A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2008 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Over het algemeen wordt de slotwetmutatie voor elk begrotingsartikelonderdeel toegelicht voorzover dit verschil groter is dan 5% van het beschikbare bedrag na 2e suppletoire begroting en daarnaast groter is dan € 2,5 mln.
Beleidsartikel 1 Financiering Staatsschuld
Rentelasten vlottende schuld (– € 144 mln)
In de laatste maanden van 2008 was sprake van financiering tegen lagere rendementen dan de rekenrente. De rentelasten voor de vlottende schuld zijn daardoor lager dan geraamd in de tweede suppletoire begroting.
Overige kosten schulduitgifte (– € 9 mln)
Deze post bestaat voornamelijk uit kosten voor Dutch Direct Auctions (DDA’s). In de begroting wordt rekening gehouden met twee DDA’s. In 2008 heeft één DDA plaatsgevonden.
Rentebaten vaste schuld (+ € 18 mln)
Door het afsluiten van nieuwe swaps in de laatste maanden van 2008 zijn de rentebaten voor de vaste schuld gestegen. Swaps worden afgesloten om het renterisico van de staatsschuld bij te sturen.
Rentebaten vlottende schuld (+ € 94 mln)
Voor de financiering van crisis gerelateerde uitgaven zijn in het laatste kwartaal van 2008 regelmatig overtollige gelden aangehouden en tijdelijk uitgezet. Het gemiddelde saldo voor uitgezette liquiditeiten lag daardoor hoger dan verondersteld in de tweede suppletoire begroting. Door de daling van de (te betalen) EONIA in het vierde kwartaal 2008 is daarnaast sprake van netto rentebaten op de portefeuille EONIA swaps.
Mutaties vlottende schuld (+ € 9 302 mln)
Onder de vlottende schuld zijn zowel leningen aan Fortis Bank Nederland (FBNL) als de financiering daarvan opgenomen. Per saldo is hiervan geen effect zichtbaar in de mutatie vlottende schuld. Met de verhanging van ABN AMRO zijn € 6,5 mld leningen aan FBNL verrekend met de aandelen ABN AMRO. In de tweede suppletoire begroting was nog geen rekening gehouden met de verhanging. Doordat de financiering nog wel op IXA artikel 1 is blijven staan is de vlottende schuld met € 6,5 mld gestegen. Daarnaast is de vlottende schuld verder gestegen door een stijging van het kastekort in de periode tussen de tweede suppletoire begroting en de slotwet. De stijging wordt vooral veroorzaakt door de geringere inleg in het geïntegreerd middelenbeheer door de sociale fondsen. Daarnaast heeft er een tegenvaller plaatsgevonden bij de belasting- en premie-inkomsten.
Mutaties in rekening courant (€ 3 300 mln)
De saldi van de rekeningen courant zijn per saldo gedaald met € 3 015 mln, terwijl een stijging van € 285 mln is geraamd. De verandering wordt met name veroorzaakt door de ontwikkeling van de rekening courant saldi van de sociale fondsen.
Omdat minder middelen zijn aangehouden in rekening courant en deposito zijn de rentelasten lager uitgekomen.
Verstrekte leningen (€ 286 mln)
Er is meer geleend dan geraamd. De belangrijkste reden hiervoor is dat bij de baten-lasten diensten incidenteel extra leenbehoefte was.
De rentebaten zijn hoger omdat er meer leningen zijn verstrekt.
Het hogere bedrag aan verstrekte leningen heeft ook geleid tot meer aflossingen.