijn aan, 5% (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.
Beleidsartikel 20. Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties
De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt € 16,7 miljoen en houdt voornamelijk verband met de verplichtingen die aangegaan zijn voor ISAF III (met name voor de inhuur van luchttransport).
De realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 303,8 miljoen. Er zijn kleine verschillen opgetreden in de uitgaven bij de diverse operaties ten opzichte van de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 (+ € 2,1 miljoen).
De meerontvangsten ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 (€ 1,3 miljoen) zijn met name het gevolg van een vergoeding van de Verenigde Naties in verband met de Nederlandse deelname aan de VN-missie UNIFIL.
Beleidsartikel 21. Commando zeestrijdkrachten
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt € 19,2 miljoen. Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen gecorrigeerd met – € 39,8 miljoen. Daarnaast zijn er nog enkele verhogingen van ondermeer onderhoudscontracten voor de Lynx (+ € 7,9 miljoen), oefeningen van de mariniers (+ € 1,5 miljoen), uitbesteding van technische- en vliegopleidingen (+ € 3,0 miljoen) en noodzakelijk gebleken bestellingen van reserveonderdelen voor schepen (+ € 5,0 miljoen).
Personele- en materiële uitgaven
De minderuitgaven ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 (€ 11,6 miljoen) hebben voor € 7,5 miljoen betrekking op het budget dat bestemd is voor luchtverkenningscapaciteit (LVC) die in 2007 niet tot realisatie is gekomen. Oorzaak is de vertraging in de beschikbaarheid. Tevens loopt de aanbesteding van het vliegveld HATO vertraging op als gevolg van de overspannen bouwmarkt op Curaçao. De activiteiten rondom noodzakelijke aanpassingen in het opereren en ondersteunen (direct en indirect) van de LVC komen nu vertraagd (in 2008) tot realisatie. Diverse kleine mutaties op de andere artikelonderdelen verklaren het resterende verschil.
De lagere ontvangsten van € 7,7 miljoen ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 zijn voornamelijk het gevolg van een overheveling van ontvangsten naar de DMO.
Beleidsartikel 22. Commando landstrijdkrachten
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt € 143,4 miljoen. Dit verschil is deels het gevolg van de doorwerking van de bij de uitgaven genoemde mutaties en een verschuiving van uitgaven voor brandstoffen van het CLAS naar de DMO en de overdracht van budgetten voor de inhuur van transport en inhuur van personeel. Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen gecorrigeerd met – € 73,4 miljoen.
Personele- en materiële uitgaven
De minderuitgaven ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedragen € 15,5 miljoen. Dit is met name het gevolg van extra tegengevallen instroom van personeel. Ondanks grote inspanning op wervingsgebied veroorzaakt een continuerende uitstroom lagere uitgaven dan was geraamd. In samenhang met deze lagere personele vulling ontstaat ook een achterblijvende realisatie bij de overige personele uitgaven. Hier staan hogere uitgaven voor extra opleidingen MBC en terrorismebestrijding tegenover. Daarnaast zijn de materiële exploitatieuitgaven bij een groot aantal posten achtergebleven ten opzichte van de raming.
De bijdragen aan de baten-lastendiensten vallen hoger uit als gevolg van het langer openhouden van af te stoten kazernes.
Het verschil tussen de raming van de ontvangsten ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt + € 2,5 miljoen. Naast een aantal kleine ontvangsten van uiteenlopende aard zijn er extra ontvangsten gerealiseerd die betrekking hebben op verrekeningen in verband met verleende militaire bijstand en ondersteuning (€ 1,3 miljoen).
Beleidsartikel 23. Commando luchtstrijdkrachten
De verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt per saldo € 26,3 miljoen. Dit verschil is het gevolg van het in 2007 verlengen van twee meerjarige opleidingscontracten voor helikoptervliegers (+ € 61,6 miljoen). Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen gecorrigeerd met – € 47,9 miljoen. Het resterende verschil wordt veroorzaakt door diverse kleine mutaties.
Personele- en materiële uitgaven
De minderuitgaven ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedragen € 6,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de invoering in 2007 van het Special Billing Arrangement systeem voor verrekeningen met de Amerikanen. Hierdoor vinden op basis van werkelijke activiteiten betalingen plaats in plaats van door afboeking van voorschotten. In dit geval is een aantal betalingen doorgeschoven naar 2008. Deze hebben betrekking op de uitgaven voor vliegopleidingen in de USA. Daarnaast is de instroom van personeel tegengevallen, ondanks de extra inspanningen op wervingsgebied. De geplande uitgaven voor de geleide instroom van vliegtuiggebonden technici zijn eveneens niet tot betaling gekomen door niet tijdige facturering.
Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt per saldo + € 2,7 miljoen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de ontvangst van diverse kleine bedragen.
Beleidsartikel 24. Commando Koninklijke marechaussee
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt € 49,6 miljoen. Dit verschil is met name het gevolg van de overheveling van budgetten voor IV/ICT naar het CDC en de bij de uitgaven genoemde mutaties. Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen gecorrigeerd met – € 32,4 miljoen.
Personele- en materiële uitgaven
De meeruitgaven ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedragen € 2,9 miljoen. Dit is met name het gevolg van hogere uitgaven voor kleding en uitrusting, extra benodigde inhuur in verband met een lagere personele invulling en de uitgaven aan de Dienst Vastgoed Defensie voor de verbouwing van een gehuurd pand. Daarnaast heeft ook de hogere instroom van leerlingen en een betere invulling van het instructeursbestand bijgedragen tot deze meeruitgaven.
Beleidsartikel 25. Defensie Materieelorganisatie
De realisatie van de verplichtingen op dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 is per saldo € 132,6 miljoen lager. Dit is het gevolg van een groot aantal mutaties.
Met het opstellen van de begroting 2008 zijn er herschikkingen binnen de investerings- en exploitatiebudgetten noodzakelijk gebleken vanwege de verschuivingen binnen het investeringsplan zoals die bij de opmaat van het Defensieplan hebben plaatsgevonden. Deze verschuivingen zijn noodzakelijk om het plan en begroting, ook voor het jaar 2007, binnen de budgettaire kaders passend te maken. Hierbij heeft een integrale, defensiebrede afweging plaatsgevonden.
De belangrijkste wijzigingen op het verplichtingenniveau zijn:
– Het in 2007 aangaan van de in 2008 geraamde verplichting voor de bouw van vier patrouilleschepen.
– Door de herfasering in de SDD-betalingsmomenten zijn ook de verplichtingen hiermee in lijn gebracht wat leidt tot een hogere verplichtingenniveau voor dit jaar (verschuiving).
– Door herfasering van de aanbestedingsmomenten van voertuigen ten behoeve van het Commando Koninklijke marechaussee zijn de hierbij behorende verplichtingen naar een later moment verschoven.
– Als gevolg van vertraging in de levering van diverse soorten conventionele munitie voor het commando Zeestrijdkrachten en herfasering van diverse deelprojecten ten behoeve van de af te stoten strategische goederen.
– Het afsluiten van contracten voor de instandhouding van de KDC-10 en C130-simulator alsmede verplichtingen voor het onderhoud aan de F-16 jachtvliegtuigen en een overeenkomst met de VS voor de verwerving van reserveonderdelen van de F-16 jachtvliegtuigen.
– De toename van de energieprijzen wat leidt tot bijstelling van meerjarige contracten voor energie bij de staf DMO.
– Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen neerwaarts gecorrigeerd.
Investeringen landstrijdkrachten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 44,9 miljoen. De minderuitgaven worden met name veroorzaakt doordat voor het project IGV de opleveringsverklaringen niet tijdig in 2007 zijn binnengekomen. Hierdoor konden deze betalingen dit jaar niet meer plaatsvinden.
Investeringen luchtstrijdkrachten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt + € 75,5 miljoen. Deze, per saldo, meeruitgaven worden onder meer veroorzaakt door betalingsverschuivingen van de januaritermijn van het SDD-contract in december 2007 en de termijnbetaling voor het project uitbreiding en vervanging Chinook-vloot.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 4,5 miljoen. Deze minderuitgaven worden met name veroorzaakt door het te laat ontvangen van diverse facturen van leveranciers waardoor een deel van het budget niet in 2007 tot realisatie is gekomen maar pas in 2008 zal komen.
Logistieke ondersteuning zeestrijdkrachten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 11,8 miljoen. Deze minderuitgaven worden met name veroorzaakt door een lagere afdracht van BTW en het stagneren van de inkoop van scheepsbrandstof in verband met de Europese procedure inzake aanbestedingen.
Logistieke ondersteuning landstrijdkrachten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 14,2 miljoen. Deze minderuitgaven zijn een saldo. Lagere uitgaven voor munitie in verband met een langere levertijd dan werd verwacht, hierdoor is de betalingsverplichtingen naar een later moment verschoven. Daarnaast zijn er extra kosten voor salarissen van het personeel van de af te stoten organisatie Vriezenveen omdat de afstoting langzamer verloopt dan was voorzien.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie is + € 37,0 miljoen. Deze meeruitgaven zijn met name ontstaan door hoger uitgevallen salarissen doordat de personeelsaantallen minder snel zijn afgebouwd dan geraamd (+ € 9 miljoen). Daarnaast is de verrekening met de DTO van de niet geraamde kosten voor werkplekdiensten (€ 22 miljoen) gerealiseerd. De vergoeding aan de DVD voor het totale gebruik en de inrichtingskosten van de gebouwen bedroegen totaal € 6 miljoen meer dan geraamd bij de oprichting van de DMO.
Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 18,4 miljoen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de tegenvallende ontvangsten van € 5 miljoen van terug te vorderen BTW in verband met aan schepen geleverde goederen, case closures FMS voor een lager bedrag van € 11 miljoen door de gewijzigde systematiek bij deze contracten met de Amerikaanse overheid en lagere brandstofleveringen aan buitenlandse partners voor € 7 miljoen. Ook is de verrekening van het Marinebedrijf met derden lager uitgevallen dan verwacht. Daarnaast zijn er meerontvangsten geboekt van € 7 miljoen die betrekking hebben op verrekening van kosten verkoopgereedmaken van materieel.
Beleidsartikel 26. Commando Dienstencentra
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt per saldo € 191,6 miljoen. Dit verschil is onder andere het gevolg van:
– Het later aangaan van verplichtingen, voornamelijk betreffende de Joint Cis Group.
– De in de loop van 2007 ontstane meervraag voor het uitvoeren van operationeel transport ten behoeve van de defensieonderdelen. Dit transport hangt zowel samen met internationale oefeningen als met de indirecte, niet direct aan HGIS toe te rekenen inzet van eenheden voor Uruzgan.
– De vertraging van de verhuizing van het CBD naar Kerkrade werkt door in de verplichtingen voor verhuis- en inrichtingskosten.
– Het later aangaan van de grote verplichtingen op het project CKmar Schiphol, alsmede door het inroepen van de leenfaciliteit voor het project Gilze Rijen, waardoor verplichtingen niet ten laste van het CDC zijn terechtgekomen, maar ten laste van de DVD.
– Meer dan in het verleden wordt de IV-exploitatie van projecten geregeld met meerjarige contracten.
– Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen neerwaarts gecorrigeerd.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt + € 8,0 miljoen. Deze meeruitgaven worden met name veroorzaakt door de in de loop van 2007 ontstane meervraag voor het uitvoeren van operationeel transport ten behoeve van de defensieonderdelen. Dit transport hangt zowel samen met internationale oefeningen als met de indirecte, niet direct aan HGIS toe te rekenen inzet van eenheden voor Uruzgan.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 6,1 miljoen. Deze minderuitgaven worden met name veroorzaakt door het uitstel van de verhuizing van het Centraal Betaalkantoor Defensie (CBD) naar Kerkrade met een jaar, waardoor de hiervoor geraamde uitgaven pas in 2008 tot realisatie komen. De Amerikanen, gebruikers van de beoogde accommodatie, hebben het langer in gebruik gehouden.
Bedrijfsgroep Personeelsondersteuning
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 5,0 miljoen. Deze minderuitgaven worden met name veroorzaakt door minder inhuur van personeel en het minder uitkeren van schadevergoedingen dan geraamd. De kosten die samenhangen met de schadeafhandelingen zijn eveneens lager uitgevallen.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 1,9 miljoen. Deze minderuitgaven worden met name veroorzaakt door het achterblijven van de personele vulling van diverse attaché-posten.
Investeringen informatievoorziening
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt + € 12,2 miljoen en is met name het gevolg van een wat sneller dan geraamde realisatie van het nieuwe ERP-systeem (SPEER).
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt + € 16,0 miljoen. De meerontvangsten zijn met name het gevolg van het toepassen van een zogenaamde leenconstructie vanuit de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) waarmee de uitgaven van infrastructurele projecten deels worden gefinancierd. Defensie had in 2006 zelf voor het project Gilze Rijen betaald, maar had door de DVD betaald moeten worden. Dat is hiermee alsnog gerealiseerd.
Niet-beleidsartikel 70. Geheime uitgaven
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 1,0 miljoen.
Niet-beleidsartikel 80. Nominaal en onvoorzien
De verlaging op dit artikel met € 12,3 miljoen betreft de volgende mutaties:
Het op dit artikelonderdeel gestalde bedrag van € 6,2 miljoen is niet tot realisatie gekomen. Dit bedrag blijft beschikbaar in 2008 ter invulling van de arbeidsvoorwaarden zoals is overeengekomen met het ministerie van Financiën.
De gestalde gelden (€ 6,1 miljoen) voor Intensivering Civiel-militaire Samenwerking (ICMS) zijn in 2007 niet verdeeld en via de eindejaarsmarge wordt dit budget meegenomen naar 2008 ter invulling van ICMS-maatregelen.
Niet-beleidsartikel 90. Algemeen
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletore begroting 2007 bedraagt € 63,8 miljoen. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door de minderuitgaven voor SBK-gelden en Pensioenen. Met ingang van 2007 is de wijze waarop IV-contracten worden vastgelegd gewijzigd. Hierdoor worden de eerder aangegane verplichtingen neerwaarts gecorrigeerd. Voorts door vertraging bij de realisatie van het milieuproject windturbinepark en het ten laste van het CDC brengen van de uitgaven en bijbehorende verplichtingen voor het Haags Facilitair Bedrijf en de SPEER-organisatie. Het verplichtingenbudget voor Navo (infrastructuur) projecten is lager uitgevallen doordat er projecten in de tijd zijn verschoven.
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 9,6 miljoen. De belangrijkste reden voor deze minderuitgaven is het gevolg van een lager beroep op deze regelingen dan begroot. Enerzijds door vertragingen in de uitvoering van reorganisaties en anderzijds door de grotere mogelijkheden om een baan buiten Defensie te vinden.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 2,7 miljoen. Deze minderuitgaven worden met name veroorzaakt door vertraging bij het milieuproject windturbinepark en door een diversiteit van voordelige aanbestedingen.
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt + € 6,9 miljoen. Deze meeruitgaven betreft voornamelijk een niet geraamde schikking van € 6 miljoen voor de afwikkeling van een dispuut. Het resterende bedrag is het gevolg van diverse kleine aanpassingen.
Het verschil tussen de raming van de tweede suppletore begroting 2007 en de realisatie bedraagt – € 30,9 miljoen. Dit betreft met name (€ 23,6 miljoen) opbrengsten uit verkopen via de Dienst der Domeinen die niet gerealiseerd zijn als gevolg van de vertraging in de afhandeling van de verkoop van Leopard-2 tanks aan Portugal. Deze ontvangsten worden nu in 2008 verwacht. Daarnaast is de geraamde vordering van € 3,7 miljoen op de Dienst Vastgoed Defensie, niet in 2007 binnengekomen. Tevens zijn door achterblijvende afdrachten van Frankrijk de ontvangsten Navo-infrastructuur lager dan was voorzien.
Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto.
In de eerste en tweede suppletore begroting 2007 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletore begroting en de uiteindelijke realisatie, zijnde de zogenoemde slotwetmutaties, is derhalve gelijk te stellen aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van het jaarverslag 2007. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletore begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemd jaarverslag 2007.