A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN 2
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) 2
B. BEGROTINGSTOELICHTING 3
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingen dien onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begroting van het infrastructuurfonds voor het jaar 2008 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2008. Een toelichting op de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2008.
Met de vaststelling van deze wetsartikelen wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2008 vastgesteld. De in die begroting opgenomen productartikelen worden in onderdeel van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. Begrotingstoelichting).
1. | Inleiding en leeswijzer | 4 |
2. | Infrastructuuragenda | 6 |
3. | Afkortingenlijst | 18 |
4. | De productartikelen | 21 |
5. | Verdiepingshoofdstuk | 110 |
6. | Bijlage: Overzichtconstructie Kustwacht Nederland nieuwe stijl | 131 |
Naast de beleidsbegroting van VenW, hoofdstuk XII van de rijksbegroting, kent VenW ook een Infrastructuurfonds. Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur.
Zo mag het fonds jaarlijkse saldi («meer of minder uitgegeven in enig jaar») overhevelen – in tegenstelling tot de begroting van VenW: XII – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet meteen leiden tot budgettaire knelpunten.
Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van VenW (artikel 39.01) en verder uit bijdragen vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Deze bijdragen worden ondermeer ontvangen voor de investeringsimpuls in het kader van het regeerakkoord 1998, de Betuweroute, de HSL-Zuid, het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR), prijsbeleid en Zuidas. Tenslotte wordt voor een aantal projecten de uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
De fondsbegroting begint met de Infrastructuuragenda. Hierin zijn de uitvoeringsprioriteiten beschreven, waarbij zo veel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen in de begroting van VenW is aangegeven (XII).
Dit jaar is nadrukkelijk gekeken naar het wegnemen van de verschillende vormen van overlap, met name tussen de beleidsagenda van begrotingshoofdstuk XII en de uitvoeringsagenda van het Infrastructuurfonds.
Dit heeft er toe geleid dat VenW de uitvoeringsagenda aanzienlijk in omvang heeft kunnen terugbrengen en deze zich nu beperkt tot de Infrafonds brede onderwerpen die hier feitelijk aan de orde zijn.
Vervolgens worden de productartikelen behandeld. De projectoverzichten zijn direct achter de producten opgenomen. Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan 10% van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 mln. of meer dan een jaar afwijken van de eerder afgesproken oplevering1. Doordat de Tracéwet is herzien is de mijlpaal «procedures rond» komen te vervallen in de projectoverzichten.
De begroting kent verder een verdiepingshoofdstuk, waarin de overzichten met de opbouw van de beschikbare bedragen zijn opgenomen. Mits politiek relevant is er een ondergrens van € 2 mln. gehanteerd voor het toelichten van begrotingsmutaties.
Het verkeersmanagement en beheer en onderhoud van het hoofdwatersystemen (artikel 11), het hoofdwegennet (artikel 12) en de hoofdvaarwegen (artikel 15) wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken met de beleidsdiensten. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau het beheer en onderhoud zich moet bevinden. De bekostiging van de prestatieafspraken vindt in principe plaats op basis van een tarief (P) per eenheid areaal (Q). In de begroting 2008 is het genoemde tarief mede gebaseerd op het beschikbare begrotingsbedrag.
Bij de artikelen 11, 12 en 15 is naar aanleiding van de kabinetsreactie op het IBO Beheer en Onderhoud een uitsplitsing opgenomen van de middelen over de kosten van het Beheer en Onderhoud. Daarnaast is bij artikel 12 nader inzicht verstrekt in de afwegingen en beleidskeuzes die op het gebied van Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud hoofdwegen zijn gemaakt.
In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt voor diverse infrastructurele maatregelen. Deze middelen zijn nog gereserveerd binnen het FES of op aanvullende posten van Financiën. Deze bedragen zijn derhalve nog niet toegevoegd aan de begroting van het infrastructuurfonds. Wel is kwalitatief bij de artikelen en kwantitatief (extracomptabel) bij de verschillende financiële tabellen aangeven om welke bedragen en projecten het gaat.
Tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Verkeer en Waterstaat is de afspraak gemaakt om het beroep van Rijkswaterstaat op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën niet meer onder het uitgavenkader van Verkeer en Waterstaat te laten vallen. Als gevolg van deze afspraak heeft een technische verwerking plaatsgevonden. Daarnaast is vanaf 2012 de rente op de initiële lening van Rijkswaterstaat in de agentschapbijdragen verwerkt. Voor de jaren 2007 tot en met 2011 was dit reeds in de begroting 2007 verwerkt.
Tenslotte geldt dat de begroting van het Infrastructuurfonds ook digitaal beschikbaar is op www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie waar nuttig en mogelijk hyperlinks aangebracht naar achterliggende documenten.
Infrastructuur is een belangrijk middel dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) inzet om de beleidsdoelstellingen te realiseren. VenW financiert in dat kader niet alleen rijksinfrastructuur, maar geeft ook financiële bijdragen aan grote regionale/lokale infrastructuurprojecten.
De Infrastructuuragenda bevat een kort en bondige weergave van de uitvoeringsprioriteiten van het ministerie van VenW op het gebied van infrastructuur. Het betreft veelal zichtbare producten die voortvloeien uit de prioriteiten in de beleidsagenda. Met de Infrastructuuragenda wordt inzicht geboden in de wijze waarop VenW inhoudelijk op programmaniveau met infrastructuur wil omgaan. Het gaat hierbij om de algemene kaders op basis waarvan het programma met infrastructuurprojecten wordt vormgegeven. Daarnaast wordt in deze agenda op projectniveau aandacht besteed aan te realiseren mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Het accent ligt hierbij op het uitvoeringsjaar 2008. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2008 worden opgeleverd en bij welke projecten in 2008 een begin wordt gemaakt met de uitvoering. Voor een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten, wordt verwezen naar het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Projectenboek 2008.
2.1. Infrastructuur als instrument
Bij de rijksinfrastructuur wordt een onderscheid gemaakt tussen transportinfrastructuur (hoofdwegennet, spoorwegen en hoofdvaarwegennet) en hoofdwatersystemen. Dit onderscheid sluit aan op de indeling van het Infrastructuurfonds, waarbij ervoor gekozen is om de in de Nota Mobiliteit benoemde sectoren (hoofdwegennet, spoorwegen, hoofdwatersystemen en hoofdvaarwegen) afzonderlijk zichtbaar te maken. Bij transportinfrastructuur wordt ernaar gestreefd om de bereikbaarheid te verbeteren binnen (wettelijke) kaders van verkeersveiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Voor hoofdwatersystemen (waterbeheren- en waterkeringsprojecten) staat allereerst het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land centraal. Daarnaast wordt gestreefd naar het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik wordt gegarandeerd.
Drie elementen komen terug in de manier waarop VenW met de rijksinfrastructuur omgaat:
1. de bestaande infrastructuur wordt beheerd en onderhouden om een vastgestelde basiskwaliteit voor die infrastructuur in stand te kunnen houden;
2. om het gebruik van de beschikbare capaciteit van de bestaande infrastructuur te optimaliseren worden vervolgens maatregelen getroffen om de benutting van de capaciteit van hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen te verbeteren;
3. tenslotte wordt, indien voorgaande maatregelen ontoereikend zijn, de bestaande capaciteit uitgebreid door nieuwe infrastructuur aan te leggen. Het gaat hierbij zowel om uitbreidingen binnen de bestaande netwerken (bijvoorbeeld door verbreding van wegen) als om uitbreidingen van de netwerken zelf (in de vorm van volledig nieuwe tracés).
Een nauwere samenwerking tussen regio en rijk, gerichte aandacht voor bereikbaarheid van deur tot deur en daarmee beter op elkaar aangesloten en functionerende netwerken zijn de kern van de netwerkaanpak. Hierover wordt onder meer tweemaal per jaar overleg gevoerd met de regionale bestuurders. In het voorjaarsoverleg staat de voortgang van de projecten centraal en in het najaar richt de aandacht zich in hoofdzaak op nieuwe projecten en beleidsaccenten. Over de uitkomsten van het voorjaarsoverleg 2007 is op 25 juni een brief naar de Kamer gestuurd (TK, 29 644, nr. 77).
Een belangrijk onderdeel van de netwerkaanpak is de per regio op te stellen Samenwerkingsagenda. Er worden afspraken, acties en projecten opgenomen, zoals die voortvloeien uit de in 2006 uitgebrachte netwerkanalyses. Het gaat dan bijvoorbeeld over kleinschalige maatregelen, waarmee op korte termijn een groot effect kan worden behaald bij de verhoging van de samenhang en kwaliteit van de infrastructuurnetwerken (zogenaamde quick wins).
Naast de samenwerkingsagenda’s worden landelijke markt- en capaciteitsanalyses (LMCA’s) uitgevoerd1, waarbij wordt gekeken naar de netwerken van weg, spoor, vaarwegen en regionaal OV. De analyses hebben als doel om een beter zicht te krijgen op waar precies de problemen zitten (vanuit de van-deur-tot-deur-gedachte) en welke kansrijke verbeteringen mogelijk zijn. De Nota Mobiliteit is de basis van waaruit de netwerkaanpak is opgesteld. Bij de LMCA’s wordt ook naar relevante beleidsontwikkelingen gekeken zoals prijsbeleid en verbetering van ketenmobiliteit.
Door onder meer gebruik te maken van betere regionale inzichten en de meest recente cijfers over de toekomstige groei, kunnen de beelden en onderliggende feiten en cijfers van de Nota Mobiliteit worden verdiept.
Eind 2007 wordt een beleidsbrief over de netwerkaanpak verstuurd naar de Tweede Kamer. Deze brief zal de voorgenomen beleidsmatige conclusies en besluiten bevatten, geformuleerd op basis van de uitkomsten van de landelijke analyses, de regionale samenwerkingsagenda’s en de bestuurlijke gesprekken in het najaar 2007 daarover. Het voornemen is daarmee een heldere en concrete beleidsagenda voor deze kabinetsperiode neer te leggen. De concrete invulling van de extra middelen uit het Coalitieakkoord is eveneens onderdeel van de beleidsbrief.
Het kabinet heeft via verschillende enveloppen (Infrastructuur en Vaarwegen, Openbaar Vervoer en Water en kust) uit het Coalitieakkoord middelen gereserveerd op het terrein van transportinfrastructuur en water.
Voor transportinfrastructuur gaat het voor wat betreft het spoor om middelen voor maatregelen (zoals perronverlengingen, seinverdichtingen, transfercapaciteit middelgrote stations) om de in het Coalitieakkoord geambieerde groei van het vervoer per spoor (ambitie 5% per jaar) in de periode 2007–2011 te faciliteren. Voor de uitvoering van deze maatregelen heeft het kabinet een bedrag van € 200 miljoen gereserveerd in het FES in de periode 2008–2012. Tevens worden hieruit kleine infrastructurele aanpassingen voor een toekomstvaste invulling van de spoorcorridor Delft (ad € 20 mln) gefinancierd. Op basis van een uit te werken actieplan (met onder andere NS en ProRail) kan een definitief besluit worden genomen over het pakket en de daarvoor benodigde middelen.
Voor wat betreft de (vaar)wegen gaat het ten eerste om middelen voor vooral kleinschalige maatregelen, waarmee op korte termijn een groot effect kan worden behaald bij de verhoging van de samenhang en kwaliteit van de infrastructuurnetwerken. Het gaat voor de periode 2008–2012 om:
• Quick Wins wegen (inclusief aanpak knooppunten);
• Quick wins vaarwegen;
• ketenversterking (incl. Quick Wins OV) (hiervan is € 25 miljoen reeds toegevoegd aan de begroting Hoofdstuk XII, artikel 34; Middelen voor latere tranches zijn gereserveerd op de aanvullende post).
Ook worden middelen beschikbaar gesteld voor een betere benutting van de capaciteit van het wegennet en het vaarwegennet. Op het gebied van wegen wordt een Pilot Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) rond Amsterdam gestart om het concept sturend Verkeersmanagement op de ring uit te werken en te toetsen. Voor benutting van de vaarwegen wordt – mede gelet op de uitkomsten van de LMCA vaarwegen – middelen gereserveerd voor dynamisch verkeersmanagement.
Tot slot stelt het kabinet middelen beschikbaar voor een pakket Duurzaam Veilig. Dit pakket bestaat uit projecten, die inspelen op de wisselwerking tussen infrastructuur, voertuig en gedrag. Totaal heeft het kabinet voor de genoemde maatregelen op (vaar)wegen in de periode 2008–2012 € 325 miljoen gereserveerd in het FES. Naar verwachting is voor een deel van de projecten voor eind 2007 meer duidelijkheid over de exacte invulling en daaraan gekoppelde financiering.
Mede gekoppeld aan de LMCA-spoor en -wegen, worden de mogelijkheden bezien van hoogfrequent spoor. Tevens is dit Kabinet voornemens een tweede tranche spoorse doorsnijding te starten als de evaluatie van de inschrijvings- en toedelingsprocedure van de eerste tranche (positieve) resultaten laat zien. De structurele doorwerking van de enveloppe Openbaar Vervoer uit het Coalitieakkoord wordt daarbij betrokken.
Uit de resultaten van de in 2006 afgeronde wettelijke (tweede) toetsing van de primaire waterkeringen blijkt dat een deel van de primaire waterkeringen niet meer voldoet aan de wettelijke norm. Het huidige kabinet heeft in het kader van het Coalitieakkoord en het Beleidsprogramma «Samen werken, samen leven» vanaf 2009 aanvullende middelen gereserveerd om het programma uit te voeren op basis van de 1e en de 2e toetsing (waaronder de aanpak van de Afsluitdijk). In de begrotingsperiode betreft dit € 250 miljoen; bovenop de reeds in de begroting 2007 beschikbaar gestelde € 420 miljoen.
Het kabinet heeft voor de periode 2008–2012 in totaal € 240 miljoen gereserveerd voor het uitvoeren van innovatieve maatregelen in het kader van de Kaderrichtlijn Water en WB21 en voor KRW-maatregelen voor de Rijkswateren. Daarnaast heeft het kabinet middelen gereserveerd voor het programma Kennis voor Klimaat (VROM).
Tabel: doelstellingen beleidsprogramma, artikelnummers op de begrotingen en de enveloppen | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | Toedeling | ||
PIJLER 2 | |||||||
Enveloppe Innovatie, kennis en onderzoek | 3 | 3 | 8 | 13 | 13 | ||
Maatschappelijke innovatieprogramma’s w.v. programma Water (VENW) (IF-artikel 11) | 3 | 3 | 8 | 13 | 13 | AP | 1 |
Enveloppe Infra en (vaar)wegen | 19 | 44 | 69 | 93 | 100 | ||
Investeren in wegen (incl veiligheid)(IF-artikel 12) | 14 | 24 | 24 | 38 | 50 | FES | 2 |
Investeren in vaarwegen (IF-artikel 15) | 5 | 20 | 45 | 55 | 50 | FES | 2 |
Enveloppe Regionaal economisch beleid | 2 | 17 | 35 | 35 | 7 | ||
Sterke regio’s (IF-artikelen 12, 14, 15) | 2 | 17 | 35 | 35 | 7 | ||
Enveloppe Openbaar vervoer | 25 | 50 | 75 | 100 | 100 | ||
Impuls spoorambitie (IF-artikel 13) | 10 | 30 | 40 | 60 | 60 | FES | 2 |
Ketenversterking (1e tranche) (XII-artikel 34) | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | V&W | 3 |
Ketenversterking (latere tranches) (XII-artikel 34) | 0 | 5 | 20 | 25 | 25 | AP | 3 |
Experiment gratis OV (XII-artikel 34) | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | V&W | 3 |
PIJLER 3 | |||||||
Enveloppe Energie | 12 | 33 | 40 | 35 | 9 | ||
w.v. Pakket project Schoon en Zuinig: overig (oa. XII-artikel 36) | 10 | 31 | 38 | 33 | AP/FES | 4/2 | |
w.v. Pakket Schoon en Zuinig: het nieuwe rijden (XII-artikel 36) | 2 | 2 | 2 | 2 | V&W | 3 | |
Enveloppe Water en kust | 43 | 68 | 93 | 143 | 143 | ||
w.v. Hoogwaterbescherming (IF-artikel 11) | 10 | 25 | 90 | 125 | AP | 5 | |
w.v. Waterbeheer: KRW/WB21 incl. nutrientenpilots en KRW Rijkswateren (IF-artikel 11) | 43 | 58 | 68 | 53 | 18 | FES | 2 |
1 Het ministerie van EZ werkt een procedurevoorstel ten behoeve van besluitvorming over deze middelen voor maatschappelijke innovatieprogramma’s. De middelen staan geoormerkt op de aanvullende post (AP) van het Rijk.
2 Middelen worden eerst na toetsing aan de FES-criteria aan de VenW-begroting toegevoegd.
3 De bedragen voor 2008, inclusief de meerjarige doorwerkingen, zijn overgeboekt naar de begroting van Verkeer en Waterstaat. De resterende bedragen zijn voor 2009 en verder blijven conform de afspraak uit het Coalitieakkoord per departement gereserveerd op de aanvullende post van het Rijk. Deze bedragen worden jaarlijks bij Voorjaarsnota per tranche beschikbaar gesteld.
4 Dit pakket is nader verdeeld tusesn VenW, VROM, EZ en LNV aan de hand van het werkprogramma schoon en zuinig.
5 Deze reeks is gereserveerd op de aanvullende post van het Rijk en worden jaarlijks bij Voorjaarsnota per tranche beschikbaar gesteld.
Het kabinet ziet in de realisatie van het MIRT kansen om de samenwerking tussen rijkspartijen onderling en tussen het rijk en de decentrale overheden verder te verbeteren en de besluitvorming over (rijks)infrastructuur en ruimtelijke ontwikkelingen beter op elkaar af te stemmen. Op basis van een integrale en gebiedsgerichte visie op (onderdelen binnen) het ruimtelijk fysieke domein, wil het kabinet investeringen plegen, die op elkaar zijn afgestemd, inhoudelijk met elkaar samenhangen en uiteindelijk tot meerwaarde leiden. Het waarmaken van deze kansen en extra ambitie vraagt echter tijd. Daarom kiest het kabinet voor een stapsgewijze aanpak rond het MIRT. Als eerste aanzet is een MIRT Projectenboek uitgebracht. Hierin zijn voor het eerst de relevante ruimtelijk fysieke investeringsprojecten van de ministeries van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Verkeer en Waterstaat (VenW), Economische Zaken (EZ) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samengebracht en gezamenlijk gepresenteerd.
Verwerking bestuursakkoord Rijk-Provincies
In het bestuursakkoord van het Rijk met de Provincies is overeengekomen dat de Provincies in 2008 een bijdrage leveren van in totaal € 130 mln. voor medefinanciering van rijksinfrastructuurprojecten uit het MIRT. Het gaat hierbij om bijdragen van de Provincies Friesland (A7 Rondweg Sneek, Rw31 Zurich Harlingen), Groningen (A7 Zuidelijke Ringweg), Overijssel (A35 Zwolle–Almelo, traverse Nijverdal), Gelderland (A2 Everdingen–Deil–Zaltbommel–Empel), Noord-Brabant (A2 Tangenten Eindhoven), Limburg (A73/A74 Venlo Maasbracht), Zeeland (N57 Veersedam–Middelburg/N61), Noord-Holland (N201 Aalsmeer–Uithoorn), Utrecht (A2 Holendrecht–Oudenrijn) en Zuid-Holland (PMR).
Voor de projecten Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk, A2 Maasbracht–Geleen, A2 Maastricht, A50 Ewijk–Valburg–Grijsoord, A12 Utrecht–Maarbergen en A4 Steenbergen is met behulp van een Public Private Comparator (PPC) bekeken of van een DBFM contract financiële meerwaarde is te verwachten ten opzichte van een DB contract. Met inachtneming van de uitkomsten van de PPC’s is voor deze projecten een integrale afweging gemaakt. Voor de motivering hiervan wordt verwezen naar de toelichting per project in MIRT-projectenboek.
Op 19 februari 2007 is de kabinetsreactie op het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) Beleid en Onderhoud Infrastructuur naar de Tweede Kamer gezonden (TK, 29 644, nr. 57). Hierin is aangegeven dat Verkeer en Waterstaat zich in grote lijnen in de bevindingen van de IBO kan vinden en is begonnen met de uitvoering van de aanbevelingen, zoals voorgesteld in de brief van 19 februari 2007.
Onder meer als uitvloeisel van het IBO Beleid en Onderhoud is in de begroting 2008 een indicator toegevoegd aan de in voorgaande jaren gehanteerde indicator verhardingen, namelijk een indicator die de conditie van bruggen en viaducten in het rijkswegennet weergeeft. In lijn met de uitkomsten van het IBO Beleid en Onderhoud wordt zo meer inzicht geboden in de prestaties op het gebied van beheer en onderhoud.
Reeds eerder is geconstateerd dat besluiten die in de aanlegfase genomen worden, gevolgen hebben voor het beheer en onderhoud. VenW wil daarom in een vroeg stadium, namelijk reeds in de verkenningen- en planstudiefase (als veel keuzes nog gemaakt moeten worden), aangeven wat de consequenties voor het beheer en onderhoud zijn.
In lijn met de Plannen van Aanpak en de later gemaakte afspraken met de Kamer en de sector wordt de komende jaren verder uitvoering geven aan het inlopen van het achterstallig onderhoud en het uitvoeren van de benodigde vervangingen bij spoor, wegen en waterwegen. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan de tweede fase Herstelplan Spoor om zo de doelstellingen in 2010/2012 te kunnen realiseren en daarmee een basis te leggen voor de doelstellingen in de periode Nota Mobiliteit. Hierover is door ProRail een nadere uitwerking opgesteld, die is afgestemd met de sector en met VenW.
De Kamer wordt via de reguliere begrotingsmomenten geïnformeerd over de resterende periode 2007–2010 van de uitvoering van de Plannen van Aanpak.
In de Midterm Review beheer en onderhoud (bijstuk bij begroting Infrastructuurfonds 2007) is gemeld dat het achterstallig onderhoud op hoofdvaarwegen tot 2020 blijft bestaan. Nog in 2007 worden de mogelijkheden om het achterstallig onderhoud te versnellen onderzocht.
In 2008 wil VenW onder meer de volgende maatregelen/werkzaamheden uit de Plannen van Aanpak Beheer en Onderhoud uitvoeren/in uitvoering nemen:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Hoofdwegen | • continueren van het wegwerken van achterstallig onderhoud van bruggen en viaducten |
Spoorwegen | • uitvoeren van bovenbouwvernieuwingen |
• uitvoeren van groot en klein onderhoud | |
• uitvoeren van STS-programma (ter voorkoming van passages stoptonende seinen) | |
• uitvoeren van programma UPGE (plaatsen van geluidsschermen op emplacementen) | |
• uitvoeren van kleine projecten | |
• oplossen van capaciteitsknelpunten | |
• maatregelen gericht op het verbeteren van reistijden | |
Hoofdwatersystemen | • Renovatie Stuwen in de Lek |
• Masterplan Haringvliet (conservering staal/elektronica en bewegingswerken) | |
Hoofdvaarwegen | Projecten in uitvoering: |
• Amsterdam Rijnkanaal/Lek (baggeren, renovatie oevers, Irensesluizen en Bernardsluizen) | |
• Rotterdam–Duitsland (baggeren en renovatie oevers) | |
• Rotterdam–Belgie/Zeeland (baggeren, renovatie diverse sluizencomplexen waaronder Volkeraksluizen) | |
• Kanaal Gent–Terneuzen (baggeren en renovatie oevers en sluizencomplex Terneuzen) | |
• Maas; baggeren en kunstwerken (renovatie diverse sluizencomplexen waaronder Born en Maasbracht) | |
• Natte bruggen (o.a. diverse bruggen over Amsterdam-Rijnkanaal) | |
Oplevering projecten: | |
• Baggeren Noordzeekanaal |
Voor een nadere toelichting op de stand van zaken Beheer en Onderhoud wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2008.
Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen die VenW in 2008 verwacht te realiseren op de diverse projecten binnen de in de Infrastructuurfonds onderkende sectoren.
In 2008 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Depot Hollandsch Diep |
• MER/KBA Volkerak Zoommeer | |
Start realisatie | • Verruiming Vaargeul Westerschelde |
• Natuurcompensatie Perkpolder | |
• Dijkversterking Harlingen (maakt onderdeel uit van Deltaplan Grote Rivieren). | |
• Peilbesluit Veerse Meer |
In 2008 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • A4 Dinteloord-Bergen op Zoom, omlegging Halsteren |
• A7 Zaanstad–Purmerend, benutting | |
• N31 Leeuwarden–Drachten | |
• N31 Zurich–Harlingen | |
• N14 Wassenaar–Leidschendam (Verlengde landscheidingsweg incl. aansluiting Hubertusviaduct) | |
Start realisatie | • A1/A6/A9 Benutting |
• A2 Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn) | |
• A10 Tweede Coentunnel/Westrandweg | |
• A50 Ewijk–Valburg–Grijsoord | |
• N9 Koedijk–De Slolpen | |
• N34 Ommen | |
Tracébesluit | • A2 ’s-Hertogenbosch–Eindhoven |
• A2 Leenderheide–Budel | |
• A2 Oudenrijn–Everdingen (Deel Oudenrijn–Deil) | |
• A2 Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn) | |
• A12 Maasbergen–Veenendaal | |
• A15 Maasvlakte–Vaanplein | |
• A28 Hattemerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28/A32 (ZSM II) | |
• A50 Ewijk–Valburg–Grijsoord | |
• A74 Venlo | |
• N50 Ramspol Ens | |
• N11 Leiden–Zoeterwoude–Alphen a/d Rijn | |
• N31 Leeuwarden | |
• N61 Hoek–Schoondijke | |
• N61 Tunnel Sluiskil |
In 2008 wil VenW de volgende mijlpaal realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Fietsenstalling Amsterdam CS (oplevering 2008/2011) |
Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5/€ 225 miljoen)
Voor de grote regionale/lokale infrastructuurprojecten (> € 112,5/€ 225 miljoen) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale/lokale overheid. VenW levert een bijdrage in de aanlegkosten van het project.
In 2008 verwacht VenW dat de volgende mijlpalen zullen worden gerealiseerd:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Randstadrail (delen, volledige afronding 2010) |
• Tilburg Noord-Westtangent | |
Projectbesluit | • Maaskruisend verkeer, Maastricht |
In 2008 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Zuid Willemsvaart Renovatie middendeel klasse II |
Start realisatie | • Vervanging sluizen 4, 5 en 6 Zuid-Willemsvaart |
• Wilhelminakanaal Tilburg | |
Projectbesluit | • Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis |
• Vaarweg Meppel Ramspol (keersluis Zwartsluis) |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2008.
Bij de infrastructurele investeringen door VenW worden de (wettelijke) randvoorwaarden van milieu (met name geluid en lucht) en natuur en landschap (inpassing en ontsnippering) in acht genomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk getracht kosteneffectieve en innovatieve maatregelen in te zetten.
Het Innovatieprogramma Luchtkwaliteit (IPL) werkt in opdracht van de ministeries van VenW en VROM aan innovatieve oplossingen die bijdragen aan verbetering van de luchtkwaliteit op en rond snelwegen. De focus ligt op snelwegen bij dichtbevolkte gebieden (zogeheten «hot spots»). Daar zal bronbeleid pas op termijn toereikend zijn om de luchtkwaliteit wat betreft stikstofdioxide en fijn stof aan de normen te laten voldoen.
Met het beschikbare onderzoeksbudget identificeert, selecteert, stimuleert en beproeft het IPL kansrijke ideeën voor oplossingen. Het IPL werkt daarvoor samen met kennis- en onderzoeksinstellingen, andere departementen, provincies, gemeenten en marktpartijen.
Het IPL heeft op dit moment zes pilots in uitvoering:
• Katalytische afbraak NOx langs snelwegen;
• Optimalisatie geluidsschermen voor een betere luchtkwaliteit;
• Invloed vegetatie langs snelwegen op luchtkwaliteit;
• Effect reinigen snelweg op fijn stof concentratie;
• Snelwegen overkappen en lucht behandelen;
• Dynamisch verkeersmanagement op basis van het luchtbericht.
In 2007 zijn maatregelen beproefd, heeft kennisoverdracht plaatsgevonden over de resultaten van de pilots en over de mogelijkheden voor implementatie in de praktijk. Een aantal activiteiten loopt door tot in 2008. Er is ook ruimte om in 2008 nieuwe pilots uit te voeren. Daarnaast heeft IPL een database aangelegd met tal van (inter)nationale ideeën en projecten op het gebied van Luchtkwaliteit. Zo mogelijk wordt het IPL eind 2008 afgerond. De focus komt in de periode 2008–2011 te liggen op toepassing en doorontwikkeling van de nieuwe luchtkwaliteitsmaatregelen, zoals ontwikkeld in het IPL.
Het Innovatieprogramma geluid (IPG) loopt tot en met 2007. Het programma is gericht op invoering van nieuwe maatregelen en methoden voor de aanpak van geluidhinder langs rijkswegen en spoorwegen. Deze nieuwe oplossingen vormen een aantrekkelijk alternatief voor geluidschermen, die steeds talrijker en hoger worden. Bovendien zijn ze goedkoper en in visuele zin minder belastend voor de omgeving. Zo blijft uitvoering van het geluidbeleid betaalbaar en uitvoerbaar en zo komen de doelstellingen van het geluidbeleid beter binnen bereik.
Het IPG heeft geleid tot de beschikbaarheid van nieuwe maatregelen zoals het stille wegdek, tweelaags zoab, schermtoppen, middenbermschermen, modulaire geluidschermen, raildempers en het zogenaamde akoestisch slijpen (waarmee de rails zodanig geslepen worden dat het geluid wordt beperkt). Veel van deze maatregelen worden inmiddels toegepast buiten het IPG en leiden daar tot kostenreductie en een betere maatschappelijk acceptatie. Internationaal wordt er ingezet op het aanscherpen van geluidemissie-eisen van banden en voertuigen en het aanscherpen van testmethodes. Voor spoor wordt internationaal ( in samenwerking met de Zwitserse overheid) een pilot met nieuwe typen remblokken uitgevoerd. Eind 2007 stopt het IPG. Er vindt dan een zorgvuldige afbouw van het programma en overdracht aan de staande organisaties plaats. De aandacht is in de periode 2008–2011 vooral gericht op toepassing en doorontwikkeling van de nieuwe geluidmaatregelen. In de periode na 2011 zullen de nieuwe geluidmaatregelen op grote schaal ingezet moeten worden om in lijn met het rijksbeleid de knelpunten op het gebied van geluid langs rijkswegen en spoorwegen effectief aan te pakken.
Meerjarenprogramma Ontsnippering
In 2008 zal VenW enkele ontsnipperingsmaatregelen opleveren. Dit zijn vooral maatregelen gericht op de kleine fauna; onder andere een kleine faunatunnel onder de A1 bij Stroe, aanpassingen bij de A18/N18: de brug langs de Bielheimerbeek bij Doetichem en bij Eibergen, onder de A2 bij Wessem, in A58 enkele faunapassages bij Kerkeindse Heide en bij Prinsenbos. Daarnaast zijn veel grotere werken in voorbereiding die in 2008 gestart zullen worden en in de jaren daarna gereed zullen komen. In 2008 komen ook de eerste maatregelen bij het spoor gereed; onder ander bij de Tjonger en Kuikhorne in Friesland, bij Doorn in Utrecht en bij IJzerenbosch in Limburg.
4.1 Afdekking risico’s grote spoorprojecten
De omvang van de reservering wordt bepaald door de waardering van de onderliggende risico’s bij de Betuweroute en de HSL-Zuid, gerelateerd aan de kans dat deze risico’s optreden.
In de 20e Voortgangsrapportage HSL is gemeld dat de uit de risicoreservering aangevraagde vierde en vijfde tranche van respectievelijk € 40 miljoen en € 35 miljoen worden toegevoegd aan het projectbudget. Deze toevoegingen hebben met name betrekking op de instandhouding van de projectorganisatie en de dekking van raakvlakrisico’s. Deze raakvlakrisico’s hebben betrekking op onder andere de volgende maatregelen:
• dynamische belasting geluidsschermen;
• bovenbouw horizontale verplaatsing Rijpwetering;
• voorkomen beïnvloeding omliggende elektrische systemen;
• detectie/alarmsysteem zijwind brug Hollandsch Diep.
Verder wordt de uit de risicoreservering aangevraagde zesde tranche van € 31,1 mln. voor het contract meerwerk ERTMS en de kosten van de organisatie RWS HSL-Zuid alsmede de zevende tranche van € 9,3 mln. voor de meerkosten van contract ERTMS in deze begroting verwerkt. De Kamer is hierover geïnformeerd met mijn brieven van respectievelijk 23 januari 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 260) en 15 mei 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 265). De bedragen zullen worden toegevoegd aan het projectbudget van de HSL-Zuid.
Afdekking risico’s spoorprogramma | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2007 | 53 | 131 | 6 | 190 | |||
1e Suppletoire begroting | – 53 | 53 | |||||
– HSL: beheerskosten (4e tranche) | – 40 | ||||||
– HSL: m.n. raakvlakriciso’s (5e tranche) | – 35 | ||||||
– HSL: ERTMS en projectorganisatie HSL (6e tranche) | – 31 | ||||||
– HSL: ERTMS (7e tranche) | – 9 | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2008 | 0 | 69 | 6 | 115 |
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletore begroting 2007 (mutaties > € 15 mln).
Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in het Verdiepingshoofdstuk.
Uitgaven (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Stand ontwerp-begroting 2007 | 7 044 434 | 7 330 777 | 7 446 606 | 7 686 311 | 6 777 021 | 6 306 100 | |
Amendementen | 50 000 | ||||||
Mutaties 1e suppletore wet 2007 | – 272 236 | – 202 514 | 64 674 | 333 543 | – 37 007 | 445 003 | |
I Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds | 276 352 | 57 687 | 42 332 | 59 212 | 501 695 | 539 102 | |
1. Loon- en prijsbijstelling 2007 | Div. | 50 655 | 52 331 | 52 785 | 54 865 | 46 553 | 58 697 |
2. Luchtmaatregelen | 12 | 35 000 | 35 000 | ||||
13 | – 35 000 | – 35 000 | |||||
3. Quick-wins netwerkanalyses | 12 | – 37 162 | – 29 127 | ||||
14 | 37 162 | 29 127 | |||||
4. Desaldering wegen | 12/M12 | – 11 898 | 6 700 | 29 200 | 12 000 | 15 000 | |
5. FES-bijdragen: Wegen | 12/M19.10 | 30 370 | 8 831 | ||||
FES-bijdragen: Zuidas | 13/M19.10 | – 15 000 | – 25 000 | – 45 000 | 25 000 | 60 000 | |
FES-bijdragen: PMR | 16/M19.10 | 400 259 | 394 045 | ||||
6. Risicoreservering HSL-Zuid | 13 | – 115 400 | |||||
17 | 115 400 | ||||||
7. Desaldering Vaarwegen | 15/M15 | – 3 814 | 4 794 | 10 755 | 23 065 | 20 800 | 7 450 |
8. Overdracht Noordzeekanaalveren | 12 | 195 000 | – 2 000 | ||||
9. Huisvestingstaakstelling | Div. | – 2 910 | – 2 908 | – 2 918 | – 2 917 | – 2 921 | |
10. Correctie nav uitkomst 2006 | 13 | – 34 800 | |||||
18 | 34 800 | ||||||
11. Leenfaciliteit | Div. | 34 511 | |||||
II Overige mutaties | 4 831 | 7 729 | 8 963 | 9 658 | 8 553 | 9 464 | |
Totale mutaties | 281 183 | 65 416 | 51 295 | 68 870 | 510 248 | 548 566 | |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 7 103 381 | 7 193 679 | 7 562 575 | 8 088 724 | 7 250 262 | 7 299 669 |
Ad 1. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2007.
Ad 2. In de Nota Mobiliteit (NoMo) is voor locatiespecifieke knelpunten op het terrein van luchtkwaliteit € 300 mln. gereserveerd. Door middel van deze overboeking vanuit artikel IF 13 Spoorwegen komt de volledige € 300 mln. op artikel IF 12 Hoofdwegen beschikbaar voor wegenknelpunten.
Ad 3. De op artikel IF 12 Hoofdwegen gereserveerde € 66 mln voor quick-wins uit de netwerkanalyses wordt overgeheveld naar artikel IF 14.02 Regionale mobiliteitsfondsen en komt op deze wijze beschikbaar voor regionale overheden.
Ad 4. Dit betreft de verhoging van de kosten van projecten als gevolg van het opnemen van activiteiten die worden uitgevoerd in opdracht van decentrale overheden. Hier staan hogere ontvangsten tegenover.
Ad 5. Voor de toelichting bij deze mutaties wordt verwezen naar het gestelde bij artikel IF 19.10 FES.
Ad 6. Dit betreft een overboeking vanuit de «afdekking risico’s spoorprogramma’s» op artikel IF 13 Spoorwegen naar artikel IF 17 voor de in 2006 en 2007 door de TK geaccordeerde toevoeging aan het HSL-Zuid budget (4e, 5e, 6e en 7e tranche).
Ad 7. Enerzijds leidt het uitstel van de besluitvorming over investeringen in de Schelderadarketen (SRK) tot een aanpassing van de uitgaven- en ontvangstenraming. Dit omdat er plannen in voorbereiding zijn voor de aanleg van een windmolenpark voor de Zeeuwse kust. Er bestaat namelijk de mogelijkheid tot synergie tussen de aanleg van een windmolenpark en investeringen in de SRK. In de loop van 2007 zal hierover verdere besluitvorming plaatsvinden. Anderzijds zijn er extra bijdragen van de gemeente Den Bosch in de meerkosten van de as-verlegging en van de Provincie Noord-Brabant, de betrokken gemeenten en het waterschap conform de bestuursovereenkomst. Ook wordt een EU-subsidie in het kader van de TEN (Trans Europees Netwerken) verkregen.
Ad 8. VenW heeft het voornemen de verantwoordelijkheid voor de exploitatie (inclusief Beheer en Onderhoud) en vervanging van drie veerverbindingen over het Noordzeekanaal volledig over te dragen aan de gemeente Amsterdam. Hiervoor is een afkoopsom overeengekomen van € 220 mln. Dit voornemen is een uitvloeisel van langdurig onderhandelen en sluit aan bij de uitgangspunten in het Coalitieakkoord (verantwoordelijkheden waar mogelijk decentraal beleggen). Als gevolg van vrijvallende beheers- en onderhoudskosten en exploitatiebijdragen, leidt deze overdracht in 2007 tot een tekort op artikel 12 van ca. € 190 mln. Indien rekening wordt gehouden met de structurele vrijval van deze kosten en de bijdragen uit wegen en Regionaal/lokaal, is de afkoop budgettair neutraal.
Ad 9. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling conform het Coalitieakkoord.
Ad 10. Dit betreft een correctieboeking van artikel 13 Spoorwegen met artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten voor de juiste verwerking van de extra aflossing in 2006 in het kader van schuldreductie ProRail.
Ad 11. Tussen het ministerie van Financiën en VenW is de afspraak gemaakt om het beroep van RWS op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën niet meer onder het uitgavenkader van VenW te laten vallen. Bij Voorjaarsnota 2007 is dit voorlopig budgettair verwerkt door het geld op artikel XII/40 Nominaal en onvoorzien te parkeren. In de begroting 2008 wordt dit bedrag nu toegedeeld aan de afzonderlijke artikelen.
A. | ||
APB | = | Actieplan en begroting |
AMVB | = | Algemene Maatregel van Bestuur |
ATB | = | Automatische treinbeveiligingssystemen |
B. | ||
BCF | = | BTW Compensatiefonds |
BDU | = | Brede doeluitkering |
BERZOB | = | Bereikbaarheid Zuid-Oost Brabant over water |
B&O | = | Beheer en onderhoud |
BISK | = | Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur |
BKL | = | Basis kustlijn |
BLS | = | Baten-Lastenstelsel |
BPRW | = | Beheerplan voor de rijkswateren |
BOR | = | Bereikbaarheidsoffensief Randstad |
BRG | = | Bestaand Rotterdams Gebied |
C. | ||
CS | = | Centraal station |
D. | ||
DBFM | = | Design Build Finance Maintenance |
DGP | = | Directoraat-generaal personenvervoer |
DGR | = | Deltaplan grote rivieren |
DRIP | = | Dynamische route informatie panelen |
DUU | = | Directe uitvoeringsuitgaven |
E. | ||
ERTMS | = | European Rail Traffic Mangement System |
EISR | = | Economische Impactstudie Railgoederenvervoer |
ETCS | = | European Train Control System |
EU | = | Europese Unie |
F. | ||
FES | = | Fonds economische structuurversterking |
FTE | = | Full-time equivalent |
G. | ||
GDU | = | Gebundelde doeluitkering |
GIS | = | Geluidsisolatieproject Schiphol |
GPS | = | Global Positioning System |
GVB | = | Grootschalige Verwerking Baggerspecie |
H. | ||
ha | = | Hectare |
HBR | = | Havenbedrijf Rotterdam |
H&I | = | Herstel & Inrichting |
HSA | = | High Speed Alliance |
HSL | = | Hogesnelheidslijn |
I. | ||
IBO | = | Interdepartementaal Beleidsonderzoek |
ICES | = | Interdepartementale Commissie voor Economische Structuurversterking |
IF | = | Infrastructuurfonds |
IPG | = | Innovatieprogramma Geluid |
IRMA | = | INTERREG Rijn en Maasactiviteiten |
IVM | = | Integrale Verkenning Maas |
K. | ||
KBA | = | Kosten Baten Analyse |
KLPD | = | Korps Landelijke Politie Diensten |
KRW | = | (Europese) Kaderrichtlijn Water |
L. | ||
LMCA | = | Landelijke markt en capaciteitsanalyses |
M. | ||
MER | = | Milieu Effect Rapportage |
MHW | = | Maatgevend hoogwater |
MIT | = | Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport |
MIRT | = | Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport |
MJPO | = | Meerjarenprogramma ontsnippering |
MLN | = | Miljoen |
MTR | = | Mid-term review Beheer en Onderhoud |
N. | ||
NAP | = | Nieuw Amsterdams Peil |
NBW | = | Nationaal Bestuursakkoord Water |
NS | = | Nederlandse Spoorwegen |
NSP | = | Nieuwe sleutelprojecten |
NV | = | Naamloze vennootschap |
NVGS | = | Nota vervoer gevaarlijke stoffen |
NVVP | = | Nationaal verkeers- en vervoersplan |
O. | ||
OV | = | Openbaar vervoer |
P. | ||
PAGE | = | Plan van aanpak goederen emplacementen |
PKB | = | Planologische kernbeslissing |
PMR | = | Project mainportontwikkeling Rotterdam |
PPC | = | Public Private |
PPS | = | Publiek private samenwerking |
PU | = | Productuitgaven |
PVVP | = | Provinciaal verkeers- en vervoersplan |
R. | ||
RIT | = | Rail Infra Trust |
RVVP | = | Regionaal verkeers- en vervoersplan |
RW | = | Rijkswegen |
RWS | = | Rijkswaterstaat |
S. | ||
SAAL | = | Schiphol Amsterdam Almere Lelystad |
SOIT | = | Subsidieregeling openbare inland terminals |
SNIP | = | Spelregelkader natte infrastructuurprojecten |
SRK | = | Schelderadarketen |
SUBBIED | = | Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied |
SVB | = | Stimulering verwerking baggerspecie |
SVV | = | Structuurschema verkeer en vervoer |
T. | ||
TCI | = | Tijdelijke Commissie Infrastructuur |
TEN | = | Transeuropese netwerken |
U. | ||
UPR | = | Urgentieprogramma Randstad |
UWO | = | Uitwerkingsovereenkomst |
V. | ||
VBS | = | Verkeersbegeleidende Systemen |
VenW | = | Ministerie van Verkeer en Waterstaat |
VNK | = | Veiligheid Nederland in Kaart |
VINEX | = | Vierde nota ruimtelijke ordening extra |
VROM | = | Ministerie van Volkshuisvesting ruimtelijke ordening en milieubeheer |
W. | ||
WB21 | = | Waterbeheer 21e eeuw |
WST | = | Westerscheldetunnel |
WTC | = | World trade centre |
Z. | ||
ZSM | = | Zichtbaar, slim en meetbaar |
ZZL | = | Zuiderzeelijn |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van hoofdwatersystemen verantwoord. Dit betreft de onderdelen watermanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. Het watersysteem omvat het geheel van oppervlaktewater, waterbodems, oevers, etc.
Het artikel hoofdwatersystemen op het infrastructuurfonds is gerelateerd aan het beleidsartikel 31 (integraal waterbeleid) op de VenW begroting (XII). De doelstelling van dit beleidsartikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
11. Hoofdwatersystemen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 530 804 | 669 741 | 735 541 | 834 270 | 733 120 | 620 816 | |
Uitgaven | 494 893 | 577 519 | 724 623 | 772 746 | 852 474 | 733 120 | 629 316 |
11.01 Watermanagement | 61 604 | 71 754 | 82 395 | 85 808 | 85 684 | 99 149 | 101 520 |
11.01.01 Basispakket watermanagement | 61 604 | 71 754 | 82 395 | 85 808 | 85 684 | 99 149 | 101 520 |
11.02 Beheer en onderhoud | 229 365 | 178 593 | 191 955 | 182 421 | 195 750 | 213 569 | 217 797 |
11.02.01 Basispakket B&O waterkeren | 148 327 | 98 666 | 102 651 | 94 451 | 104 313 | 89 475 | 91 463 |
11.02.05 Basispakket B&O integraal waterbeheren | 74 987 | 56 071 | 54 031 | 55 986 | 68 081 | 124 091 | 126 257 |
11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer | 6 051 | 23 856 | 35 273 | 31 984 | 23 356 | 3 | 77 |
11.03 Aanleg | 191 740 | 310 578 | 441 860 | 434 744 | 499 170 | 347 298 | 239 126 |
11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren | 114 277 | 161 155 | 291 946 | 323 496 | 383 851 | 282 104 | 175 837 |
11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheren | 77 463 | 149 423 | 149 914 | 111 248 | 115 319 | 65 194 | 63 289 |
11.05 Verkenning en planstudie | 12 184 | 16 594 | 8 413 | 69 773 | 71 870 | 73 104 | 70 873 |
11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen | 1 298 | 12 822 | 1 241 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren | 9 026 | 52 | 5 360 | 68 657 | 71 339 | 72 582 | 70 061 |
11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheer | 1 860 | 3 720 | 1 812 | 1 116 | 531 | 522 | 812 |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Agentschapsbijdrage | 331 566 | 258 403 | 273 897 | 269 731 | 297 433 | 342 664 | 345 664 |
– Restant | 163 327 | 319 116 | 450 726 | 503 015 | 555 041 | 390 455 | 283 652 |
11.09 Ontvangsten | 3 731 | 6 160 | 5 017 | 1 030 | 949 |
Toelichting:
Watermanagement en Beheer en Onderhoud
De voor watermanagement en beheer en onderhoud opgenomen bedragen zijn volledig beleidsmatig verplicht. Deze bedragen zijn nodig om de prestatieafspraken te realiseren die hierover in de Service Level Agreement zijn opgenomen.
Het artikelonderdeel Waterbeheren is nagenoeg geheel juridisch verplicht. Het artikelonderdeel Waterkeren is bijna voor de helft juridisch verplicht en ook bestuurlijk gebonden. Tot de laatste categorie behoort met name het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
De verkenningen en planstudies zijn grotendeels bestuurlijk gebonden. Het betreft projecten waarvoor de Tweede Kamer FES-middelen heeft toegekend (Compartimenteringsonderzoek en innovatie Haaglanden) en internationale verplichtingen zijn aangegaan (ProSes 2010).
Met Watermanagement streeft VenW naar
• het optimaal reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem
• een duurzaam watersysteem, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Basispakket Watermanagement
Binnen het basispakket watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
• peilbeheer en bediening van objecten;
• monitoring en informatieverstrekking;
• crisisbeheersing en -preventie.
De operationele doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:
• Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal – en het hoofdwatersysteem in 2015. Hiermee wordt de problematiek van zowel wateroverlast als watertekort bestreden.
• Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat tegemoed kan worden gekomen aan de behoeften die voortvloeien uit de diverse gebruiksfuncties. Om dit te realiseren worden peilbesluiten nageleefd, worden de wateraccoorden geactualiseerd en uiteraard nageleefd. Het waterpeil is zoveel als mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.
Daarnaast wordt zorggedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne – en externe informatievoorziening over het watersysteem. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om berichtgeving over hoog- en laagwater, naderende stormen, verontreinigingen en ijsvorming. Hiermee is binnen Rijkswaterstaat een calamiteitenorganisatie belast.
Meetbare gegevens bij Watermanagement
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang |
---|---|---|
Watermanagement | Km2 water | 65 250 |
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2008 |
---|---|---|---|
Watermanagement | • In 2008 hebben en uitvoeren van plannen en houden van oefeningen voor calamiteiten op het gebied van scheepvaart, waterkwaliteit, -overlast en -tekort. | % | 100 |
• De beschikbaarheid en kwaliteit van de in- en externe informatievoorziening vindt plaats conform de afspraken in het basisinfoplan | % | 100 | |
• Het hebben en nakomen van actuele afspraken over waterverdeling en waterkwaliteit. Peilbesluiten worden uitgevoerd en waterakkoorden zijn actueel en worden nageleefd. | % | 100 |
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie van zowel het waterkeren als het waterbeheren vervuld kan worden.
Basispakket Beheer en Onderhoud waterkeren
Het basispakket Beheer en Onderhoud waterkeren bevat:
1. Kustlijnhandhaving (conform de basiskustlijn zandige kust niveau 1990);
2. beheer en onderhoud rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Wet op de waterkering).
ad 1. Handhaven kustlijn
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks gecompenseerd moet worden. Vanaf 2001 wordt er ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging tenietgedaan. De zeespiegelstijging heeft tot gevolg dat de hoeveelheid te suppleren zand in de tijd gezien toeneemt.
Ook zijn er lokale activiteiten zoals bestortingen, onderhoud van dammen en strandhoofden, eveneens met het doel om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen
• Rijkswaterkeringen
Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt ongeveer 480 km primaire waterkeringen. Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Wet op de waterkering vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat ook een aantal niet-primaire waterkeringen. Deze vallen niet onder de Wet op de waterkering omdat ze geen bescherming hoeven te bieden tegen het buitenwater. Ze bieden bescherming tegen het binnenwater. Derhalve moeten ook deze waterkeringen voldoen aan een bepaald veiligheidsniveau.
• Stormvloedkeringen
Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Ook de stormvloedkeringen zijn primaire waterkeringen (welke vallen onder de Wet op de waterkering). Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Stormvloedkering Oosterschelde, de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg (de Maeslantkering), de Hartelkering en de Stormvloedkering Hollandsche IJssel. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden er periodiek inspecties uitgevoerd.
Basispakket Beheer en Onderhoud integraal waterbeheren
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem in een conditie te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie integraal waterbeheer. Hierbij valt te denken aan beheer en onderhoud van:
• rijkswateren ten behoeve van maatgevend hoogwater (MHW);
• stuwende en spuiende kunstwerken;
• rijkswateren ten behoeve van waterkwaliteit;
• oevers en bodems;
• vergunningverlening en handhaving.
Bovendien valt onder het basispakket de voorbereiding van respectievelijk WB21, de implementatie van de Kader Richtlijn Water (KRW) en de activiteiten in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Bij de implementatie van deze wet- en regelgeving zullen onder het basispakket alleen de onderdelen vallen die in de beheersplannen worden opgenomen.
• Kustwacht
Per 1 januari 2007 is de Kustwacht Nieuwe Stijl van start gegaan. De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft hij trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van Rijkswaterstaat en schepen en helikopters van het ministerie van Defensie. De vliegtuigen van Verkeer en Waterstaat zijn medio 2007 overgedragen aan Defensie. De opdrachtformulering van de Kustwacht wordt voorbereid door de Raad voor de Kustwacht. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de Raad voor de Kustwacht. De Ministerraad stelt vervolgens het APB formeel vast. In 2009 wordt het functioneren van de Kustwacht Nieuwe Stijl geëvalueerd. Alle schepen zijn per 1 januari 2008 in beheer bij de Rijksrederij.
• Groot Variabel onderhoud
Het betreft beheer en onderhoudsactiviteiten die per project groter zijn dan € 30 mln. (vervangingen, mid-life onderhoud etc.). Hieronder vallen de projecten die voortvloeien uit het Plan van Aanpak achterstallig onderhoud 2003, dat is bijgevoegd bij de begroting 2004. De voortgang van de uitvoering van dit plan van aanpak is beschreven in de Mid Term Review, die bij de begroting 2007 als bijlage werd bijgevoegd. Tot en met 2010 wordt conform plan van aanpak verder gewerkt aan een programma van groot variabel onderhoudactiviteiten.
Meetbare gegevens bij Beheer en Onderhoud
In de kabinetsreactie op het IBO Beleid en Onderhoud is toegezegd om extracomptabele informatie te verstrekken over de wijze waarop de middelen voor beheer en onderhoud worden aangewend. Hieronder is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over dijken, dammen en duinen, over stormvloedkeringen, over kustlijnzorg en over water (t.b.v. waterkwaliteit en -kwantiteit). Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.
Verdeling kosten basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwatersystemen
• Waterkeren
Suppleren voor kustlijnzorg in 1000m3 | 2006 | 2007 | 2008* |
---|---|---|---|
Strand | 3 400 | 3 020 | 3 070 |
Onderwater | 7 350 | 10 100 | 9 800 |
* Dit betreft eerste schatting en is nog in voorbereiding. Besluitvorming vindt plaats door de bewindslieden in het najaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar
Totale hoeveelheid zandsuppleties RWS periode 1991 t/m 2006
Omvang areaal:
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Totaalbudget 2008 (x € 1 000) |
---|---|---|---|
Beheer en onderhoud | Dijken primaire waterkeringen in km | 480 | 22 156 |
Stormvloedkeringen | 4 | 29 738 | |
Niet primaire waterkeringen in km | 268 | 5 114 | |
Suppleren voor kustlijnzorg gem.in m3 | 12 870 000 | 45 643 |
Prestatie-indicatoren
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2008 |
---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterkeren | • Suppleren van zand gemiddeld per jaar volgens jaarlijks vastgesteld landelijk suppletieprogramma. | Aantal m3 per jaar | 12 870 000 |
• De primaire rijkswaterkeringen (dijken, duinen, stormvloedkeringen, etc) en andere werken die direct buitenwater keren, blijven in de kerende staat zoals blijkt uit de toetsing 2006. | % | 100 | |
• De primaire waterkeringen die niet direct water keren en de niet primaire waterkeringen blijven in de kerende staat zoals als die was bij aanvang 2006 | % | 100 |
• Waterbeheren
Omvang areaal:
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Totaalbudget 2008 (x € 1 000) |
---|---|---|---|
Beheer en onderhoud waterbeheren | Inzet uren vergunningverlening en handhaving | 31 000 | 37 831 |
Spuiende en stuwende kunstwerken | 74 | 16 200 |
Prestatie-indicatoren:
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2008 |
---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterbeheren | De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend. | J/N | J |
Het percentage van de vergunningenverlening in het kader van Wvo, Wbb, Wbr, Ow, Wwh voldoet aan de wettelijke termijnen | % | 80 |
• Groot variabel onderhoud
Het betreft beheer en onderhoudsactiviteiten die per project groter zijn dan € 30 mln. (vervangingen, mid-life onderhoud etc.). Hieronder vallen ook de projecten die voortvloeien uit het Plan van Aanpak achterstallig onderhoud 2003, welke is bijgevoegd bij de begroting 2004. In het kader van dit plan is een aantal projecten gedefinieerd.
Projecten | Uitvoeringsperiode |
---|---|
Stuwen Lek | 2004–2010 |
Haringvliet | 2004–2011 |
Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen en een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Realisatie Waterkeren
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben betrekking op:
1. rivierverruiming niet zijnde ruimte voor de rivier;
2. dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding;
3. overige onderzoeken en kleine projecten;
4. resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren;
5. hoogwaterbeschermingsprogramma (inclusief Zwakke Schakels Kust).
De projecten worden nader toegelicht in het MIRT-projectenboek 2008.
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen. Andere projecten die in het kader van de rivierverruiming worden uitgevoerd betreffen de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. De NURG-projecten beogen ook de ontwikkeling van natuur. De realisatie laatstgenoemde projecten moet uiterlijk 2015 afgerond zijn. Voorbeelden van projecten die worden uitgevoerd om deze doelstelling te realiseren zijn de projecten Hemelrijkse Waard, Batenburg en het Lexkesveer. Naast deze kleinschalige projecten wordt een grootschalige rivierverruiming voorbereid in het project Ruimte voor de Rivier en in het project Maaswerken. (zie artikel 16 IF).
ad. 2. Dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding
Verbetering van dijken bestaat uit verhoging en/of versterking van de dijk of uit vervanging van de bestaande steenbekleding. Het programma herstel en onderzoek steenbekleding Westerschelde en Oosterschelde loopt in 2008 door. Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland wordt in 2015 opgeleverd. In totaal zal dan langs de Wester- en Oosterschelde dan 321 kilometer steenbekleding zijn vervangen.
ad. 3. Overige onderzoeken en kleine projecten
• Veiligheid Nederland in Kaart-2 (VNK-2). Met dit studieproject worden de kansen op en de gevolgen van overstromingen van dijkringen en een aantal kades langs de Maas in Nederland in kaart gebracht volgens een nieuwe methode (TK 2005–2006, 27 625, nr. 60).
• Sterkte en belasting waterkeringen, waarbij onder andere het inzicht in de golfvoortplanting in de Waddenzee en langs de Noordzeekust wordt verbeterd.
• Hydraulische randvoorwaarden. De Wet op de waterkering stelt (o.a.) dat VenW verantwoordelijk is voor het periodiek uitbrengen van hydraulische randvoorwaarden en andere instrumenten die door waterkeringbeheerders worden gebruikt bij de vijfjaarlijkse toetsing van de veiligheid van de primaire waterkeringen en die worden gebruikt bij het ontwerp van die waterkeringen.
• In het kader van het innovatieprogramma Deltatechnologie waarvoor dit kabinet extra middelen heeft vrijgemaakt, werken overheden, kennisinstituten en bedrijfsleven consortia samen aan een zestal grootschalige praktijkproeven.
ad. 4. Resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren
De werken langs de grote rivieren met als doel om bij een afvoer bij Lobith van 15 000 m3/sec voldoende veiligheid te bieden, zijn grotendeels voltooid. In het kader van bescherming tegen hoge buitenwaterstanden zijn langs de kust en in het benedenrivierengebied nog enkele werken in uitvoering. Afrondend wordt nog een aantal subsidies verstrekt. Bijvoorbeeld voor de keringen in Harlingen waarmee in 2008 zal worden gestart.
ad. 5. Hoogwaterbeschermingsprogramma
Er worden subsidies verstrekt aan Waterschappen in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die voortkomen uit de vijfjaarlijkse toetsingen conform de Wet op de waterkering (zie ook resultaat 1e toetsing Kamerstuk 2002–2003, 18 106, nr. 124).
De resultaten van de tweede toetsing zijn eind september 2006 aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze toetsing heeft aangetoond dat versterkingsmaatregelen nodig zijn om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Dit betreft noodzakelijk maatregelen aan de primaire waterkeringen en kunstwerken in de Randstad, het Markermeer, de Hollandse en Zeeuwse Delta en de Waddenzee. Het vorige kabinet heeft een programma opgesteld om voortvarend de meest urgente maatregelen tot en met 2011 uit te kunnen voeren. Daarvoor is in de begroting 2007€ 420 mln. beschikbaar gesteld. Het huidige kabinet heeft in het kader van het Coalitieakkoord en het Beleidsprogramma «Samen werken, samen leven» vanaf 2009 aanvullende middelen gereserveerd om het programma op basis van de 1e en de 2e toetsing (waaronder de aanpak van de Afsluitdijk) uit te voeren. In de begrotingsperiode betreft dit€ 250 mln.
In de begroting 2008 is het project Zwakke Schakels Kust in het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.
Uitvoering van de Zwakke Schakels zal plaatsvinden van 2007 t/m 2020. In totaal is voor het programma Zwakke Schakels kust een bedrag van € 745 mln. gereserveerd.
Bij de begrotingsbehandeling in december 2005 is toegezegd om het budget voor de versterking van de zwakke schakels beschikbaar te stellen op het moment dat de provincie een uitvoeringsgereed plan heeft én de provincie kan aangeven dat zij de financiering voor de ruimtelijke kwaliteit heeft geregeld. De provincies wensen voortvarend van start te gaan.
De belangrijke mutaties in de realisatietabel waterkeren zijn:
• Aan het project Harlingen, ressorterend onder Deltaplan Grote Rivieren, is ca € 17 mln. toegevoegd vanuit het onderzoekproject Hydraulische Randvoorwaarden (ca € 8 mln.) en de overige steenbekleding Steenzetting (€ 9 mln.). De opleveringstermijn is a.g.v. de toevoeging van het project Harlingen verschoven naar 2010.
• Budgetbijstelling van € 4,5 mln. voor de afronding van het project Oosterbeek (€ 3,2 mln.) en participatie NURG (1,3 mln.). Deze middelen zijn ingezet voor het project natuurcompensatie Perkpolder op het realisatie-programma Waterbeheren.
• Overheveling van het project Zwakke Schakels Kust van artikel 11.05.02 Planstudie Waterkeren naar het Hoogwaterbeschermingsprogramma (ad. € 745 mln.).
• Budgetbijstelling van ca. € 3,5 mln. voor kleine projecten die zijn afgerond en zijn ingezet voor met name het project Natuurcompensatie Perkpolder op het realisatie-programma Waterbeheren.
• Voor het project VNK-2 is € 6 mln. toegevoegd vanuit het onderzoekproject Hydraulische Randvoorwaarden. Voor VNK 2 heeft een ramingbijstelling plaatsgevonden a.g.v. onder andere een hoger prijsniveau in de markt, de schaarste van de benodigde specialisten, de complexiteit en het vernieuwende karakter van het project.
Realisatieprogramma Waterbeheren
Onder waterbeheren vallen de volgende projecten:
1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen. Per 2006 is hier het gehele herstel en inrichting-programma opgenomen;
2. Verruiming vaargeul Westerschelde incl. Natuurcompensatie Perkpolder
3. saneren van waterbodems incl. SUBBIED (Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied), GVB (landelijke proef grootschalige verwerking baggerspecie) en SVB (stimulering verwerking baggerspecie);
4. tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast verantwoord.
ad. 1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen
Het programma Herstel & Inrichting (H&I) is gericht op het ecologisch herstel van de Rijkswateren en bestaat voornamelijk uit verbetering van de hydramorfologie van de watersystemen (ontwikkeling van door water gevormde structuren in waterlopen en de hiermee samenhangende omgevingen). De prioriteit ligt bij de realisatie van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en met name bij de doelstellingen voor beschermde gebieden. Zolang deze doelstellingen niet zijn vastgesteld wordt gewerkt aan de volgende maatregelen:
• het creëren van langsverbindingen (dit zijn verbinding-en in de stroomrichting van het watersysteem);
• het beschermen en creëren van natuurlijke land-waterovergangen en dwarsverbindingen;
• het creëren van natuurlijke stromingspatronen;
• het herstellen van natuurlijke peildynamiek (meren, zoetwatergetijde).
• het herstellen/creëren van zoet-zoutovergangen
ad. 2. Verruiming vaargeul Westerschelde
De verruiming van de vaargeul (zowel op Vlaams als Nederlands grondgebied) wordt georganiseerd en gefinancierd door Vlaanderen. Nederland financiert maximaal € 30 mln. op Nederlands grondgebied voor wrakkenberging, kabels- en leidingbescherming en vaargeulwandverdediging. De reservering hiervoor is vanuit het planstudiebudget overgeheveld naar het realisatieprogramma. Voorbereiding voor de uitvoering vindt plaats in 2007.
Daarnaast wordt in verband met EU-verplichtingen natuurcompensatie uitgevoerd bij Perkpolder op basis van de vorige (2e) verdieping van de Westerschelde.
ad. 3. Saneren van waterbodems
Hiervoor worden projecten uitgevoerd die te maken hebben met waterbodemsaneringen en met het bergen en verwerken van vervuilde baggerspecie (o.a. depot Hollandsch Diep, projecten uit het saneringsprogramma rijkswateren en diverse subsidieregelingen (SUBBIED en SVB).
In 2008 wordt het saneringsprogramma herijkt.
ad.4. Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend door het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen met als doel samen de waterproblematiek in Nederland aan te pakken. In dit kader heeft het kabinet heeft een eenmalige impuls van € 100 mln. beschikbaar gesteld om een snelle start van de uitvoering van maatregelen tegen wateroverlast te bevorderen.
Deze «Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast» die hiertoe met de NBW-partijen is opgesteld is met ingang van 1 april 2004 opengesteld (Staatscourant 27 februari 2004 nr. 40/pag. 21). Op 1 juli 2004 is het volledige budget vastgelegd in beschikkingen aan 67 gemeenten en waterschappen. In de gehonoreerde aanvragen zijn 307 projecten opgenomen. De 307 projecten zijn naar verwachting in 2010 gerealiseerd. De nadruk in de projecten ligt op het vasthouden en bergen van overtollig water.
• Innovatie/synergie KRW/WB21
Water als drager van ruimtelijke ontwikkeling vraagt bij uitstek om een ander manier van investeren: hoogwaardig, duurzaam en doelmatig door innovatie en synergie met andere beleidsdoelen. Door waterdoelen op effectieve en efficiënte wijze te koppelen aan de doelstellingen voor natuur, landschap en stedelijke herstructurering kunnen de totale maatschappelijke kosten worden verlaagd en de baten worden verhoogd. Daarom heeft het kabinet extra middelen binnen het FES gereserveerd voor een (stimulering)programma gericht op synergie en innovatie bij de KRW en WB21. De inzet op synergie is gericht op een tijdige en effectieve opstart van de benodigde fysieke ingrepen in het landelijk en stedelijk gebied. Hierdoor worden de doelstellingen tijdig bereikt en worden de totale maatschappelijke kosten substantieel verlaagd. De inzet op innovatie beoogd een doorbraak in de vorm van systeemvernieuwing om te komen tot betere en betaalbare oplossingen voor de realisering van de wettelijk vast te leggen doelen van de KRW en de opgave om het Nederlandse waterbeheer klimaatbestendig te maken (aanpak wateroverlast). Met deze impuls worden publieke en private partijen gestimuleerd om snel met nieuwe praktijkgerichte uitvoerbare oplossingen te komen die zowel voor de korte als langere termijn een hoog rendement opleveren. De daarbij te ontwikkelen kennis en ervaring kan ook worden geëxporteerd.
• KRW-maatregelen in rijkswateren
Dit betreft maatregelen gericht op sanering van waterbodems, het herstel van zoet-zout verbindingen en de verbeterde inrichting van de rijkswateren.
Totaal is in de periode 2000 tot en met 2012 voor innovatie/synergie KRW/WB21 en de KRW-maatregelen € 240 mln. binnen het FES gereserveerd.
De belangrijke mutaties in de realisatietabel waterbeheren zijn:
• Voor het project Natuurcompensatie Perkpolder is bij 1e suppletore wet vanuit artikel 12, Vaarwegen € 8 mln. toegevoegd. Daarnaast komt de aanvullende financiering van € 8 mln. vanuit de kleine projecten waterkeren (ca € 3,5 mln.), het project Oosterbeek (€ 3,2 mln.) en participatie NURG (€ 1,3 mln.).
• Het project verruiming vaargeul Westerschelde (€ 30 mln.) is vanuit de planstudietabel toegevoegd aan het realisatieprogramma.
• Het projectbudget IIVR wordt met € 3,5 mln. opgehoogd onder gelijktijdige ophoging van de ontvangsten voor IIVR.
• Aanpassing in de verwachte openstelling van Haringvliet de Kier; de aanleg van de zoetwatervoorziening neemt meer tijd in beslag waardoor de oplevering met één tot twee jaar wordt uitgesteld.
• Aanpassing opleveringsdatum voor Inrichting IJsselmonding. Een deel van de werkzaamheden voor het deelproject Roggebotsveld worden door Staatsbosbeheer uitgevoerd en deze staan gepland voor de periode 2007–2010.
• Aanpassing opleveringsdatum voor Natte Natuurprojecten IJsselmeergebied. De verschuiving van 2007 naar 2011 heeft te maken met het feit dat er 3 nieuwe projecten in realisatie gaan (Kamperhoek, Houtribdijk en Edam Volendam).
Projectoverzicht behorende bij 11.03.01: Realisatieprogramma Waterkeren
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Deltaplan grote rivieren | 666 | 648 | 624 | 5 | 5 | 10 | 13 | 3 | 5 | 2010 | 2006 | |
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming | 198 | 202 | 93 | 23 | 21 | 10 | 8 | 8 | 9 | 25 | 2015 | 2015 |
Dijkversterking en Herstel steenbekleding | 1 072 | 1 066 | 442 | 33 | 42 | 56 | 87 | 94 | 88 | 230 | 2015 | 2015 |
Hoogwaterbeschermingsprogramma | 1 588 | 830 | 38 | 84 | 204 | 226 | 268 | 169 | 48 | 552 | 2020 | 2020 |
Overige onderzoeken en kleine projecten | 204 | 205 | 44 | 16 | 19 | 21 | 8 | 8 | 26 | 62 | 2020 | 2020 |
Totaal categorie 0 | 3 728 | 1 241 | 161 | 292 | 324 | 384 | 282 | 176 | 869 | |||
Begroting (IF 11.03.01) | 161 | 292 | 324 | 384 | 282 | 176 |
Projectoverzicht behorende bij 11.03.02: Realisatieprogramma Waterbeheren
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten nationaal | ||||||||||||
Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) | 22 | 22 | 6 | 6 | 7 | 3 | 2008 | 2008 | ||||
Sanering waterbodems | 435 | 432 | 94 | 35 | 31 | 19 | 29 | 23 | 21 | 184 | divers | divers |
Stimuleringsregeling hergebruik baggerspecie (SVB) | 6 | 6 | 3 | 1 | 1 | 2 | 1 | 2009 | 2009 | |||
Subsidie baggeren bebouwd gebied (SUBBIED) | 123 | 123 | 32 | 22 | 25 | 23 | 20 | 1 | 2010 | 2010 | ||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Inrichting IJsselmonding | 13 | 13 | 9 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2010 | 2006 | |||
Projecten landsdeel West - Overig | ||||||||||||
Natte natuurprojecten IJsselmeergebied | 30 | 30 | 19 | 5 | 4 | 1 | 2011 | 2007 | ||||
Depot Hollandsch Diep | 76 | 75 | 40 | 27 | 7 | 2 | 2008 | 2008 | ||||
Haringvliet De Kier | 36 | 36 | 9 | 8 | 12 | 7 | 2009 | 2008 | ||||
Integrale inrichting Veluwe randmeer (IIVR) | 46 | 42 | 10 | 8 | 9 | 7 | 6 | 7 | 2011 | 2011 | ||
Klein Profijt | 2 | 2 | 2 | 2005 | 2005 | |||||||
Uitbreiding gemaalcapaciteit IJmuiden | 50 | 49 | 50 | 2005 | 2005 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Aanleg baggerdepots (voorheen Depot Koerogspolder) | 18 | 18 | 18 | 2006 | 2007 | |||||||
Doorlaatmiddel Veerse Meer | 20 | 20 | 20 | 2004 | 2004 | |||||||
Verruiming vaargeul Westerschelde | 30 | 0 | 0 | 1 | 6 | 5 | 5 | 2 | 3 | 8 | 2011 | – |
Vispassages Grave en Borgharen | 7 | 7 | 4 | 3 | 2006 | 2006 | ||||||
Natuurcompensatie Perkpolder | 16 | 0 | 0 | 2 | 5 | 1 | 3 | 2 | 1 | 0 | 2013 | – |
Overig | ||||||||||||
Nieuwe projecten Herstel en Inrichting (H&I, incl. verdrogingsgelden) | 399 | 396 | 15 | 7 | 7 | 19 | 40 | 29 | 39 | 243 | n.v.t. | |
Tijdelijke regeling bestrijding regionale wateroverlast | 100 | 100 | 9 | 24 | 34 | 23 | 11 | 2010 | 2010 | |||
Kleine projecten | 2 | 0 | 2 | |||||||||
Totaal categorie 0 | 1 430 | 340 | 149 | 150 | 111 | 115 | 65 | 63 | 436 | |||
Begroting (IF 11.03.02) | 149 | 150 | 111 | 115 | 65 | 63 |
11.05 Verkenningen en planstudies
Om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Programma Hoofdwatersystemen
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben betrekking op:
1. Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas;
2. Doorlaatmiddel Brouwersdam;
3. Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas;
4. Natuurontwikkelingsschets Eems;
5. Sluitregime Oosterscheldekering;
6. Zwakke Schakels Kust
7. Extra spuicapaciteit Afsluitdijk
8. Natuurlijk Peilbeheer Veerse Meer;
9. Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes);
10. Volkerak-Zoommeer;
11. Innovatie Haaglanden.
De verkenningen en planstudies zijn ook opgenomen in het MIRT-projectenboek.
ad. 1. Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas
In het watersysteem Bovenmaas, dat gezamenlijk met België (Wallonië) wordt beheerd, spelen problemen met betrekking tot inrichting, welke betrekking hebben op waterbeheersing en ecologie. In de verkenning zal een aantal oplossingsrichtingen worden bezien, gericht op ecologisch herstel, waarbij de doelstellingen van de KRW (m.n. de hydromorfologische kant van de aquatische natuurdoelen) leidend zijn.
ad. 2. Doorlaatmiddel Brouwersdam
Met de wens voor introductie van getij en vergroting van de doorlaat in de Brouwersdam wordt aangesloten op de 4e Nota Waterhuishouding en de door de provincie opgestelde visie «Delta in Zicht». Centraal staan herstel van estuariene dynamiek en verbetering van de verbindingen tussen watersystemen. De verkenning onderzoekt de mogelijkheid van de herintroductie van getij en welke varianten het meest haalbaar zijn. Met de introductie van getij wordt een verbetering van waterkwaliteit en versterking van natuurwaarden beoogd. Daarnaast moet duidelijk worden in hoeverre een combinatie van deze doorlaat met andere functionaliteiten, zoals een scheepvaartverbinding of een energiecentrale, realiseerbaar is.
ad. 3. Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden)
Het systeem van de Nederlandse waterkeringen is berekend op gebeurtenissen die zich voordoen met een waarschijnlijkheid van 1/250 tot 1/10 000 per jaar. De natuur is echter onvoorspelbaar en een extreme gebeurtenis blijft mogelijk. Het Kabinetstandpunt Rampenbeheersing Overstromingen (TK 2006–2007, 27 625, nr. 77) presenteert een strategie voor de beheersing van dergelijke gebeurtenissen die bestaat uit fysieke/ruimtelijke maatregelen en organisatorische maatregelen.
• Voor de laatste geldt als doelstelling om de voorbereiding eind 2008 op orde te hebben. Hiervoor is een verbeterprogramma onder regie van een bestuurlijke taskforce in uitvoering, met een omvang van € 15 mln. (€ 10 mln. V&W).
• Het standpunt markeert de fysieke/ruimtelijke maatregelen als kansrijk, maar maakt nog geen keuze voor investeringen. Specifiek voor de optie compartimenteren is vanuit het FES verder € 2 mln. beschikbaar gesteld voor een nadere verkenning; oplevering is voorzien eind 2008. Mogelijke besluiten hierover worden genomen in de te verschijnen nota waterveiligheid (eind 2008).
De Tweede Kamer heeft in juni 2007 met deze lijn ingestemd.
ad. 4. Natuurontwikkelingsschets Eems
De verwachting is dat de druk van economisch gerichte activiteiten op de morfologie van het Eems-estuarium, zoals scheepvaart, verdiepingen en schelpenwinning, in de toekomst verder zal toenemen. Dit zal waarschijnlijk met negatieve effecten op de natuur gepaard gaan. In het natuurontwikkelingsplan wordt een pakket van concrete, locatiespecifieke herstel en inrichtingsmaatregelen beschreven die bijdragen aan de doelen voor de Kaderrichtlijn Water.
ad. 5. Sluitregime Oosterscheldekering
Een verkenning naar het effect van het sluitregime van de Oosterscheldekering is in 2006 opgestart. Directe aanleiding is het mogelijk tekort aan hoogte van de dijken achter de kering. Aanpassing van het sluitregime zou een alternatief kunnen zijn voor dijkverbetering.
Wijzigingen verkenningentabel:
– Verkenning gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust is afgerond. De Tweede Kamer is geïnformeerd over de afrondende rapportage (TK 2006–2007, 30 817, nr. 3).
De samenvattende conclusie is dat een kustuitbreiding tussen Hoek van Holland en Scheveningen samen met andere gebieden in de Zuidvleugel de tekorten aan recreatieruimte kan helpen terugdringen. De provincie zal de resultaten als bouwsteen gebruiken bij de verdere ontwikkeling van de Delflandse kust. De provincie heeft een stuurgroep haalbaarheid kustontwikkeling opgericht waar het rijk aan deelneemt. Onderdeel van het verkennen van de haalbaarheid van de kustontwikkeling is de (mogelijke) uitvoering van een pilot met de zandmotor.
– Het studierapport voor Integrale Verkenning Maas (IVM) is afgerond. De uitkomst hiervan is dat vooralsnog geen aanvullende planstudies of investeringsbeslissingen voor ingrepen langs de Maas nodig zijn. In het kabinetsstandpunt rampenbeheersing overstroming (Kamerstuk 2006–2007, 27 625, nr. 77) is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.
Planstudieprogramma waterkeren
De bescherming tegen overstromingen vanuit de zee is geregeld in de Wet op de waterkering, waarin normen zijn opgenomen waaraan de zeeweringen moeten voldoen. Echter, naar aanleiding van signalen over een sterkere golfbelasting op de kust, is in 2003 door de waterschappen nogmaals gekeken naar de sterkte van de zeeweringen. De inzichten hebben geleid tot tijdelijke maatregelen zoals diverse zandsuppleties. Daarnaast is er gesignaleerd dat er op 10 locaties langs de kust zogenoemde zwakke schakels zijn, waarvoor binnen een periode van 20 jaar versterking van de zeewering nodig is. Op 8 van deze 10 locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde prioritaire zwakke schakels. De uitvoering is gestart in 2007.
ad. 7. Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk
In verband met de uitbreiding van de spuicapaciteit wordt een planstudie uitgevoerd. Met deze planstudie wordt de MER gemaakt op basis waarvan het dijkversterkingsplan conform de Wet op de waterkering wordt opgesteld. Nader onderzoek is vereist voor zowel de MER als ook ter voorbereiding van de realisatie. Verwacht wordt dat in 2009 het projectbesluit kan worden genomen. De start van de realisatie is voorzien in 2010. Daarnaast wordt toekomstige verdere versterking van de afsluitdijk bezien in het kader van de integrale gebiedsverkenning IJsselmeergebied.
De belangrijke mutaties in de planstudietabel waterkeren zijn:
• De overheveling van het project Zwakke Schakels Kust van artikel 11.05.02 Planstudie Waterkeren naar het Hoogwaterbeschermingsprogramma (ad. € 745 mln.).
• De overheveling van € 9 mln. uit «Overige Steenzetting» naar het project Harlingen (Deltaplan Grote Rivieren).
• Vertraging van het projectbesluit en de start van de realisatie van Extra spuicapaciteit Afsluitdijk, omdat er is geconstateerd dat het eerder inschakelen van de markt voor uitvoering en vervlechten met de ruimtelijke besluitvormingsprocedure, niet te realiseren is. De opleveringsdatum blijft 2013.
Planstudieprogramma waterbeheren
ad. 8. Natuurlijk Peilbeheer Veerse Meer
Het huidige tegennatuurlijke peilbeheer in het Veerse Meer brengt delen van het watersysteem uit evenwicht. Het peilbeheer is vrijwel volledig afgestemd op de afwateringsfunctie voor de landbouw in de winter en de recreatieve functie in het voorjaar en de zomer. Hierdoor komt de ecologische kwaliteit nauwelijks tot ontwikkeling en worden ook de recreatieve potenties nauwelijks benut. Een natuurlijker peilbeheer geeft de natuur de kans om een situatie te ontwikkelen die meer past bij een watersysteem met (beperkt) getij. Rijkswaterstaat en de provincie Zeeland hebben een planstudie/MER uitgevoerd naar een meer natuurlijk peilbeheer. Het MER en ontwerp-peilbesluit wordt volgens planning in mei 2007 ter inzage gelegd. Het peilbesluit wordt dan na de zomer genomen. De start van de uitvoering is voorzien in 2008 (raming kosten € 12,66 mln.).
ad. 9. Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes)
VenW levert een bijdrage aan de projectorganisatie ProSes 2010 voor de algemene projectkosten voor de ontwikkelingsschets. Dit is overeengekomen in het verdrag over de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium op 21 december 2005 tussen Vlaanderen en Nederland.
Begin jaren ’90 werd in toenemende mate in de zomer blauwalgenbloei aangetroffen. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van hoge nutriëntenconcentraties en de lange verblijftijd van het water. De blauwalgenbloei leidt tot veel overlast voor verschillende gebruiksfuncties (oever- en verblijfsrecreatie, wonen, natuur, landbouwwater). In de planstudie zijn twee alternatieven onderzocht: zoet doorspoelen en zout doorspoelen (Motie Van Lith, TK 2004–2005, 29 800 XII, nr. 21). De planstudie is begin 2007 afgerond. De zoute optie is kansrijk, maar kent nog een aantal onzekerheden. Een vervolgstudie wordt uitgevoerd en zal naar verwachting voor de zomer 2008 zijn afgerond. Het project zal in 2015–2017 gereedkomen.
Het Stadsgewest Haaglanden inclusief een aantal daarbij aangesloten gemeenten, de provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap Delfland voeren op basis van een subsidie uit het Fonds Economische Structuurversterking een kennisprogramma uit met de titel «Ruimte voor water én economische ontwikkeling in Haaglanden».
De subsidie wordt verleend ten behoeve van het ontwikkelen en het verbreden van kennis over nieuwe vormen van samenwerking, beheer en instrumenten en technische innovaties op het terrein van de wateropgave in een verstedelijkte delta door middel van het subsidiëren van kennisprojecten en het opzetten van een programmabureau dat zorgdraagt voor de uitwerking en realisatie van het programma.
De belangrijke mutaties in de planstudietabel waterbeheren zijn:
• De verlenging van de planstudie Volkerak Zoommeer € 0,4 mln., waardoor de uitvoering later start.
• De uitvoering van de verkenning doorlaatmiddel Brouwersdam € 0,5 mln.
• De overheveling van het project verruiming vaargeul Westerschelde (€ 30 mln.) vanuit de planstudietabel naar het artikelonderdeel realisatie Waterbeheren 11.03.02.
• Verwachte opleveringsdatum Volkerak Zoommeer is vertraagd. Door mogelijk extra maatregelen in de infrastructuur uit de vervolgstudie zal de MER-procedure pas in het voorjaar 2009 worden afgerond, waarna het projectbesluit kan worden genomen. Ook zal de voorbereiding voor de technische ontwerpen van deze maatregelen meer tijd vergen. Verwacht wordt dat in 2012 gestart kan worden met de uitvoering. Afhankelijk van de uit te voeren maatregelen zal het project in 2015–2017 gereedkomen.
Projectoverzicht behorende bij 11.05.01: Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Referentiekader | Gereed |
---|---|---|---|---|
Nationaal | ||||
Rampenbeheersing Overstro- mingen/TMO/compartimente- ringsonderzoek | Veiligheid | Waterbeheren | Kabinetsstandpunt rampenbeheersing overstromingen 2006 | 2006/2008 |
Landsdeel Noord | ||||
Natuurontwikkelingsplan Eems | Kaderrichtlijn Water | Waterbeheren | Kaderrichtlijn Water | 2007 |
Landsdeel Zuid | ||||
Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas | Waterbeheersing en Kaderrichtlijn Water | Waterbeheren | Afspraak tussen Nederland en België/Wallonië | 2007 |
Doorlaatmiddel Brouwersdam | Kaderrichtlijn Water | Waterbeheren | Kaderrichtlijn Water | 2008 |
Aanpassing Sluitregime Stormvloedkering in de Oosterschelde | Veiligheid | Waterkeren | WoW | 2007 |
Projectoverzicht behorende bij 11.05.02: Planstudieprogramma waterkeren
Bedragen in mln | raming kosten | budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max | taakstellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (nationaal) | |||||||||||
Extra spuicapaciteit Afsluitdijk | 243 | pb | uo | 2010–2013 | |||||||
Overige steenzetting | 168 | 2009–2016 | |||||||||
Totaal categorie 1 | 411 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht behorende bij 11.05.03: Planstudieprogramma waterbeheren
Bedragen in mln | raming kosten | budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max | taak-stellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Peilbesluit Veerse Meer | 10 | 15 | pb | uo | 2008–2010 | ||||||
Volkerak Zoommeer | 40 | 55 | pb | uo | 2012–2015/2017 | ||||||
Totaal categorie 1 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2008 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel hoofdwegen is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:
• artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;
• artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;
• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | ||
Verplichtingen | 2 701 107 | 2 790 848 | 2 965 333 | 2 434 401 | 2 509 539 | 1 214 336 | 1 282 157 | |
Uitgaven incl. Egalisatiereeks | 2 580 277 | 2 877 887 | 2 938 690 | 3 090 307 | 1 860 430 | 1 969 790 | ||
Egalisatiereeks | – 141 044 | – 248 771 | – 129 763 | – 74 680 | 270 807 | 323 451 | * | |
Uitgaven | 2 110 743 | 2 721 321 | 3 126 658 | 3 068 453 | 3 164 987 | 1 589 623 | 1 646 339 | |
12.01 Verkeersmanagement | 61 951 | 66 215 | 57 752 | 53 858 | 54 510 | 48 620 | 48 450 | |
12.01.01 Basispakket verkeersmanagement | 56 633 | 52 145 | 52 435 | 53 858 | 54 510 | 48 620 | 48 450 | |
12.01.02 Servicepakket verkeersmanagement | 5 318 | 14 070 | 5 317 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.02 Beheer en onderhoud | 1 039 854 | 1 022 600 | 858 320 | 780 181 | 838 683 | 733 141 | 707 219 | |
12.02.01 Basispakket B&O | 879 537 | 790 939 | 736 507 | 685 298 | 759 782 | 711 165 | 685 820 | |
12.02.02 Servicepakket B&O | 160 317 | 231 661 | 121 813 | 94 883 | 78 901 | 21 976 | 21 399 | |
12.03 Aanleg en planstudie na tracebesluit | 660 394 | 1 170 498 | 1 245 342 | 1 235 341 | 1 069 912 | 449 934 | 365 708 | |
12.03.01 Realisatieprogramma | 496 923 | 972 441 | 916 146 | 808 505 | 599 811 | 215 961 | 157 283 | |
12.03.02 Planstudie na tracèbesluit | 163 471 | 198 057 | 329 196 | 426 836 | 470 101 | 233 973 | 208 425 | |
12.04.01 GIV/PPS | 123 224 | 139 293 | 204 376 | 157 512 | 111 133 | 111 603 | 112 222 | |
12.05 Verkenningen en planstudie voor tracèbesluit | 225 320 | 322 715 | 760 868 | 841 561 | 1 090 749 | 246 325 | 412 740 | |
12.05.01 Verkenningen | 704 | |||||||
12.05.02 Planstudie voor tracèbesluit | 224 616 | 322 715 | 760 868 | 841 561 | 1 090 749 | 246 325 | 412 740 | ** |
Van totale uitgaven: | ||||||||
– Apparaatsuitgaven: | ||||||||
– Baten-lastendiensten | 1 417 718 | 1 212 495 | 1 082 992 | 1 137 546 | 1 005 958 | 1 016 813 | ||
– Restant | 2 110 743 | 1 303 603 | 1 914 163 | 1 985 461 | 2 027 441 | 583 665 | 629 526 | |
12.09 Ontvangsten | 39 545 | 179 429 | 17 977 | 30 836 | 12 000 | 45 000 |
* Bij Voorjaarsnota 2007 is de Kamer geïnformeerd over het opnemen van een egalisatiereeks. Dit om voor de komende periode onderuitputting, zoals die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan binnen het Infrastructuurfonds, te beperken.Er wordt op programmaniveau een deel van het budget doorgeschoven om in latere begrotingsjaren weer te worden toegevoegd. Het voordeel van een dergelijke benadering is dat er geen directe relatie ligt met de afzonderlijke projecten en recht wordt gedaan aan de onvoorspelbaarheid van het optreden van vertragingen. Daarnaast biedt deze systematiek maximale druk op projecten om toch de mijlpalen volgens planning te halen.
** De reservering in het FES voor de Noordvleugel (incl. Zuidas) en de enveloppe Nota Mobiliteit (2011–202) kunnen op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, en daarmee de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
De voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud opgenomen bedragen zijn volledig beleidsmatig verplicht. Deze bedragen zijn nodig om de prestatieafspraken te realiseren die hierover in de Service Level Agreement zijn opgenomen.
Met verkeersmanagement streeft VenW naar optimaal gebruik van en informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur.
Basispakket Verkeersmanagement
Bij het vormgeven van verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in vijf maatregelcategorieën:
• verkeersgeleiding bij grote drukte;
• hulpverlening ten behoeve van doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement);
• reistijd- en route-informatie;
• maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag;
• voorlichting over Rijkswegen.
Vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale wordt een pro-actieve sturing voorgestaan. Het instrumentarium voor deze sturing van het verkeer wordt steeds verder verfijnd. Zo worden regelscenario’s geoptimaliseerd, zijn de afgelopen jaren afspraken met politie en hulpverleners geconcretiseerd en wordt steeds meer gewerkt met mobiele informatiepanelen. Hierbij wordt, in lijn met de bevindingen van de commissie-Luteijn uit 2003, gewerkt binnen bestuurlijk afgedekte samenwerkingsgebieden. De commissie Luteijn heeft de Minister van VenW geadviseerd een daadkrachtig mobiliteitsteam op te richten, dat bestaat uit wegbeheerders, openbaar vervoerbedrijven, bedrijfsleven en consumenten. Doelstelling is het gericht bestrijden van de files rondom verkeersknooppunten in een regio.
Bij de uitvoering van verkeersmanagement wordt het Rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd (gebiedsgericht verkeersmanagement). In nauw overleg met de regionale overheden worden maatregelpakketten ontwikkeld die, vanuit regionaal perspectief, als het meest effectief worden gezien.
Er wordt momenteel gewerkt in een twintigtal samenwerkingsverbanden (grote en middelgrote stedelijke agglomeraties). Bij een aantal van deze samenwerkingsverbanden heeft dit reeds geleid tot maatregelpakketten. Voorbeelden hiervan zijn het KAN-gebied (Arnhem-Nijmegen), het SIRE-gebied (regio Eindhoven), de regio Haaglanden en het Stadsgewest Rotterdam.
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in Dynamisch Verkeersmanagement (DVM). Met dynamisch verkeersmanagement wordt beoogd de bestaande infrastructuur beter te benutten. In combinatie met het actief reguleren van het verkeer heeft dit geleid tot verbeterde doorstroming van het verkeer en heeft dus een positief effect op het aantal voertuigverliesuren. De extra investeringen voor dynamische verkeersmanagementsystemen in 2007 zullen eveneens bijdragen aan een verhoging van de effectiviteit van het verkeersmanagement.
Servicepakket Verkeersmanagement
Het programma Filevermindering (Fileproof) dat voorjaar 2006 is gestart, kent een aantal maatregelen die in 2008 worden voorgezet. Het merendeel van de maatregelen is reeds in 2006 en 2007 gerealiseerd. In 2008 zal het «Groene Golf team» de verkeerslichten op gemeentelijke, provinciale en rijkswegen blijven doorlichten en verbeteren. Het «mobiele team verkeerscentrales» zal nieuwe draaiboeken maken voor afwijkende verkeerssituaties, waardoor de doorstroming bij bijvoorbeeld evenementen en ongevallen zoveel mogelijk gewaarborgd blijft.
Box: Beleidskeuzes Verkeersmanagement
Iedere Service Level Agreement (SLA) bevat onderdelen waarop nog wel en onderdelen waarop nog nauwelijks keuzes mogelijk zijn. De SLA Verkeersmanagement bevat veel elementen waar de uitvoering afhankelijk is van een te kiezen serviceniveau.
Een voorbeeld daarvan, is de afhandeling van incidenten. Om een vlotte vrijgave van de rijksweg na een incident te bevorderen, zorgen weginspecteurs van Rijkswaterstaat dat ze snel ter plaatse zijn om het incident, samen met KLPD, hulpdiensten en bergers, af te handelen. De tijdsduur tussen melding van een incident en aankomst van een weginspecteur ter plekke, is een beleidskeuze. Dat kan snel (binnen 15 minuten), gemiddeld (binnen 30 minuten) of langzaam (langer dan 30 minuten). Met name in de spits, als het verkeersaanbod de wegcapaciteit evenaart of zelfs overtreft, is de aanrijtijd cruciaal. Als de afhandeltijd van een incident in de spits met 10% toeneemt, leidt dat tot 17% meer voertuigverliesuren.
• Rekening houdend met het gebruik van de weg, heeft VenW er in de huidige SLA voor gekozen om tijdens de spits in de drukste gebieden van Nederland (Randstad, snelwe- gen rond de belangrijkste stedelijke knooppunten, etc.) in 80% van de gevallen binnen 15 minuten aanwezig te zijn. Daarbuiten moeten de weginspecteurs in 80% van degevallen binnen 30 minuten aanwezig zijn. De kosten hiervoor bedragen circa € 25 mln. per jaar. Samen met andere betrokken partijen als politie, hulpdiensten, bergers, etc. heeft VenW hiermee bereikt dat het aantal voertuigverliesuren als gevolg van incidenten gedaald is van 30% naar 20% van het totaal aantal voertuigverliesuren.
• Een alternatief om overal een aanrijtijd van 30 minuten te hanteren, zou VenW ongeveer € 1,5 mln. per jaar bespaard hebben, maar zou de weggebruiker 3 á 4% meer voertuigverliesuren hebben bezorgd.
• Een ander alternatief, namelijk op alle rijkswegen een aanrijtijd van 15 minuten in de spits, zou VenW ongeveer € 7 mln. per jaar meer hebben gekost. De hoeveelheid voertuigverliesuren die hiermee extra bespaard zou worden, is niet exact bekend. VenW heeft wel het beeld dat er hier sprake is van een afnemende meeropbrengst: in rustige gebieden veroorzaken incidenten immers minder oponthoud dan op drukke wegen en is de meerwaarde van een snelle aanrijtijd dus beperkt. Deze optie zou ertoe leiden dat veel inspecteurs weinig activiteiten kunnen uitvoeren en wachten tot er een incident plaatsvindt in een aan hen toebedeeld wegvak.
Meetbare gegevens bij Verkeersmanagement
Eenheid | t/m 2006 | t/m 2007 | t/m 2008 | |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering | Km | 1 224 | 1 224 | 1 288 |
Verkeerscentrales | Aantal | 6 | 6 | 6 |
Spits- en plusstroken | Aantal | 33 | 34 | 36 |
Doelgroepstroken, inclusief busvoorzieningen | 96 | 96 | 96 |
Voor het jaar 2008 zal, net als dat voor beheer en onderhoud al enkele jaren gebruikelijk is, voor verkeersmanagement gebruik gemaakt worden van een indicator die een duiding geeft van de effecten van het programma. Gekozen is voor een indicator die aangeeft hoe snel Rijkswaterstaat betrouwbare reis- en route-informatie op de Dynamische Route-Informatie Panelen (DRIP’s) zet en hoe snel die informatie beschikbaar is voor serviceproviders. Er geldt de volgende prestatieafspraak:
Indicator | Eenheid | Waarde 2007 | Streefwaarde 1-1-2008 | Streefwaarde 31-12-2008 |
---|---|---|---|---|
Op alle bemeten wegvakken wordt gemiddeld over het jaar minimaal 95% van de tijd betrouwbare reis en route-informatie geleverd die binnen 5 min. zowel beschikbaar is voor de DRIPs als voor de serviceproviders. | % van de bemeten rijbaanlengte | Nieuwe indicator | In 90% van de tijd wordt aan de betref- fende indicator voldaan | In 90% van de tijd wordt aan de betref- fende indicator voldaan |
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Totaalbudget 2008 in € 1 000 |
---|---|---|---|
Verkeers-management | Rijbanen met verkeerssignalering (km) | 1 224 | 52 435 |
Het Rijkswegennet (en de onmiddellijke omgeving daarvan) in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is (het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu.
Het beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, bruggen en viaducten, verkeers-voorzieningen, landschap en milieu en exploitatie.
Basispakket beheer en onderhoud
Een voorwaarde voor optimaal gebruik van het wegennet is betrouwbaarheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales, verkeersvoorzieningen, het landschap en het milieu rond de Rijkswegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctief onderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst. Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder het basispakket.
Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikel ook de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud van Rijkswegen verantwoord. Dit behelst onder andere het opstellen van normen en richtlijnen, het voorbereiden van kaders waardoor de realisatie op een verantwoorde en efficiënte wijze kan plaatsvinden en het uitvoeren van audits. Door Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzocht hoe het beheer en onderhoud nog doelmatiger, efficiënter, veiliger of met minder hinder voor het verkeer kan worden uitgevoerd. De afgelopen jaren heeft met name het beperken van de verkeershinder bij wegwerkzaamheden in de belangstelling gestaan. Via het project «Groot Onderhoud» heeft dit geresulteerd in een verlaging van het aantal voertuigverliesuren bij een hoger aantal wegwerkzaamheden.
Overbelading zorgt voor extra slijtage aan het wegdek en aan bruggen en viaducten en leidt bovendien tot oneerlijke concurrentie. Daarom heeft VenW een achttal systemen in het wegdek ingebouwd voor de meting van de belasting door vrachtauto’s en zijn er afspraken gemaakt met het KLPD over staandehoudingen op basis van de metingen. De inspectie Verkeer en Waterstaat gebruikt de metingen voor selectie van bedrijfsbezoeken.
Servicepakket Beheer en Onderhoud
• Plan van aanpak Beheer en Onderhoud 2004–2010
In de periode 2004 tot en met 2010 loopt een impuls Beheer en Onderhoud Rijkswegen. In de Mid Term Review, die was toegevoegd aan de begroting 2007, is uiteengezet dat de uitvoering daarvan op schema ligt.
Met de impuls beheer en onderhoud worden de meest urgente onderhoudsachterstanden aangepakt. Om verkeersoverlast zo veel mogelijk tot een minimum te beperken, worden deze werkzaamheden goed afgestemd, zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanleg- en fileplan, het ZSM-programma alsmede de werkzaamheden van andere wegbeheerders.
In 2008 wordt de uitvoering van de impuls met kracht voortgezet, en naar verwachting is eind 2007 het resterende deel van het achterstallig asfaltonderhoud weggewerkt. Het resterende deel van de impuls zal in de periode 2008 tot en met 2010 ingezet worden voor de aanpak van het achterstallig onderhoud aan bruggen en viaducten. In 2007 is Rijkswaterstaat begonnen met een grondige inspectie van honderden bruggen en viaducten van voor 1975 om te bezien of er sprake is van«ouderdomsverschijnselen». Hierover is de Tweede Kamer in de zomer van 2007 nader geïnformeerd.
• Servicepakket Meer Vlot
Het servicepakket «Meer Vlot» beoogt een aantal kleinschalige verbeteringen voor het goederenvervoer te realiseren. Daarbij wordt gedacht aan zaken als uitbreiding van de parkeervoorzieningen voor vrachtauto’s en aanpassing van verkeerslichten voor de doorstroming van het vrachtverkeer.
• Servicepakket Meer Veilig
De in 2007 ingestelde impuls verkeersveiligheid voor de niet-autosnelwegen die in beheer zijn bij het Rijk, wordt in 2008 gecontinueerd. Tot en met 2010 wordt er geïnvesteerd in enerzijds het versneld realiseren van essentiële herkenbaarheidskenmerken en anderzijds in een aantal kosten-effectieve verkeersveiligheidsmaatregelen, zoals het aanbrengen van bermverharding of het ombouwen van een kruispunt tot rotonde.
Een deel van het beschikbare budget wordt aangewend voor het aanbrengen van motorfietsvriendelijke vangrails in voor motorfietsers gevaarlijke bochten.
• Servicepakket Meer Kwaliteit Leefomgeving
Binnen dit servicepakket worden bijdragen geleverd aan het meerjarenprogramma ontsnippering. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbonden.
De ontsnipperingswerken worden uitgevoerd in samenspraak met alle betrokkenen. Hiermee ontstaat een realistisch, uitvoerbaar ontsnipperingsprogramma dat aansluit op en is afgestemd met de ontsnipperingsmaatregelen van andere overheden.
Voor de aanleg van twee natuurbruggen over de A50 (Natuurbrug Herperduin) is € 8 mln opgenomen. De financiering komt uit het aanlegproject A50 Eindhoven-Oss (het geplande traject bij de Natuurbruggen).
Box: Beleidskeuzes Beheer en Onderhoud
Iedere SLA bevat onderdelen waarop nog wel en onderdelen waarop nog nauwelijks keuzes mogelijk zijn. Indachtig de uitkomsten van het IBO Beleid en Onderhoud maakt VenW in deze begroting meer inzichtelijk welke keuzes er ten grondslag hebben gelegen aan de SLA Beheer en Onderhoud.
De SLA Beheer en Onderhoud bevat veel elementen waar de uitvoering afhankelijk is van onder andere technische randvoorwaarden. Dit maakt het aantal beleidsknoppen zeer beperkt.
Een voorbeeld waar de uitvoering afhankelijk is van een te kiezen serviceniveau, is het strooiregime bij winterse gladheid.
• Het is staand beleid om winterse gladheid preventief te bestrijden. Dit houdt in dat wegen worden behandeld met zout voordat gladheid optreedt. In Nederland komt de wegdektemperatuur vaak ’s ochtends onder het vriespunt. Om gladheid in de ochtendspits te voorkomen, wordt dan tussen 2 en 6 uur ’s nachts gestrooid. Daarmee is de weggebruiker zeker van een goed berijdbare weg.
• Hoewel er inmiddels veel ervaring is opgedaan met de voorspelling van gladheid, is een onvermijdelijk nadeel van bovenstaande methode dat er in incidentele gevallen wordt gestrooid zonder dat dit achteraf bezien nodig was. Dit gebeurt hooguit enkele keren keer per jaar. Een alternatief strooiregime zou zijn om pas over te gaan tot strooien als 100% zeker is dat dit noodzakelijk is. Per uitgespaarde strooibeurt wordt hiermee voor alle betrokken wegen € 0,5 mln. bespaard. Het nadeel van deze methode is echter dat hiermee onvermijdelijk is dat een aantal keren te laat wordt gestrooid. Vanwege de veiligheidsrisico’s die hiermee samenhangen en het volledig vastlopen van de ochtendspits is hier niet voor gekozen.
Een ander voorbeeld waar de uitvoering afhankelijk is van een te kiezen serviceniveau, is de mate waarin verkeersoverlast bij wegwerkzaamheden beperkt wordt.
• Naarmate het verkeersaanbod toenam de afgelopen decennia, heeft Verkeer en Waterstaat steeds meer maatregelen getroffen om het verkeer tijdens de wegwerkzaamheden zo veel mogelijk doorgang te geven. Zo werden bijvoorbeeld noodvoorzieningen aangelegd om het verkeer tijdelijk in twee richtingen over één rijbaan te laten rijden en werd het werken in de nacht, in het weekend en tijdens de zomerperiode ingevoerd.
• In 2006 werd het filearm werken geïntensiveerd. Wegwerkzaamheden werden nog beter op elkaar en met werk van andere wegbeheerders afgestemd, er werd vervangend openbaar vervoer aangeboden tegen een sterk gereduceerd tarief, weggebruikers werden nog beter geïnformeerd via internet, kranten, berminformatie en tekstkarren. Dit alles had tot gevolg dat – ondanks een toename van het aantal werkzaamheden – de filezwaarte als gevolg van wegwerk daalde van 5% naar 4% van de totale filezwaarte. Hiertegenover stond een extra kostenpost voor VenW van enige tientallen miljoenen euro’s, die binnen het onderhoudsbudget gedekt moesten worden, hetgeen ten koste is gegaan van de productie. VenW is van mening dat de voordelen van deze aanpak groter zijn dan de nadelen ervan. Daarom is ervoor gekozen de aanpak uit 2006 voort te zetten in latere jaren. Ook de SLA 2008 bevat een intensief programma om filevorming bij wegwerk te voorkomen.
Meetbare gegevens bij beheer en onderhoud Rijkswegen
Aandachtig de kabinetsreactie op het IBO Beleid en Onderhoud om extracomptabele informatie te verstrekken over de wijze waarop de middelen voor beheer en onderhoud worden aangewend, is hieronder een verdeling gegeven van de gelden over verhardingen, bruggen en viaducten (kunstwerken), systemen voor dynamisch verkeersmanagement (DVM), arealen voor landschap en milieu en exploitatie, Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.
Verdeling kosten basispakket beheer en onderhoud Hoofdwegennet
• Basispakket Beheer en onderhoud
Specificatie areaal rijkswegen
t/m 2006 | t/m 2007 | t/m 2008 | ||
---|---|---|---|---|
Rijbaanlengte (in km) | Hoofdrijbanen | 5 635 | 5 635 | 5 650 |
Rijbaanlengte (in km) | Verbindingswegen en op- en afritten* | 1 259 | 1 259 | 1 259 |
Areaal asfalt (in km2) | Hoofdrijbanen | 70,4 | 72 | 72 |
Areaal asfalt (in km2) | Verbindingswegen en op- en afritten* | 10,2 | 10.8 | 10.9 |
Groen areaal (in km2) | Stuks | 186 | 198 | 198 |
* Het areaal verbindingswegen en op- en afritten laat zich moeilijk vergelijken met de opgaven in de begroting 2007. Zoals gemeld in het Jaarverslag 2006 is bij de digitalisering van het areaal de lengte van verbindingswegen en op- en afritten opnieuw gedefinieerd. Het gevolg hiervan is dat de in- en uitvoegstroken, die vroeger wel meegerekend werden als onderdeel van de verbindingsweg en op-/afrit, nu niet meer meetellen. De in- en uitvoegstroken worden nu gezien als onderdeel van de hoofdrijbaan. Hierdoor ontstaat een zuiverder beeld van het areaal.
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Totaalbudget 2008 in € 1 000 |
---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Oppervlakte wegdek in km2 | 82,9 | 736 509 |
Voor het jaar 2008 is één indicator toegevoegd aan de in voorgaande jaren gehanteerde indicator verhardingen, namelijk een indicator die de conditie van bruggen en viaducten in het rijkswegennet weergeeft. In lijn met de uitkomsten van het IBO Beleid en Onderhoud wordt met deze indicator meer inzicht geboden in de prestaties op het gebied van beheer en onderhoud. In de komende jaren wordt hard gewerkt om het achterstallig onderhoud aan bruggen en viaducten terug te dringen. Het is de bedoeling dat door het inlopen van het achterstallig onderhoud de streefwaarde in stapjes omhoog gaat. De streefwaarden kunnen wijzigen naar aanleiding van de uitkomsten van de eerder genoemde inspectie naar de kwaliteit van bruggen en viaducten van voor 1975.
Er gelden de volgende prestatieafspraken:
Indicator | Waarde 2007 | Streefwaarde 1-1-2008 | Streefwaarde 31-12-2008 |
---|---|---|---|
Voldoen van wegen aan de normen | 95% | 95% | 95%* |
Voldoen van bruggen en viaducten aan de normen | Nieuwe indicator | 70% | 78% |
* Hoewel naar verwachting eind 2007 de achterstand bij verhardingen ingelopen zal zijn, bedraagt de streefwaarde voor verhardingen dan niet 100%, omdat deze waarde niet optimaal is. Optimaal beheer en onderhoud (zowel uit oogpunt van kostenefficiëntie als uit oogpunt van beperking verkeershinder) brengt met zich mee dat niet-urgente zaken soms iets uitgesteld worden en andere soms iets vervroegd om grote integrale pakketten in één keer uit te kunnen voeren.
• Servicepakket Beheer en onderhoud
De bekostiging van het servicepakket is hieronder weergegeven.
Servicepakket | Totaalbudget 2008 (x € 1 000) |
---|---|
Plan van aanpak Beheer en Onderhoud | 67 413 |
Meer vlot | 3 469 |
Meer veilig | 34 171 |
Meer kwaliteit leefomgeving | 15 875 |
Filevermindering | 885 |
Totaal | 121 813 |
12.03 Aanleg, benutting en planstudie na tracébesluit
Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de aspecten veiligheid en leefbaarheid.
Realisatieprogramma hoofdwegennet
• Programma Filevermindering
In 2006 is het «Programma Filevermindering» gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen. Op dit artikel worden met name projecten uit de categorieën reguliere- en incidentele files uitgevoerd.
• DVM
In 2007 heeft VenW een start gemaakt met een investerings-programma voor dynamisch verkeersmanagement ter grootte van € 50 mln. Hiermee wordt de informatie aan de weggebruiker verbeterd en kunnen verkeersstromen afhankelijk van de drukte gerichter worden gestuurd met als doel optimale benutting van de beschikbare infrastructuur. Bij dit investeringsprogramma houdt VenW ook rekening met het groot onderhoud om de hinder voor de weggebruiker te beperken.
Voorts wordt een aantal proeven met dynamische snelheden voorzien. Hierover is de Kamer op 12 juni 2007 schriftelijk geïnformeerd (brief met kenmerk DGP/WV/U.07.00992). De kosten van het onderzoek en de evaluaties zijn geraamd op € 12 mln.
Het programma fileplan ZSM (zichtbaar, slim en meetbaar) omvat een aantal maatregelen die de doorstroming verbeteren. Verkeersveiligheid is hierbij een belangrijke randvoorwaarde. Hieronder vallen enerzijds maatregelen ter beperking van structurele files (plus-, spits- en bufferstroken, aanpassingen in knooppunten, reguliere weguitbreidingen en toeritdoseerinstallaties) en anderzijds maatregelen ter bestrijding van incidentele files, zoals de DRIP’s (dynamische route informatie panelen), verbetering van netwerkmanagement.
• ZSM Fase I
Het programma ZSM Fase I bestaat uit 33 spoedwetprojecten in de periode 2003 t/m 2012, inclusief flankerende maatregelen die de structurele inbedding van de resultaten van de Spoedwet Wegverbreding moeten verankeren. Het gaat daarbij zowel om maatregelen die de snelle besluitvorming over infrastructuurprojecten bevorderen (uniformiteit, transparantie en eenduidigheid van de beslisdocumenten) als om verkeersmaatregelen die de daadwerkelijke doorstroming bevorderen en de ergernissen van weggebruikers beperken.
• ZSM Fase II
Met het ZSM Fase II-pakket is een vervolg op ZSM Fase I-pakket gekomen. De spoedwet wegverbreding maakt het mogelijk om op korte termijn een aantal belangrijke knelpunten aan te pakken om vervolgens met de projecten van het programma ZSM fase II die de tracéwet volgen een samenhangend pakket van maatregelen te realiseren. Bij de keuze van de projecten is de filetop 50 het uitgangspunt geweest. De capaciteit van de betreffende wegen zal hiermee toenemen en de betrouwbaarheid van het netwerk zal voor de automobilist stijgen.
• Overige realisatieprojecten
De volgende projecten zijn opengesteld en worden opgenomen onder de kleine projecten/afronding projecten:
– Rw15 Europaweg (Dintelhavenbrug, Calandbrug en 3 aansluitingen); De lagere projectkosten hebben betrekking op de vrijval van de post onvoorzien.
– Rw15 Reconstructie aansluitingen bij H-Giessendam en Sliedrecht.
Het project Rw31 Leeuwarden-Drachten is overgegaan naar Geïntegreerde contractvormen (12.04), terwijl de projecten Rw57 Veersedam–Middelburg, Rw12 Den Haag–Gouda benutting van het planstudieprogramma zijn overgegaan naar het realisatieprogramma.
Verder zijn er de volgende belangrijke mutaties in de realisatietabel:
– A7 Zuidelijke ringweg Groningen fase 1: budgetverlaging met € 11 mln;
– Rw35 Wierden–Almelo: dit project wordt in 2007 (i.p.v. 2008) opgeleverd.
– Rw35 Zwolle–Almelo: een toevoeging van € 7,4 mln (garantstelling) en een provinciale bijdrage van € 3,6 mln;
– N35 Zwolle–Almelo (Nijverdal): een toevoeging van € 15 mln aan provinciale bijdrage (voor garantstelling Rijk en extra bijdrage wegtunnel) en € 16 mln voor amendement nr. 43 Netwerkanalyses;
– A2 Rondweg Den Bosch: € 7 mln toegevoegd uit artikel 15 Hoofdvaarwegen in verband met gecombineerde werkzaamheden voor de A2 (ophoging A59) en een omlegging van de Zuid Willemsvaart (viaduct);
– Rw 57 Veersedam-Middelburg: Het projectbudget is opgehoogd met € 15 mln (7,5 provincie, 7,5 Rijk). Over het onderdeel Veere worden nadere afspraken gemaakt.
– A73 Venlo-Maasbracht: conform bestuurlijke afspraak MIT 2007 wordt de reeds verwerkte aanbestedingsmeevaller A73 van € 123 mln voor de financiering van de kostenstijging A2 Maastricht nu anders ingezet: € 100 mln naar de A2 Maasbracht–Geleen en € 23 mln toegevoegd voor nog nader te bepalen maatregelen binnen de bestuursovereenkomst aanleg A73-Zuid, A74, N280-Oost en Oosttangent Roermond;
– Maatregelenpakket Limburg: toevoeging provinciale bijdrage van € 10 mln (uitvoering motie Dijsselbloem);
– Het knooppunt Moerdijk (€ 5 mln) is nieuw opgenomen onder kleine projecten.
• Enveloppe Investeren in wegen
Het kabinet heeft op de korte termijn extra geld binnen het FES gereserveerd (€ 150 mln. in de priode 2008–2012) voor verbetering van de weginfrastructuur. Meer concreet gaat het om:
– De Pilot Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) Amsterdam om het concept sturend Verkeers-management op de ring uit te werken en te toetsen.
– Quick wins en aanpak knooppunten wegen gericht op de optimale benutting van 25 knooppunten op het hoofdwegennet.
– Een pakket Duurzaam Veilig bestaande uit projecten die inspelen op de wisselwerking tussen infrastructuur, voertuig en gedrag.
Naar verwachting is voor een deel van bovenstaande projecten voor eind 2007 meer duidelijkheid over de exacte invulling en daaraan gekoppelde financiering.
Er wordt een actualisatie van de knelpunten-analyse uit de Nota Mobiliteit uitgevoerd. Die zal inzicht geven in de knelpunten en maatregelenpakketten en zal bouwstenen leveren voor nadere invulling van het wegenprogramma voor de periode 2015–2020. Deze Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse (LMCA) Wegen is in het najaar 2007 gereed. Bij besluitvorming over deze LMCA wordt – waar relevant – de structurele doorwerking van de envelop Infrastructuur en (vaar)wegen betrokken.
• Enveloppe Regionaal economisch beleid: Sterke regio’s
Regionale knelpunten van nationaal belang zullen door het rijk financieel worden ondersteund. De toegang van grootstedelijke regio’s wordt verbeterd door effectieve en kleinschalige maatregelen te nemen (o.a. afstemming reisinformatie en verbetering aansluitingen hoofdwegennet en onderliggend wegennet).
Op dit artikel gaat het om de A4 Schiphol/parallel werkstad A4 (UPR), Leiden Bioscience (inclusief Ontsluiting) en Bereikbaarheid Brainport Eindhoven.
Planstudieprogramma na tracébesluit
– Innovatieprogramma Geluid (IPG)/Spoedwet Wegverbreding: overboeking ad € 120 mln van IPG naar Spoedwet Wegverbreding (geluidsplannen);
– A4 Den Haag–Leiden: in het bestuurlijk MIT-overleg van oktober 2006 is besloten deze planstudie te schrappen. Het gedeelte A4 Den Haag–Leiden is onderdeel geworden van de regionale verkenning A4.
Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma hoofdwegennet (pp 2007)
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Noord | ||||||||||||
Rw7 Rondweg Sneek | 77 | 76 | 16 | 2 | 18 | 21 | 20 | 2010 | 2010 | |||
RW7 Zuidelijke ringweg Groningen, fase 1 | 117 | 128 | 36 | 11 | 33 | 22 | 15 | 2009 | 2009 | |||
RW31 Zurich–Harlingen | 27 | 27 | 2 | 9 | 10 | 6 | 2008 | 2008 | ||||
Rw37 Hoogeveen–Holsloot–Emmen–Duitse grens1 | 167 | 167 | 121 | 20 | 26 | 2007 | 2007 | |||||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Rw2 Everdingen–Deil–Zaltbommel–Empel | 459 | 455 | 57 | 57 | 120 | 158 | 57 | 10 | 2010 | 2010 | ||
Rw35 Wierden-Almelo | 106 | 94 | 45 | 33 | 28 | 2007 | 2008 | |||||
RW35 Zwolle-Almelo (traverse Nijverdal) | 228 | 195 | 21 | 10 | 25 | 15 | 17 | 45 | 62 | 33 | 2013 | 2013 |
Projecten landsdeel Randstad | ||||||||||||
Rw2 Holendrecht–Oudenrijn | 1 293 | 1 283 | 255 | 176 | 214 | 225 | 195 | 100 | 82 | 46 | 2012 | 2012 |
Rw12 Den Haag–Gouda benutting5 | 121 | 121 | 52 | 19 | 24 | 21 | 5 | 2009 | 2009 | |||
Rw14 Wassenaar–Leidschendam (Verlengde Landscheidingsweg incl. aansluiting Hubertusviaduct) | 400 | 400 | 322 | 34 | 44 | 2008 | 2008 | |||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Maatregelenpakket Limburg2 | 84 | 73 | 2 | 13 | 1 | 19 | 49 | 2010 | 2009 | |||
Rw2 Rondweg Den Bosch | 264 | 255 | 40 | 44 | 64 | 86 | 21 | 4 | 5 | 2010 | 2010 | |
RW2 Tangenten Eindhoven | 648 | 644 | 72 | 107 | 155 | 142 | 140 | 31 | 1 | 2010 | 2010 | |
Rw4 Dinteloord–Bergen op Zoom, omleiding Halsteren3 | 73 | 72 | 22 | 28 | 23 | 2008 | 2007 | |||||
Rw57 Veersedam–Middelburg | 183 | 167 | 26 | 11 | 22 | 61 | 60 | 3 | 2010 | 2010 | ||
Rw73/74 Venlo–Maasbracht ism rw74, N68 en OTR4 | 837 | 812 | 478 | 244 | 79 | 18 | 18 | 2007 | 2008 | |||
Overig | ||||||||||||
Dynamisch verkeersmanagement | 62 | 50 | 51 | 11 | ||||||||
Kleine projecten/Afronding projecten | 141 | 198 | 87 | 31 | 14 | 1 | 8 | nvt | ||||
Verkeersveiligheid infrastructuurpakket hoofdwegennet | 11 | 10 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||||
Afronding | 2 | 1 | – 1 | 1 | – 1 | 1 | ||||||
Totaal categorie 0 | 5 298 | 972 | 916 | 808 | 600 | 216 | 157 | 80 | ||||
Begroting (IF 12.03.01) | 972 | 916 | 808 | 600 | 216 | 157 |
1 Project Trans Europese Netwerk (TEN) zoals afgegeven in Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996.
2 Betreft invulling van het amendement Van Hijum (29 800 A, nr. 8); aanleg spitsstrook A2 St. Joost-Urmond en aanpassing aansluiting Nuth op A76; budget verhoogd met 10 M€ regionale bijdrage. De gewijzigde opleveringsdatum betreft de aanpassing aansluiting Nuth op A76. De A2 St.Joost-Urmond en aansluiting Imstenraderweg op A76 blijven voorzien voor 2009.
3 Planning is exclusief Klutsdorp (inclusief Klutsdorp is de oplevering 2008)
4 Oplevering in 2007 betreft alleen rijksweg 73.
5 Spoedwet Wegverbreding ZSM-I.
Projectoverzicht behorende bij 12.03.02 en 12.05.02: Planstudie hoofdwegennet voor en na tracébesluit
Bedrag in € mln | Raming kosten | Budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | periode |
CATEGORIE 1 (na tracébesluit) | |||||||||||
Projecten nationaal | |||||||||||
Innovatieprogramma Geluid en Lucht, incl. maatregelen geluid | 183 | 2004–2010 | |||||||||
ZSM 1(Spoedwet Wegverbreding) + ZSM 2 | 1 436 | 2003–2015 | |||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw 34 Ommen | 47 | 2008–2011 | |||||||||
Projecten landsdeel Randstad | |||||||||||
Rw4 Burgerveen–Leiden4, 5, 16 | 676 | 2002–2011 | |||||||||
Projecten lansdeel West - overig | |||||||||||
Rw7 Zaanstad–Purmerend, benutting7, 9 | 2007–2008 | ||||||||||
Rw9 Koedijk–De Stolpen | 76 | 2008–2009 | |||||||||
CATEGORIE 1 (voor tracébesluit) | |||||||||||
Tracé/-projectbesluit t/m 2008 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw 31 Leeuwarden | 189 | tb | 2011–2014 | ||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw28 Hattemmerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28/A32, ZSM10 | tb | 2009–2010 | |||||||||
Rw50 Ewijk–Valburg–Grijsoord6 | 308 | tb | 2008–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel Randstad | |||||||||||
Rw1/Rw6/Rw9, benutting7, 9 | 476 | wab | wab | 2008–2009 | |||||||
Rw2 Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn) 2x5 rijstroken12 | 45 | tb | 2008–2012 | ||||||||
Rw2 Oudenrijn–Deil; OTB gesplitst in Oudenrijn-Everdingen en Everdingen–Deil1,3 | 186 | tb | 2007–2012 | ||||||||
Rw9 Velsen–Badhoevedorp, benutting6, 9 | wab | 2009 | |||||||||
Rw10 Tweede Coentunnel/Westrandweg | 1 306 | tb | 2008–2012 | ||||||||
RW11 Leiden–Zoeterwoude Alphen a/d Rijn | tb | ||||||||||
Rw12 Utrecht west benutting ism Woerden–Gouda1, 7 | 122 | wab | 2007–2010 | ||||||||
Rw12 Utrecht–Maarsbergen en Veenendaal–Ede1, 7 | 373 | wab | 2007–2011 | ||||||||
RW15 Maasvlakte–Vaanplein | 1 309 | tb | 2009–2015 | ||||||||
Projecten lansdeel West - overig | |||||||||||
Rw12 Maarsbergen–Veenendaal10, 11 | tb | 2012–2015 | |||||||||
Rw50 Ramspol–Ens | 98 | tb | 2009–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw 2 Leenderheide–Budel10 | tb | 2010–2011 | |||||||||
Rw2 Den Bosch–Eindhoven | 57 | 162 | tb | 2010–2011 | |||||||
Rw 61 Hoek–Schoondijke | 125 | tb | 2009–2012 | ||||||||
Rw 61 tunnel Sluiskil | 125 | tb | 2009–2012 | ||||||||
Rw74 Venlo ism rw73 zuid, N68 en Oosttangent Roermond | 837 | tb | 2009–2011 | ||||||||
Tracé-/projectbesluit na 2008 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw 33 Assen–Zuidbroek | 141 | tb | 2010–2014 | ||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw12 Ede–Duitse Grens14 | tb | na 2010 | |||||||||
RW15 Doortrekking 15 naar A1213 | 750 | tb | 2012–2015 | ||||||||
Rw18 Varsseveld–Enschede | 144 | tb | 2010–2014 | ||||||||
Projecten landsdeel Randstad | |||||||||||
Rw4 Delft–Schiedam | 645 | tb | 2010–2015 | ||||||||
Rw4/9 Omlegging A9 Badhoevedorp | 155 | tb | 2012–2015 | ||||||||
Rw10 Zuidas (hoofdweggedeelte)15 | tb | 2011–2014 | |||||||||
Rw13/16/20 Rotterdam | 31 | tb | 2012–2020 | ||||||||
Schiphol-Amsterdam-Almere (inclusief Hollandse Brug)8 | tb | 2011–2017 | |||||||||
RW27/1/28 Ring Utrecht | tb | 2014–2020 | |||||||||
RW27/1/28 Driehoek Utrecht–Hilversum–Amersfoort | tb | 2014–2020 | |||||||||
Projecten Landsdeel West - Overig | |||||||||||
RW9 Alkmaar–Uitgeest | tb | 2010–2011 | |||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
RW2 Passage Maastricht | 504 | tb | 2010–2016 | ||||||||
Rw4 Dinteloord–Bergen op Zoom, exclusief Omlegging Halsteren | 174 | tb | 2010–2012 | ||||||||
Rw27 Utrecht (Lunetten)–Hooipolder | tb | 2013–2018 | |||||||||
N 62 Goes–Vlissingen | 81 | 2011–2014 | |||||||||
Totaal categorie 1 | 10 599–10 704 | ||||||||||
CATEGORIE 2 | |||||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw1 Amsterdam–Amersfoort (Muiderberg–Hoevelaken) | na 2014 | ||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw2 Maasbracht–Geleen | tb | 2010–2013 | |||||||||
CATEGORIE 3 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw1 Barneveld–Deventer | na 2020 | ||||||||||
Rw1 Deventer–Hengelo | na 2020 |
1 Project in het kader van Bereikbaarheidsoffensief Randstad
2 Project volgt geen Tracéwetprocedure.
3 Tracébesluit is gesplitst in Oudenrijn–Everdingen en Everdingen–Deil.
4 Betreft ingetrokken deel van het tracébesluit bij Leiden en Leiderdorp.
5 Exclusief het aan HSL-zuid overgedragen deel van de uitvoering van het gebundelde gedeelte van de verbreding van rw 4.
6 Taakstellend budget betreft gedeelte Ewijk–Valburg. Valburg–Grijsoord is ZSM II.
7 Spoedwet Wegverbreding.
8 Hierin is opgenomen rw9 Badhoevedorp-Holendrecht en rw6/9 Toltunnel.
9 Budget van € 476 mln voor onder andere benuttingsprojecten A1/A6/A9 CRAAG, A9 Velsen-Badhoevedorp en A7 Zaanstad-Purmerend.
10 ZSM II
11 ZSM II, uit amendement Van Hijum 8 is € 50 mln beschikbaar en uit amendement Hermans € 60 mln.
12 Openstelling 2x5 in 2010.
13 Taakstellend budget is inclusief een bijdrage ad € 112,5 mln aan van de regio en € 262,5 mln aan geanticipeerde inkomsten door een vorm van beprijzing. Ede–Duitse Grens; deel Ede–Grijsoord wordt tevens hieruit gefinancierd.
14 Project inclusief budget staan in relatie met doortrekking A15.
15 Financiering € 286 mln uit FES-budget Noordvleugel.
16 Op 25 juli 2007 heeft de Raad van State het tracébesluit van A4 Burgerveen–Leiden vernietigd.De gevolgen van deze uitspraak op de planning waren niet tijdig bekend om opgenomen te kunnen worden in deze begroting.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
tb/pb tracébesluit/projectbesluit
wab wegaanpassingsbesluit
12.04 Geïntegreerde contractvormen
Door middel van uitvoering van deze infraprojecten waarbij sprake is van Publiek-Private financiering wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden.
Naast de overgang van de N 31 Leeuwarden–Drachten zijn er de volgende mutaties:
– Tunnels: budgetverlaging van € 22 mln wegens vaststellen van een lager aflossingstarief bij de Wijkertunnel;
– Exploitatie Westerscheldetunnel: budgetverhoging met € 9 mln vanwege de in de bestuurlijke overeenkomst vastgelegd afspraken met betrekking tot de indexering.
Projectoverzicht behorende bij 12.04 Geïntegreerde contractvormen hoofdwegennet
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Noord | ||||||||||||
N31 Leeuwarden–Drachten (excl B*O) | 125 | 125 | 24 | 9 | 57 | 35 | 2008 | 2008 | ||||
Projecten landsdeel West – Overig en Randstad | ||||||||||||
Aflossing tunnels | 1 010 | 313 | 98 | 46 | 48 | 49 | 49 | 50 | 50 | 620 | ||
Rw11 Alphen a.d. Rijn–Bodegraven, betaling PPS-constructie | 76 | 75 | 16 | 17 | 34 | 9 | 2004 | 2004 | ||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Exploitatie Westerscheldetunnel | 765 | 282 | 98 | 50 | 50 | 50 | 47 | 47 | 47 | 376 | ||
Rw59 Rosmalen-Geffen, PPS | 289 | 274 | 83 | 17 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 114 | 2005 | 2005 |
Totaal categorie 0 | 2 265 | 319 | 139 | 204 | 158 | 111 | 112 | 112 | 1 110 | |||
Begroting (IF 12.04) | 139 | 204 | 158 | 111 | 112 | 112 |
De verschillen bij de tunnnels en WST t.o.v. vorig MIT worden m.n. verklaard doordat nu de kolom «later» is ingevuld.
De realisatie t/m 2006 heeft betrekking op de jaren 2005 en 2006.
12.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit
Om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering (planstudie voor tracébesluit).
Verkenningen
Bij dit onderdeel gaat het om de uitvoering van verkenningen op basis van het MIT-spelregelkader.
Wijziging in de verkenningentabel:
– Aansluiting A15 (Ressen)–A12 (Zevenaar): de verkenning is afgerond; de hieruit voortvloeiende planstudie (A 15 doortrekking A12) wordt opgenomen in het planstudieprogramma.
– Gebiedsgerichte verkenning Utrecht (netwerkanalyse) is afgerond. Hieruit komen de pakket-/planstudies Ring Utrecht en Driehoek Utrecht (RW1/27/28) uit voort («Draaischijf Nederland»).
– Gebiedsgerichte verkenning A1 corridor Apeldoorn–Deventer is opgestart. De resultaten worden betrokken bij de LMCA wegen en besproken in het najaarsoverleg 2007.
– Gebiedsgerichte verkenning Regio Zwolle/A28 is opgestart en wordt gezamenlijk uitgewerkt door regio en rijk en in overleg najaar 2007 besproken.
– Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met de Noordvleugel over MIT 2007 is de verkenning A10 Noord opgestart.
– Naar aanleiding van bestuurlijk overleg 2006 is verkenning A73 Corridor Ewijk–Rijkevoort opgestart.
Planstudieprogramma vóór tracébesluit
– A10 tweede Coentunnel/Westrandweg: toevoeging van € 90 mln. lucht- en geluidsmaatregelen en afboeking van € 5 mln. omdat de aansluiting parkstad wordt meegenomen in het project A9 omlegging Badhoevedorp.
– N33 Assen–Zuidbroek: toevoeging van de regionale bijdrage van € 50 mln.;
– A2 Maasbracht–Geleen: Conform bestuurlijke afspraak blijft € 100 mln. uit aanbestedingsvoordeel A73 gereserveerd, terwijl tevens € 15 mln. beschikbaar wordt gesteld ter dekking van extra VenW-bijdrage voor Dinteloord Bergen op Zoom.
– A4 Dinteloord–Bergen op Zoom, Steenbergen: toevoeging regionale bijdrage van € 43 mln. en de hiermee corresponderende extra V&W bijdrage van € 15 mln.;
– A9 Alkmaar–Uitgeest: € 4 mln. voor uitbreiding capaciteit;
– Rw74 Venlo: het project heeft een jaar vertraging opgelopen als gevolg van een fout in de verkeersmodellen.
– Rw 61 Sluiskil: Conform bestuurlijke afspraak 2006 wordt er € 125 mln beschikbaar gesteld voor tunnel onder kanaal Gent–Terneuzen.
– Rw61 Hoek–Schoondijke: als gevolg van vertraging in het luchtonderdeel moesten verkeersprognoses worden geactualiseerd. Hierdoor wordt de oplevering met een jaar vertraagd.
– N18 Varsseveld–Enschede: toegevoegd € 16 mln. a.g.v. amendement nr 43 Netwerkanalyses.
– Rw 50 Ramspol–Ens: toevoeging € 18 mln. uit amendement 43 Netwerkanalyses.
– Rw 4 Delft–Schiedam: Er komt in het laatste kwartaal 2007 een nieuwe trajectnota/milieu effectrapportage. Op basis hiervan wordt bepaald hoe het vervolgtraject richting standpunt en tracébesluit er uit komt te zien.
Projectoverzicht behorende bij 12.05.02 Verkenning en planstudie voor tracébesluit
De planstudies voor tracébesluit zijn opgenomen onder 12.03.
Projectoverzicht behorende bij 12.05.01 Verkenningen
In het kader van de Nota Mobiliteit zijn in samenwerking met de regio netwerkanalyses uitgevoerd.
Op basis hiervan zijn een aantal regionale gebiedsgerichte verkenningen afgesproken.
Het gaat om de onderstaande verkenningen.
Er wordt een actualisatie van de knelpunten analyse uit de Nota Mobiliteit uitgevoerd. Die zal inzicht geven in de knelpunten en maatregelenpakketten en zal bouwstenen leveren voor nadere invulling van het wegenprogramma voor de periode 2015–2020. Deze Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse (LMCA) Wegen is in het najaar 2007 gereed en is onderwerp van de bestuurlijke overleggen in het najaar van 2007.
Locatie | Probleem | Referentiekader | Gereed |
---|---|---|---|
Landsdeel Oost | |||
A73 Ewijk–Rijkevoort | Bereikbaarheid | Nota Mobiliteit | 2007 |
Gebiedsgerichte verkenning A1 corridor Apeldoorn–Deventer | Bereikbaarheid | 2007 | |
Gebiedsgerichte verkenning Regio Zwolle/A28 | Bereikbaarheid | Bestuurlijk overleg MIT 2006 | 2007 |
Landsdeel Randstad | |||
A10 Noord | Bereikbaarheid | Nota Mobiliteit | 2007 |
B. (Mogelijk) te starten verkenningen
Locatie | Probleem | Toelichting |
---|---|---|
Landsdeel Noord | ||
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 | Veiligheid, Leefomgeving | Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg Netwerkanalyse/MIT (TK 29 644, nr. 74) is in overleg tussen VenW en de regio besloten om de Verkenning Alternatieven Zuidelijke Ringeweg Groningen (VAZ) aan te passen. Tijdens het bestuurlijk overleg Nerwerkaanpak voorjaar 2007 (TK 29 644, nr. 77) is vastgesteld dat de aangepaste rapportage van de Verkenning Zuidelijke Ringweg Groningen 2e fase voldoet aan de eisen van het MIT spelregelkader. Het rapport wordt de komende periode afgerond. Hierbij zal ook worden ingegaan op een sobere variant. Gelet op de verwachte verkeersproblematiek is er op zich reden om een planstudie te starten, maar niet eerder dan dat er zicht is op financiering van het project. VenW neemt het initiatief om te komen tot een financieringsplan. Dit zal worden uitgewerkt in overleg met de regio ten behoeve het bestuurlijk overleg najaar. Afgesproken is verder om de periode tot het bestuurlijk overleg te benutten door voorwerk te doen in de vorm van het opstellen van een concept startnotitie en het opstarten van een marktscan. |
Landsdeel Randstad | ||
A1 Muiderberg–Eemnes | Bereikbaarheid | |
A4 Prins Clausplein–Leiden–De Hoek–Amsterdam | Bereikbaarheid | |
A6 Almere–Lelystad | Bereikbaarheid | |
A7 Hoorn–Amsterdam | Bereikbaarheid | |
A9 Alkmaar–Amsterdam | Bereikbaarheid | |
A27 Almere–Hilversum–Utrecht | Bereikbaarheid | |
A28 Utrecht–Amersfoort | Bereikbaarheid | |
Bereikbaarheid Almere | Bereikbaarheid | |
Landsdeel West - overig | ||
A2 Culemborg–Geldermalsen | Bereikbaarheid | |
Landsdeel Zuid | ||
A58 Bergen op Zoom | Bereikbaarheid | In het bestuurlijk overleg Netwerkaanpak van voorjaar 2007 is besloten een verkenning A58 Bergen op Zoom–Eindhoven op te nemen in het MIRT. |
N57-N59 knooppunt Oosterscheldekering–Hellegatsplein | Bereikbaarheid | |
Zuidoostvleugel Brabantstad | In het bestuurlijk overleg Netwerkaanpak van voorjaar 2007 is besloten een pilot MIRT verkenning op te nemen in het MIRT. |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2008 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikelen:
• artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;
• artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;
• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 3 450 647 | 1 807 841 | 1 761 179 | 1 984 523 | 1 611 273 | 1 588 131 | |
Uitgaven | 2 069 357 | 2 238 468 | 2 417 064 | 2 483 249 | 2 584 897 | 2 259 806 | 2 182 352 |
13.01 Railverkeersleiding | 93 251 | ||||||
13.02 Onderhoud en vervanging | 1 547 391 | 1 395 181 | 1 510 069 | 1 505 056 | 1 566 516 | 1 249 269 | 1 203 860 |
13.02.01 Regulier onderhoud | 710 634 | 638 374 | 607 203 | 604 143 | 628 899 | 548 748 | 559 675 |
13.02.02 Grote onderhoudsprojecten | 625 493 | 412 750 | 450 380 | 448 210 | 484 814 | 309 929 | 301 788 |
13.02.03 Rentelasten | 188 654 | 119 336 | 121 734 | 124 150 | 123 981 | 124 031 | 123 942 |
13.02.04 Betuweroute | 22 610 | 33 825 | 31 044 | 31 902 | 35 058 | 31 340 | 35 058 |
13.02.05 Kleine infra & ov. projecten | 0 | 190 896 | 299 708 | 296 651 | 293 763 | 235 221 | 183 397 |
13.03 Aanleg | 372 286 | 669 058 | 760 973 | 825 639 | 793 300 | 697 404 | 404 530 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 315 090 | 605 064 | 719 115 | 818 935 | 793 300 | 697 404 | 404 530 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 30 750 | 63 994 | 41 858 | 6 704 | 0 | 0 | 0 |
13.03.03 Uitgaven leenfaciliteit versnelde aanleg | 26 446 | ||||||
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS | 47 524 | 152 736 | 137 701 | 138 183 | 139 071 | 139 979 | 141 289 |
13.05 Verkenningen en planstudies | 8 905 | 21 493 | 8 321 | 14 371 | 86 011 | 173 154 | 432 673 |
13.05.01 Planstudieprogramma personenvervoer | 5 274 | 6 560 | 1 333 | 500 | 41 500 | 95 000 | 188 448 |
13.05.02 Planstudieprogramma goederenvervoer | 1 131 | 14 933 | 6 988 | 13 871 | 44 511 | 78 154 | 244 225 |
13.05.03 Verkenningenprogramma. | 2 500 | ||||||
Van totale uitgaven | |||||||
– Apparaatsuitgaven DGP | 5 653 | 500 | 500 | 500 | |||
– Restant | 2 232 815 | 2 416 564 | 2 482 749 | 2 584 398 | 2 259 806 | 2 182 352 | |
13.09 Ontvangsten | 1 047 | 36 089 | 33 046 | 86 329 | 96 498 | 120 667 | 144 837 |
HSA | 0 | 0 | 15 446 | 72 329 | 96 498 | 120 667 | 144 837 |
Overig | 1 047 | 36 089 | 17 600 | 14 000 |
VenW is verantwoordelijk voor het betrouwbaar kunnen vervoeren van grote aantallen mensen in de spits van, naar en binnen stedelijke netwerken en draagt bij aan de bereikbaarheid van alle landsdelen per spoor.
De verkeersleiding stuurt het treinverkeer en levert actuele reisinformatie. Verkeersleiding is ook verantwoordelijk voor het afhandelen van calamiteiten en het zo snel mogelijk herstellen van het treinverkeer.
Met ingang van het jaar 2008 worden de uitgaven (ca. € 110 mln per jaar) voor spoorverkeersleiding verantwoord onder 13.02, omdat in het beheerplan van ProRail deze uitgaven niet meer apart inzichtelijk zijn.
De Minister is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding van dit goed is de eerste prioriteit. Onderhoud en vervanging zijn noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor te verbeteren.
Het betreft hier vervangingen, de beheer- en onderhoudskosten van de in uitvoering zijnde of gerealiseerde aanlegprojecten en de effecten van groei.
Tevens worden hier de activiteiten van ProRail verantwoord die samenhangen met spoorverkeersleiding en de activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement en capaciteitsstudies zoals door ProRail uitgevoerd.
Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor het onderhoud spoor wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven.
In het onderhoudsbudget wordt een onderscheid gemaakt tussen
• regulier onderhoud;
• grote onderhoudsprojecten;
• rentelasten;
• exploitatie Betuweroute;
• kleine infra en overige projecten
In het kader van de dienstregeling 2007 is discussie gevoerd over de verbetering van reistijden van, naar, binnen en tussen de landsdelen. In de brief van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer van 18 december 2006 (TK, 29 984, nr. 82) zijn maatregelen genoemd op het gebied van alternatieve bedieningsmodellen, efficiëntere benutting van goederen-paden, plannormen en infrastructuur. Naar aanleiding van het amendement Van Hijum/Dijksma (Kamerstuk 30 800 A, nr. 18) stelt het kabinet voor de infrastructurele maatregelen € 84 mln beschikbaar voor de periode 2007–2009. Van deze gelden is € 48 mln bestemd voor infrastructurele versnellingsmaatregelen en wordt € 36 mln gereserveerd voor mogelijke maatregelen die kunnen voortvloeien uit het onderzoek naar rijden met 160 km per uur op daarvoor reeds geschikte baanvakken.
• Groei van vervoer per spoor
Om de geambieerde groei van het vervoer per spoor in de periode 2007–2011 mogelijk te maken zijn op korte termijn extra maatregelen noodzakelijk. Samen met onder anderen NS en ProRail wordt een actieplan opgesteld met snel uitvoerbare maatregelen. Dit pakket kan naast aanpassingen in de dienstregeling en inzet van meer of andere treinen ook bestaan uit kleine infrastructurele maatregelen zoals:
– Perronverlengingen op diverse drukke routes;
– Verbetering van de transfercapaciteit voor middelgrote stations;
– Seinverdichting op drukke routes;
– Uitbreiding van opstelcapaciteit voor meer materieel;
– Kleinere aanpassingen Infrastructuur/emplacementen.
Voor de uitvoering van deze maatregelen heeft het kabinet € 200 mln in de periode 2008–2012 binnen het FES gereserveerd. Tevens worden hieruit kleine infrastructurele aanpassingen voor een toekomstvaste invulling van de spoorcorridor Delft (ad € 20 mln.) gefinancierd. Op basis van het uitgewerkte actieplan zal een definitief besluit worden genomen over de maatregelen en de daarvoor benodigde middelen. Daarbij wordt ook de structurele doorwerking van de envelop Openbaar Vervoer uit het Coalitieakkoord betrokken. Het pakket maatregelen moet ook in samenhang worden bezien met de maatregelen in het kader van invoering van hoogfrequent spoorvervoer op basis van de uitkomsten van de LMCA.
• Hoogfrequent spoorvervoer
Momenteel loopt er een landelijke markt- en capaciteitsanalyse (LMCA) voor het spoor. De uitkomst van deze LMCA is eind 2007 beschikbaar en zal inzicht geven in kansen en mogelijkheden van een kwaliteitssprong van het spoor door hogere fequentie voor de treinreiziger en het faciliteren van de groei van het goederenvervoer. Op basis van de uitkomsten kunnen door het Kabinet richtinggevende keuzes worden gemaakt. Daarbij wordt de structurele doorwerking van de envelop Openbaar Vervoer uit het Coalitieakkoord na 2012 betrokken.
• Spoorse doorsnijdingen
Dit kabinet is voornemens een tweede tranche spoorse doorsnijdingen te starten als de evaluatie van de inschrijvings- en toedelingsprocedures van de eerste tranche (positieve) resultaten laat zien. De structurele doorwerking van de enveloppe Openbaar Vervoer uit het Coalitieakkoord wordt daarbij betrokken.
Het beheer en onderhoud spoorwegen wordt uitgevoerd door ProRail. Sinds 1 januari 2005 is de nieuwe spoorwegwet van kracht en heeft de minister van VenW een beheerconcessie verleend aan ProRail. In 2007 is door ProRail verder gewerkt aan een bekostigingsmodel zodat per 2008 een transparante relatie tussen middelen en prestaties kan worden gelegd. Zoals aangegeven in de beheerconcessie wordt voor 2008 beslist of en op welke wijze gestuurd zal gaan worden op output. Op basis daarvan zullen in de volgende begroting en het volgende MIRT de voor beheer en onderhoud spoor opgenomen prestatiegegevens verder worden uitgebreid. De gehele structuur van de Spoorweg- en de Concessieweg zal worden geëvalueerd in 2008.
Op dit hoofdproduct worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
• de uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor.
• de voorbereiding van de uitvoering van deze projecten.
In de begroting 2007 is de BTW-overheveling vanuit (de BTW-compensatieregeling van) Financiën naar de VenW-begroting verwerkt door in de MIT-tabellen een aparte BTW-regel op te nemen. In de begroting 2008 is de BTW nu toegerekend aan de betreffende projecten. De verschillen die hierdoor op projectniveau ontstaan t.o.v. MIT2007 worden niet apart per project verklaard.
Realisatie programma aanleg personenvervoer
In de begroting 2008 is rekening gehouden met de nieuwe afspraken voor het vergoeden van de kosten voor planstudies. Voor nieuwe projecten worden de kosten separaat vergoed op basis van een reële kostenopgave en niet meer gefinancierd via een opslagpercentage op de bouwkosten.
ProRail heeft aangegeven voor € 238 mln aan aanbestedingsresultaat aanleg spoor te verwachten in de periode 2005–2012. Tot en met 2006 is hiervan € 65 mln gerealiseerd. Het restant (€ 173 mln) is technisch verwerkt op het project 2e fase Betrouwbaar Benutten.
In aanvulling op de al gerealiseerde aanbestedingsmeevallers worden in de begroting 2008 (ca. € 90 mln) de onderstaande aanbestedingsmeevallers verwerkt:
• Vleuten–Geldermalsen (€ 55,1 mln);
• Hanzelijn (€ 17,7mln);
• Nootdorpboog (€ 3,8 mln);
• Extra perron capaciteit Amsterdam Zuid (€ 2,4 mln);
• Den Haag Centraal aanpassen emplacement (€ 4,9 mln);
• Traject Oost perronverbredingen (€ 4,2 mln);
• Halte Den Haag Ypenburg (€ 0,8 mln);
• Spoorgoederenproject NW Hoek Maasvlakte (€ 1,8 mln).
Hiermee kan de technische verwerking op het project 2e fase Betrouwbaar benutten worden gecorrigeerd.
Naast de aanbestedingsmeevallers worden voor de onderstaande projecten de projectkosten verlaagd als gevolg van het vrijvallen van de post onvoorzien:
• Nootdorpboog (€ 2,3 mln);
• Den Haag Centraal aanpassen emplacement (€ 1,2 mln);
• Extra perron capaciteit Amsterdam Zuid (€ 6 mln);
• Uitgeest de Kleis (€ 0,4 mln);
• Rotterdam Zuid–Dordrecht (€ 4,3 mln).
Met de vrijval is al rekening gehouden bij de overige knelpunten op het spoor.
Onderstaande projecten zijn langer dan een jaar geleden in dienst gesteld en worden niet meer als afzonderlijke projecten opgenomen, maar onder de post nazorg:
• Woerden–Harmelen 2e fase;
• Nootdorpboog;
• Halte Arnhem Zuid;
• Halte Den Haag Ypenburg;
• Uitgeest De Kleis.
Geluid (emplacementen en innovatieve ontwikkelingen)
Verlaging van het budget wordt veroorzaakt door scopewijzigingen ad € 7 mln (uiteindelijk zijn minder maatregelen nodig dan voorzien) en de vrijval van de post onvoorzien (€ 3 mln).
Afdekking risico’s spoorprogramma
Conform de afspraak in het AO van 4 oktober 2006 is de risicoreservering verlaagd met € 75 mln (4e en 5e tranche). Het bedrag is toegevoegd aan budget van de HSL-Zuid (artikel 17.03 IF).
Verder wordt de uit de risicoreservering aangevraagde zesde tranche van € 31,1 mln voor het contract meerwerk ERTMS en de kosten van de organisatie RWS HSL-Zuid alsmede de zevende tranche van € 9,3 mln voor de meerkosten van contract ERTMS in deze begroting verwerkt. De Kamer is hierover geïnformeerd met mijn brieven van respectievelijk 23 januari 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 260) en 15 mei 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 265).
De bedragen zullen worden toegevoegd aan het projectbudget van de HSL-Zuid.
Arnhem West vrije kruising/Arnhem 4e perron
De projecten Arnhem West vrije kruising en Arnhem 4e perron zijn samengevoegd tot het project Sporen in Arnhem. Het onderdeel perrontunnel is vanwege de grote samenhang toegevoegd aan het projectbudget NSP Arnhem.
Het onderdeel perrontunnel is overgeheveld vanuit Sporen in Arnhem en toegevoegd aan het projectbudget NSP Arnhem.
Als gevolg van onderhandelingen tussen de diverse partijen in het kader van de Business Case, de uitwerking van het voorlopig ontwerp in een definitief integraal ontwerp van de OV-terminal en Stichthage én een gewijzigde bouwfasering is de indienststelling van het project met 2 jaar vertraagd. Om te komen tot een sluitende businesscase is in het Bestuurlijk Overleg besloten tot een aanvullend budget van maximaal € 4,3 mln.
Traject Oost uitvoering convenant DMB
In juni 2006 is het convenant «Overeenkomst ter uitwerking van MIT-afspraken december 2005 over Traject-Oost» afgesloten. In dit convenant is besloten tot uitvoering van drie projecten op Traject Oost. Dit betreft een plaatselijke spoorverdubbeling alsmede een ongelijkvloerse kruising in Driebergen–Zeist, de realisering van een ongelijkvloerse kruising in Maarsbergen genaamd Woudsenbergseweg Maarsbergen en het ongelijkvloers maken van een spoorwegovergang in Bunnik.
Deze eerste twee planstudies zijn grotendeels afgerond en de start van de uitvoering van deze projecten zal plaatsvinden in 2007/2008. De planstudie Bunnik is minder ver gereed, maar de realisatie ervan kan mogelijk toch in 2008 starten.
NS heeft op 11 juli 2007 voor € 112,5 mln (pp 2006) een investeringsovereenkomst gesloten met VenW, VROM, ProRail en de gemeenten Arnhem, Breda, Utrecht, Den Haag en Rotterdam voor de extra commerciële voorzieningen in deze Nieuwe sleutelprojecten. Uitgaande van de planbijdrage van NS is er met betrokken gemeenten gesproken over de businesscase van elk project. VenW zal € 6 mln extra bijdragen waarvan € 4,2 mln aan NSP Breda.
OV-Terminal stationsgebied Utrecht
NS heeft op 11 juli 2007 voor € 112,5 mln (pp 2006) een investeringsovereenkomst gesloten met VenW, VROM, ProRail en de gemeenten Arnhem, Breda, Utrecht, Den Haag en Rotterdam voor de extra commerciële voorzieningen in deze Nieuwe sleutelprojecten. Uitgaande van de planbijdrage van NS is er met betrokken gemeenten gesproken over de businesscase van elk project. VenW zal € 6 mln extra bijdragen waarvan € 1,8 mln aan NSP Utrecht.
Daarnaast kwamen in de loop van 2006 verschillende signalen (van zowel de Fietsersbond als van de gemeente Utrecht), dat het fietsparkeren bij het huidige station sneller toeneemt dan verwacht.
ProRail heeft daarop nieuwe tellingen uitgevoerd. Deze tellingen bevestigden het beeld uit de signalen. Het aantal benodigde fietsplaatsen in de eindsituatie neemt toe van 17 500 tot 22 000. De kosten van deze 4500 extra fietsplaatsen worden geraamd op € 9,5 mln.
Een meer precieze raming wordt pas mogelijk als duidelijk is waar de extra fietsenstalling kan worden geplaatst. Door ruimtegebrek en nog verder noodzakelijke uitdetaillering van de voorpleinen van het station zal dit nog de nodige ontwerpslagen vergen. Omdat de extra fietsenstallingen tot de eisen van het basisstation behoren is extra budget aan dit project toegekend.
Het budget is verhoogd voor de realisering van een fietspad aan de IJsselbrug. De kamer is hier in juni 2007 schriftelijk over geïnformeerd (brief met kenmerk DGP/SPO/U.07.00461).
Realisatieprogramma aanleg goederenvervoer
Het aslastenprogramma wordt ook in 2008 voortgezet. Het strekt ertoe dat huidige snelheidsbeperkingen in verband met lokaal beperkte draagkracht van de spoorbaan en met name van kunstwerken in bestaande spoorwegen komen te vervallen. Dat leidt tot een grotere capaciteit van de spoorinfrastructuur, ten gunste van zowel reizigers- als goederenvervoer. In het voorjaar van 2003 is begonnen met de werkzaamheden op de trajecten Arnhem–Deventer en Amsterdam–Amersfoort–Deventer–Oldenzaal.
PAGE (plan van aanpak goederen emplacementen)
De uitvoering van het PAGE project is in 2002 van start gegaan. Voor elf locaties werden maatregelenplannen opgesteld en – indien de veiligheidsanalyses dit na een actuele inventarisatie nog steeds vergden – ook uitgevoerd. Maatregelen op het emplacement Almelo zijn in uitvoering. Van de andere emplacementen is alleen nog Sas van Gent in onderzoek, de overige zijn zonder PAGE-financiering binnen de externe veiligheidsnormen gekomen.
De Sloelijn is de spoorverbinding voor goederenvervoer die het havengebied van Vlissingen-Oost (het Sloegebied) verbindt met de spoorlijn Vlissingen-Roosendaal. De bestaande Sloelijn, niet-geëlektrificeerd, voldoet niet aan de huidige milieueisen (onder andere geluid) en heeft een te beperkte capaciteit. In 1998 is een Tracéwetprocedure gestart, het tracébesluit is begin 2004 genomen. Het tracébesluit is in 2005 onherroepelijk geworden. In 2006 is ook een maatregelenpakket voor geluidsbeperkende maatregelen vastgesteld voor de Zeeuwse lijn. Het project wordt in 2008 in gebruik genomen.
Geluidspilots spoorgoederenvervoer
Door het uitvoeren van een aantal pilots bronbeleid op het gebied van geluidhinder wordt praktijkervaring opgedaan, een signaal afgegeven en een doorbraak op het gebied van bronbeleid geforceerd. De oplossing bestaat uit het vervangen van de metalen remblokken van goederenwagens door blokken van kunststof. Er worden proeven uitgevoerd met twee typen kunststofremblokken, namelijk K-blokken en LL-blokken. Met deze pilots worden zowel de geluidsreducerende effecten gemeten alsmede de LCC (Life Cycle Costs) bepaald.
Een andere vorm van bronbeleid is de prefab raildemper. De doelstelling van deze pilot is het doorontwikkelen van de geluidsmaatregel raildemper en het verder stimuleren van de toepassing ervan door de raildemper kosteneffectiever te maken.
Tenslotte zijn binnen het aanlegprogramma spoorwegen de volgende mutaties te onderkennen:
• Verbindingssporen ECT is afgewikkeld;
• Stamlijn Noordwesthoek Maasvlakte is gerealiseerd (alleen nog administratieve afhandeling).
Rente en aflossing leenfaciliteit versnelde aanleg
Door een leenfaciliteit aan de Nederlandse Spoorwegen is in de periode van 1991 tot en met 1993 een versnelde realisatie van spoorweginfrastructuur ten behoeve van personenvervoer mogelijk gemaakt. Aanvankelijk bedroeg de leenfaciliteit € 272 mln, maar uiteindelijk heeft de NS € 245 mln. voorgefinancierd. De rente- en aflossingsverplichting (€ 26 mln per jaar) kwam vanaf 1994 tot en met 2006 ten laste van de begroting van het infrastructuurfonds.
Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Spoorwegen personenvervoer; realisatie
Totaal | Budget | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten nationaal | ||||||||||||
Benutten | ||||||||||||
BB21 (ontw. Bev21, VPT+,VPT2, 25KV, ontw. + implement. GSM-R) | 276 | 271 | 244 | 17 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | divers | divers |
Geluid (emplacementen en innovatieve ontwikkelingen)1 | 77 | 79 | 33 | 6 | 8 | 14 | 10 | 4 | 2 | 0 | divers | divers |
Kleine projecten2 | 62 | 53 | 7 | 18 | 28 | 7 | 2 | 0 | 0 | 0 | divers | divers |
Stationsstallingen (kwaliteit) | 98 | 82 | 0 | 0 | 20 | 30 | 33 | 16 | 0 | 0 | divers | divers |
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen | ||||||||||||
Integrale spooruitbreiding Amsterdam–Utrecht | 978 | 966 | 903 | 35 | 25 | 7 | 5 | 3 | 0 | 0 | 2006/2007 | 2006 |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Kleine stations 3) | 76 | 77 | 3 | 5 | 10 | 11 | 12 | 12 | 12 | 11 | divers | divers |
Overige projecten/lijndelen enz. | ||||||||||||
Afdekking risico’s spoorprogramma’s | 75 | 190 | 0 | 69 | 0 | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
AKI-plan en veiligheidsknelpunten4 | 388 | 356 | 191 | 26 | 48 | 42 | 42 | 24 | 12 | 4 | divers | divers |
Intensivering Spoor in steden | 301 | 300 | 0 | 110 | 45 | 25 | 15 | 15 | 15 | 76 | divers | divers |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 61 | 50 | 30 | 13 | 6 | 6 | 4 | 2 | 0 | 0 | divers | divers |
Ontsnippering | 86 | 72 | 0 | 0 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | 43 | divers | divers |
Traject Oost (perronverbredingen)6 | 28 | 29 | 13 | 6 | 7 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2004–2007 | 2004–2007 |
Traject Oost uitv. convenant DMB | 200 | 0 | 0 | 0 | 4 | 24 | 48 | 71 | 36 | 18 | ||
Projecten Landsdeel Oost | ||||||||||||
Utrecht–Arnhem–Zevenaar | ||||||||||||
Sporen in Arnhem | 230 | 232 | 22 | 13 | 33 | 55 | 53 | 38 | 13 | 3 | 2007–2012 | 2007–2011 |
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) | 77 | 30 | 9 | 10 | 24 | 23 | 8 | 2 | 0 | 0 | 2010 | 2009 |
Projecten Landsdeel Randstad | ||||||||||||
Rotterdam/Den Haag–Utrecht | ||||||||||||
Woerden–Harmelen 4 sporig fase 2 | 146 | 146 | 144 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen | ||||||||||||
Vleuten–Geldermalsen 4/6 sp. (incl. Randstadspoor)5 | 1 027 | 928 | 133 | 69 | 84 | 100 | 109 | 114 | 99 | 322 | 2005 e.v. | 2005 e.v. |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Amsterdam CS spoor 10/15 | 77 | 76 | 71 | 3 | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 2004/2007 | 2004/2007 |
Den Haag Centraal (t.b.v. NSP) | 104 | 83 | 0 | 9 | 19 | 36 | 30 | 10 | 0 | 0 | 2008/2011 | 2008/2009 |
Den Haag emplacement | 11 | 16 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2006 | 2006 |
Den Haag CS: terugbouwen sporen 11/12 | 23 | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 | 12 | 5 | 0 | 2012 | 2012 |
Fietsenstalling Amsterdam CS | 33 | 27 | 1 | 1 | 6 | 11 | 8 | 4 | 2 | 0 | 2008/2011 | 2008/2011 |
Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP) | 191 | 162 | 13 | 24 | 37 | 50 | 40 | 23 | 4 | 0 | 2010/2011 | 2009/2010 |
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 316 | 255 | 0 | 27 | 70 | 70 | 70 | 45 | 20 | 14 | 2009/2013 | 2009/2012 |
Overige projecten/lijndelen enz. | ||||||||||||
Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol) | 182 | 153 | 1 | 24 | 48 | 42 | 31 | 22 | 11 | 4 | divers | divers |
Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 325 | 272 | 0 | 42 | 29 | 60 | 65 | 70 | 47 | 13 | 2011 | |
Projecten Landsdeel West - overig | ||||||||||||
Amsterdam/Schiphol–Den Helder/Hoorn | ||||||||||||
Haarlemmermeer–Almere | ||||||||||||
Extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid (2e eilandperron | 35 | 40 | 24 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2006 | 2006 |
Overige projecten/lijndelen enx. | ||||||||||||
Hanzelijn | 1 051 | 895 | 59 | 60 | 130 | 185 | 190 | 190 | 120 | 117 | 2012 | 2012 |
Projecten Landsdeel Zuid | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Breda Centraal (tlb.v. NSP) | 48 | 38 | 6 | 5 | 15 | 5 | 5 | 12 | 0 | 0 | 2011 | 2010 |
Totaal categorie 0 | 6 580 | 1 917 | 605 | 719 | 819 | 793 | 697 | 405 | 625 | |||
Begroting (IF 13.03.01) | 605 | 719 | 819 | 793 | 697 | 405 |
1 Inclusief de toegevoegde middelen ad € 60 mln. i.h.k.v. Strategisch Akkoord 2002.
2 Het betreft de projecten: knelpunt Baarn en Hilversum Larenseweg. De resterende middelen worden gereserveerd voor kleine projecten in de Noordvleugel.
3 Ten laste van het programma is een beschikking afgegeven voor de stations Tilburg Reeshof, Almere Oostvaarders, Arnhem Zuid en Ypenburg Haaglanden en Helmond Brandevoort. Uit een analyse van ProRail is gebleken dat tot 2010 daarnaast in ieder geval de door de regio’s beoogde nieuw stations Groningen Europapark, Sassenheim Kethel in aanmerking komen voor een rijksbijdrage uit het programma, mits voldaan wodt aan de door het Rijk gestelde voorwaarden. Omstreeks 2010 zal een nadere prioritering plaatsvinden voor de periode na 2010.
4 Opgenomen is het programma tot en met 2010 alsmede de middelen vanuit NaNOV voor verdiepte ligging spoor bij Almelo. Eveneens is opgenomen de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor op de spoorlijn Gouda–Rotterdam (Moordrecht) die is gefinancierd uit het Fes.
5 Inclusief de halten Vathorst, def. Halte Leidsche Rijn west en Leidsche Rijn Centrum. Door de regio is voorfinanciering aangeboden.
6 Voorheen HSL-Oost (Utrecht-Arnhem-Duitse grens).
Projectoverzicht behorende bij 13.03.02: Spoorwegen goederenvervoer; realisatie
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten nationaal | ||||||||||||
Aslasten cluster II | 49 | 45 | 43 | 4 | 2 | 2009 | 2009 | |||||
PAGE risico reductie | 22 | 19 | 5 | 13 | 4 | 2008 | divers | |||||
Geluidspilot goederenvervoer1 | 14 | 12 | 8 | 6 | 2008 | 2007 | ||||||
(voorheen pilot fluistertrein) | ||||||||||||
Projecten landsdeel West - overig | ||||||||||||
Spoorontsluiting NW Hoek Maasvlakte | 21 | 22 | 7 | 12 | 2 | 2007 | 2007 | |||||
Verbindingssporen ECT | 14 | 13 | 10 | 4 | 2005 | 2005 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Sloelijn | 82 | 66 | 15 | 29 | 31 | 7 | 2009 | 2008 | ||||
Totaal categorie 0 | 201 | 88 | 64 | 42 | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Begroting (IF 13.03.02) | 64 | 42 | 7 |
1 Project gefinancierd uit milieudrukgelden.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Terugbetaling van de kapitaallasten en beheer en onderhoud met betrekking tot de voorfinanciering voor de aanleg van de bovenbouw van de HSL-Zuid.
Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De publiekprivate samenwerking komt bij de onderdelen Infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand. Eind 2001 zijn de contracten met de Infraprovider en de Vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de Infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw geldt dat de HSL-zuid-onderdelen gefaseerd worden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de Infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering in het noordelijke deel was december 2005.
De bovenbouw van het zuidelijk deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijk deel in december 2006.
Projectoverzicht behorende bij 13.04.01: Geïntegreerde contactvormen spoor
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
Reeks Infraprovider (IP): beschikbaarheidsvergoeding (13.04) | 3 571 | 3 642 | 48 | 153 | 138 | 138 | 139 | 140 | 141 | 2 671 | 2007 | 2006 |
Totaal categorie 0 (incl. reeks Infraprovider) | 3 571 | 48 | 153 | 138 | 138 | 139 | 140 | 141 | 2 671 | |||
Begroting (IF 13.04) | 153 | 138 | 138 | 139 | 140 | 141 |
13.05 Verkenningen en planstudies
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd
• Voor door ProRail uit te voeren planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen;
• Voor zelf uit te voeren studie.
De door ProRail uit te voeren verkenningen (ca. € 2 mln. per jaar) worden met ingang van 2008 verantwoord onder artikelonderdeel 13.02, omdat in het beheerplan deze uitgaven niet meer apart inzichtelijk zijn.
In de begroting 2007 is de BTW-overheveling vanuit (de BTW-compensatieregeling van) Financiën naar de VenW-begroting verwerkt door in de MIT-tabellen een aparte BTW-regel op te nemen. In de begroting 2008 is de BTW nu toegerekend aan de betreffende projecten. De verschillen die hierdoor op projectniveau ontstaan t.o.v. MIT2007 worden niet apart per project verklaard.
Het project Zuid-as/WTC en station (NSP) is met 2 jaar vertraagd, omdat het tracébesluit pas in 2010 genomen zal worden en de start van de bouw pas daarna kan plaatsvinden.
Conclusie van de in 2005 afgeronde eindbeeldstudie RoBel was: geen spoedige aanleg van nieuwe goederenlijn tussen Rotterdam en Antwerpen. Verwachtingen VERA zijn hierdoor in de tijd bijgesteld. Ook heeft België aangegeven op korte termijn geen behoefte te hebben aan deze lijn. De realisatie van dit project is zodoende getemporiseerd. Uit projectbudget VERA is tijdelijk € 180 mln beschikbaar gesteld voor wegen (€ 100 mln voor de A4 Dinteloord-Bergen op Zoom en € 80 mln voor de N62).
Spoorgoederenverbinding Antwerpen–Ruhrgebied (IJzeren Rijn). In juli 2006 hebben beide landen overeenstemming bereikt over de wijze waarop beide landen samen werken aan de voorbereiding van de structurele modernisering van het Nederlandse gedeelte van de IJzeren Rijn spoorverbinding (Tweede Kamer, kamerstuk 27 737, nr. 13).
Verkenning optimalisering goederencorridor Rotterdam–Genua
De 4 landen Nederland, Duitsland, Zwitserland en Italië hebben gezamenlijk een projectplan opgesteld om de corridor Rotterdam–Genua in 2012 zo interoperabel mogelijk en daarmee zo aantrekkelijk mogelijk voor de Europese spoorvervoerders te hebben. Voor een optimaal gebruik van de corridor is het wenselijk dat de Rotterdamse haven anno 2012 toegankelijk wordt voor verschillende soorten elektrische locomotieven met slechts 1 beveiligingssysteem aan boord en dat op het Nederlandse deel van de corridorinfrastructuur de nationale systemen dienen te worden vervangen door of gecombineerd met de Europese systemen.
Een internationale projectgroep van deskundigen van de 4 inframanagers coördineert de uitvoering aan het project. ProRail neemt deel aan de projectgroep en werkt in 2007 de planstudie uit voor de wijzingen aan de infrastructuur op het Nederlandse deel van de corridor. De optimalisatie van de grensovergang tussen Zevenaar en Emmerich gebeurt in nauwe samenwerking met Deutsche Bahn. De aanpassingen te Kijfhoek werkt ProRail uit in overleg met exploitant KeyRail. In juni 2007 heeft de internationale projectgroep namens de 4 lidstaten een subsidie aanvraag opgesteld voor bijdragen uit het TEN-T budget 2007–2013 van de Europese Commissie.
Projectoverzicht bij 13.05.01 Spoorwegen personenvervoer; planstudie
Bedragen in € mln incl. btw | Raming | Budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taak-stellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten nationaal | |||||||||||
Traject Oost (diverse maatregelen) | 355 | divers | |||||||||
Projecten Landsdeel Randstad | |||||||||||
Amsterdam Zuidas: deel station (t.b.v. NSP) | 91 | 2010–2015 | |||||||||
Amsterdam Zuidas WTC/4-sporig + keersporen1 | 316 | 2010–2016 | |||||||||
OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad | pm | pm | |||||||||
Totaal categorie 1 | 762 |
1 Inclusief € 100 mln FES bijdrage.
Projectoverzicht bij 13.05.02 Spoorwegen goederenvervoer; planstudie
Bedragen in € mln incl. btw | Raming | Budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taak-stellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten nationaal | |||||||||||
Goederenroute Rotterdam–Noord-Nederland (GoeNoord) | 74 | pb/uo | 2009–2013 | ||||||||
Aslastencluster III | 36 | uo | 2008–2012 | ||||||||
Optimalisering goederencorridor Rotterdam–Genua | pm | uo | 2008–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNOV) | 145 | uo | 2010–2015 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Goederenverbinding Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn) | pm | pm | |||||||||
Roosendaal/Antwerpen (VERA) | 224 | 2014–2020 | |||||||||
Totaal categorie 1 | 479 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht bij 13.05.03 B. (mogelijk) te starten verkenningen
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Toelichting |
---|---|---|---|
Landsdeel Randstad | |||
Railservice centra Waalhaven en Maasvlakte (vervolgfase) | Capaciteitstekort | Spoorgoederen | De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de beide Railservice centra. Onderzocht zal worden of, en zo ja wanneer, er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen. |
Spooraansluiting Tweede Maasvlakte | Ontsluiting Europese spoorwegennet | Spoorgoederen | Bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte is het van belang dat de aldaar te ontwikkelen industriële activiteiten en overslagactiviteiten op het Europese spoorwegnet worden aangesloten. Onderzocht zal worden op welke wijze een dergelijke aansluiting het beste kan worden gerealiseerd. |
Artikel 14 Regionale, lokale infra
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Regionale/lokale infra verantwoord.
De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2008 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikelen 32 Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit en 34 Betrouwbare netwerken, voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
14. Regionaal/lokale infra | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 516 651 | 36 087 | 63 299 | 11 666 | 60 086 | 34 634 | |
Uitgaven | 275 263 | 306 236 | 254 425 | 234 878 | 219 867 | 255 007 | 192 710 |
14.1 Grote regionale/lokale projecten | 256 122 | 201 901 | 225 298 | 234 878 | 219 867 | 255 007 | 192 710 |
14.1.1 Verkenningen | |||||||
14.1.2 Planst. Progr. Reg/lok | 2 983 | 7 857 | 3 399 | 6 556 | 9 355 | 30 841 | 75 810 |
14.1.3 Realistieprogr reg/lok | 253 139 | 194 044 | 221 899 | 228 322 | 210 512 | 224 166 | 116 900 |
14.2 Regionale Mob. Fondsen | 19 141 | 104 335 | 29 127 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14.2.1 Rijksbijdrage | 19 141 | 104 335 | 29 127 | ||||
14.2.2 Terugsluisopbrengsten | |||||||
Van totale uitgaven | |||||||
– Apparaatsuitgaven: | 102 | 249 | 178 | 178 | 178 | ||
– Agentschapsbijdrage | 729 | 782 | 830 | 842 | 847 | 838 | 812 |
– Restant | 305 205 | 253 417 | 233 858 | 218 842 | 254 169 | 191 898 | |
Ontvangsten | |||||||
14.9 Ontv. Reg./lokale infra | 29 000 |
14.01 Grote regionale/lokale projecten
In dit onderdeel worden alleen de aanlegprojecten behandeld waarvoor een aparte projectsubsidie wordt verleend. Om in aanmerking te komen voor een apart projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosten-effectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de BDU (respectievelijk € 112,5 mln. en € 225 mln.). Voor de beschikbare bedragen per project wordt verwezen naar de projectoverzichten regionale/lokale infra Projectoverzichten.
Met de subsidieverlening voor de projecten die boven bovengenoemde grenswaarde uitkomen worden de volgende doelen nagestreefd:
• het verminderen van de congestieproblematiek op de weg. Met name de bereikbaarheid binnen de economische kerngebieden en de bereikbaarheid van deur tot deur is daarbij van groot belang.;
• de verbetering van het openbaar vervoer op netwerkniveau (bijvoorbeeld projecten die leiden tot snelheidsverhoging van de voertuigen, lagere exploitatiekosten en/of hogere vervoerwaarde (meer reizigers));
• het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing al dan niet opgenomen in het planstudieprogramma.
Planstudieprogramma regionaal lokaal
Van een project dat in de planstudietabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 mln resp. € 225 mln).
Wijzigingen projecten in planstudieprogramma:
• Het budget voor aanlanding Randstadrail (op Den Haag CS) is overgeheveld naar het realisatieprogramma en toegevoegd aan het project Randstadrail.
Realisatieprogramma regionaal lokaal
Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd.
Wijziging in het realisatieprogramma:
Het project Nijmegen, 2e stadsbrug is overgegaan van planstudieprogramma naar realisatieprogramma.
• Enveloppe Regionaal economisch beleid: Sterke regio’s
Regionale knelpunten van nationaal belang zullen door het rijk financieel worden ondersteund. De toegang van grootstedelijke regio’s wordt verbeterd door effectieve en kleinschalige maatregelen te nemen (o.a. afstemming reisinformatie en verbetering aansluitingen hoofdwegennet en onderliggend wegennet).
Op dit artikel gaat het om Den Haag Internationale stad.
Projectoverzicht bij 14.01.02 Regionale/lokale infrastructuur; planstudie
Bedragen in € mln | Raming kosten | Budget | Plannning | Uitvoering | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taak-stellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | Periode |
CATEGORIE 1 (voor tracébesluit) | |||||||||||
Tracé/-projectbesluit t/m 2008 | |||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Eindhoven BOSE1 | 95 | 410 | 52 | pb | uo | 2010–2012 | |||||
Maaskruisend verkeer, Maastricht2 | 36 | 272 | pb | uo | 2011–2013 | ||||||
CATEGORIE 2 | |||||||||||
Projecten nationaal | |||||||||||
Projecten in voorbereiding | nnb | variabel | nnb | 2010 ev. |
1 Het projectbesluit voor Eindhoven BOSE is uitgesteld vanwege het nieuwe gemeentebstuur/regioraad SRE dat een nieuwe interne afweging wil maken.
2 de data zijn met 1 jaar vertraagd door een latere oplevering van de planstudie door de gemeente Maastricht.
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
nnb nog nader bepalen
Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale/lokale infrastructuur; realisatie
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Nijmegen 2e stadsbrug | 71 | 50 | 16 | 31 | 24 | 2011 | 2011 | |||||
Projecten landsdeel Randstad | ||||||||||||
Noord Zuidlijn Noord-WTC1 | 1 141 | 1 138 | 350 | 111 | 186 | 151 | 126 | 126 | 41 | 50 | 2013 | 2 012 |
N201 | 178 | 176 | 27 | 32 | 73 | 27 | 19 | 2011 | 2010 | |||
Rijn Gouwelijn Oost | 143 | 142 | 31 | 41 | 41 | 30 | 2010 | 2010 | ||||
Randstadrail (incl. voorbereidingskosten | ||||||||||||
en aanlanding) | 886 | 886 | 811 | 37 | 19 | 19 | 2006/08 | 2006/08 | ||||
Projecten Landsdeel–west–overig | ||||||||||||
Beneluxmetro (excl. Bodemsanering)2 | 660 | 660 | 655 | 5 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Duurzaam Veilig West-Zeeuws Vlaanderen | 11 | 6 | 8 | 3 | ||||||||
Tilburg Noordwesttangent | 5 | 5 | 5 | 2008 | 2008 | |||||||
Overig | ||||||||||||
Afrekening Decentralisatie GDU | 52 | 46 | 46 | 6 | ||||||||
Experimenteerprojecten | 79 | 83 | 6 | 6 | 3 | 4 | 2 | 3 | 4 | 51 | ||
Totaal categorie 0 | 3 226 | 1 876 | 195 | 221 | 228 | 210 | 224 | 117 | 155 | |||
Begroting (IF 14.01.03 ) | 195 | 221 | 228 | 210 | 224 | 117 |
1 Deels investeringsimpuls 1998
2 Deels investeringsimpuls 1994
14.02 Regionale mobiliteitsfondsen
Over heel Nederland worden verschillende regionale mobiliteitsfondsen gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van zes impulsen:
1. impuls uit het Bereikbaarheidsoffensief Randstad;
2. impuls uit het amendement Dijsselbloem;
3. impuls voor regionale bereikbaarheid uit het Kwartje van Kok;
4. impuls uit het amendement Van Hijum;
5. impuls uit amendement van der Staaij;
6. impuls voor quick wins uit de netwerkanalyses (uit de additionele aanbestedingsresultaten in 2006).
Rijksbijdrage
De middelen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR; inclusief de terugsluisopbrengsten) en het amendement Dijsselbloem zijn volledig uitgekeerd door VenW. Voor de andere impulsen worden ook in 2008 middelen beschikbaar gesteld. Het gaat om:
Impuls regionale bereikbaarheid.
In het kader van de besteding van het Kwartje van Kok geeft Verkeer en Waterstaat een gerichte impuls voor regionale bereikbaarheid van in totaal € 360 mln. tot en met 2010.
In 2003 is met een aantal regio’s afgesproken dat een deel van deze impuls (€ 55 mln.) zal worden ingezet voor netwerk/pakketmaatregelen in de betreffende regio’s. Het gaat om de Zuidvleugel (Stadsgewest Haaglanden en Stadsregio Rotterdam), de Regio Twente, het Knooppunt Arnhem–Nijmegen en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
Impuls uit amendement Van Hijum.
Hiermee is € 140 mln. beschikbaar gesteld voor de verbetering van het (onderliggende) wegennet. Besloten is een deel van deze middelen (€ 15 mln. voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en € 15 mln. voor Gelderland/Overijssel) in te zetten voor kansrijke netwerk/pakketmaatregelen. Financiering hiervan verloopt via de regionale mobiliteitsfondsen, onder de bestaande voorwaarden. De middelen komen beschikbaar in de periode 2006–2009.
In 2006 zijn voor elf stedelijke gebieden netwerkanalyses uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten daarvan wordt voor de korte termijn (periode 2007–2010) na toetsing aan de FES-criteria € 66 mln. beschikbaar gesteld voor de uitvoering van zogenaamde quick wins. Het gaat om maatregelen, die de toegang tot de stad verbeteren, die de samenhang en kwaliteit van de infrastructuurnetwerken verhogen en die op korte termijn en met beperkte middelen zijn te realiseren.
Financiering hiervan zal verlopen via de regionale mobiliteitsfondsen, onder de bestaande voorwaarden.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2008 van Verkeer en Waterstaat (XII) en vinden hun oorsprong in de Nota Mobiliteit.
Het productartikel Hoofdvaarwegennet is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:
• artikel 33: het verkleinen van veiligheidsrisico’s;
• artikel 34: betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden realiseren;
• artikel 35: mainports en logistiek/het versterken van de Nederlandse Mainports en het realiseren van een efficiënt goederenvervoersysteem en luchtvaartbestel, binnen randvoorwaarden voor geluid, veiligheid, leefbaarheid en ruimtelijke ordening;
• artikel 36: een schoner, zuiniger en stiller verkeer en vervoer realiseren.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
15. Hoofdvaarwegennet | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 610 455 | 519 472 | 610 756 | 626 918 | 790 897 | 773 691 | |
Uitgaven | 479 040 | 611 788 | 555 291 | 647 297 | 668 630 | 723 359 | 705 993 |
15.01 Verkeersmanagement | 72 209 | 75 041 | 81 606 | 88 221 | 84 211 | 73 242 | 76 696 |
15.01.01 Basispakket Verkeersmanagement | 72 209 | 75 041 | 75 615 | 82 231 | 83 212 | 73 242 | 76 696 |
15.01.02 Servicepakket Verkeersmanagement | 5 991 | 5 990 | 999 | ||||
15.02 Beheer en onderhoud | 296 072 | 374 075 | 347 979 | 392 959 | 386 019 | 384 503 | 374 349 |
15.02.01 Basispakket B&O hoofdvaarwegen | 187 541 | 203 654 | 211 889 | 242 949 | 246 139 | 328 146 | 324 893 |
15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen | 20 353 | 39 756 | 29 532 | 29 631 | 29 732 | 29 931 | 15 005 |
15.02.04 Groot var. onderh.hoofdvaarwegen | 88 178 | 130 665 | 106 558 | 120 379 | 110 148 | 26 426 | 34 451 |
15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit | 92 239 | 130 077 | 104 920 | 132 310 | 85 915 | 88 415 | 74 734 |
15.03.01 Realisatieprogramma Hoofdvaarwegen | 89 608 | 115 639 | 92 923 | 113 116 | 67 892 | 68 681 | 56 696 |
15.03.02 Planstudieprogramma na tracébesluit | 2 631 | 14 438 | 11 997 | 19 194 | 18 023 | 19 734 | 18 038 |
15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit | 18 520 | 32 595 | 20 786 | 33 807 | 112 485 | 177 199 | 180 214 |
15.05.01 Verkenningen | 6 371 | 6 284 | 7 507 | 7 891 | 7 895 | 8 412 | 8 617 |
15.05.02 Planstudieprogramma voor tracébesluit | 12 149 | 26 311 | 13 279 | 25 916 | 104 590 | 168 787 | 171 597 |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Apparaatsuitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– Agentschapsbijdrage | 336 365 | 356 536 | 407 387 | 432 232 | 468 041 | 461 510 | |
– waarvan 15.03 Aanleg en planst.na tb. | 15 256 | 14 220 | 13 972 | 9 404 | 11 642 | 12 396 | |
– Restant | 275 423 | 198 755 | 239 910 | 236 398 | 255 318 | 244 483 | |
15.09 Ontvangsten | 9 059 | 9 092 | 17 465 | 25 350 | 39 688 | 22 800 | 8 750 |
Toelichting:
Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud
De voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud opgenomen bedragen zijn volledig beleidsmatig verplicht. Deze bedragen zijn nodig om de prestatieafspraken te realiseren die hierover in de Service Level Agreement zijn opgenomen.
Aanleg en planstudie na tracébesluit en Verkenning en planstudie voor tracébesluit
De categorie bestuurlijk gebonden houdt in dat gedeelte dat in afspraken met de regio aan planstudies wordt uitgevoerd.
De categorie beleidsmatig verplicht betreft lopende c.q. te starten projecten die nog niet volledig tot juridische verplichtingen hebben geleid alsmede de agentschapbijdragen van VenW (de interne kosten van RWS) op de diverse projecten.
15.01 Basispakket verkeersmanagement
De activiteiten binnen het basispakket verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlotter en veiliger scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.
Basispakket Verkeersmanagement Hoofdvaarwegen
Bij verkeersmanagement gaat het met name om de volgende activiteiten:
• verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
• monitoring en informatieverstrekking;
• vergunningverlening en handhaving;
• crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is tot 2020 een groei voorzien die met Verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Operationele beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:
• het in stand houden van de functies van waterwegen door het achterstallig onderhoud weg te werken en nieuwe achterstanden trachten te voorkomen. De achterstalligheid van het beheer en onderhoud wordt weggewerkt (zie 15.2 Groot Variabel Onderhoud);
• het voldoen aan streefbeelden uit NOMO voor breedte, diepte en doorvaarhoogte;
• het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen op de hoofdvaarwegen;
• het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
De bediening van sluizen en beweegbare bruggen wordt conform het beheersplan Rijkswateren 2005–2008 uitgevoerd. Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht de bediening zodanig in te richten dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang.
Met het toezicht op het water dat door Rijkswaterstaat (o.a. samen met KLPD) wordt uitgevoerd wordt gepoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking.
In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Enveloppe Investeren in (vaar)wegen.
Dit kabinet heeft in de enveloppe Infrastructuur en (vaar) wegen € 175 mln. gereserveerd in het FES voor maatregelen op het gebied van vaarwegen in de periode 2008–2012. Naar verwachting is voor een deel van de projecten voor eind 2007 meer duidelijkheid over de exacte invulling en daaraan gekoppelde financiering. Een deel van deze impuls zal worden gebruikt voor innovatieve maatregelen gericht op:
• het verbeteren van de informatievoorziening tussen gebruikers en vaarwegbeheerders (waaronder implementatie van River Information Services (RIS));
• het verbeteren van verkeersbegeleiding en bedieningstijden van kunstwerken (bv. via centralisatie van bediening in verkeerscentrales).
Meetbare gegevens bij basispakket verkeersmanagement
Ten aanzien van verkeersmanagement is er het volgende areaal:
Areaaleenheid | Omvang | |
---|---|---|
Verkeersmanagement | Begeleide vaarweg in km | 1 372,5 |
Bediende objecten in aantallen | 108 |
Voor het jaar 2008 geldt de volgende nieuwe prestatieafspraak:
Basispakket | Prestatie indicator | Eenheid | Waarde 2008 |
---|---|---|---|
Verkeersmanagement | De passeertijd. betreft de tijd die het kost voor schepen om sluizen en bruggen te passeren. Het IVS (integraal vervoerssysteem) registreert deze tijd. De passeertijd betreft een vastgesteld aantal minuten per sluis of brug dat voor een hoofdroute in 99%, voor een alternatieve route in 90% en voor aantakkingen/verbindingen in 85 % wordt gerealiseerd. | % waarop dit wordt gerealiseerd op een hoofdroute, een alternatieve route en op aantakkingen/verbindingen | 80%, 75% en 70% |
De bovengenoemde prestatieafspraak vervangt de vorige prestatie indicator uit 2006 en 2007. Qua inhoud is deze indicator meer gericht op de gebruiker; het geeft een beeld over de wachttijden als gevolg van het onderhoud.
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennetwerk in een staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie: het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen.
Basispakket Beheer en onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de betrouwbaarheid van de infrastructuur van de vaarwegen (baggeren), kunstwerken en verkeersvoorzieningen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen).
Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder het basispakket.
Rijkswaterstaat voert dit beheer en onderhoud uit op basis van het Beheersplan Rijkswateren 2005–2008.
De activiteiten richten zich op het onderhoud qua diepte en breedte van de vaarweg om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed als mogelijk te faciliteren. Naast dit onderhoud van de bodems betreft dit ook de kunstwerken en de vaarwegmarkeringen.
Servicepakket Beheer en onderhoud
• Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd hoe dit proces zal worden afgerond (Tweede Kamer, 28 600, XII, nr. 17). In 2005 heeft een aantal grote overdrachten plaatsgevonden. Er resteren nu nog een paar kleinere over te dragen vaarwegen of delen daarvan. Bij elke overeenstemming over de overdracht wordt apart bezien of de overdrachtsovereenkomst kan worden gesloten.
• Fries-Groningse kanalen
De Rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen is vastgelegd in een convenant dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen. De bijdrage betreft de vaarweg Lemmer–Delfzijl alsmede het van Harinxmakanaal en het Winschoterdiep. De hoogte van de Rijksbijdrage is in de negentiger jaren vastgesteld. In het rapport Commissie-Brinkman «Anders gestuurd, beter bestuurd» is voorgesteld om de vaarweg Lemmer–Delfzijl van de provincies Friesland en Groningen over te dragen aan het Rijk en om het van Harinxmakanaal en het Winschoterdiep te financieren via het provinciefonds. In hierop volgend bestuurlijk overleg in 2006 is afgesproken dat de vaarweg Lemmer–Delfzijl in beheer en onderhoud blijft bij de provincies Friesland en Groningen waarbij het beheer en onderhoud en de verantwoordingsrapportages in 2008 in lijn komen met de overige Hoofdvaarwegen in beheer bij Rijkswaterstaat. Voor het van Harinxmakanaal en het Winschoterdiep is afgesproken dat gestreefd wordt naar een afkoopsom voor het beheer en onderhoud. Dit is vastgelegd in een intentieverklaring tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat en de betrokken provinciale besturen.
• Plan van Aanpak Beheer en onderhoud
De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de kosten van beheer en onderhoud. Ongewild heeft dit geleid tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud, waarbij geprioriteerd is naar vaarwegklasse. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswaterwegen (zie hiervoor het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004). Om verkeersoverlast zo veel mogelijk tot een minimum te beperken, zullen de werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen. De voortgang hiervan is in 2007 als bijlage bij de begroting bijgevoegd als de zogeheten Mid Term Review Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud.
In 2007 wordt gewerkt aan een programma van groot variabel onderhoudactiviteiten voortvloeiend uit de Nota Mobiliteit. Dit programma loopt vanaf 2011 en volgt op het plan van aanpak dat tot en met 2010 loopt. De uitwerking van het programma heeft geleid tot reallocatie van de onderhoudsmiddelen. Het uitgewerkte programma zal als bijlage bij de begroting 2009 worden meegestuurd.
In de MTR is gemeld dat het achterstallig onderhoud tot 2020 blijft bestaan. Nog in 2007 wordt bezien of en hoe in de tijd invulling kan worden gegeven aan een versnelde aanpak van achterstallig onderhoud op hoofdvaarwegen.
Meetbare gegevens bij Beheer en onderhoud hoofdvaarwegen
In de kabinetsreactie op het IBO Beleid en Onderhoud is toegezegd om extracomptabele informatie te verstrekken over de wijze waarop de middelen voor beheer en onderhoud worden aangewend. Ter invulling daarvan is hieronder een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over oevers, bodems, kunstwerken, verkeersvoorzieningen en exploitatie. Deze percentages zijn gebaseerd op het meerjarig gemiddeld benodigde budget: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.
Verdeling kosten basispakket beheer en onderhoud hoofdvaarwegennet
Ten aanzien van beheer en onderhoud is er het volgende areaal:
Areaaleenheid | Omvang | |
---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Vaarweg (in km) | 4 378 |
Voor het jaar 2008 geldt de volgende nieuwe prestatieafspraak:
Basispakket | Prestatie indicator | Eenheid | Waarde 2008 |
---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud | De Vaarbak dient conform de norm uit het vaarwegplan qua vaarwegdiepte en -breedte, op basis van vaarwegmarkerin- gen, op orde te zijn. Dit dient voor de hoofdroute voor 100%, voor de alternatieve route voor 90% en voor de aantakkingen in 80% van de tijd het geval te zijn. | % van de tijd dat vaarbak op orde is | 60%, 50% en 50% |
Deze prestatieafspraak vervangt de vorige drie prestatie indicatoren uit 2006 en 2007. Wat de inhoud betreft omvat deze indicator de vorige drie en heeft als voordeel ook een beeld te geven over het wegwerken van de achterstanden in beheer en onderhoud.
• Groot variabel onderhoud
Het plan van aanpak voor het inlopen van achterstallig onderhoud heeft betrekking op de Hoofdvaarwegen. In het plan van aanpak voor het inlopen van achterstallig onderhoud zijn voor de Hoofdvaarwegen de volgende projecten in uitvoering:
Projecten | Uitvoeringsperiode |
---|---|
Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en oevers | 2005–2009 |
Amsterdam-Lemmer/IJsselmeer | 2004–2010 |
Baggeren IJssel | 2008–2010 |
Vervanging vaartuigen | 2006–2010 |
Kanaal Gent-Terneuzen, baggeren en oevers | 2004–2010 |
Maas: baggeren en kunstwerken | 2004–2010 |
Noordzeekanaal baggeren | 2004–2008 |
Rotterdam-België/Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren | 2005–2010 |
Rotterdam-Duitsland: baggeren en oevers | 2005–2009 |
Wrakkenberging | 2009–2010 |
Natte bruggen | 2004–2010 |
15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planstudie activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk nadat het tracébesluit genomen is.
Realisatieprogramma hoofdvaarwegen
Op dit hoofdproduct worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de realisatie van aanleg hoofdvaarweg projecten.
Naar verwachting is het volgende project in 2008 gereed:
• Zuid-Willemsvaart: renovatie sluizen middendeel klasse II.
Ten opzichte van de begroting 2007 is bij enkele projecten sprake van mutaties. Deze zijn per project opgenomen en toegelicht in het MIRT-projectenboek.
Planstudieprogramma na tracébesluit
Er zijn drie projecten die in de planstudiefase zitten en waarvoor een tracébesluit is genomen. De budgetten die hier zijn opgenomen zijn benodigd voor de planstudies plus de uitvoering van de projecten. Het betreft de volgende projecten:
• Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal;
• Bouw 4e sluiskolk Ternaaien;
• Wilhelminakanaal Tilburg.
Enveloppe Investeren in (vaar)wegen.
In het Coalitieakkoord heeft dit kabinet in de enveloppe Infrastructuur en (vaar)wegen € 175 mln. gereserveerd in het FES voor maatregelen op het gebied van vaarwegen in de periode 2008–2012. De zogenaamde «quick win»-maatregelen gericht op binnenhavens en vaarwegen maken daar onderdeel van uit. De middelen komen beschikbaar na besluitvorming conform het FES-kader. Naar verwachting is voor een deel van de projecten voor eind 2007 meer duidelijkheid over de exacte invulling en daaraan gekoppelde financiering. Binnenhavens zijn een kritische succesfactor voor de concurrentiepositie van de binnenvaart. Voor een goed functionerende logistieke keten is het belangrijk dat niet alleen de vaarwegen op orde zijn, maar dat ook de binnenhavens nu en in de toekomst toegankelijk en onderhouden zijn. In overleg met het bedrijfsleven en decentrale overheden zal worden bezien welke maatregelen hier nodig zijn.
Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatieprogramma Hoofdvaarwegen
Bedragen in € mln | Totaal | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Noord | ||||||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va | 202 | 202 | 106 | 17 | 17 | 20 | 17 | 24 | 2012 | 2012 | ||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Twentekanalen, verruiming (fase 1) | 62 | 62 | 39 | 12 | 9 | 2 | 2010 | 2010 | ||||
Projecten Landsdeel Randstad | ||||||||||||
Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen | 19 | 19 | 8 | 2 | 3 | 6 | 2009 | 2008 | ||||
Projecten landsdeel West overig | ||||||||||||
Vaarroute Ketelmeer (excl. EU-bijdrage) | 15 | 14 | 5 | 4 | 3 | 3 | 2009 | 2009 | ||||
Verbeteren vaargeul IJsselmeer Amsterdam-Lemmer | 16 | 16 | 11 | 2 | 2 | 1 | 1 | 2010 | 2010 | |||
Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden | 235 | 234 | 223 | 9 | 3 | 2007 | 2007 | |||||
Walradar Noordzeekanaal | 17 | 13 | 1 | 8 | 4 | 2 | 2009 | 2008 | ||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Maasroute fase 1, brugverhogingen Roosteren en Echt | 22 | 20 | 18 | 4 | 2007 | 2007 | ||||||
Maasroute fase 1, voorhavens en wachtplaatsen | 72 | 72 | 70 | 2 | 2004 | 2004 | ||||||
Maasroute, modernisering fase 2 | 493 | 485 | 7 | 20 | 22 | 50 | 29 | 16 | 43 | 305 | na 2012 | na 2012 |
Tweede Sluis Lith | 57 | 57 | 55 | 2 | 2002 | 2002 | ||||||
Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II | 59 | 58 | 37 | 14 | 5 | 3 | 2008 | 2008 | ||||
Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6 | 80 | 30 | 1 | 5 | 17 | 15 | 20 | 18 | 5 | 2010 | 2010 | |
Overig | ||||||||||||
Walradarsystemen | 65 | 68 | 10 | 0 | 6 | 8 | 1 | 10 | 9 | 22 | n.v.t. | n.v.t. |
Kleine projecten | 87 | 71 | 74 | 8 | 2 | 2 | n.v.t. | n.v.t. | ||||
Ligplaatsvoorzieningen | 6 | 0 | 0 | 6 | 2007 | n.v.t. | ||||||
TBBV/SBV | 27 | 34 | 27 | 0 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||
Totaal categorie 0 | 1 542 | 692 | 115 | 93 | 112 | 68 | 68 | 57 | 327 | |||
Begroting (IF 15.03.01) | 115 | 93 | 112 | 68 | 68 | 57 |
Projectoverzicht behorende bij 15.03.02/15.05.02: Planstudieprogramma voor- en na tracébesluit
Bedragen in € mln | Raming kosten | Budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taak-stellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | periode |
CATEGORIE 1 (na tracébesluit) | |||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Bouw 4e sluiskolk Ternaaien | 8 | uo | 2012 | ||||||||
Maasroute, moderinisering fase 2, verbreding Julianakanaal | 58 | tb | uo | 2010–2014 | |||||||
Wilhelminakanaal Tilburg | 62 | uo | 2008–2012 | ||||||||
Totaal categorie 1 na tracébesluit (IF 15.03.02) | 128 | ||||||||||
CATEGORIE 1 (voor tracébesluit) | |||||||||||
Tracé-/projectbesluit t/m 2008 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 27–42 | pn | pb | uo | 2009–2012 | ||||||
Projecten landsdeel Randstad | |||||||||||
Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis | 83–95 | tb | uo | 2011–2014 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Zuid-Willemsvaart, gedeelte Maas-Den Dungen + afbouw Den Dungen-Veghel | 327 | tb | uo | 2009–2014 | |||||||
Tracé-/projectbesluit na 2008 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; verbetering tot klasse Va | pm | pn | pb | uo | 2012–2020 | ||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Bovenloop IJssel | 43 | pn | pb | uo | 2011–2013 | ||||||
Verruiming Twentekanalen (fase 2) en cap.uitbreiding sluis Eefde | 112 | pn/pb | uo | 2011–2016 | |||||||
Waal, toekomstvisie | 174 | 2006–2012 | |||||||||
Projecten Lansdeel Randstad | |||||||||||
Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg1 | 15 | 2011–2013 | |||||||||
Projecten landsdeel West - overig | |||||||||||
De Zaan1 | pm | 2012–2014 | |||||||||
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 12 | pn | pb | uo | 2011–2013 | ||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 6 | pb | na 2010 | ||||||||
Verkeerssituatie Splitsing Hollandsch Diep-Dordtse Kil | 8 | uo | 2011–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Burgemeester Delenkanaal Oss1 | pm | pb | uo | 2008 e.v. | |||||||
Totaal categorie 1 voor tracébesluit (IF 15.05.02) | 807–834 | ||||||||||
Totaal categorie 1 | 935–962 |
1 Rijksbijdrage is afhankelijk van onderhandelingen en planstudie.
Legenda
pn projectnota
tb tracébesluit
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verkenning- en planstudie activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk voordat het tracébesluit genomen is. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen projecten waarvan de uitvoering start voor 2011 en projecten waarvan de uitvoering start na 2011.
Verkenningen vóór tracé-/projectbesluit
In 2008 worden de volgende verkenningen uitgevoerd:
• Grensoverschrijdende verkenning maritieme toegankelijkheid kanaalzone Gent-Terneuzen, waaronder capaciteit binnenvaartsluis Terneuzen;
• Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes;
• Verdieping vaarwegen Eemshaven, waarbij eveneens wordt onderzocht of de vrij te komen baggerspecie kan worden gebruikt in het kader van het kustsuppletieprogramma.
Planstudieprogramma vóór tracé-/projectbesluit
Over de voortgang van het planstudieprogramma voor tracébesluit is het volgende te melden:
• De nieuwe planstudie vaarweg Lemmer-Delfzijl, fase 2 is gestart in 2007;
• De nieuwe planstudie Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer is gestart in 2007;
• De nieuwe planstudie capaciteitsuitbreiding sluis Eefde is toegevoegd aan de planstudie Verruiming Twentekanalen (fase 2) en gestart in 2007;
• De nieuwe planstudie Verkeerssituatie Splitsing Hollandsch Diep-Dortse Kil is gestart in 2007;
• Het tracébesluit van Zuid-Willemsvaart, gedeelte Maas-Den Dungen + afbouw Den Dungen-Veghel, is enigszins vertraagd door onderhandelingen met de regio over een convenant voor de kostenverdeling tussen rijk en regio: over het convenant is overeenstemming bereikt tussen Rijk en Regio;
• Het projectbesluit Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) wordt medio 2008 verwacht;
• De voortgang van het Wilhelminakanaal is vertraagd door besprekingen over de financiële bijdrage door de regio;
• De besluitvorming rond de 3e kolk Beatrixsluis is vertraagd vanwege complexe afweging en een budgettair probleem.
Enveloppe Regionaal economisch beleid: Sterke regio’s.
In het Coalitieakkoord (enveloppe Regionaal economisch beleid) heeft het kabinet middelen gereserveerd binnen het FES. De middelen zijn bestemd voor financiële ondersteuning door het Rijk van regionale knelpunten van nationaal belang, zo ook voor de bereikbaarheid van zeehavens. De middelen komen beschikbaar na besluitvorming conform het FES-kader.
Projectoverzicht bij 15.05 Vaarwegen; planstudies vóór tracébesluit
Het projectoverzicht van de planstudies vóór tracebesluit is opgenomen onder 15.03.
Projectoverzicht behorende bij 15.05 Verkenningen
A. Lopende verkenningen | |||
---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Referentiekader | Gereed |
Nationaal | |||
Grensoverschrijdende verkenning maritieme toegankelijkheid kanaalzone Gent-Terneuzen, waaronder capaciteit binnenvaartsluis Terneuzen | Capaciteit en toegankelijkheid | 3e Memorandum van Overeenstemming Vlaanderen en Nederland | 2008 |
Landsdeel Noord | |||
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2007 |
Verdieping vaarweg Eemshaven–Noordzee | Capaciteit en toegankelijkheid | Nota Zeehavens | 2007 |
Landsdeel Oost | |||
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2007 |
Landsdeel Randstad | |||
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Rijnkanaal | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2007 |
Julianasluis Gouda | Capaciteit | Nota Mobiliteit | 2007 |
Verbreding Maasgeul | Capaciteit | 2007 | |
Verkenning Zeetoegang IJmond | Capaciteit | ||
Landsdeel West - overig | |||
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes | Capaciteit | 2008 | |
Landsdeel Zuid | |||
Verkenning Capaciteitsknelpunten bruggen Born-België | Capaciteit | Nota Mobiliteit | 2007 |
Capaciteit sluizen Oost-Westtak Maasroute | Capaciteit | Nota Mobiliteit | 2007 |
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen in de Rijn/Scheldeverbinding | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2007 |
Hierna worden verkenningen gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIRT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIRT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn, wordt dit toegelicht.
B. Mogelijk te starten verkenningen | ||
---|---|---|
Locatie | Probleem | Toelichting |
Nationaal | ||
Innovatieproject verkeersmanagement vaarwegen (RIS/Centrale bediening) | Bereikbaarheid en veiligheid | |
Landsdeel Noord | ||
Sluis Lemmer (kolk en ligplaatsen) | Capaciteit en veiligheid | |
Landsdeel Oost | ||
Bruggen en vaarwegprofiel Twentekanalen | Capaciteit en veiligheid | |
Ligplaatsen Nederrijn (Driel) | Capaciteit | |
Verkenning IJssel (fase 2) | Capaciteit | |
Landsdeel Zuid | ||
Kreekraksluizen | Capaciteit | Eventuele investeringen en uitvoeringstermijn zijn mede afhankelijk van afspraken met Vlaanderen, op basis van het Schelde-Rijn Verdrag. |
Ligplaatsen Engelen | Capaciteit en veiligheid | |
Verkenning Zuid-Willemsvaart (beperkt) klasse IV | Capaciteit | Het gaat hierbij om een eventuele verdere verruiming van de vaarweg naar (beperkt) klasse IV. |
Volkeraksluizen | Capaciteit |
Artikel 16 Megaprojecten niet-Verkeer en vervoer
Omschrijving van de samenhang in het beleid
In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder het artikel Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer vallen:
• Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR);
• Ruimte voor de Rivier;
• Maaswerken.
Het projectartikel is gerelateerd aan Beleidsartikel 35 Mainports en logistiek
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
16. Megaproj. niet-Verk. en Verv. | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 923 593 | 226 466 | 130 356 | 191 419 | 311 172 | 374 542 | 382 880 |
Uitgaven | 78 786 | 148 897 | 177 783 | 278 816 | 313 348 | 762 773 | 756 188 |
16.01 Project Mainportontwikkeling R’dam | 36 123 | 32 959 | 15 152 | 15 463 | 11 854 | 409 566 | 399 345 |
16.01.01 Planstudie PMR | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16.01.02 Realisatieprogramma PMR | 36 123 | 32 959 | 15 152 | 15 463 | 11 854 | 409 566 | 399 3451 |
16.02 Ruimte voor de Rivier | 16 160 | 66 273 | 101 786 | 210 087 | 285 145 | 320 078 | 325 020 |
16.03 Maaswerken | 26 503 | 49 665 | 60 845 | 53 266 | 16 349 | 33 129 | 31 823 |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Bijdrage aan baten-lastendienst | 19 910 | 24 430 | 20 909 | 22 721 | 22 524 | 22 465 | 21 862 |
– Restant | 58 876 | 124 467 | 156 874 | 256 095 | 290 824 | 740 308 | 734 326 |
16.09 Ontvangsten | 1 629 | 326 | 7 000 | 0 | 0 | 20 000 | 20 000 |
1 De Tweede en Eerste Kamer zijn in het najaar van 2006 akkoord gegaan met de herstelde PKB PMR, het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005).
De PKB PMR, deel 4, de definitieve tekst na parlementaire instemming, is uitgebracht (zie publicatie van de PKB in de Staatscourant op 19 december 2006). Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam is op basis van het akkoord van de planstudie- in de realisatiefase terechtgekomen.
Budgetflexibiliteit uitgavenbudget 2008
De bijdrage aan de Groene verbinding is juridisch verplicht. Het aan de Landaanwinning verbonden product Natuurcompensatie (inclusief het product BTW Natuurcompensatie) is bestuurlijk verplicht. De kosten voor de Uitvoeringsorganisatie zijn complementair noodzakelijk.
16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft een tweeledige doelstelling:
• het versterken van de positie van de mainport Rotterdam; en
• het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond.
In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn «Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)» (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.
VenW beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn neergelegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarvan RWS is belast met de uitvoering. LNV en VROM zijn het aan te spreken vakdepartement voor respectievelijk de 750ha en het bestaand Rotterdams Gebied (BRG). VenW is het vakdepartement voor de landaanwinning.
Verkeer en Waterstaat is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de minister van VenW verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De minister van VenW heeft de projectbeheersing zodanig ingericht dat hij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder zijn verantwoordelijkheid valt.
In het najaar van 2006 heeft het Parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming), is reeds uitgebracht (zie Staatscourant van 19 december 2006).
Gedurende 2007 zijn de bestemmingsplan- en vergunningsprocedures en de reguliere beroepsprocedures doorlopen. De start van de daadwerkelijke aanlegwerkzaamheden van de landaanwinning staat gepland in het najaar van 2008.
De volgende producten worden onderscheiden:
1. Landaanwinning: Dit betreft de vaste bijdrage van de Rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour. Deze kosten zijn in deze begroting overgeboekt naar het realisatieprogramma.
2. BTW: Dit betreft de niet-compensabele BTW over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage en de Natuurcompensatie. Deze kosten zijn in deze begroting overgeboekt naar het realisatieprogramma.
3. Onvoorzien: Deze post dient ter dekking van die projectposten, waarvoor bij de bepaling van het budget nog onvoldoende mogelijkheden waren om een 100%-raming op te stellen (bij voorbeeld in het geval dat de ramingen nog niet voldoende hard kunnen worden gemaakt). Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de post Onvoorzien, indien er sprake is van een volledig nieuwe situatie (zgn. Onvoorzien onvoorzien). Deze post onvoorzien heeft betrekking op alle risico’s waarvoor het Rijk aan de lat staat (met name natuurcompensatie).
4. Aan- en ontsluitende infrastructuur: Vanuit het project PMR wordt een bijdrage verschaft aan de aanpassing van de achterlandverbindingen (A15).
5. Uitvoeringsorganisatie: Dit betreffen de kosten, die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing.
6. 750 ha Natuur- en recreatiegebied: Dit betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van V&W is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds.
7. Groene Verbinding: Dit betreft de kosten voor verbinding tussen Midden-IJsselmonde en stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een VenW-bijdrage.
8. Bestaand Rotterdams Gebied: Dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Dit budget is bij eerste Suppletoire wet 2007 overgeboekt naar VROM als eerstverantwoordelijk departement.
9. Natuurcompensatie: Dit betreft de instelling van het Zeereservaat, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en het Monitorings- en Evaluatieprogramma.
Meetbare gegevens Project Mainportontwikkeling Rotterdam
• 2008: Afronding procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie;
• 2008: Afronding instelling zeereservaat en afronding uitvoeringsvoorbereiding duincompensatie;
• 2008: Eerste plons Landaanwinning;
• 2013: Landaanwinning gereed; eerste overslag;
• 2021: deelprojecten 750 ha natuur- en recreatieterrein en BRG afgerond;
• 2033: Tweede Maasvlakte volledig gerealiseerd en in werking.
Projectoverzicht bij 16.01.02 PMR; realisatie
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Project Mainportontwikkeling Rotterdam | ||||||||||||
Uitvoeringsorganisatie1 | 25 | 25 | 9 | 5 | 4 | 2 | 2 | 1 | 1 | 1 | pm | pm |
750 ha | 30 | 30 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2021 | 2020 |
Groene verbinding | 29 | 28 | 0 | 0 | 7 | 7 | 7 | 8 | 0 | 0 | 2011 | 2011 |
Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) | 0 | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2021 | 2020 |
Landaanwinning | ||||||||||||
Voorfinanciering FES monitoringsprogramma | 2 | 2 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2007 | 2007 |
Voorfinanciering FES natuurcompensatie2 | 102 | 88 | 2 | 27 | 4 | 6 | 2 | 1 | 8 | 52 | pm | pm |
Landaanwinning | 664 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 335 | 329 | 0 | 2013 | 2013 |
BTW Buitencontour | 126 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 64 | 62 | 0 | 2013 | 2013 |
Aan- en ontsluitende infrastructuur3 | 331 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 331 | pm | pm |
Onvoorzien3 | 105 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 105 | pm | pm |
Totaal categorie 0 | 1 414 | 43 | 32 | 15 | 15 | 11 | 409 | 400 | 489 | |||
Begroting (IF 16.01.02) | 32 | 15 | 15 | 11 | 409 | 400 |
1 Als gevolg van uitspraak van Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ heeft in 2005 en 2006 een hersteltraject gelopen. De kosten hiervan zijn opgenomen onder uitvoeringsorganisatie.
2 In de jaren 2021 e.v. is een bedrag van 10 beschikbaar voor natuurcompensatie, welke niet in de opbouwtabel is opgenomen.
3 Gereserveerd in het FES.
Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam is op basis van het akkoord van de planstudiefase in de realisatiefase terechtgekomen. Deze wijziging is in bovenstaande tabel verwerkt, terwijl de tabel voor de planstudiefase niet meer wordt gepresenteerd. Het onderdeel BTW natuurcompensatie, voorheen als een apart project opgenomen in de planstudiefase, is gevoegd bij het project Voorfinanciering FES natuurcompensatie.
In 2005 heeft het kabinet deel 1 van de PKB Ruimte voor de Rivier vastgesteld en samen met de milieueffectrapportage ter inzage gelegd. Na de inspraakronde (deel 2) heeft het kabinet op 22 december 2005 in deel 3 een definitief standpunt ingenomen (PKB, TK 2004–2006, 30 080, nrs. 1–6). In de zomer 2006 en december 2006 hebben de Tweede Kamer en Eerste Kamer de PKB unaniem aanvaard. De fase van planstudie is ingezet en beloopt tot uiterlijk 2010. Verwacht wordt dat vanaf 2008 de eerste projecten in uitvoering zullen gaan. Vooruitlopend daarop zijn de projecten Zuiderklip en Hondsbroekse Pleij al gestart.
Met de PKB (deel 4) wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:
1. Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming moet worden gebracht met de wettelijke vereiste norm.
2. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Daarmee wordt het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt.
De PKB bevat een besluit over de voor 2015 uit te voeren maatregelen én de plaats waar ze getroffen moeten worden. Hierbij wordt bovendien een doorkijk naar de verdere toekomst gegeven. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak. De kosten van het basispakket zijn geraamd op € 2,2 miljard.
Een aantal projecten is als koploper aangewezen, wat betekent dat deze vooruitlopend op de vaststelling van de PKB Ruimte voor de Rivier al zijn gestart of kunnen starten met de planstudie. De koplopers zijn:
• dijkverlegging Westenholte (Zwolle);
• uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden (Zwolle);
• ontpoldering Noordwaard (Werkendam);
• ontpoldering Overdiepsche Polder (Waalwijk);
• berging op het Volkerak–Zoommeer;
• uiterwaardvergraving Bedrijventerrein Avelingen (Gorinchem);
• uiterwaardvergraving Meinerswijk (Arnhem);
• dijkverlegging Lent (Nijmegen);
• uiterwaardvergraving Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard (Deventer);
• uiterwaardvergraving Keizers- en Stobbenwaarden en Olsterwaarden (Deventer).
Conform de procedureregeling uitvoering grote projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder jaar twee voortgangsrapportages.
Meetbare gegevens bij Ruimte voor de Rivier
Het vereiste veiligheidsniveau in het rivierengebied rond de Rijntakken moet uiterlijk in 2015 in overeenstemming zijn gebracht met een maatgevende afvoer van 16 000 m3/s bij Lobith.
Projectoverzicht bij 16.02.02 Ruimte voor de Rivier; realisatie
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Uitvoeringskosten | 1 941 | 1 916 | 63 | 38 | 75 | 195 | 273 | 290 | 295 | 712 | 2015 | 2015 |
Planstudiekosten | 60 | 59 | 17 | 18 | 17 | 5 | 2 | 2010 | 2010 | |||
Projectorganisatie en projectmanagement | 144 | 157 | 47 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 38 | 2015 | 2015 |
EU en projectgebonden ontvangsten | 100 | 100 | 20 | 20 | 60 | |||||||
Totaal categorie 0 | 2 245 | 127 | 66 | 102 | 210 | 285 | 320 | 325 | 810 | |||
Begroting (IF 16.02.02) | 66 | 102 | 210 | 285 | 320 | 325 |
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de Maaswerken verantwoord. Na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas, in december 1993 en januari 1995, is het Deltaplan Grote Rivieren tot stand gekomen. Voor de bestrijding van de wateroverlast langs de Maas is de Maaswerken opgestart met de twee projecten Zandmaas en Grensmaas. Belangrijkste doelstelling van de onderdelen Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord Brabant tegen hoog water van de Maas. Binnen de Maaswerken wordt uitvoering gegeven aan de Maasroute. De Maasroute draagt bij aan een verbeterde bevaarbaarheid tussen Ternaaien en het Maas-Waalkanaal.
Het project Zandmaas kent de volgende doelstellingen:
• Hoogwaterbescherming, op zodanige wijze dat de bevolking achter de kaden van de Zandmaas (die aangelegd zijn in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren) een beschermingsniveau van 1:250 jaar in 2015 wordt geboden.
• Het in de periode tot 2015 realiseren van beperkte natuurontwikkeling in de Zandmaas.
Het project Grensmaas kent de volgende doelstellingen:
• Het door rivierverruiming verlagen van de hoogwaterstanden in de Maas met als maatstaf dat uiterlijk in 2017 de gebieden, die door de op basis van de Deltawet Grote Rivieren aangelegde kades zijn beschermd, een beschermingsniveau van 1:250 hebben.
• Het tot ontwikkeling brengen van tenminste 1000 ha natuur binnen het Grensmaasgebied in de periode tot 2018. Dit gekoppeld aan het ecologisch herstel van de rivier zoals vastgelegd in de intentieverklaring voor het Maasdal in Limburg van 26 november 1992.
• Het winnen van tenminste 35 miljoen ton grind voor de nationale behoefte.
De uitvoering van de Maaswerken (de Zandmaas en de Grensmaas) loopt ook in 2008 door. Voor de Zandmaas (oplevering 2015) ligt de nadruk op de uitvoering van kadeversterkingen in stedelijk gebied (Roermond, Venlo, Gennep). In 2007 is daarnaast gestart met de realisatie van de hoogwatergeulen en verdiepingsmaatregelen. Dit loopt door in 2008. Voor de Grensmaas (oplevering 2017) ligt de nadruk op rivierkundige maatregelen. Conform de procedureregeling uitvoering grote projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder jaar twee voortgangsrapportages.
De volgende belangrijke mutaties in de tabel Maaswerken zijn:
• Voor de Zandmaas heeft een scopewijziging plaatsgevonden voor vermindering aankoop natuurgronden (14 ha) ten bedrage van € 0,1 mln. Zie 10e voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas.
• In 2006 zijn ontvangsten (0,326 miljoen) van derden gerealiseerd waarvoor in 2007 een projectbudgetverhoging plaatsvindt.
Meetbare gegevens bij Maaswerken
Prestatie-indicatoren | Zandmaas | Grensmaas |
---|---|---|
Hoogwaterbescherming | 70% in 2008/100% in 2015 | 100% in 2017 |
Natuurontwikkeling | 556 ha (plus 60 ha compensatie) | tenminste 1000 ha |
Delfstoffen | Tenminste 35 mln ton |
Projectoverzicht bij 16.03 Maaswerken; realisatie
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten nationaal | ||||||||||||
Zandmaas | 522 | 518 | 175 | 44 | 52 | 47 | 12 | 29 | 28 | 135 | 2017 | 2017 |
Grensmaas | 138 | 136 | 55 | 6 | 9 | 6 | 4 | 4 | 4 | 50 | 2022 | 2022 |
Totaal categorie 0 | 659 | 230 | 50 | 61 | 53 | 16 | 33 | 32 | 185 | |||
Begroting (IF 16.03.01 en IF 16.03.02) | 50 | 61 | 53 | 16 | 33 | 32 |
Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer
Omschrijving van de samenhang in het beleid
In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder het artikel Megaprojecten Verkeer en Vervoer vallen:
• Westerscheldetunnel
• Betuweroute
• Hogesnelheidslijn-zuid
• Anders betalen voor mobiliteit
• Zuiderzeelijn
Het projectartikel is gerelateerd aan Beleidsartikel 32 (veiligheid in mobiliteit), 34 (betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden) en 35 (mainports en logistiek).
• artikel 32 de veiligheid van personen op de weg en over het spoor, alsmede de sociale veiligheid in het OV, permanent verbeteren;
• artikel 34: betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden realiseren;
• artikel 35: mainports en logistiek/het versterken van de Nederlandse Mainports en het realiseren van een efficiënt goederenvervoersysteem en luchtvaartbestel, binnen randvoorwaarden voor geluid, veiligheid, leefbaarheid en ruimtelijke ordening;
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
17. Megaprojecten Verkeer en Vervoer | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 303 132 | 34 454 | 156 175 | 305 112 | 117 036 | 620 489 | |
Uitgaven | 705 924 | 587 633 | 132 988 | 153 859 | 305 112 | 122 686 | 620 489 |
17.01 Westerscheldetunnel | 72 | 7 477 | |||||
17.02 Betuweroute | 377 496 | 198 413 | 96 186 | 10 | |||
17.03 Hoge snelheidslijn | 318 444 | 332 690 | 5 784 | 0 | 0 | 0 | 0 |
17.03.01 Realisatie HSL-Zuid | 288 461 | 313 239 | 5 784 | ||||
17.03.02 Realisatie HSL-Zuid spoorwegen | 2 932 | 3 589 | |||||
17.03.03 Realisatie HSL-Zuid hoofdwegen | 27 051 | 15 862 | |||||
17.04 Anders betalen voor mobiliteit | 3 414 | 18 162 | |||||
17.05 Zuiderzeelijn | 6 498 | 30 891 | 31 018 | 153 849 | 305 112 | 122 686 | 620 489 |
Apparaatsuitgaven: | 1 569 | 11 273 | |||||
Baten-lastendiensten | 58 529 | 11 125 | 2 | ||||
Restant | 645 826 | 565 235 | 132 986 | 153 859 | 305 112 | 122 686 | 620 489 |
17.09 Ontvangsten | 45 252 | 22 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Op 14 maart 2003 is de Westerscheldetunnel voor het publiek opengesteld. Op 10 december 2004 is de eindevaluatie in het kader van de procedureregeling Grote Projecten aan de kamer aangeboden. Thans resteren nog een 3-tal claims in het kader van claimafhandeling. Twee daarvan zijn in eerste instantie volledig in het voordeel van de Staat beslist. De aannemer heeft daartegen beroep aangetekend. Voor de zogenaamde indexeringsclaim vindt dit jaar de eerste behandeling plaats. Verwacht wordt dat de claims in 2007 worden afgewikkeld.
–
Het project Betuweroute behelst de aanleg van een 160 kilometer lange, tweesporige lijn die exclusief bestemd en ontwikkeld is voor goederenvervoer. De route wordt aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar-Emmerich. De stroom containershuttles per spoor naar het Europese achterland groeit sterk. Goederenvervoer per spoor is belangrijk voor de bereikbaarheid van de Nederlandse industrie en zeehavens. De Betuweroute wordt aangelegd om in de toenemende vraag naar goederenvervoer over spoor te voorzien.
De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen namelijk de havenspoorlijn en het A15 deel.
Het gedeelte Havenspoorlijn, het bestaande stuk spoor tussen de Maasvlakte en de Waalhaven in het Rotterdamse Havengebied is dubbelsporig gemaakt en wordt geëlektrificeerd, emplacementen zijn uitgebreid en knelpunten opgeheven. De havenspoorlijn is op 10 juli 2004 officieel in dienst genomen, zij het voorlopig nog met dieseltractie en beveiligingssysteem ATB-EG. Het geëlektrificeerd in dienst nemen met het beveiligingssysteem ETCS level 2 is gepland in 2008.
Op 16 juni 2007 is de nieuwbouw van het A15 trace geopend en is beperkt gebruik van de Betuweroute mogelijk. Naast commerciële ritten door goederenvervoerders vinden gedurende de tweede helft van 2007 testritten plaats om de betrouwbaarheid van het beveiligingssysteem (ERTMS) te borgen. Tevens krijgen de vervoerders geleidelijk de beschikking over gecertificeerde locomotieven en machinisten. 2007 is dus een ingroei-jaar. In 2007 zal gestart worden met de implementatie van de nieuwe systemen (25 kV en ERTMS) op de bestaande infrastructuur van de havenspoorlijn. Zodra deze rijbanen in bedrijf zijn genomen, is het Betuwerouteproject voltooid. worden. Daarmee wordt het Betuwerouteproject voltooid.
Van de Europese Unie worden voor het project Betuweroute bijdragen (onder andere TEN-gelden) ontvangen. Deze bijdragen worden jaarlijks aangevraagd bij de Europese Unie en in fasen uitgekeerd. In de totale financiering van het project wordt thans uitgegaan van een bedrag van € 167 mln.
De op dit productartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project als volgt opgebouwd:
• reguliere SVV middelen;
• bijdrage uit het FES;
• bijdrage private financiering voorgefinancierd uit FES;
• bijdrage van de Europese Unie;
• bijdrage Gelderland;
• bijdrage VROM voor geluidsmaatregelen Calandbrug;
• bijdrage ProRail.
Tot en met 2006 is door de Europese Unie € 154 mln. betaald. De bijdrage van de Europese Unie (onder andere TEN-gelden) wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat ingediende aanvragen.
Een toelichting op de reeds gedane uitgaven en de verdere planning en organisatie van het project is opgenomen in de voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer in het kader van de procedureregeling grote projecten.
Meetbare gegevens bij 17.02 Betuweroute
Projectoverzicht 17.02 Betuweroute:
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Betuweroute | 2007 | 2006 | ||||||||||
Reguliere SVV-middelen | 719 | 719 | 480 | 147 | 92 | |||||||
FES-middelen | 2 814 | 2 814 | 2 814 | |||||||||
Privaat | 843 | 843 | 832 | 7 | 4 | |||||||
Financiering Prorail | 97 | 97 | 66 | 31 | ||||||||
Bijdrage Gelderland | 8 | 8 | 8 | |||||||||
Bijdrage VROM | 14 | 14 | 14 | |||||||||
EU-ontvangsten | 167 | 167 | 154 | 13 | ||||||||
Totaal categorie 0 | 4 662 | 4 470 | 198 | 96 | 0 | 0 | 0 | |||||
Begroting (IF 17.02.01) | 198 | 96 | 0 | 0 | 0 |
Met het vaststellen van de PKB HSL-Zuid is besloten tot aansluiting van Nederland op het Europese net van hogesnelheidslijnen. De HSL zuid bewerkstelligt een milieuvriendelijke verbinding tussen de Europese mainports en vormt daarmee een belangrijke schakel in het internationale en nationale lange afstandsverkeer.
Hogesnelheidslijn-zuid
Op 29 april 1997 is de Planologische Kernbeslissing HSL-Zuid door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébesluit genomen door de ministers van VenW en VROM. In december 1999 is het boortunnelcontract gegund, in juli 2000 zijn de 5 contracten voor de civiele onderbouw gegund, en begin 2001 ook het contract railaansluitingen. Langs het tracé zijn de bouwwerkzaamheden aan het zuidelijke deel tussen Rotterdam en de Belgische grens nagenoeg gereed. De bouwwerkzaamheden aan het noordelijke deel tussen Rotterdam en de aansluiting op het bestaande spoor bij Hoofddorp zijnbijna afgerond. Voor de ontwikkeling van de HSL-stations wordt gestreefd naar aparte lokale vormen van publiekprivate samenwerking. Dit wordt nader uitgewerkt in de Nieuwe Sleutelprojecten. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst. De planning van de aanleg van de HSL-Zuid is weergegeven in het onderstaande balkenschema, en is conform de 20e Voortgangsrapportage.
Hogesnelheidslijn-Zuid: railwegen personenvervoer
Dit product betreft de realisatie van de aansluiting van station Breda CS via bestaand spoor op het hogesnelheidsspoor. De gelijktijdige realisatie van deze aansluiting is door de Minister toegezegd aan de gemeente Breda.
Hogesnelheidslijn-Zuid: hoofdwegen
Bij de verbreding en verlegging van de A16 (Moerdijk–Galder) en de A4 (Burgerveen–Leiden) bestaan grote raakvlakken met de planning en bouw van de HSL-Zuid. Daarom is besloten dat de verbreding en verlegging van de A16 en het deel van de A4 waar deze parallel loopt met de HSL-Zuid, worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectorganisatie HSL-Zuid.
De in dit productartikel opgenomen bedragen zijn als volgt opgebouwd:
• reguliere SVV-middelen;
• een bijdrage uit het FES;
• de bijdrage uit private financiering;
• de bijdragen van de Europese Unie;
• ontvangsten derden;
De ontvangsten van de HSA worden verantwoord op artikel 13 van deze begroting.
Vanaf begin 2002 wordt de risico-analyse per kwartaal geactualiseerd. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst. De planning van de aanleg van de HSL-Zuid is weergegeven in het onderstaande balkenschema, en is conform de 20e Voortgangsrapportage.
Projectoverzicht 17.03 HSL-Zuid
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
HSL-Zuid (IF 17.03.01) | 5 978 | 5 802 | 5 659 | 313 | 6 | – | – | – | – | 2006/2007 | 2006/2007 | |
– Reguliere SVV middelen (incl. FES BOR) | 2 561 | 2 530 | 2 358 | 197 | 6 | |||||||
– Fes regulier | 1 710 | 1 710 | 1 710 | |||||||||
– Privaat | 940 | 940 | 939 | 1 | ||||||||
– EU-ontvangsten | 192 | 176 | 192 | |||||||||
– Ontvangsten derden | 93 | 79 | 93 | |||||||||
– Risicoreservering | 482 | 367 | 367 | 115 | ||||||||
HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02) | 118 | 115 | 114 | 4 | ||||||||
HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03) | 1 017 | 991 | 1 001 | 16 | ||||||||
Totaal categorie 0 (excl. reeks Infraprovider) | 7 112 | 6 774 | 332 | 6 | – | – | – | – | ||||
Begroting (IF 17.03) | 332 | 6 | – | – | – |
17.04 Anders Betalen voor Mobiliteit
Gezien de ernst van de fileproblematiek kiest het kabinet ervoor om al in deze kabinetsperiode een start te maken met Anders Betalen voor Mobiliteit: met betalen voor gebruik in plaats van bezit. In het najaar van 2007 besluit het kabinet hoe die start er precies uit gaat zien. Tegelijkertijd, conform het coalitieakkoord, zullen de bestaande autobelastingen naar rato worden afgeschaft. De netto opbrengsten van de kilometerprijs vloeien via het Infrastructuurfonds terug naar de verkeersinfrastructuur. De lasten worden daarmee eerlijker verdeeld over de weggebruikers, doordat mensen die veel rijden meer betalen dan mensen die minder rijden. Over het geheel genomen gaan alle automobilisten samen niet méér betalen. Deze eerste stap moet passen binnen het eindbeeld dat door de leden van het Platform Nouwen is ontwikkeld en is een wezenlijk onderdeel is van de Nota Mobiliteit: een landelijke kilometerprijs voor alle wegen gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken.
Deze eerste stap is een eerste uitvoerbare, betekenisvolle en onomkeerbare stap, onder de hierboven genoemde condities. Daartoe zal de noodzakelijke uitwerking plaatsvinden. Tegelijkertijd wordt het eindbeeld uitgewerkt binnen de randvoorwaarden die in het coalitieakkoord zijn opgenomen. Daarnaast zal, om schokeffecten door een abrupte omzetting van de aanschafbelasting (BPM) in de kilometerprijs tegen te gaan, een deel van de BPM in het Belastingplan 2008 en daarna worden omgebouwd in de Motorrijtuigenbelasting (MRB).
Het kabinet hecht eraan het maatschappelijk draagvlak – dat dankzij het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit is bereikt te behouden. Daarvoor is het belangrijk dat weggebruikers weten waarvoor zij straks betalen en wat het ze oplevert: een betere doorstroming en een eerlijkere verdeling van lasten. Daarom zal het kabinet in 2008 – als de voorstellen voldoende zijn uitgewerkt – hierover met de weggebruiker in gesprek gaan.
Na het TCI debat heeft de Tweede Kamer in juni 2005 ingestemd met het Plan van Aanpak voor de Structuurvisie Zuiderzeelijn. Doel van de Structuurvisie Zuiderzeelijn is om op basis van onderzoek en een breed maatschappelijk proces duidelijk te krijgen of een Zuiderzeelijn voldoende bijdraagt aan de projectdoelstellingen, onder andere: versterken van ruimtelijk-economische structuur van Noord-Nederland en verbeteren van de OV-bereikbaarheid van de Noordvleugel van de Randstad.
De Structuurvisie Zuiderzeelijn is in april 2006 afgerond. Op grond van de Structuurvisie heeft het Kabinet het beleidsvoornemen kenbaar gemaakt om te stoppen met het planproces voor de Zuiderzeelijn, vanwege onvoldoende nut en noodzaak. Het kabinet zette toen in op:
• voor Noord-Nederland: een regiospecifiek pakket, bestaand uit een ruimtelijk-economische programma (onder andere innovatie, kennis, verstedelijking) en regionale bereikbaarheidsprojecten (wegen en OV);
• voor de Noordvleugel: kosteneffectieve OV maatregelen, nader uit te werken in de Planstudie OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL).
In juni 2006 is de Structuurvisie Zuiderzeelijn besproken met de Tweede Kamer. De Kamer steunt de inzet voor de Noordvleugel: het uitvoeren van de Planstudie OV SAAL.
De Tweede Kamer nam tijdens het debat in juni 2006 een motie (van Hijum c.s., 27 658, nr. 28) aan met als strekking: werk voor Noord-Nederland naast een regiospecifieke pakket ook een goedkopere variant van een Zuiderzeelijn uit en breng in beeld welk van beide alternatieven de grootste bijdrage levert aan de ruimtelijk-economische ontwikkeling van deze regio.
De motie van de Tweede Kamer is in samenwerking met Noord-Nederland uitgevoerd in de vorm van een Aanvulling op de Structuurvisie. Deze Aanvulling is in oktober 2006 afgerond. In Bestuurlijk Overleg met Noord-Nederland werd geconstateerd dat alle relevante aspecten zijn onderzocht (er is geen aanvullend onderzoek nodig), maar dat het niet lukt om op basis van de onderzoeksresultaten tot gezamenlijke conclusies te komen. Besluitvorming werd daarom overgelaten aan een volgend Kabinet.
In juni 2007 is het overleg tussen het Kabinet en Noord-Nederland – na de Provinciale Statenverkiezingen – weer opgestart. Doel van het overleg is te bezien of tot gezamenlijke conclusies kan worden gekomen met het oog op besluitvorming door het Kabinet.
Het Rijk heeft voor de Zuiderzeelijn een maximale bijdrage gereserveerd van € 2,88 mld. (prijspeil 2007, NCW 2010). De allocatie van deze reservering maakt onderdeel uit van besluitvorming over de Aanvulling op de Structuurvisie Zuiderzeelijn.
Bedragen in € mln incl. btw | Raming | Budget | Uitvoering | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten nationaal | |||||||||||
Zuiderzeelijn | 2 882 | tn1 | pm | ||||||||
Totaal categorie 1 | 2 882 |
1 Afhankelijk van de uitkomst van de besluitvorming op basis van de Structuurvisie Zuiderzeelijn (ZZL). Gezien de recente ontwikkelingen is er op dit moment nog geen duidelijkheid over het vervolg van het project.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen. Bij elk onderdeel zal het verband met het artikel uit de begroting van Hoofdstuk XII worden vermeld.
Met de aan Railinfrabeheer BV – onderdeel van ProRail BV -(18.5) verstrekte lening werden middelen beschikbaar gesteld om de doelstellingen die betrekking hebben op het onderhoud van het spoor, zoals beschreven in artikel 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden van de begroting van VenW (Hoofdstuk XII), uit te voeren.
De doelstellingen van het Intermodaal Vervoer zijn opgenomen in Hoofdstuk XII van de begroting van Verkeer en Waterstaat. Het productartikel heeft betrekking op beleidsartikel 35, Mainport en logistiek.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
18. Overige uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Verplichtingen | 54 560 | 51 880 | 51 730 | 50 159 | 530 461 | 242 831 | |
Uitgaven | 75 688 | 52 563 | 53 618 | 53 040 | 54 089 | 533 081 | 242 831 |
18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen | |||||||
18.02 Bodemsanering | |||||||
18.03 Intermodaal vervoer | 423 | 3 401 | 2 168 | 1 778 | 3 930 | 2 620 | |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR) | 1 012 | 4 655 | 1 700 | 1 700 | 1 700 | ||
18.05 Railinfrabeheer | 68 397 | 35 089 | 34 987 | 35 142 | 34 966 | 517 995 | 237 139 |
18.06 Extrene veiligheid | 3 320 | 8 430 | 7 835 | 7 240 | 6 875 | ||
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 5 856 | 6 098 | 6 333 | 6 585 | 6 253 | 5 591 | 5 692 |
18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven. | 5 856 | 6 098 | 6 333 | 6 585 | 5 253 | 5 591 | 5 692 |
18.07.02 Subsidies algemeen | |||||||
Van totale uitgaven | |||||||
Apparaatsuitgaven: | 44 | 641 | 585 | 585 | 585 | ||
Baten-lastendiensten | 5 658 | 5 992 | 6 221 | 6 470 | 6 203 | 5 546 | 5 647 |
Restant | 69 788 | 45 930 | 46 812 | 45 985 | 47 301 | 527 535 | 237 184 |
18.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 68 397 | 35 089 | 34 987 | 35 142 | 34 966 | 517 995 | 237 138 |
18.10 Ontvangsten | |||||||
Voordelig saldo | 469 655 |
Doelstelling 18.05 Railinfrabeheer is technisch van aard (zie ook ontvangsten); de budgetflexibiliteit is niet van toepassing.
18.01 Saldo van afgesloten rekeningen
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
–
Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbeterd.
Terminalbeleid
Uit de Economische Impact Studie Railgoederenvervoer (EISR) studie blijkt dat er een behoefte bestaat aan enkele grote terminals op de primaire assen van het spoornetwerk, voornamelijk ten behoeve van het faciliteren van de overslag van weg naar spoor en omgekeerd, maar ook ten behoeve van het accommoderen van innovatieve mogelijkheden als «trailers-on-trains». Nieuwe industriegebieden, zoals Maasvlakte II, dienen te worden ontsloten.
De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de Railservicecentra. Onderzocht zal worden of, en zo ja, wanneer er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen.
Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT)
Doel van de Subsidieregeling Openbare Inland terminals was het bieden van de mogelijkheid om de capaciteit van het infrastructurele netwerk optimaal te benutten. Door het verstrekken van subsidies aan de openbare overslagterminals is het terminalnetwerk versterkt en is een modal shift gestimuleerd. Met behulp van deze subsidies zijn nieuwe openbare overslagterminals gerealiseerd en is de capaciteit van bestaande overslagterminals vergroot.
De uiterste termijn om aanvragen op grond van de SOIT in te kunnen dienen, is reeds op 1 januari 2004 verstreken. Alle ingediende aanvragen zijn inmiddels in beschikkingen vastgelegd. De afwikkeling van alle gehonoreerde projecten zal afhankelijk van de planning en uitvoering naar verwachting doorlopen naar 2009.
Projectoverzicht 18.03 Intermodaal vervoer
Totaal | Budget in € mln; prijspeil 2007 | oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | later | huidig | vorig |
Multi- en modaalvervoer | ||||||||||||
SOIT | 21 | 21 | 16 | 3 | 2 | divers | divers | |||||
Totaal categorie 0 | 21 | 16 | 3 | 2 | 0 | 0 | ||||||
Ruimte voor planstudies | 2 | 4 | 3 | |||||||||
Begroting (IF 18.03.01) | 3 | 2 | 2 | 4 | 3 |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Urgentieprogramma Randstad)
Met het Urgentieprogramma Randstad (UPR) wil het kabinet eraan bijdragen dat de Randstad zich ontwikkelt tot een duurzame en concurrerende Europese topregio.
De Randstad is voor Nederland, mede door de twee mainports Schiphol en de Rotterdamse haven, de belangrijkste internationaal concurrerende regio en concurreert met stedelijke regio’s als Barcelona, München en Frankfurt. Maar de Randstad kan beter. Een aantal knelpunten en onderbenutte kwaliteiten hebben de concurrentiepositie van de Randstad aangetast. Het gaat dan om bijvoorbeeld de dagelijkse files, de kwaliteit van het openbaar vervoer, te weinig aantrekkelijke woongebieden, werklocaties en recreatiemogelijkheden en mogelijk onvoldoende bescherming tegen de effecten van snelle klimaatverandering. Het oplossen van deze problemen wordt bemoeilijkt door de bestuurlijke drukte in de Randstad, waardoor de vele projecten weinig samenhang kennen en moeilijk tot besluitvorming en uitvoering komen. Het kabinet wil meer snelheid door selectiviteit en samenhang. Doel is een slagvaardiger besluitvorming over en uitvoering van de meest urgente en economisch belangrijke projecten in de regio. De Randstad kan dan op termijn meer functioneren als één netwerk van steden met verschillende specialisaties.
Het Urgentieprogramma Randstad bouwt voort op het beleid in de vorige kabinetsperiode in de grote nota’s is vastgelegd. Voor de Randstad zijn de volgende nota’s met name van belang:
• Nota Ruimte
• Nota Mobiliteit (en Kabinetsstandpunt Schiphol, Nota Zeehavens)
• Pieken in de Delta
• Agenda voor een Vitaal Platteland
Andere uitgangspunten zijn de afspraken die in het kader van de Nota Ruimte programma’s zijn gemaakt en verwoord in bijv. de Noordvleugelbrief voor het programma Noordvleugel.
De projecten die in het Urgentieprogramma worden opgenomen, hebben betrekking op een urgent probleem of een bijzondere kans. Ze zijn van Randstedelijk, nationaal of internationaal belang.
In hoofdstuk 3 van het het MIRT is een kaart opgenomen met daarin alle projecten van het UPR. In het hoofdstuk alsmede op de projectbladen zijn deze nader beschreven.
De aandelen van Railinfrabeheer B.V. (als onderdeel van Rail Infra Trust (RIT)) zijn per 1 juli 2002 overgedragen aan de Staat der Nederlanden. Met ingang van 2005 opereert RIB met Railverkeerleiding en Railned onder de naam ProRail. ProRail kan met ingang van 1 januari 2001 niet meer voorzien in de financiering van de investeringen door het aantrekken van leningen op de kapitaalmarkt. Daarom was de mogelijkheid geschapen dat ProRail gebruik kon maken van zogenaamde schatkistleningen via een lening van het ministerie van Financiën aan VenW.
Op dit onderdeel wordt de rente over en aflossing van deze schatkistleningen verantwoord die in de periode 2001/2002 zijn verstrekt aan ProRail. Het betreft hier de leningen die door het Ministerie van Financiën aan VenW beschikbaar zijn gesteld om vervolgens door VenW aan ProRail te worden uitgeleend.In totaal is op deze wijze € 806 mln aan ProRail beschikbaar gesteld (€ 483 mln in 2001 en € 323 mln in 2002). De aflossingen vinden plaats in 2011 en 2012.
De uitgaven betreffen de betalingen van rente (en aflossing) van VenW aan Financiën en de ontvangsten betreffen de betalingen van rente (en aflossing) door ProRail aan VenW. In 2005 is € 65 mln vervroegd afgelost, conform afspraken in het voorjaarnota overleg tussen de bewindslieden van VenW en Financiën. In 2006 is nomaals € 32 mln vervroegd afgelost in het kader van de schuldreductie. De resterende schuld aan Financiën bedraagt thans € 709 mln.
Met VROM is overeengekomen om dit budget (€ 53,7 mln) over te hevelen naar VenW. Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS).
Hiervan wordt € 20 mln verantwoord op artikel 13. Het resterende bedrag (€ 33,7 mln) dient nog naar artikel 12 en 15 te worden overgeheveld.
18.07 Modaliteitsafhankelijke kennis en expertise
De nationale basisinformatievoorziening heeft betrekking op het verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens voor een limitatief aantal informatiebestanden betreffende de waterstaatkundige toestand van het land, het verkeer te water en het wegverkeer. Het gaat om taken die wettelijk bij Rijkswaterstaat zijn neergelegd en gelden als standaard voor gebruik in Nederland.
Voorbeelden van nationale basisinformatie zijn:
• Informatiebestanden betreffende de geometrische infrastructuur in Nederland zoals het NAP-peilmerkennet waarmee belangrijke hoogte(laagte)verschillen worden beoordeeld of het Actief GPS Referentiesysteem (AGRS.nl) dat de basis vormt voor een betrouwbaar en uitermate nauwkeurig gebruik van GPS in Nederland;
• Opstellen van waterstandsverwachtingen en geven van stormvloedwaarschuwingen aan beheerders van waterkeringen en anderen aan de hand van berekeningen met atmosferische modellen en waterbewegingsmodellen, gekoppeld aan meetgegevens uit verschillende automatische meetnetten.
De overige uitgaven betreffen de uitgaven voor grensoverschrijdende netwerkoverleg.
19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord, die ten laste van de begroting van Verkeer en Waterstaat komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2007 van Verkeer en Waterstaat (XII).
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 39 Bijdragen aan het Infrastructuurfonds. Daarnaast wordt op dit artikel de bijdrage ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) verantwoord.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
19. Bijdragen andere begrotingen Rijk | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Ontvangsten | 6 334 845 | 6 488 566 | 6 885 131 | 7 396 747 | 7 885 787 | 6 556 800 | 6 843 944 |
19.09 T.l.v. begroting VenW | 4 705 018 | 4 972 028 | 5 620 809 | 6 112 464 | 6 482 727 | 6 131 541 | 6 365 068 |
19.10 T.l.v. FES | 1 629 827 | 1 516 538 | 1 264 322 | 1 284 283 | 1 403 060 | 4 25 259 | 478 876 |
19.09 Ten laste van begroting VenW
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
–
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
In de volgende tabel wordt de bijdrage uit het FES uitgesplitst naar de verschillende categorieën van projecten.
Uitsplitsing bijdrage FES (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Betuweroute | 3 840 | |||||
HSL-Zuid | 859 | |||||
Impuls f 1,9 mld | 4 763 | |||||
12 mld impuls | 1 095 311 | 974 542 | 1 067 053 | 1 064 020 | ||
Bor | 316 826 | 237 178 | 230 839 | 343 039 | ||
Voorfinanciering GIS | – 32 000 | – 33 000 | – 34 000 | – 35 000 | ||
BISK/Proces en systeem innovatie | 2 610 | 2 030 | 3 890 | |||
A2 Maastricht | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | ||
Amsterdam Zuid-as | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
Versterking dijken (amendement 18 Snijder-Hazelhoff) | 23 140 | 16 000 | ||||
Compartimentering dijken | 1 513 | 500 | ||||
Haaglanden | 1 520 | 1 000 | 500 | |||
Benutting HWN: Progr. Filevermindering | 41 086 | 21 914 | ||||
Benutting HWN: DVM | 20 000 | 30 000 | ||||
Benutting Spoor: Moordrecht | 10 000 | 10 000 | ||||
FES kasschuif met IF: | ||||||
– Versnelling hoofdwegen | – 3 414 | |||||
W4-Leiderdorp | 24 158 | |||||
PMR | 400 259 | 437 876 | ||||
Bescherming OV tegen terroristische aanslagen | 3 483 | |||||
Totaal art 19.10 | 1 516 538 | 1 264 322 | 1 284 283 | 1 403 060 | 425 259 | 478 876 |
1. Vanaf 2011 zijn er voor een drietal projecten/programma’s binnen het FES gelden gereserveerd op artikel 15 Projecten in voorbereiding. Dit zijn: de Noordvleugel incl Zuidas, envelop Nota Mobiliteit en de achterlandverbindingen en de projectreservering voor Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). Ondanks dat er overeenstemming is over de totale reservering in het FES voor deze programma’s, kunnen deze gelden op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, dus de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
11 Hoofdwatersystemen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 530 791 | 675 107 | 743 838 | 800 733 | 719 375 | 595 055 | |
Mutatie NvW 2007 | |||||||
Mutatie amendement 2007 | |||||||
1e suppletore wet 2007 | 36 469 | 43 069 | 22 228 | 44 528 | 7 583 | 26 177 | |
Nieuwe mutaties | 10 259 | 6 447 | 6 680 | 7 213 | 6 162 | 8 084 | |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 577 519 | 724 623 | 772 746 | 852 474 | 733 120 | 629 316 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | |
nieuwe mutaties: | ||||||
1. Loonbijstelling | 2 364 | 2 696 | 2 610 | 3 021 | 3 219 | 3 228 |
2. Prijsbijstelling | 2 525 | 3 119 | 3 439 | 3 764 | 3 480 | 3 664 |
3. Ontvangsten bijstelling | 1 045 | 1 051 | 964 | 883 | ||
4. Correctie leenfaciltiteit RWS | 4 325 | |||||
5. Huisvestingstaakstelling | – 419 | – 433 | – 455 | – 537 | – 539 | |
Overige mutaties | 100 | 1 731 | ||||
Totaal | 10 259 | 6 447 | 6 680 | 7 213 | 6 162 | 8 084 |
Ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2007.
Ad 3. Voor het project Integratie Inrichting Veluwe randmeer is het projectbudget aangepast voor de ontvangstenbijstelling voor de bijdragen van derden op basis van het in 2001 afgesloten convenant (tussen 17 overheden).
Ad 4. Tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Verkeer en Waterstaat is de afspraak gemaakt het beroep van Rijkswaterstaat op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën niet meer onder het uitgavenkader van Verkeer en Waterstaat te laten vallen. Als gevolg van deze afspraak heeft een technische verwerking plaatsgevonden.
Ad 5. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling (inclusief de efficiencytaakstelling van de Rijksgebouwendienst) conform het Coalitieakkoord.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
11 Hoofdwatersystemen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 1 293 | 966 | 66 | 66 | |||
Mutatie NvW | |||||||
Mutatie amendement | |||||||
1e suppletore wet 2007 | 3 822 | 0 | 0 | ||||
Nieuwe mutaties | 1 045 | 4 051 | 964 | 883 | |||
Stand ontwerpbegroting 2008 | 6 160 | 5 017 | 1 030 | 949 | 0 | 0 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Ontvangstenbijstelling | 1 045 | 1 051 | 964 | 883 | ||
2. Bestuursakkoord Rijk-Provincies 2008 | 3 000 | |||||
Totaal | 1 045 | 4 051 | 964 | 883 | 0 | 0 |
1. Zie toelichting 3 bij de uitgaven.
2. In het bestuursakkoord van het Rijk met de Provincies is overeengekomen dat de provincies in 2008 een bijdrage leveren van in totaal € 130 mln. voor medefinanciering van Rijksinfrastructuurprojecten uit het MIRT. In de Infrastructuuragenda zijn de betreffende projecten uit het MIRT opgenomen.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
12 Hoofdwegennet | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 2 755 041 | 3 345 027 | 3 136 201 | 2 979 964 | 1 373 659 | 1 637 086 |
Amendement nr. 25, leden van der Staaij/Gerkens | – 20 000 | |||||
Amendement nr. 43, leden van van Hijum/Hofstra | 50 000 | |||||
1e suppletore wet 2007 | – 391 297 | – 477 561 | – 223 589 | 58 237 | 429 844 | 249 967 |
Nieuwe mutaties | 186 533 | 10 421 | 26 078 | 52 106 | 56 927 | 82 737 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 2 580 277 | 2 877 887 | 2 938 690 | 3 090 307 | 1 860 430 | 1 969 790 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Loonbijstelling 2007 | 8 070 | 7 905 | 7 122 | 7 307 | 4 851 | 8 850 |
2. Prijsbijstelling 2007 | 13 202 | 15 775 | 14 729 | 14 065 | 6 680 | 13 529 |
3. Luchtmaatregelen | 35 000 | 35 000 | ||||
4. Quick wins netwerkanalyses | – 37 162 | – 29 127 | ||||
5. Dekking Anders Betalen voor Mobiliteit | – 13 649 | |||||
6. Dekking Noordvleugel | – 2 800 | – 1 700 | – 1 700 | – 1 700 | ||
7. Omlegging Zuid-Willemsvaart | 1 000 | 1 000 | 5 000 | |||
8. Desalderingen | – 11 898 | 6 700 | 29 200 | 12 000 | 15 000 | |
9. FES-bijdragen | 30 370 | 8 831 | ||||
10. Correctie leenfaciliteit | 23 872 | |||||
11. Rente RWS vanaf 2012 | 5 145 | |||||
12. Huisvestingstaakstelling | – 1 904 | – 1 773 | – 1 766 | – 1 604 | – 1 618 | |
13. Overdracht Noordzeekanaalveren | 195 000 | – 2 000 | ||||
Totaal | 186 533 | 10 421 | 26 078 | 52 106 | 56 927 | 82 737 |
Ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2007.
Ad 3. In de Nota Mobiliteit (NoMo) is voor lokatiespecifieke knelpunten op het terrein van luchtkwaliteit € 300 mln gereserveerd. Door middel van deze overboeking vanuit artikel IF 13 Spoorwegen komt de volledige € 300 mln op dit artikel beschikbaar voor wegenknelpunten.
Ad 4. De op dit artikel gereserveerde € 66 mln voor quick-wins uit de netwerkanalyses wordt overgeheveld naar artikel IF 14.02 Regionale mobiliteitsfondsen en komt op deze wijze beschikbaar voor regionale overheden.
Ad 5 en 6. Dit betreft de dekking voor de uitgaven voor de projecten Anders Betalen voor Mobiliteit en Noordvleugel (zie IF artikelen 17 en 18).
Ad 7. Deze mutatie betreft een overboeking vanuit artikel IF 15 voor gecombineerde werkzaamheden voor de A2 (ophoging A59) en omlegging van de Zuid Willemsvaart.
Ad 8. Dit betreft de verhoging van de kosten van projecten als gevolg van het opnemen van activiteiten die worden uitgevoerd in opdracht van decentrale overheden (zie ook mutatie 2 bij de ontvangsten).
Ad 9. Het betreft hier mutaties die gefinancierd worden vanuit het FES (artikel IF 19.10 FES). Het gaat om de volgende zaken.
• In 2006 is voor het programma Filevermindering minder uitgegeven dan was begroot, waardoor in de Slotwet 2006 ten behoeve van dit programma is € 6,2 mln. teruggegeven aan het FES. Dit bedrag wordt met deze mutatie weer opgevraagd in 2008.
• Voor € 24,2 mln. betreft dit de FES-bijdrage aan het project W4-Leiderdorp in 2008.
• De toevoeging in 2012 van € 8,8 mln. aan artikel 12 Hoofdwegennet komt uit de terugbetaling van de door Verkeer en Waterstaat voorgefinancierde kosten voor natuurcompensatie PMR.
Ad 10. Tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Verkeer en Waterstaat is de afspraak gemaakt het beroep van Rijkswaterstaat op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën niet meer onder het uitgavenkader van Verkeer en Waterstaat te laten vallen. Als gevolg van deze afspraak heeft een technische verwerking plaatsgevonden.
Ad 11. Dit betreft de rente op de initiële lening van Rijkswaterstaat. Deze is naar rato van de agentschapbijdragen over de verschillende artikelen verdeeld. Voor de jaren 2007 tot en met 2011 is dit al in de begroting 2007 verwerkt.
Ad 12. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling (inclusief de efficiencytaakstelling van de Rijksgebouwendienst) conform het Coalitieakkoord.
Ad 13. VenW heeft het voornemen de verantwoordelijkheid voor de exploitatie (inclusief Beheer en Onderhoud) en de vervanging van drie veerverbindingen over het Noordzeekanaal volledig over te dragen aan de gemeente Amsterdam. Hiervoor is een afkoopsom overeengekomen van € 220 mln. Dit voornemen is een uitvloeisel van langdurig onderhandelen en sluit aan bij de uitgangspunten in het Coalitieakkoord (verantwoordelijkheden waar mogelijk decentraal beleggen). Als gevolg van vrijvallende beheers- en onderhoudskosten en exploitatiebijdragen, leidt deze overdracht in 2007 tot een tekort op artikel 12 van ca. € 190 mln. Indien rekening wordt gehouden met de structurele vrijval van deze kosten en bijdragen vanuit Wegen en Regionaal/lokaal, is de afkoop budgettair neutraal.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
12 Hoofdwegennet | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 40 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 | 0 | 30 000 |
1e suppletore wet 2007 | – 858 | 5 800 | – 10 724 | – 6 029 | ||
Nieuwe mutaties | 0 | 79 102 | 6 700 | 29 200 | 12 000 | 15 000 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 39 545 | 179 429 | 17 977 | 30 836 | 12 000 | 45 000 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. VROM bijdrage Rw4 Leiderdorp | – 24 158 | |||||
2. Desaldering projecten | 12 260 | 6 700 | 29 200 | 12 000 | 15 000 | |
3. Bestuursakkoord Rijk-Provincies 2008 | 91 000 | |||||
Totaal | 0 | 79 102 | 6 700 | 29 200 | 12 000 | 15 000 |
Ad 1. Dit betreft de omzetting van de VROM-bijdrage voor het project RW4 Leiderdorp in een bijdrage vanuit het FES. Hierdoor wordt de ontvangst naar beneden bijgesteld.
Ad 2. Dit betreft ontvangsten als gevolg van bijdragen van decentrale overheden voor de uitvoering van de projecten.
Ad 3. In het bestuursakkoord van het Rijk met de Provincies is overeengekomen dat de provincies in 2008 een bijdrage leveren van in totaal € 130 mln. voor medefinanciering van Rijksinfrastructuurprojecten uit het MIRT. In de Infrastructuuragenda zijn de betreffende projecten uit het MIRT opgenomen.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 2 387 983 | 2 277 381 | 2 370 591 | 2 333 747 | 2 604 743 | 2 095 363 |
Amendement nr. 18, leden van Hiujm/Dijksma | 0 | |||||
1e suppletore wet 2007 | – 50 450 | 137 359 | 118 433 | 275 961 | – 356 666 | 47 118 |
Nieuwe mutaties | – 99 065 | 2 324 | – 5 775 | – 24 811 | 11 729 | 39 871 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 2 238 468 | 2 417 064 | 2 483 249 | 2 584 897 | 2 259 806 | 2 182 352 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2 012 |
1. Loonbijstelling 2007 | 4 740 | 4 741 | 4 741 | 4 741 | 4 739 | 4 739 |
2. Prijsbijstelling 2007 | 9 215 | 8 712 | 9 108 | 8 942 | 10 143 | 7 912 |
3. Externe veiligheid | 2 380 | 3 570 | 4 165 | 4 760 | 5 125 | |
4. Risicoreservering HSL-Zuid | – 115 400 | |||||
5. NoMo reeks luchtmaatregelen | – 35 000 | – 35 000 | ||||
6. FES/GIS | 35 000 | |||||
7. FES/Zuidas | – 15 000 | – 25 000 | – 45 000 | 25 000 | 60 000 | |
8. Correctieboeking met artikel 18.05 | – 34 800 | |||||
Overige mutaties | 301 | 1 210 | 1 746 | 1 722 | 2 020 | |
Totaal | – 99 065 | 2 324 | – 5 775 | – 24 811 | 11 729 | 39 871 |
Ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstellingstranche 2007.
Ad 3. Vanuit het ministerie Van VROM heeft een overboeking plaatsgevonden voor Externe Veiligheid. Deze middelen zijn beschikbaar gekomen voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS).
Ad 4. Dit betreft een overboeking uit de «afdekking risico’s spoorprogramma’s» op dit artikel naar artikel IF 17 voor de in 2006 door de TK geaccordeerde toevoeging aan het HSL-Zuid budget (4e en 5e tranche) ad € 75 mln. Verder wordt de uit de risicoreservering aangevraagde zesde tranche van € 31,1 mln voor het contract meerwerk ERTMS en de kosten van de organisatie RWS HSL-Zuid alsmede de zevende tranche van € 9,3 mln voor de meerkosten van contract ERTMS in deze begroting verwerkt. De Kamer is hierover geïnformeerd met mijn brieven van respectievelijk 23 januari 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 260) en 15 mei 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 265). De bedragen zullen worden toegevoegd aan het projectbudget van de HSL-Zuid.
Ad 5. In de NoMo is voor lokatiespecifieke knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit € 300 mln gereserveerd. Met deze overboeking naar artikel IF 12 Hoofdwegen komt de volledige € 300 mln beschikbaar voor wegenknelpunten.
Ad 6. Dit betreft de (FES) terugbetaling voor GIS. De tijdelijk aangebrachte dekking op dit artikel wordt definitief aangebracht op artikel 12.
Ad 7. Het project Zuid-as/WTC en station (NSP) is met 2 jaar vertraagd, omdat het tracébesluit pas in 2010 genomen zal worden en de start van de bouw pas daarna kan plaatsvinden. De bijdrage van FES (artikel 19.10) aan het project Zuid-as is hiermee in overeenstemming gebracht.
Ad 8. Dit betreft een correctieboeking met artikel 18 voor de juiste verwerking van de extra aflossing in 2006 in het kader van schuldreductie ProRail.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 80 900 | 101 600 | 123 000 | 131 000 | 148 000 | 148 000 |
1e suppletore wet 2007 | – 44 811 | – 68 855 | – 37 881 | – 36 248 | – 29 055 | – 5 183 |
Nieuwe mutaties | 0 | 301 | 1 210 | 1 746 | 1 722 | 2 020 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 36 089 | 33 046 | 86 329 | 96 498 | 120 667 | 144 837 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Overige mutaties | 301 | 1 210 | 1 746 | 1 722 | 2 020 | |
Totaal | 0 | 301 | 1 210 | 1 746 | 1 722 | 2 020 |
14 Regionale, lokale infrastructuur
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
14 Regionaal/lokale infra | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 328 365 | 253 154 | 234 054 | 296 917 | 171 014 | 151 028 |
1e suppletore wet 2007 | – 61 246 | – 28 511 | – 225 | – 78 375 | 83 225 | 41 000 |
Nieuwe mutaties | 39 117 | 29 782 | 1 049 | 1 325 | 768 | 682 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 306 236 | 254 425 | 234 878 | 219 867 | 255 007 | 192 710 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Loonbijstelling 2007 | 28 | 24 | 25 | 25 | 20 | 19 |
2. Prijsbijstelling 2007 | 1 439 | 1 109 | 1 025 | 1 301 | 749 | 661 |
3. Quick wins netwerkanalyses | 37 162 | 29 127 | ||||
4. Huisvestingstaakstelling | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | |
Overige mutaties | 488 | – 477 | 3 | |||
Totaal | 39 117 | 29 782 | 1 049 | 1 325 | 768 | 682 |
Ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstellingstranche 2007.
Ad 3. De middelen voor de quick-wins netwerkanalyses worden overgeboekt vanuit artikel 12 Hoofdwegennet naar dit artikel (14.02 Regionale Mobiliteitsfondsen).
Ad 4. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling conform het Coalitieakkoord.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
14 Regionale, Lokale Infrastructuur | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1e suppletore wet 2007 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 29 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 0 | 29 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Bestuursakkoort Rijk-Provincies 2008 | 29 000 | |||||
Totaal | 0 | 29 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ad 1. In het bestuursakkoord van het Rijk met de Provincies is overeengekomen dat de provincies in 2008 een bijdrage leveren van in totaal € 130 mln. voor medefinanciering van Rijksinfrastructuurprojecten uit het MIRT. In de Infrastructuuragenda zijn de betreffende projecten uit het MIRT opgenomen.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
15 Hoofdvaarwegennet | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 516 586 | 524 861 | 581 120 | 639 437 | 711 146 | 693 406 |
Amendement nr. 25, v.d. Staaij/Gerkens | 20 000 | |||||
1e suppletore wet 2007 | 67 810 | 24 091 | 53 205 | 6 891 | – 13 103 | 1 692 |
Nieuwe mutaties | 7 392 | 6 339 | 12 972 | 22 302 | 25 316 | 14 279 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 611 788 | 555 291 | 647 297 | 668 630 | 723 359 | 705 993 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Loonbijstelling tranche 2007 | 4 147 | 4 287 | 4 870 | 5 409 | 5 725 | 5 779 |
2. Prijsbijstelling tranche 2007 | 2 239 | 2 269 | 2 530 | 2 769 | 3 010 | 2 941 |
3. Verschuiving Schelderadarketen | – 4 414 | – 306 | 1 755 | – 4 435 | 2 500 | 2 650 |
4. Nettering specifieke uitkeringen | – 2 320 | – 2 320 | – 2 320 | – 2 320 | – 2 320 | |
5. Overboeking naar artikel 12 tbv A2 | – 1 000 | – 1 000 | – 5 000 | |||
6. Desaldering ZWV Maas Berlicum Den Dungen | 14 000 | |||||
7. Desaldering Vaarweg Ketelmeer | 600 | 600 | ||||
8. Desaldering ZWV Renovatie sluizen 4, 5 en 6 | 4 500 | 9 000 | 13 500 | 18 300 | 4 800 | |
9. Correctie leenfaciliteit RWS | 5 645 | |||||
10. Rente initiele lening | 2 314 | |||||
11. Huisvestingstaakstelling | – 544 | – 656 | – 654 | – 732 | – 718 | |
12. Overboeking naar het ministerie van Defensie | – 825 | – 1 147 | – 1 207 | – 967 | – 1 167 | – 1 167 |
Totaal | 7 392 | 6 339 | 12 972 | 22 302 | 25 316 | 14 279 |
Ad 1. Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2007.
Ad 2. Deze mutatie betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2007.
Ad 3. De besluitvorming over investeringen in de Schelderadarketen (SRK) is uitgesteld doordat er plannen in voorbereiding zijn voor de aanleg van een windmolenpark voor de Zeeuwse kust. Er bestaat namelijk de mogelijkheid tot synergie tussen de aanleg van een windmolenpark en investeringen in de SRK. In de loop van 2007 zal hierover verdere besluitvorming plaatsvinden. Zowel de uitgaven- op het artikel Walradarsystemen als de ontvangstenramingen worden daardoor aangepast.
Ad 4. In het kader van de evaluatie van het BTW-compensatiefonds (BCF) is een onderzoek uitgevoerd, waarvan een onderdeel bestond uit het in kaart brengen van de BTW die door gemeenten, provincies en kaderwetgebieden bij het BCF wordt gedeclareerd voor zover die wordt gefinancierd met specifieke uitkeringen.
De opgenomen reeks betreft de structurele overboekingen van BTW-gelden via het ministerie van Financiën naar het BCF.
Ad 5. Ten behoeve van de gecombineerde werkzaamheden voor de A2 (onderdeel ophoging A59) en de omlegging van de Zuid-Willemsvaart (Onderdeel bouw viaduct gelegen in deze ophoging), wordt in totaal € 7 mln. overgeboekt naar artikel 12 in het Infrastructuurfonds.
Ad 6. Van de gemeente Den Bosch wordt een bijdrage verwacht van € 14 mln. in verband met de meerkosten van de door hen gewenste as-verlegging;
Ad 7. Deze desaldering heeft betrekking op een EU-subsidie in het kader van de TEN (Trans Europees Netwerken).
Ad 8. De desaldering heeft betrekking op bijdragen van de Provincie Noord-Brabant, betrokken gemeenten en waterschap zoals afgesproken in de ondertekende bestuursovereenkomst.
Ad 9. Tussen de ministeries van Financiën en Verkeer en Waterstaat is de afspraak gemaakt om het beroep van RWS op de leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën niet meer onder het uitgavenkader van Verkeer en Waterstaat te laten vallen. Als gevolg van deze afspraak vindt een technische verwerking plaats.
Ad 10. De rente op de initiële lening van RWS is naar rato van de agentschapbijdragen over de verschillende artikelen verdeeld. Voor de jaren 2007 tot en met 2011 is dit al in de begroting 2007 verwerkt.
Ad 11. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling (inclusief de efficiencytaakstelling van de Rijksgebouwendienst) conform het Coalitieakkoord.
Ad 12. Ten behoeve van financiering van de Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl worden de in de Raad voor de Kustwacht afgesproken budgetten overgeboekt naar het ministerie van Defensie.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
15 Hoofdvaarwegennet | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 12 523 | 11 623 | 11 923 | 13 323 | ||
Mutatie NvW | ||||||
Mutatie amendement | ||||||
1e suppletore wet 2007 | 383 | 1 048 | 2 672 | 3 300 | 2 000 | 1 300 |
Nieuwe mutaties | – 3 814 | 13 794 | 10 755 | 23 065 | 20 800 | 7 450 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 9 092 | 26 465 | 25 350 | 39 688 | 22 800 | 8 750 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Verschuiving Schelderadarketen | – 4 414 | – 306 | 1 755 | – 4 435 | 2 500 | 2 650 |
2. ZWV Maas Berlicum Den Dungen | 14 000 | |||||
3. ZWV Renovatie sluizen 4, 5 en 6 | 4 500 | 9 000 | 13 500 | 18 300 | 4 800 | |
4. Vaarweg Ketelmeer | 600 | 600 | ||||
5. Bestuursakkoord Rijk-Provincies 2008 | 9 000 | |||||
Totaal | – 3 814 | 13 794 | 10 755 | 23 065 | 20 800 | 7 450 |
Ad 1. Zie hiervoor het gestelde onder de uitgaven (ad 3).
Ad 2. Zie hiervoor het gestelde onder de uitgaven (ad 6).
Ad 3. Zie hiervoor het gestelde onder de uitgaven (ad 8).
Ad 4. Zie hiervoor het gestelde onder de uitgaven (ad 7).
Ad 5. In het bestuurakkoord van het Rijk met de Provincies is overeengekomen dat de provincies in 2008 een bijdrage leveren van in totaal € 130 mln. voor medefinanciering van Rijksinfrastructuurprojecten uit het MIRT. In de Infrastructuuragenda zijn de betreffende projecten uit het MIRT opgenomen.
16 Megaprojecten niet verkeer en vervoer
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
16 Megaprojecten niet verkeer en vervoer | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 137 973 | 167 078 | 269 038 | 288 873 | 362 637 | 339 784 |
Mutatie NvW 2007 | ||||||
Mutatie amendement 2007 | ||||||
1e suppletore wet 2007 | 9 401 | 9 355 | 7 743 | 22 371 | – 2 625 | 17 232 |
Nieuwe mutaties | 1 523 | 1 350 | 2 035 | 2 104 | 402 761 | 399 172 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 148 897 | 177 783 | 278 816 | 313 348 | 762 773 | 756 188 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Verplichtingen/uitgaven | ||||||
1. Prijsbijstelling 2007 | 578 | 692 | 1 117 | 1 212 | 1 531 | 4 037 |
2. Loonbijstelling 2007 | 460 | 690 | 1 053 | 925 | 1 005 | 1 018 |
3. Prijsbijstelling FES (PMR) | 15 543 | 16 851 | ||||
4. Bijdrage FES (PMR) | 384 716 | 377 194 | ||||
5. Huisvestingstaakstelling | – 32 | – 35 | – 33 | – 34 | – 34 | |
Overige mutaties | 485 | – 100 | 106 | |||
Totaal | 1 523 | 1 350 | 2 035 | 2 104 | 402 761 | 399 172 |
Ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2007.
Ad 3. Deze mutatie betreft de toevoeging van prijscompensatie aan de FES gerelateerde onderdelen.
Ad 4. Deze mutatie betreft de toevoeging van de FES bijdrage in PMR.
Ad 5. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling (inclusief de efficiencytaakstelling van de Rijksgebouwendienst) conform het Coalitieakkoord.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
16 Megaprojecten niet verkeer en vervoer | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 000 | 20 000 |
Mutatie NvW | ||||||
Mutatie amendement | ||||||
1e suppletore wet 2007 | 243 | |||||
Nieuwe mutaties | 83 | 7 000 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2008 | 326 | 7 000 | 0 | 0 | 20 000 | 20 000 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Ontvangsten | ||||||
1. Bestuursakkoord Rijk Provincies 2008 | 7 000 | |||||
Overige mutaties | 83 | |||||
Totaal | 83 | 7 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ad 1. In het bestuurakkoord van het Rijk met de Provincies is overeengekomen dat de provincies in 2008 een bijdrage leveren van in totaal € 130 mln. voor medefinanciering van Rijksinfrastructuurprojecten uit het MIRT. In de Infrastructuuragenda zijn de betreffende projecten uit het MIRT opgenomen.
17 Megaprojecten verkeer en vervoer
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
17 Megaprojecten verkeer en vervoer | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 338 620 | 42 732 | 67 992 | 303 778 | 309 214 | 518 214 |
1e suppletore wet 2007 | 118 291 | 90 067 | 85 569 | 0 | – 187 885 | 100 000 |
Nieuwe mutaties | 130 722 | 189 | 298 | 1 334 | 1 357 | 2 275 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 587 633 | 132 988 | 153 859 | 305 112 | 122 686 | 620 489 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen/uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Prijsbijstelling 2007 | 1 487 | 189 | 298 | 1 334 | 1 357 | 2 275 |
2. Anders Betalen voor Mobililteit | 13 649 | |||||
3. Onttrekking aan risicoreservering tbv HSL-Zuid | 115 400 | |||||
Overige mutaties | 186 | |||||
Totaal | 130 722 | 189 | 298 | 1 334 | 1 357 | 2 275 |
Ad 1. Dit betreft de prijsbijstellingstranche 2007.
Ad 2. Dit betreft een overboeking uit artikel IF 12 Hoofdwegen voor uitgaven van het werkprogramma 2007 van het project Anders Betalen voor Mobiliteit.
Ad 3. Dit betreft een overboeking uit artikel IF 13 Spoorwegen voor de in 2006 door de TK geaccordeerde toevoeging aan het HSL-Zuid budget (4e en 5e tranche) ad € 75 mln. Verder wordt de uit de risicoreservering aangevraagde zesde tranche van € 31,1 mln. voor het contract meerwerk ERTMS en de kosten van de organisatie RWS HSL-Zuid alsmede de zevende tranche van € 9,3 mln. voor de meerkosten van contract ERTMS in deze begroting verwerkt. De Kamer is hierover geïnformeerd met mijn brieven van respectievelijk 23 januari 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 260) en 15 mei 2007 (Kamerstukken II, 22 026, nr. 265). De bedragen zullen worden toegevoegd aan het projectbudget van de HSL-Zuid.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
17 Megaprojecten verkeer en vervoer | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | ||||||
1e suppletore wet 2007 | 22 264 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2008 | 22 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
18 Overige uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 49 075 | 45 437 | 43 772 | 42 862 | 525 233 | 276 164 |
1e suppletore wet 2007 | – 1 214 | – 383 | 1 310 | 3 930 | 2 620 | – 34 800 |
Nieuwe mutaties | 4 702 | 8 564 | 7 958 | 7 297 | 5 228 | 1 467 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 52 563 | 53 618 | 53 040 | 54 089 | 533 081 | 242 831 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Loonbijstelling 2007 | 99 | 72 | 74 | |||
2. Prijsbijstelling 2007 | 62 | 52 | 43 | 50 | 45 | 45 |
3. Noordvleugel | 2 800 | 1 700 | 1 700 | 1 700 | ||
4. Externe Veiligheid: gevaarlijke stoffen | 3 320 | 8 430 | 7 835 | 7 240 | 6 875 | |
5. Correctieboeking met artikel 13 | 3 090 | |||||
6. Huisvestingstaakstelling | – 10 | – 10 | – 9 | – 9 | – 9 | |
Overige mutaties | – 1 579 | – 1 680 | – 1 684 | – 1 684 | – 1 683 | – 1 659 |
Totaal | 4 702 | 8 564 | 7 958 | 7 297 | 5 228 | 1 467 |
Ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstellingstranche 2007.
Ad 3. Voor de aansturing van het programma Noordvleugel zijn voor de periode 2007–2010 apparaatuitgaven nodig. Tevens is voor de planstudie OV-SAAL € 1,1 mln. in 2007 benodigd. De dekking van beide posten komt uit art IF 12 Hoofdwegen.
Ad 4. Vanuit het ministerie van VROM zijn middelen beschikbaar gekomen voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS). Over de inzet van de middelen zal nog nadere besluitvorming moeten plaatsvinden. Zie ook het gestelde onder het productartikel 13.
Ad 5. Dit betreft een correctieboeking met artikel 18 voor de juiste verwerking van de extra aflossing in 2006 in het kader van schuldreductie ProRail.
Ad 6. Dit betreft de invulling van de huisvestingstaakstelling (inclusief de efficiencytaakstelling van de Rijksgebouwendienst) conform het Coalitieakkoord.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
18 Overige uitgaven | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 36 768 | 36 667 | 36 826 | 36 650 | 519 678 | 270 536 |
1e suppletore wet 2007 | ||||||
Nieuwe mutaties | – 1 679 | – 1 680 | – 1 684 | – 1 684 | – 1 683 | – 33 398 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 35 089 | 34 987 | 35 142 | 34 966 | 517 995 | 237 138 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
1. Correctieboeking met artikel 13 | – 31 710 | |||||
Overige mutaties | – 1 679 | – 1 680 | – 1 684 | – 1 684 | – 1 683 | – 1 688 |
Totaal | – 1 679 | – 1 680 | – 1 684 | – 1 684 | – 1 683 | – 33 398 |
Ad 1. Dit betreft een correctieboeking met artikel 18 voor de juiste verwerking van de extra aflossing in 2007 in het kader van schuldreductie ProRail.
19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
19.09 Ten laste van begroting Verkeer en Waterstaat
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
19.09 Ten laste van begroting VenW | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 4 695 319 | 5 234 864 | 5 398 138 | 5 499 459 | 5 379 019 | 5 523 285 |
1e suppletore wet 2007 | – 690 562 | – 156 871 | 91 743 | 351 157 | – 26 316 | 416 522 |
Nieuwe mutaties | 967 271 | 412 816 | 622 583 | 632 111 | 778 838 | 425 261 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 4 972 028 | 5 620 809 | 6 112 464 | 6 482 727 | 6 131 541 | 6 365 068 |
Voor de toelichting wordt verwezen naar het gestelde onder artikel 39 in de Verdiepingsbijlage bij de begroting van VenW (XII).
19.10 Ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
19.10 Ten laste van het fonds economische structuurversterking | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2 012 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 2 059 741 | 1 847 926 | 1 854 652 | 1 998 148 | 710 324 | 302 279 |
Nvw | 61 364 | 16 364 | 18 864 | 21 364 | 16 364 | 16 364 |
Amendement nr. 43, Van Hijum en Hofstra | 50 000 | |||||
1e suppletore wet 2007 | 27 156 | 16 000 | ||||
Nieuwe mutaties | – 681 723 | – 599 968 | – 589 233 | – 616 452 | – 301 429 | 144 233 |
Stand ontwerpbegroting 2008 | 1 516 538 | 1 264 322 | 1 284 283 | 1 403 060 | 425 259 | 478 876 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
NvW | ||||||
1. Nota van Wijziging, 2006–2007, 30 800 XII, nr. 37 | 61 364 | |||||
Amendement: | ||||||
2. Amendement nr. 43, Van Hijum en Hofstra | 50 000 | |||||
Mutaties: | ||||||
3. Programma filevermindering | 6 212 | |||||
4. PMR | 400 259 | 437 876 | ||||
– PMR basis bedrag | 384 716 | 377 194 | ||||
– PMR prijsbijstelling | 15 543 | 16 851 | ||||
– PMR terugbetaling voorfinanciering | 43 831 | |||||
5. W4-leiderdorp | 24 158 | |||||
6. Zuid-As | – 15 000 | – 25 000 | – 45 000 | 25 000 | 60 000 | |
7. FES-brug | – 406 134 | – 300 927 | – 245 233 | – 215 276 | – 216 364 | – 204 364 |
8. Fileplan ZSM | – 246 000 | – 246 000 | – 246 000 | – 246 000 | – 246 000 | – 246 000 |
9. Versnelling Infrastructuur | – 29 589 | – 68 411 | – 73 000 | – 110 176 | – 264 324 | 96 721 |
Totaal | – 681 723 | – 599 968 | – 589 233 | – 616 452 | – 301 429 | 144 233 |
Nota van Wijziging:
Ad 1. Door middel van de Nota van Wijziging, 2006–2007, 30 800 XII, nr. 37, wordt de FES-brug aangepast ter financiering van de Kostenvergoedingsregeling en de Overgangsfaciliteit Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP).
Amendement:
Ad 2. Door middel Amendement van Hijum en Hofstra, 2006–2007, 30 800 A, nr. 43 wordt de FES-brug verhoogd met € 50 mln. ter financiering van de Netwerkanalyses.
Nieuwe mutaties:
Ad 3. In 2006 is voor het programma Filevermindering minder uitgegeven dan was begroot, waardoor in de Slotwet ten behoeve van dit programma € 6,2 mln. is teruggegeven aan het FES. Dit bedrag wordt met deze mutatie weer opgevraagd in 2008.
Ad 4. Deze mutatie betreft de FES-bijdrage aan het project Mainport Rotterdam (PMR) voor de onderdelen: Landaanwinning, BTW buitencontouren en Natuurcompensatie. Een bedrag van ca € 44 mln. betreft de terugbetaling van de door Verkeer en Waterstaat voorgefinancierde kosten voor natuurcompensatie PMR. Een belangrijk deel van deze gelden (ad € 35 mln.) wordt aangewend voor compensatie van de in 2012 op artikel 13 Spoorwegen aangebrachte tijdelijke verlaging (terugbetaling FES in verband met de GIS-problematiek). Het restant van de gelden (ad € 8,8 mln.) wordt toegevoegd aan artikel 12 Hoofdwegennet.
Voor de onderdelen Achterlandverbindingen en de projectreservering onvoorzien blijven de gelden vooralsnog gereserveerd binnen het FES.
Ad 5. Deze mutatie betreft de FES-bijdrage aan het project W4-Leiderdorp.
Ad 6. Door middel van deze mutatie wordt de bijdrage van FES aan het project Zuid-as in overeenstemming gebracht met de uitgavenplanning van het project op artikel 13 Spoorwegen.
Ad 7 en 8. Mede naar aanleiding van het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte heeft het kabinet besloten de FES-brug af te schaffen. Enerzijds omdat dit ongewenste weglek van middelen voor economische structuurvaststelling betreft die niet meer past bij een vaste voeding van het fonds, anderzijds omdat het veelal structurele financiering betreft waarvoor het FES niet bedoeld is.Vanwege het laatste punt, de structurele financiering, is eveneens de reeks Fileplan ZSM als FES-bijdrage afgeschaft. Deze middelen worden nu via artikel 39 van Hoofdstuk XII en 19.09 IF aan de Infrastructuurbegroting toegevoegd. Het betreft hier budgettaire neutrale verschuivingen.
Ad 9. In de begroting 2007 is € 545 mln. aan FES gelden uit de jaren na 2012 naar voren gehaald voor onder meer de versnelling van aanleg en onderhoud infrastructuur, waterkeren en zwakke schakels kust. Als gevolg van een opschoningsactie van het FES van voorfinancieringsconstructies zal deze schuif niet meer via het FES worden gerealiseerd, maar via artikel 39 van Hoofdstuk XII en 19.09 IF.
6. OVERZICHTSCONSTRUCTIE KUSTWACHT NEDERLAND NIEUWE STIJL
De implementatie van de besluitvorming met betrekking tot de omvorming van het samenwerkingsverband Kustwacht tot een Kustwacht Nederland nieuwe stijl loopt. De minister van VenW is als coördinerend minister voor Noordzeeaangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid, activiteitenplan en begroting voor de Noordzee. De minister van Defensie is zorgbaas voor de Kustwacht wat betekent dat deze verantwoordelijk is voor het opstellen van het activiteitenplan en begroting alsmede de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en daarvan afgeleide activiteitenplan en begroting waarover de ministerraad beslist worden zodanig concreet dat elke minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende departementen en de Kustwacht.
Het onderstaande overzicht kan worden beschouwd als de basis voor het door Defensie opgestelde activiteitenplan en begroting 2008–2012 en is door VenW samengesteld in de rol van coördinerend ministerie. De cijfers en toelichtingen zijn door de betreffende departementen bij VenW aangeleverd. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven van de Kustwacht zelf en de uitgaven die de deelnemende departementen ten behoeve van de Kustwacht verrichten. Het is de bedoeling dat de budgetten benodigd voor de schepen en de vliegtuigen in het komende jaar worden overgeheveld naar de begroting van de Kustwacht Nederland.
Zoals gemeld in de onlangs verschenen Voortgangsrapportage Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl, bestaat er nog onduidelijkheid over de financiering van een aantal voor de versterking van de Kustwacht Nederland noodzakelijke zaken. De hiervoor benodigde bedragen maken nog geen onderdeel uit van de begroting van de Kustwacht en de overzichtsconstructie.
Aanvullend aan het overzicht zijn door de departementen de volgende opmerkingen gemaakt:
• Vooralsnog is gebleken dat Justitie geen kosten maakt die specifiek zijn toe te rekenen aan de Kustwacht.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
• Activiteiten en bedragen zijn afkomstig uit de agentschapsbegroting van de KLPD.
• Inzet helikopters geschiedt op afroep voor luchtwaarneming of spoedeisende zoekvluchten.
• De personele en materiële inzet betreft enerzijds de justitiële afwerking van geconstateerde strafbare feiten en strafrechtelijke onderzoeken alsmede de coördinatie en anderzijds de inzet bij calamiteiten van 5 zeevaartuigen, bomverkenners, duikers, Rampen Identificatie Team, speedboten, LOCC en mobiele communicatieunits.
• Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum, nagenoeg de gehele personele bezetting is Defensiepersoneel. Het KWC is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.
• De kosten van de vliegers ten behoeve van de Kustwachtvliegtuigen staat nog op pm. Na de introductie van de nieuwe vliegtuigen zullen de totale kosten van de bemanningen in de begroting worden weergegeven.
• De bijdrage van de Koninklijke Marechaussee bedraagt structureel 11 VTE’n. Hiervoor zijn de integrale middensommen opgebracht.
• De aanvullende bijdrage van Defensie voor de vorming van de Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl staat als aparte regel («controllersorganisatie») vermeld onder de bijdragen van Defensie.
• Met ingang van juli/augustus 2007 beschikt de Kustwacht Nederland over twee (nieuwe) vliegtuigen. De inzet van de vliegtuigen is gericht op beheer over de Noordzee, naleving wetgeving, opsporen drenkelingen en bestrijding van milieuverontreinigingen. De vliegtuigen komen in eigendom van Defensie. De budgetten benodigd voor de exploitatie van de vliegtuigen wordt in de loop van het jaar overgeheveld van VenW naar de begroting van de Kustwacht Nederland.
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
• Visserijtoezicht betreft de inzet van de Algemene Inspectiedienst (AID) op het Nederlands Continentaal Plat (NCP) inclusief de acties die in samenwerking met andere lidstaten in overige Europese wateren worden uitgevoerd. De LNV-opgave is exclusief de inzet van de AID en de Barend Biesheuvel buiten de Europese Wateren.
• De uitgaven voor de exploitatie voor de Barend Biesheuvel maken deel uit van de totale exploitatiekosten van LNV voor de Rijksrederij. Dit wordt nader uitgewerkt in de implementatieplan Rijksrederij.
Overzichtsconstru ctie Kustwacht Nieuwe Stijl | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Departement | Begroting en hoofdproduct | Activiteit | Doel | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
Defensie/kustwacht | X | Kustwachtcentrum | Het Kustwachtcen- trum is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps)activiteiten, (veiligheids(inciden- ten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is. | 5 326+pm | 5 200+pm | 5 255+pm | 5 169+pm | 5 165+pm | 5 165+pm |
subtotaal eigen uitgaven | 5 326+pm | 5 200+pm | 5 255+pm | 5 169+pm | 5 165+pm | 5 165+pm | |||
VenW | XII | Schip de Waker | Continu beschikbaar voor Kustwacht | 2 191 | 2 191 | 2 191 | 2 191 | 2 191 | 2 191 |
IF | Instandhouden, binnen de internationale kaders, van een infrastructuur aan drijvende en vatse (haven- lichten, vuurtorens) markeren | Vaarwegmarkeren draagt bij aan veilig en vlot scheepvaartverkeer door het markeren van vaar- wegen en gevaren voor de scheepvaart | 1 600 | 1 600 | 1 600 | 1 600 | 1 600 | 1 600 | |
IF | Verkeersmaatregelen afkondigen en handhaven in geval van nieuw gevaar of calamiteit | Door middel van geven van verkeeersbegeleiding bijdragen aan een veilig scheepvaartverkeer | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |
IF | Vliegende surveillance: schouwen van beheersgebied RWS Noordzee; handhaving diverse wetgeving, Search and Rescue, rampen en incidentenbestrijding (o.a. coördinatie olieruimen) | Beheer van de Noordzee, naleving van wetgeving, opsporen van drenkelingen, bestrijding van milieuverontreiniging bij rampen en incidenten | 18 999 | 4 612 | 4 612 | 4 612 | 4 612 | 4 612 | |
IF | Personele inzet | Uitvoeren luchtwaar- neming | 373 | 373 | 373 | 373 | 373 | 373 | |
IF | Diversen | Inhuur loodsen en onderhoud systemen | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | |
Defensie | X | Koninklijke Marechaussee | Uitvoeren toezichtstaken KMAR | 669 | 669 | 669 | 669 | 669 | 669 |
X | Koninklijke Marine | vliegers KW-vliegtuigen | pm | pm | pm | pm | pm | pm | |
X | Controllersorganisatie | 167 | 167 | 167 | 167 | 167 | 167 | ||
BZK | VII | Inzet helicopters op afroep en inzet luchtwaarnemers en planner | Politietoezicht boven de Noordzee en opsporing van strafbare feiten op de Noordzee | 1 230 | 1 230 | 1 230 | 1 230 | 1 230 | 1 230 |
Financiën | IXB | Schip Visarend | Inzet t.b.b. inspectie- en handhavingstaken | 2 062 | 1 874 | 2 163 | 1 881 | 1 881 | 1 881 |
IXB | Schip Zeearend | Inzet t.b.b. inspectie- en handhavingstaken | 1 978 | 1 872 | 1 872 | 2 109 | 1 879 | 1 879 | |
IXB | Douane | Uitvoeren toezichtstaken Douane | 1 195 | 1 195 | 1 195 | 1 195 | 1 195 | 1 195 | |
LNV | XIV | Schip Barend Biesheuvel | Controle NL-visserijschepen door AID op NCP of, in overleg met andere lidstaten, andere wateren | 1 494 | 1 494 | 1 494 | 1 494 | 1 494 | 1 494 |
XIV | Visserij-toezicht | Bevorderen naleving GVB, voldoen aan EU-afspraken | 1 313 | 1 313 | 1 313 | 1 313 | 1 313 | 1 313 | |
subtotaal uitgaven andere departementen | 33 821 | 19 140 | 19 429 | 19 384 | 19 154 | 19 154 | |||
Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
Er bestaat er nog onduidelijkheid over de financiering van een aantal voor de versterking van de Kustwacht Nederland noodzakelijke zaken.
De hiervoor benodigde bedragen maken nog geen onderdeel uit van de begroting van de Kustwacht en de overzichtsconstructie.