Algemene doelstelling
Een doeltreffend en doelmatig rechtsbestel.
Meerjarenperspectief
Het beleid van Justitie is erop gericht dat het functioneren van de organisaties verantwoordelijk voor rechtsbescherming, rechtshandhaving en geschiloplossing, aansluit op maatschappelijke behoeften, zowel afzonderlijk als in samenhang.
De gerichtheid op maatschappelijke behoeften betekent dat het algemeen belang van een effectief en efficiënt functionerend rechtsbestel centraal staat, waarbij zoveel als mogelijk rekening wordt gehouden met de burgers en bedrijven die er hun recht zoeken. De concrete individuele behoeften van burgers en bedrijven of van organen van de overheid zelf kunnen op gespannen voet staan met het algemeen belang. Er zijn grenzen aan wat het recht kan oplossen. Burgers en bedrijven hebben daarbij niet alleen rechten, maar ook plichten en eigen verantwoordelijkheden.
De maatschappij zal de komende jaren hoge eisen stellen aan het rechtsbestel en is in toenemende mate internationaal georiënteerd. Men verwacht veel van de overheid, terwijl de overheid kleiner moet worden en efficiënter moet werken. Justitie stelt zich tot doel de juiste koers te kiezen en eraan bij te dragen dat de rechtsstaat bij de tijd blijft. Voor dit beleidsartikel staan drie doelen centraal: het streven naar een doelmatig functionerend rechtsbestel, de kwaliteit en integriteit van de juridische dienstverlening en de toegankelijkheid van het rechtsbestel.
Omschrijving van de samenhang
De zorg voor het gehele rechtsbestel impliceert niet alleen «de zorg» dat het stelsel als samenhangend geheel blijft voortbestaan, maar ook dat de toegankelijkheid ervan is gegarandeerd (12.2) en dat het doeltreffend en doelmatig functioneert (12.3).
Verantwoordelijkheid
De stelselverantwoordelijkheid van de Minister van Justitie beperkt zich voornamelijk tot het scheppen van optimale voorwaarden voor het instandhouden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel ten behoeve van de civiele, bestuurlijke en strafrechtspleging. Dit omvat dus ook het vormgeven, onderhouden en verbeteren van de strafrechtsketen.
De beleidsverantwoordelijkheid ligt op het terrein van de rechtspleging (met inachtneming van de onafhankelijke positie van de rechter en de zelfstandige positie van de Raad voor de rechtspraak), de keteninformatievoorziening en de toegang tot het rechtsbestel. Tot dit laatste wordt ook de beleidsverantwoordelijkheid gerekend voor alternatieve geschillenbeslechting en schuldsanering. De Minister van Justitie is daarbij verantwoordelijk voor het wettelijke traject van de schuldsaneringsregeling, de faillissementsrechters en de bewindvoerders, terwijl de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoordelijk is voor het daaraan voorafgaande (buitengerechtelijke) minnelijke traject van schuldhulp, uitgevoerd door de gemeenten en gemeentelijke kredietbanken.
Voor de Raad voor rechtsbijstand, het Bureau Financieel Toezicht (BFT) en het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) heeft de Minister van Justitie een sturingsverantwoordelijkheid, hetgeen betekent dat de uitvoering van Justitiebeleid is overgedragen aan extern verzelfstandigde taakorganisaties of aan privaatrechtelijke instellingen. Deze verantwoordelijkheid betreft in het bijzonder het in stand houden en conditioneren van productieve werkrelaties tussen het bestuursdepartement en betreffende organisaties.
De Minister van Justitie heeft een verantwoordelijkheid voor het wettelijk kader ten aanzien van tolken, vertalers, deskundigen en andere zelfstandige professionals binnen het justitiële domein zoals, advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders.
Ten aanzien van de Commissie gelijke behandeling (CGB) en het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft de Minister een beheersmatige verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid geldt ook voor de Raad voor de rechtspraak en de Hoge Raad en beperkt zich tot de financiering, het beheersmatig toezicht houden en het optreden als werkgever (voor de rechterlijke macht). Dit omvat ook de verantwoordelijkheid voor de arbeidsvoorwaarden van rechterlijke ambtenaren.
Externe factoren
Het goed functioneren en de inrichting van (de stelsels van) rechtspraak en rechtsbijstand wordt mede beïnvloed door een aantal externe factoren, dit betreft met name de factoren Europese wetgeving en Europese jurisprudentie. Daarnaast wordt het beroep op het rechtsbestel mede beïnvloed door economische, demografische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het ontstaan van meer keuzemogelijkheden.
Meetbare gegevens
De bevoegdheid van de Minister van Justitie ten aanzien van het rechtsbestel is beperkt en vooral voorwaardenscheppend. Toch is Justitie verantwoordelijk voor de doeltreffendheid en doelmatigheid van het rechtsbestel als zodanig. Normen voor een adequaat rechtsbestel laten zich echter niet in indicatoren vatten, die in één oogopslag de beleidseffectiviteit in beeld brengen. Met behulp van monitoren, trendrapportages, beleidsdoorlichtingen en beleidsevaluaties wordt op kwantitatieve, maar ook op kwalitatieve wijze inzicht verkregen in de effecten van het beleid om de toegang tot de rechtspleging te bevorderen (12.2). Voor de rechtspraak (12.3) kan dit slechts met kwalitatieve indicaties. Daarnaast is bij de operationele doelstellingen een aantal input-, throughput- en outputindicatoren opgenomen die samen inzicht bieden in de effectiviteit van beleidsinstrumenten op de geformuleerde doelstellingen. In 2010 zijn twee rapporten van het WODC aan de Tweede Kamer aangeboden met een beleidsreactie inzake onderscheidenlijk geschillenbeslechting voor burgers en geschillenbeslechting in het midden- en kleinbedrijf (TK 31 753, nr. 19). Deze rapporten bieden inzicht in het gedrag van burgers en bedrijven die worden geconfronteerd met (potentieel) juridische geschillen. De onderzoeken bieden voorts materiaal dat nodig is om beleidsvoorstellen op het terrein van het civiele en bestuursrecht nader te onderbouwen en te ontwikkelen. Justitie zal moeten bezien of en zo ja, in hoeverre de kwalitatieve «rapportcijfers» uit bijvoorbeeld de geschilbeslechtingsonderzoeken een basis kunnen bieden voor kwantitatieve prestatie-indicatoren, zodat toekomstige begrotingen niet alleen kwalitatieve, maar ook kwantitatieve ambities kunnen bevatten ten aanzien van het rechtsbestel.
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 490 881 | 1 452 987 | 1 466 004 | 1 463 307 | 1 454 489 | 1 434 934 | 1 441 465 | |
Waarvan garanties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programma-uitgaven | 1 435 514 | 1 452 987 | 1 466 004 | 1 463 307 | 1 454 489 | 1 434 934 | 1 441 465 | |
12.1 | Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging | 953 421 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan juridisch verplicht | – | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.1.1 Raad voor de rechtspraak – gerechten | 907 413 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.1.2 Hoge Raad | 30 546 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.1.3 Overige diensten | 15 462 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.2 | Adequate toegang tot het rechtsbestel | 482 093 | 507 916 | 513 200 | 513 874 | 511 473 | 498 173 | 504 611 |
Waarvan juridisch verplicht | – | 478 132 | 59 057 | 28 960 | 28 908 | 28 944 | 28 947 | |
12.2.1 Raden voor rechtsbijstand | 455 200 | 477 140 | 481 901 | 483 914 | 481 565 | 468 229 | 474 664 | |
12.2.2 Overig | 26 893 | 30 776 | 31 299 | 29 960 | 29 908 | 29 944 | 29 947 | |
12.3 | Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging | 0 | 945 071 | 952 804 | 949 433 | 943 016 | 936 761 | 936 854 |
Waarvan juridisch verplicht | – | 943 520 | 951 315 | 947 918 | 941 506 | 935 231 | 935 324 | |
12.3.1 Raad voor de rechtspraak – gerechten | 0 | 904 287 | 913 197 | 909 070 | 902 788 | 896 376 | 896 464 | |
12.3.2 Hoge Raad | 0 | 24 686 | 24 168 | 24 639 | 24 550 | 24 518 | 24 521 | |
12.3.3 Overige diensten | 0 | 16 098 | 15 439 | 15 724 | 15 678 | 15 867 | 15 869 | |
Ontvangsten | 194 389 | 207 382 | 218 882 | 223 382 | 219 655 | 219 655 | 219 655 | |
Waarvan Griffie-ontvangsten | 185 140 | 199 526 | 211 026 | 215 526 | 215 526 | 215 526 | 215 526 |
Artikel 12: Het niet-juridische verplichte deel op dit beleidsartikel is gereserveerd voor bestuurlijk gebonden uitgaven via diverse subsidiebeschikkingen, onder meer voor de Stichting Geschillencommissie Consumentenzaken, de Nederlandse Orde van Advocaten en het Bureau Financieel Toezicht. Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor de gesubsidieerde rechtsbijstand in de vorm van toevoegingen en piketten. Ook zijn er middelen bestemd voor toezicht en onderzoek, bijvoorbeeld op het terrein van rechtspraak, schuldsanering en rechtsbijstand.
Operationele doelstelling 12.2
Burgers en bedrijven hebben toegang tot een passende en effectieve vorm van geschillenbeslechting en/of rechtspleging.
Motivering
Een effectieve toegang tot het rechtsbestel is van belang om burgers en rechtspersonen in staat te stellen hun recht te halen. Daarbij staat centraal het waarborgen van de toegang tot het recht en het uitgangspunt dat burgers en bedrijven in eerste instantie proberen zelf en samen een oplossing te vinden voor onderling gerezen geschillen. Burgers en bedrijven hebben baat bij een toegankelijke juridische infrastructuur omdat die de rechtszekerheid biedt die noodzakelijk is voor het functioneren van de economie en het vertrouwen in de rechtsstaat.
De toegang is effectief als burgers met een juridisch probleem of geschil snel bij de meest passende dienstverlener (advocaat, mediator, notaris, deurwaarder, Juridisch Loket) terecht kunnen voor bijstand. Om de effectiviteit te vergroten wordt in 2011 ingezet op de volgende zaken:
– het beter laten aansluiten van rechtspraak, rechtsbijstand en buiten gerechtelijke geschiloplossing;
– het verbeteren van het maatschappelijke vertrouwen in het notariaat en
– het bevorderen van het professioneel handelen van de advocaat.
Tot slot wordt gestreefd naar een effectievere en doelmatigere aanpak van schulden. Juist in tijden van economische recessie is een goede buitengerechtelijke schuldhulpverlening actueel en een daarop aansluitend stelsel van wettelijke schuldsanering noodzakelijk.
Rechtsbijstand en alternatieve geschillenbeslechting
Instrumenten
Programma Rechtsbijstand en Geschiloplossing.
Het doel van het programma Rechtsbijstand en Geschiloplossing is het realiseren van een structurele ombuiging op de rechtsbijstand van € 50 mln. waartoe in het Coalitieakkoord van het kabinet Balkenende IV is besloten. Reden voor deze ombuiging is de grote groei in de uitgaven voor gesubsidieerde rechtsbijstand in de afgelopen tien jaar.
In een brief van 24 oktober 2008 van de toenmalige staatssecretaris van Justitie aan de Tweede Kamer (TK 31 753, nr. 1) is een groot aantal maatregelen aangekondigd die samen de beoogde ombuiging moeten opleveren en tevens moeten leiden tot innovatie in het stelsel. Inmiddels is een groot aantal van deze maatregelen gerealiseerd of zal binnenkort gerealiseerd worden, wanneer de desbetreffende (wijziging van de) regelgeving in werking is getreden. Hierbij valt te denken aan de indexering van de punten op basis waarvan proceskostenveroordelingen in het bestuursrecht plaatsvindt.
In 2011 wordt met de projecten «proactieve geschiloplossing door de overheid» (PAGO) en Echtscheiding en Diagnose & Triage getracht het beroep op alternatieve vormen van geschillenbeslechting te vergroten en het beroep op de advocaat en rechter te verminderen. Partners daarbij zijn onder andere de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket, de advocatuur en de rechtspraak. In 2011 rondt het WODC zijn tweede voortgangsrapportage af. Deze wordt medio 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Juridische beroepsgroepen
Raadsman bij politieverhoor
Op 1 april 2010 is de «Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor» van het College van procureurs-generaal in werking getreden. Deze aanwijzing is een gevolg van arresten van het Europese Hof voor de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de Hoge Raad. De arresten maken duidelijk dat de politie een aangehouden verdachte vóór het verhoor in de gelegenheid moet stellen een raadsman te consulteren. Als gevolg van de arresten van de Hoge Raad heeft de minderjarige verdachte het recht een raadsman aanwezig te laten zijn bij het politieverhoor. Uitvoering van de aanwijzing en van de beleidsregel wordt begeleid door een monitor.
Tegelijkertijd worden in samenspraak met de politie, het Openbaar Ministerie, de Rechtspraak en de advocatuur mogelijkheden onderzocht om de in het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven procedures voor aanhouden, ophouden voor onderzoek en inverzekeringstelling te vereenvoudigen. Vooruitlopend daarop zijn op initiatief van de Raad voor Rechtsbijstand twee experimenten in uitvoering genomen met de aanwezigheid van advocaten op politiebureaus in Utrecht en Rotterdam. Doel hiervan is kosten te besparen en doorlooptijden te verkorten.
In 2010 is de evaluatie beschikbaar gekomen van de uitvoering van een experiment dat het in gevallen van ernstige misdrijven mogelijk maakt de raadsman aanwezig te laten zijn bij het politieverhoor. Dit experiment is in de politieregio’s Amsterdam-Amstelland en Rotterdam-Rijnmond uitgevoerd naar aanleiding van de motie Dittrich (TK 30 800 VI, nr. 14). De uitkomsten hiervan worden betrokken bij genoemde beleidsvorming rondom de procedure van aanhouden, ophouden voor onderzoek en inverzekeringstelling. Naar verwachting wordt in 2011 een wetsvoorstel in behandeling genomen inzake mogelijke verbeteringen in de procedure.
Kwaliteit juridische beroepen
In 2011 zal de kwaliteit van de juridische beroepen verder geoptimaliseerd worden. In samenwerking met de beroepsorganisaties zullen de in de voorafgaande jaren ontwikkelde kwaliteitsnormen en kwaliteitstoetsingen worden verfijnd. De juridische dienstverlening heeft door de economische recessie te kampen met een afname van werkzaamheden. De prijzen voor de dienstverlening staan onder druk en daarmee ook de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de dienstverlening. Daarom is het van belang de ontwikkelingen binnen de juridische beroepen nauwlettend te volgen, waarbij zowel het kwaliteitsniveau van de dienstverlening op individueel niveau als het behouden en vergroten van de integriteit van de gehele sector van belang is. In 2010 doet het WODC onderzoek naar een verband tussen de prijsontwikkeling van de dienstverlening in het notariaat en de kwaliteit en integriteit.
Om het toezicht op de juridische beroepen te versterken zijn wetsvoorstellen in voorbereiding (TK 32 250, houdende wijziging van de Wet op het notarisambt en TK 32 282 inzake Aanpassing van de Advocatenwet, de Wet op de rechtsbijstand en de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde). De beleidseffecten van deze voorstellen zullen naar verwachting medio 2011 hun beslag krijgen.
Voorts is aan de Tweede Kamer een brief gezonden over het standpunt ten aanzien van resultaatgerelateerde beloning voor de advocatuur. Het experiment met no-win- no-fee (de beloningsvariant waarbij de advocaat niets ontvangt als hij de zaak verliest, maar meer als hij wint, echter altijd gerelateerd aan het aantal uren dat hij voor de cliënt heeft gewerkt) zal uitsluitend betrekking hebben op letsel- en overlijdensschadezaken. De effecten hiervan zullen zich in 2011 manifesteren. Daarnaast wordt gewerkt aan een visie op het toezicht op de juridische beroepen en de rol van het tuchtrecht. Binnen de beroepsorganisaties zelf treedt duidelijk een bewustwording op van het belang van zichtbare kwaliteit en integriteit. In dit kader moet ook het beleid ten aanzien van de opleidingen van de togaberoepen worden herijkt.
Schuldsanering
Schuldsanering is met de economische recessie sinds 2008 in belang toegenomen door de groei van de schuldenproblematiek, zowel bij particulieren als bij kleine ondernemers die ook een beroep op de wet kunnen doen. Justitie heeft met het oog op het belang van de schuldeisers en van de schuldenaar de taak om een goede regeling van het particuliere faillissement in stand te houden. Inzet is en blijft een buitengerechtelijke oplossing bij een problematische schuldenlast en nadruk op preventieve maatregelen. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is binnen het kabinet voor deze eerstelijns oplossing primair verantwoordelijk. Dit neemt niet weg dat een schuldsanering in een aantal gevallen via de rechter moet worden doorlopen. Vanuit het oogpunt van civiele rechtshandhaving is het van belang dat de schuldsaneringsprocedure voorbehouden blijft aan de schuldenaar te goeder trouw die zich drie jaar maximaal inspant om zijn schuldeisers tegemoet te komen. Schuldsanering vormt ook een garantie dat de schuldeisers het maximaal haalbare op hun vordering ontvangen. Aandachtspunten voor de beleidsontwikkeling voor 2011 zijn een herziening van de structuur van de bewindvoerdersvergoedingen, toezicht op de kwaliteit van de bewindvoering via audits door de Raad voor Rechtsbijstand en een optimale samenwerking in de maatschappelijke keten van preventie via schuldhulp tot schuldsanering als uiterste middel.
Meetbare gegevens
Zoals aangegeven onder de kopjes verantwoordelijkheid en prestatiegegevens bij de algemene doelstelling is de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie voor een effectieve toegang tot het rechtsbestel beperkt tot het scheppen van optimale voorwaarden. Derhalve zijn nog geen outcome-indicatoren opgenomen, maar wordt volstaan met input-, throughput- en outputindicatoren.
In onderstaande tabellen worden gegevens gepresenteerd die samen inzicht bieden in de effectiviteit van de ingezette beleidsinstrumenten. Daarnaast geven evaluatieonderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid kwantitatief en kwalitatief inzicht in de beleidseffecten. Bijvoorbeeld de twee rapporten van het WODC inzake onderscheidenlijk geschillenbeslechting voor burgers en geschillenbeslechting in het midden- en kleinbedrijf (TK 31 753, nr. 19) en de jaarlijkse monitors en trendrapportages bij dit beleidsartikel (onder meer programma Rechtsbijstand en Geschiloplossing, WSNP, gesubsidieerde rechtsbijstand).
A. Alternatieve geschillenbeslechting
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Slagingspercentage mediations binnen het justitiële domein | 58 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 |
Verwijzing door de rechter | 4 183 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 |
Verwijzing door het Juridisch Loket | 2 198 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 | 2 500 |
Afgegeven mediation toevoegingen | 6 798 | 6 500 | 6 500 | 6 500 | 6 500 | 6 500 | 6 500 |
Bron: Conform opgave van Raad voor de rechtsbijstand en Raad voor de rechtspraak
Toelichting
Mediation
Het evaluatieonderzoek naar de mediaton van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft de Minister van Justitie voorzien van een beleidsreactie op 20 november 2009 naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II, 29 528, nr. 6). Daaruit blijkt dat de doorverwijzingsvoorzieningen bij het Juridisch Loket en bij de rechtspraak effectief zijn en nodig blijven om ervoor te zorgen dat partijen hun verantwoordelijkheid voor de oplossing van hun conflict ook op zich nemen, al dan niet met behulp van een mediator. Op grond van het evaluatieonderzoek zijn bovenstaande prognosecijfers bijgesteld.
Geschillencommissies
Het jaarverslag van de Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken (SGC) kan gedownload worden via: www.degeschillencommissie.nl. De evaluatie van de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken is in 2009 aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 25 754, nr. 2). De SGC is op de meeste onderdelen positief geëvalueerd. De SGC is de afgelopen jaren gegroeid, waardoor steeds meer consumenten in de gelegenheid worden gesteld om op een eenvoudige, snelle en goedkope manier hun recht te vinden in geschillen met een leverancier of dienstverlener.
B. Rechtsbijstand
Zie ook de monitor gesubsidieerde rechtsbijstand 2009.
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma-uitgaven | |||||||
Strafzaken (ambtshalve) | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 101 467 | 99 927 | 99 804 | 100 123 | 103 671 | 104 374 | 105 134 |
Uitgaven (mln.) | € 114,4 | € 111,5 | € 111,4 | € 111,7 | € 115,7 | € 116,5 | € 117,3 |
Strafzaken (regulier) | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 54 079 | 54 412 | 56 468 | 57 826 | 57 886 | 57 868 | 58 481 |
Uitgaven (mln.) | € 39,7 | € 41,7 | € 43,2 | € 44,3 | € 44,3 | € 44,3 | € 44,8 |
Civiele zaken | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 234 890 | 243 281 | 241 117 | 241 401 | 235 994 | 221 222 | 225 010 |
Uitgaven (mln.) | € 185,9 | € 199,8 | € 197,6 | € 197,0 | € 191,7 | € 178,7 | € 181,6 |
Inverzekeringstellingen | |||||||
Aantal toevoegingen | 85 579 | 90 678 | 93 647 | 97 626 | 95 124 | 94 645 | 96 168 |
Uitgaven (mln.) | € 23,2 | € 24,8 | € 26,1 | € 27,2 | € 26,5 | € 26,4 | € 27,8 |
Lichte adviestoevoeging | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 15 155 | 12 257 | 12 157 | 12 157 | 12 157 | 12 157 | 12 157 |
Uitgaven (mln.) | € 3,8 | € 2,8 | € 2,7 | € 2,7 | € 2,7 | € 2,7 | € 2,7 |
Asiel | |||||||
Instroom asielzoekers in AC | 16 163 | 18 000 | 17 000 | 17 000 | 17 000 | 17 000 | 17 000 |
Aantal afgegeven toevoegingen | 23 267 | 27 000 | 25 500 | 25 500 | 25 500 | 25 500 | 25 500 |
Uitgaven (mln.) | € 33,2 | € 45,2 | € 49,2 | € 49,2 | € 49,2 | € 49,2 | € 49,2 |
Het Juridisch Loket | |||||||
Aantal klantencontacten | 770 252 | 777 955 | 785 657 | 801 062 | 816 467 | 831 872 | 847 277 |
Uitgaven (mln.) | € 21,8 | € 21,8 | € 21,8 | € 21,8 | € 21,8 | € 21,8 | € 21,8 |
Uitvoeringslasten | |||||||
Raad voor Rechtsbijstand | € 30,5 | € 29,7 | € 29,5 | € 29,6 | € 29,5 | € 28,6 | € 29,3 |
Totaal uitgaven (mln.) | € 452,4 | € 477,1 | € 481,9 | € 483,9 | € 481,6 | € 468,2 | € 474,7 |
Toelichting
Algemeen
De aantallen afgegeven toevoegingen opgenomen in bovenstaande tabel voor 2009 wijken af van het Jaarverslag van de Raad voor Rechtsbijstand. Dit heeft te maken met het feit dat Rechtsbijstand gefinancierd wordt op basis van het aantal toevoegingen afgegeven in de periode september 2008 tot en met augustus 2009. Voor de prijzen geldt als uitgangspunt de gemiddelde prijs van de afgehandelde declaraties, rekening houdend met de indexering voor 2009.
Ambtshalve straftoevoegingen
De ambtshalve straftoevoegingen vertonen een geringe stijging. De invoering van de verlengde piketfase heeft een dempende werking op deze stijging. De prijzen stijgen slechts in geringe mate, waarbij geen rekening wordt gehouden met toekomstige indexeringen. De piketfase is het moment waarop de verdachte in verzekering wordt gesteld en is de eerste fase van het strafproces.
Reguliere straftoevoegingen
Door de invoering van de verlenging van de piketfase is er een stijging van het aantal af te geven toevoegingen in strafzaken voor 2011 en 2012 te verwachten. De PMJ-ramingen gaan voor reguliere straftoevoegingen uit van een stabiel beeld.
De invoering van een hogere eigen bijdrage per juli 2009 heeft een verlaging van de prijs tot gevolg.
Civiele toevoegingen
De PMJ-ramingen laten voor de korte termijn (t/m 2012) een toename zien en daarna een lichte afname. De in te voeren maatregelen uit het Programma Taakstelling rechtsbijstand en geschiloplossing zullen leiden tot een afname van het aantal afgegeven toevoegingen. Deze afname zal zich naar verwachting vooral na 2012 aftekenen. De prijs zal een geringe stijging laten zien, zonder rekening te houden met toekomstige indexeringen.
Inverzekeringstellingen
In het verlengde van de dalende tendens inzake strafzaken geeft de PMJ-raming voor de afgifte van toevoegingen inverzekeringstellingen een licht dalend beeld. Echter, gelet op de verwachting dat het aantal consulten door advocaten voorafgaand aan het verhoor (als gevolg van arresten van het Europese Hof voor de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de Hoge Raad, de zogenoemde Salduz-problematiek) zal stijgen, leidt dit per saldo tot een structurele toename.
De verlenging van de piketfase zal leiden tot een hogere gemiddelde prijs per toevoeging.
Lichte adviestoevoegingen
Per 1 juli 2009 is de eigen bijdrage voor de lichte adviestoevoegingen verhoogd. Dit heeft geleid tot een afname van het aantal toevoegingen ten opzichte van 2008 met 17 %. De verwachting is dat voor 2011 en de volgende jaren het aantal gelijk zal blijven. Door de verhoging van de eigen bijdrage zal de gemiddelde prijs vanaf 2010 lager zijn.
Asiel
Voor 2010 wordt uitgegaan van een instroom van 18 000 asielzoekers en de jaren daarna wordt een instroom van 17 000 verwacht. Op deze cijfers zijn de aantallen afgegeven toevoegingen begroot.
De invoering van de nieuwe asielprocedure per 1 juli 2010 leidt tot meer inzet van toegevoegde raadslieden aan het begin van de procedure en heeft een prijsverhogend effect. Daarnaast worden ook de advocaatkosten bij de aanmeldcentra en de kosten voor tolken en vertalers meegenomen.
Het Juridisch Loket
Het Juridisch Loket laat al een aantal jaren achtereen een aanzienlijke toename zien in het aantal klantencontacten. Voor de komende jaren is een verdere toename van de inzet van het Juridisch Loket voorzien in het kader van het Programma Rechtsbijstand en Geschiloplossing (het hiervoor genoemde project Diagnose en Triage). Door het intensiveren van de contacten met de burgers in verband met geschiloplossing en uitbreiding van de adviesmogelijkheden zullen meer geschillen buiten de advocaat en de rechter kunnen worden beslecht. De eerste activiteiten in dat kader geven een positief beeld. De huidige omvang van de organisatie wordt vooralsnog bestendigd.
Raad voor Rechtsbijstand
Medio 2010 is het formele traject van centralisatie tot één Raad afgerond. In organisatorische zin zijn veel activiteiten gericht op het verder stroomlijnen en afstemmen van de interne processen om tot eenvormig beleid te komen tot het afgeven van toevoegingen en het verwerken van de declaraties. Ook op het gebied van automatisering en digitalisering worden grote stappen gezet. Dit alles draagt bij aan het ontwikkelen van kwaliteitssystemen om ervoor te zorgen dat in de komende jaren de rechtmatigheid en doelmatigheid van de gefinancierde rechtsbijstand geborgd zijn. Dit omvormingsproces zal de efficiency verhogen.
C. Juridische beroepsgroepen
In 2010 heeft een samenvoeging plaatsgevonden van de verschillende trendonderzoeken voor de juridische beroepen en de verwerking van gegevens van het CBS, de Raad voor de rechtspraak, rechtsbijstandverzekeraars, de Raad voor Rechtsbijstand en andere instanties. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe monitor rechtsbestel. Deze nieuwe monitor levert relevante beleidsindicatoren op die in totaliteit inzicht geven in de meerjarige trends en kwantitatieve ontwikkelingen in de onderscheiden beroepsgroepen en samenhangende verbanden en ontwikkelingen in het rechtsbestel.
Om een beeld te kunnen schetsen van de ontwikkelingen in het (maatschappelijk) functioneren van het rechtsbestel op het gebied van civiel en bestuursrecht is behoefte aan beleidsinformatie over de ontwikkelingen in het stelsel van geschilbeslechting in de afgelopen jaren. Er bestaan, onder andere bij het WODC, verschillende monitoren en trendrapportages die informatie geven over de juridische beroepsgroepen, rechtspraak en geschilbeslechting. Doel van de nieuwe «Monitor Rechtsbestel» is de informatie van verschillende monitoren en ander relevant onderzoek te bundelen in één – tweejaarlijks te verschijnen – rapport. De Monitor zal zich vooral richten op het weergeven van trends of nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de toegankelijkheid en kwaliteit van procedures en juridische dienstverleners in het rechtsbestel. In 2007 is een eerste rapport van het WODC verschenen, «Geschilprocedures en rechtspraak in cijfers 2005», waarin gegevens over de jaren 2000–2005 zijn gepresenteerd. De huidige monitor bouwt hierop voort en wordt uitgebreid met gegevens die in voorgaande jaren werden verzameld voor de Trendrapportages van de juridische beroepsgroepen (advocatuur, notariaat, gerechtsdeurwaarderij).
D. Schuldsanering
Ondanks de recessie daalde in 2009 het aantal schuldsaneringprocedures. Inmiddels (2010) neemt het aantal schuldsaneringprocedures weer toe. Het is aannemelijk dat als gevolg van de economische recessie er meer mensen een beroep zullen moeten doen op de schuldhulp- en schuldsaneringsregelingen. Inzet is en blijft buitengerechtelijke oplossing bij een problematische schuldenlast. Voor nadere analyses wordt verwezen naar de Monitor Wet schuldsanering natuurlijke personen, Vijfde Meting (Kamerstukken 31 700 VI, nr. 11). In de 6e monitor WSNP, die medio 2010 gereed is, zal het aantal aanvragen, toekenningen, afwijzingen, intrekkingen en niet-ontvankelijkverklaringen van de minnelijke middelen per rechtbank in kaart worden gebracht. Tevens zal er in deze monitor een recidiveonderzoek uitgevoerd worden.
Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid
Omschrijving | Status | Vindplaats |
---|---|---|
Adequate toegang tot het rechtsbestel | Afgerond in 2008 | www.wodc.nl |
Omschrijving | Status | Vindplaats |
---|---|---|
Experiment met advocaat bij eerste politieverhoor | Afgerond in 2010 | www.wodc.nl |
Monitor Rechtsbijstand en Geschiloplossing | Gestart in 2009, af te ronden in 2012 | www.wodc.nl |
Toelichting
Experiment met advocaat bij eerste politieverhoor
De raadsman wordt momenteel niet toegelaten bij het (eerste) politieverhoor. Op verzoek van de Tweede Kamer bereidt Justitie een tijdelijke regeling /experiment voor op grond waarvan aanwezigheid van de raadsman wel is toegestaan in zaken waar sprake is van levensdelicten (moord en doodslag).
Monitor Rechtsbijstand en Geschiloplossing
Een van de aanbevelingen uit het programma Duurzame rechtsbijstand is te komen tot een proactieve aanpak bij het tegengaan van conflicten tussen burgers en overheidsinstanties. Veel overheidsinstanties experimenteren hier al mee, waarbij verschillende methoden worden gebruikt. De meta-analyse beoogt deze initiatieven te inventariseren. Nagegaan wordt welke onderliggende mechanismen ertoe leiden dat initiatieven effectief zijn en of verwachtingen ten aanzien van de effecten van de proactieve aanpak gebaseerd zijn op eerder onderzoek. Welke resultaten leveren de initiatieven volgens beschikbaar onderzoek op, onder andere wat betreft het terugdringen van conflicten, bezwaar- en beroepszaken en het gebruik van (gesubsidieerde) rechtsbijstand? Hoe waardeert de burger deze initiatieven?
Operationele doelstelling 12.3
Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel.
Motivering
In 2011 wordt, net als in de afgelopen jaren, ingezet op een doelmatig functionerend rechtsbestel. Dit wordt bereikt door samenwerking in de keten, het rechtsbestel als geheel. Efficiënt en doelmatig werken binnen het rechtsbestel ter bevordering van de kwaliteit komt de komende jaren tot uiting in de herziening van de gerechtelijke kaart, het streven naar betere digitale toegankelijkheid en het bevorderen van het gebruik van moderne technologie. Deze stappen zijn ook nodig tegen de achtergrond van een stijgende instroom bij de rechtspraak.
Instrumenten
Als gevolg van de economische crisis wordt in de rechtspleging in 2011, net als in 2010, een toename van zaken verwacht. Het gaat om faillissementszaken, schuldsanering, ontslagen en zaken op het terrein van de sociale zekerheid. Werkvoorraden en doorlooptijden dienen zoveel mogelijk binnen aanvaardbare grenzen te blijven. In tijden van financiële en economische onzekerheid is het van groot belang dat rechtzoekenden snel duidelijkheid, en daarmee zekerheid, krijgen in hun rechtsgang.
Herziening gerechtelijke kaart
In 2011 zal het wetsvoorstel Herziening gerechtelijke kaart worden opgesteld, in samenspraak met de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal en na consultatie van andere betrokken partners, zoals de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten. De voornemens van het kabinet Balkenende IV tot herziening van de gerechtelijke kaart zijn aan de hand van enkele notities reeds enkele malen met de Tweede Kamer besproken (TK 29 279, nrs.85, 89, 90, 91, 97, 100, 102 en 104) en kunnen daar en bij de ketenpartners op brede steun rekenen. Het wetsvoorstel zal een vermindering inhouden van het aantal ressorten van vijf naar vier en van het aantal arrondissementen van negentien naar tien. Dit laatste overeenkomstig de door de Tweede Kamer aanvaarde motie-Heerts c.s. (TK 29 279, nr. 103). Verder zal het wetsvoorstel een grondslag bieden om bij algemene maatregel van bestuur rechtspraaklocaties aan te wijzen (in totaal tweeëndertig). Andere onderdelen zijn het loslaten van het sectormodel bij de gerechten en in het verlengde daarvan een wijziging van de voorschriften over de samenstelling van gerechtsbesturen.
Visie toekomst forensisch onderzoek
In zijn brief aan de Tweede Kamer van 26 juni 2009 heeft de minister zijn visie gegeven op de toekomst van het forensisch onderzoek. Het NFI blijft een centrale rol spelen. Echter, er moet worden ingespeeld op de behoefte bij politie, OM, rechtspraak en verdediging aan verbreding van het aanbod aan forensische dienstverlening. Om te bezien wat de effecten zijn als naast het NFI particuliere instituten worden ingeschakeld, is een experiment voor de inschakeling van particuliere instituten en een WODC-onderzoek naar kwaliteit en beschikbaarheid van forensisch onderzoek aangekondigd. De uitkomst hiervan dient als basis voor een nieuwe inrichting en financiering van het forensisch onderzoek. Het bovengenoemde experiment loopt tot eind 2011.
Betere digitale toegankelijkheid en bevorderen gebruik moderne technologie
Om te bevorderen dat organisaties uit het rechtsbestel hun digitaliseringsprocessen op elkaar afstemmen en vaker op elektronische wijze met elkaar communiceren, is een programma ingericht met de naam e-Rechtsbestel. Via dit programma heeft Justitie een coördinerende en faciliterende rol ten aanzien van een aantal ketenoverstijgende ICT-projecten. Justitie bewaakt de belangen van de keten als geheel, de partners zijn verantwoordelijk voor de implementatie in de eigen schakel. Doelstellingen van het programma zijn het wegnemen van alle wettelijke belemmeringen voor de totstandkoming van een elektronisch rechtsbestel, het tot stand brengen van technische voorzieningen voor de justitiële keten en het bevorderen van het project European e-Justice. In 2011 zal dit programma worden voortgezet: belangrijke resultaten in de zin van werkende systemen en de benodigde wetgeving worden in 2011 verwacht in het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van de rechtspraak, het gebruik van een elektronisch proces-verbaal in de strafrechtsketen, de betere inrichting en ontsluiting van civielrechtelijke registers en het bevorderen van het grensoverschrijdend gebruik van videoconferentie bij rechtbanken.
Normstellende rol Hoge Raad
Samen met de Hoge Raad wordt in 2011 verder gewerkt aan de implementatie van de aanbevelingen van de Commissie normstellende rol Hoge Raad (Commissie Hammerstein) om te komen tot de invoering van prejudiciële vragen, een selectiekamer en andere instrumenten om de normstellende rol van de Hoge Raad te versterken. Het wetsvoorstel prejudiciële vragen (Wetsvoorstel introductie prejudiciële procedure bij de Hoge Raad in massaschadezaken) is beoogd op 1 juli 2011 in werking te treden. Het wetsvoorstel selectiekamer (Wijziging Wet RO in verband met versterking cassatierechtspraak) kan naar verwachting op 1 januari 2012 in werking treden.
College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling
In 2011 treedt de wet in werking die de oprichting van het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling regelt, naar aanleiding van de toezegging van Nederland aan de Verenigde Naties en de Raad van Europa om een nationaal mensenrechteninstituut op te richten. In dit College zullen het nieuwe Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens (NIRM) en de Commissie gelijke behandeling (CGB) opgaan. Met dit onafhankelijke college ontstaat samenhang en een centraal aanspreekpunt voor Nederlandse en internationale organisaties op het mensenrechtenterrein. Het heeft tot doel de rechten van de mens, in het bijzonder het recht op gelijke behandeling, in Nederland te beschermen en de naleving daarvan te bevorderen. Het College brengt gevraagd en ongevraagd advies uit, rapporteert, doet aanbevelingen en geeft voorlichting. De nieuwe organisatie krijgt ook de taak om te oordelen op basis van de gelijke behandelingswetgeving.
Meetbare gegevens
Zoals aangegeven onder de kopjes verantwoordelijkheid en prestatiegegevens bij de algemene doelstelling is de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie voor de samenhang, slagvaardigheid en doelmatigheid van het rechtsbestel beperkt tot het scheppen van optimale voorwaarden. Vooralsnog wordt daarom volstaan met input-, throughput- en outputindicatoren. Wel wordt met evaluatieonderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid ook op kwalitatieve wijze inzicht verkregen in de beleidseffecten. Zo is in twee rapporten van het WODC inzake geschillenbeslechting voor burgers en geschillenbeslechting in het midden- en kleinbedrijf (TK 31 753, nr. 19) geconstateerd dat er geen echte barrières zijn in de toegang tot het recht. Burgers weten de informatie en hulp te vinden die ze voor het oplossen van geschillen nodig hebben. Ze geven de ontvangen rechtshulp en het rechtsbestel als zodanig hoge scores. Ook ondernemingen uit het MKB zijn in hun algemene oordeel positief over het functioneren van de dienstverleners waarop zij een beroep hebben gedaan.
Een aantal jaren geleden is de Raad voor de rechtspraak begonnen met het publiceren van kengetallen over het functioneren van de gerechten in de vorm van afzonderlijke analyses per gerecht. Uit een evaluatie kwam naar voren dat er bij de rechtspraak zelf, maar ook bij het Ministerie van Justitie behoefte is aan een rechtspraakbrede vergelijkende analyse. Voor informatie over de waardering van of het vertrouwen in de rechtspraak en de kwaliteitsindicatoren die de rechtspraak hanteert wordt dan ook verwezen naar het jaarplan en het jaarverslag met als bijlage de publicatie kengetallen gerechten van de Raad voor de rechtspraak die elk jaar aan de Staten-Generaal worden gestuurd.
Instroom, financiering en productieafspraken
Belangrijke indicatoren voor het functioneren van de rechtspraak zijn de verwachte instroomontwikkelingen in relatie tot de financiering van de rechtspraak. Conform de Wet op de rechterlijke organisatie dient de Raad voor de rechtspraak jaarlijks zijn begroting in bij de Minister van Justitie. Deze begroting is in belangrijke mate gebaseerd op de verwachte instroomontwikkeling en de vastgestelde productgroepprijzen. Om de instroomontwikkeling zo goed mogelijk in te kunnen schatten zijn voor de afzonderlijke sectoren (ketenbrede) prognosemodellen ontwikkeld die jaarlijks op basis van onder andere de meest recente macro-economische ontwikkelingen en gerealiseerde instroom worden geactualiseerd. Die uitkomsten laten, evenals vorig jaar, een stijgende instroom zien. De totale instroomverwachting zoals de Raad in zijn begroting heeft opgenomen is in onderstaande tabel opgenomen.
2009 | 2010 | 2011 1 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
instroom totaal | 1 961 242 | 2 035 512 | 1 987 063 | 2 034 278 | 2 107 020 | 2 199 940 | 2 300 650 |
jaarlijkse mutatie | 7,0% | 3,8% | – 2,4% | 2,4% | 3,6% | 4,4% | 4,6% |
Bron: Raad voor de rechtspraak
Toelichting
Zeker in een aantal categorieën zoals arbeidszaken, faillissementszaken en handelszaken, is het zeer waarschijnlijk dat de instroom van zaken de komende tijd zal stijgen. Deze stijging is ook al zichtbaar geweest in de jaren 2008 en 2009.
De omvang en duur van deze stijging en de effecten van de economische recessie op andere sectoren zijn echter uiterst moeilijk te voorspellen. De moeilijke voorspelbaarheid en de zeer beperkte financiële ruimte heeft ertoe geleid dat de ingediende begroting van de Raad in overleg met de Raad maar beperkt is gehonoreerd.
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
bijdrage begroting 2010 | 907 272 | 913 218 | 909 536 | 905 312 | 904 349 | 903 450 | 903 450 |
mutatie | – 8 742 | 3 075 | 3 200 | – 1 724 | – 6 987 | – 6 899 | |
Onttrekking uit egalisatiereserve | 15 253 | 10 000 | 7 500 | 7 500 | |||
bijdrage begroting 2011 | 919 729 | 922 611 | 916 012 | 910 125 | 896 463 | 896 551 |
Toelichting
Met deze bijdrage is de volgende productieafspraak met de Raad voor de rechtspraak gemaakt:
2009 | 2010 | 2011 1 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
productie totaal | 1 934 225 | 1 927 198 | 1 880 382 | 1 866 543 | 1 853 854 | 1 824 408 | 1 824 597 |
jaarlijkse mutatie | 5,9% | – 0,4% | – 2,4% | – 0,7% | – 0,7% | – 1,6% | 0,0% |
Toelichting
Het verschil met de instroomverwachting is met name in de latere jaren aanzienlijk. De potentiële gevolgen voor voorraden en doorlooptijden kunnen dan ook groot zijn. Het is van belang de ontwikkelingen nauwkeurig te volgen, zodat indien nodig en mogelijk alsnog maatregelen getroffen kunnen worden.
De financiële mogelijkheden en de expansiemogelijkheden van de rechtspraak zelf kennen beperkingen. Om te voorkomen dat de voorraden en doorlooptijden zullen oplopen, zal uitdrukkelijk moeten worden gekeken naar instroombeperkende maatregelen. Voor de kortere termijn zal een extra inspanning van de rechtspraak nodig zijn om het oplopen van voorraden en doorlooptijden zoveel mogelijk te voorkomen.
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Straf | |||||||
– instroom | 3 554 | 3 450 | 3 450 | 3 450 | 3 450 | 3 450 | 3 450 |
– uitstroom | 3 695 | 3 700 | 3 700 | 3 600 | 3 450 | 3 450 | 3 450 |
Civiel | |||||||
– instroom | 569 | 600 | 620 | 640 | 660 | 690 | 690 |
– uitstroom | 586 | 660 | 650 | 640 | 660 | 690 | 690 |
Belasting | |||||||
– instroom | 867 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 |
– uitstroom | 1 078 | 1 050 | 1 050 | 1 050 | 1 000 | 1 000 | 1 000 |
Totaal | |||||||
– instroom | 4 990 | 5 050 | 5 070 | 5 090 | 5 110 | 5 140 | 5 140 |
– uitstroom | 5 359 | 5 410 | 5 400 | 5 290 | 5 110 | 5 140 | 5 140 |
Toelichting
Op het gebied van civiele zaken en strafzaken hebben de Hoge Raad en zijn parket maatregelen getroffen om meer zaken af te kunnen doen teneinde de doorlooptijden en werkvoorraden binnen aanvaardbare grenzen te houden.
Na de dalende tendens als gevolg van de invoering van een tweede feitelijke instantie doet zich in de belastingsector zich sinds 2009 weer een stijging voor. De werkvoorraad wordt door het treffen van maatregelen naar verwachting tot aanvaardbare proporties teruggebracht.
Het afremmende effect op de instroom van zaken die de invoering van de beoogde selectiekamer op termijn tot gevolg zal hebben, kan nog niet worden gekwantificeerd.
Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid
Omschrijving | Status | Vindplaats |
---|---|---|
Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging (12.1) | In OB 2012 volgt nadere planning (tijdshorizon 2012 tot en met 2016) | www.wodc.nl |
Toelichting
Door middel van de beleidsdoorlichting «slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging» wordt onderzocht in hoeverre het geheel aan beleidsmaatregelen bijdraagt aan een slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging.
Omschrijving | Status | Vindplaats |
---|---|---|
Raadslieden bij politieverhoor | Af te ronden in 2012 | www.wodc.nl |
Toelichting
Onderzoek naar de implicaties bij de politieorganisatie, de piketcentrale en de Raden voor de rechtsbijstand van de invoering van de regeling waarmee invulling wordt gegeven aan het recht (a) van aangehouden meerderjarige verdachten om voorafgaande aan het politieverhoor een advocaat te raadplegen en (b) van aangehouden minderjarige verdachten om voorafgaande aan het politieverhoor een advocaat te raadplegen en om bijstand van een wettelijke vertegenwoordiger en/of raadsman tijdens het politieverhoor. Aandachtspunten zijn de samenwerking tussen de genoemde organisaties, de omvang van de verleende rechtsbijstand, de vraag hoe jongeren deze rechtsbescherming ervaren en hoe zij ermee omgaan. Een andere vraag is of de waarde van het verhoor als opsporingsmethode is gedaald, met als mogelijk gevolg een grotere inzet van andere opsporingsmethoden zoals observatie en tappen.