Voor het verklaren van verschillen tussen de gerealiseerde bedragen en de standen in de tweede suppletoire begroting 2012 is een norm gehanteerd. Op het niveau van (beleids)artikel worden in principe alleen de verschillen toegelicht die groter zijn dan, of gelijk zijn aan 5 procent (van het begrotingsartikelbedrag) of € 5 miljoen.
Beleidsartikel 20. Uitvoeren Crisisbeheersingsoperaties
Verplichtingen
De neerwaartse bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt – € 6,1 miljoen en houdt vooral verband met de lagere uitgaven.
Uitgaven
De realisatie van de totale uitgaven van het artikel inzet wijkt € 5,8 miljoen af ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.
Diverse operaties en contributies (HGIS)
De HGIS realisatie is uitgekomen op een bedrag van € 185,3 miljoen. Het verschil ten opzichte van de tweede suppletoire begroting bedraagt – € 4,3 miljoen. Dit verschil is opgetreden in minder uitgaven bij de diverse operaties (€ 5,7 miljoen) en houdt vooral verband met de NAVO-operatie Ocean shield. Daartegenover vallen de bijdragen aan contributies € 1,4 miljoen hoger uit.
Nationale Inzet en overige inzet
Voor de inzet van VPD’s is de realisatie – € 1,7 miljoen lager dan was voorzien ten tijde de tweede suppletoire begroting.
Ontvangsten
De HGIS-ontvangsten komen € 2,8 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012. Het betreft voornamelijk vorderingen op de partnerlanden voor de door Nederland verrichte diensten. De ontvangsten van de rederij voor de vergoeding van de inzet van VPD’s ter bestrijding van de piraterij in Somalië valt met € 1,1 miljoen lager uit als gevolg van minder inzet van VPD’s.
Beleidsartikel 21. Commando zeestrijdkrachten (CZSK)
Verplichtingen
De bijstelling van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt € 1,7 miljoen en wordt veroorzaakt door meer aangegane verplichtingen binnen het budget van gereedstelling en inzet kustwachttaken.
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn € 5,8 miljoen lager dan verwacht. Het betreft € 11 miljoen minder uitgaven voor gereedstelling (uitgaven voor toelages, voeding en brandstoffen) en lagere uitgaven voor instandhouding en informatievoorziening (€ 2,8 miljoen). Daarentegen zijn de uitgaven voor formatie € 8 miljoen hoger dan was voorzien bij 2e suppletoire begroting. In het laatste kwartaal 2012 is gemiddelde sterkte bij militair personeel gemiddelde 32 fte hoger dan ten opzichte van 3e kwartaal als gevolg van instroom.
Ontvangsten
De lagere ontvangsten van € 3,1 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn vooral het gevolg van lagere personele ontvangsten en diverse overige ontvangsten.
Beleidsartikel 22. Commando landstrijdkrachten (CLAS)
Verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen sluit aan bij de stand van de tweede suppletoire begroting 2012.
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn € 3,8 miljoen hoger dan verwacht. Dit betreft hogere uitgaven voor formatie (€ 10,2 miljoen) door meer inzet van reservisten, de bijstelling van de eindejaarsuitkering voortkomend uit de CAO overleg. De financiering van de verhoging van de eindejaarsuitkeringen wordt mede mogelijk gemaakt door de tegemoetkoming van de verlenging van de arbeidsduur te versoberen (40 uur werken, wordt niet meer als 41 uur uitbetaald). Echter deze maatregel is pas per 1 december ingevoerd, waardoor de besparing pas later gerealiseerd wordt. Tegenover de hogere uitgaven formatie staan de neerwaartse bijstelling (– € 7 miljoen) van gereedstelling (voeding en oefentoelages) en instandhouding.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 2,5 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 betreffen extra materiële- en personele ontvangsten.
Beleidsartikel 23. Commando luchtstrijdkrachten (CLSK)
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt € 48,5 miljoen. De posten die bij de uitgaven worden benoemd zorgen mede voor lagere verplichtingen. Daarnaast zijn minder verplichtingen aangegaan voor overige exploitatie (opleidingen) en huisvesting en infrastructuur.
Uitgaven
De uitgaven ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 zijn € 13,7 miljoen lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door lagere uitgaven voor instandhouding doordat een contract voor reservedelen niet tijdig kon worden afgesloten. De lagere uitgaven voor gereedstelling betreffen getankte brandstof in het buitenland, overige oefenkosten, het verbruik van klein kaliber munitie en uitgekeerde oefentoelagen.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten van € 4,3 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 hebben vooral betrekking op meerontvangsten voor medegebruik van vliegvelden, personele ontvangsten en ontvangsten voor geneeskundige zaken.
Beleidsartikel 24. Commando Koninklijke marechaussee (CKmar)
De realisatie van verplichtingen is € 3,2 miljoen lager dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting door het neerwaarts bijstellingen van de verplichtingen vanwege gewijzigde overeenkomsten, afbouw of vrijgave van het restant aan verplichtingen.
De realisatie van de uitgaven en ontvangsten laten geen noemenswaardige verschillen zien ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012.
Beleidsartikel 25. Defensie Materieel Organisatie (DMO)
Verplichtingen
De realisatie van het verplichtingenbudget is € 238 miljoen hoger dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting als gevolg van een tijdige verwervingsprocedure.
Het betreft onder meer de grote projecten Genie- & doorbraak tanks (€ 80 miljoen), Modificatie SMART L Radarsystemen (€ 105 miljoen); versimpeling project GPW Boxer (€ 28 miljoen) en diverse Foreign Military Sales projecten, waaronder upgrade MK48 (€ 59 miljoen). Daarentegen zijn er minder verplichtingen aangegaan voor onderhoud en wapensystemen en operationele zaken (– € 25 miljoen) en infrastructurele aanpassingen (– € 9 miljoen).
Uitgaven
De realisatie is € 50,6 miljoen hoger ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. De opbouw hiervan wordt hieronder toegelicht.
Investeringen
Het verschil tussen de totale investeringsraming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt € 83 miljoen. Enerzijds is dit het gevolg van het versimpeling van het project GPW Boxer (€ 67 miljoen) en diverse kleine investeringsprojecten (€ 54 miljoen) waardoor er meer in 2012 is gerealiseerd. Anderzijds is de afwijking het gevolg van de vertraging in de aflevering van de projecten IGV plus training (– € 14 miljoen) en Genie- & doorbraak tanks (– € 24 miljoen).
Logistieke ondersteuning DMO bedrijven
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt – € 25 miljoen. Deze lagere realisatie is vooral het gevolg van lagere uitgaven voor onderhoud wapensystemen en operationele zaken.
DMO Staf en Ondersteuning operationele diensten
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt – € 8 miljoen en wordt vooral veroorzaakt door minder uitgaven voor huisvesting en infrastructurele aanpassingen.
Ontvangsten
Exploitatie
Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt € 9,1 miljoen. Het verschil wordt veroorzaakt door het hoger uitvallen van de verkoopopbrengsten via Domeinen (€ 1,3 miljoen) en de overige materiële en BTW ontvangsten (€ 7,8 miljoen).
Beleidsartikel 26. Commando DienstenCentra (CDC)
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt per saldo € 39 miljoen. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het budget voor instandhouding van vastgoed.
Uitgaven
De totale realisatie van het CDC is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting € 11,8 miljoen lager uitgevallen.
Programma-uitgaven,
De realisatie bij dienstverlenende eenheden is € 4,5 miljoen lager doordat er minder uitgaven zijn gedaan voor aanvulling van strategische voorraden geneesmiddelen (€ 3,0 miljoen). Voor afstotingskosten onroerend goed is € 1,0 miljoen minder uitgegeven door vertragingen in het verkopen van onroerend goed.
De investeringen Informatievoorziening zijn voor € 7,1 miljoen niet gerealiseerd. Het betreft de projecten Legacy ERP, EKMS en DEFCERT.
Apparaatuitgaven
De realisatie apparaatuitgaven is € 1,0 miljoen lager dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting.
Ontvangsten
Domeinenopbrengsten en overige ontvangsten
Het verschil tussen de raming van ontvangsten ten tijde van de tweede suppletoire begroting 2012 en de realisatie bedraagt € 3,9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een hogere ontvangst van de baten-lastendienst Ivent voor verrekening van inzet van personeel (€ 1,3 miljoen). Daarnaast zijn meerdere kleine meerontvangsten gerealiseerd (totaal € 2,0 miljoen).
Niet-beleidsartikel 90. Algemeen
Verplichtingen
De per saldo verhoging van de verplichtingen van dit artikel ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 bedraagt € 5,7 miljoen. Dit betreft vooral de aangegane verplichtingen investeringen wetenschappelijk onderzoek en NAVO-bijdragen.
Uitgaven
Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de realisatie bedraagt – € 18,8 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt door € 14,7 miljoen minder uitgaven voor investeringen NAVO (3e Call for contributies en ACCS milestone betalingen zijn doorgeschoven naar 2013) en NAVO bijdrage AWACS exploitatie. Ook betreft het € 3,7 miljoen minder uitgaven voor overige exploitatie.
Ontvangsten
Het verschil tussen de raming van de tweede suppletoire begroting en de realisatie bedraagt € 4,0 miljoen. De hogere ontvangsten worden gerealiseerd door de tegemoetkomingen vanuit de NAVO-bijdragen.
Niet-beleidsartikel 91. Centraal Apparaat
Verplichtingen
De verplichtingen vallen € 26,1 miljoen hoger uit dan was voorzien bij de tweede suppletoire begroting. De posten die bij de uitgaven worden genoemd zorgen mede voor de hogere verplichtigen.
Uitgaven
De uitgaven komen € 28,7 miljoen hoger uit ten opzichte van de tweede suppletoire begroting onder meer doordat voor de ereschuld veteranen meer uitkeringen dan gepland zijn uitgekeerd (€ 20 miljoen). Daarnaast zijn de decemberbetaling pensioenen en de opbouw kapitaaldekking pensioenen hoger dan verwacht (€ 17,6 miljoen). Hiertegenover staan minder uitgaven bij wachtgelden (€ 3 miljoen) en minder uitgaven voor de exploitatie bij de bestuurstaf (€ 5 miljoen).
Ontvangsten
De realisatie van de personele ontvangsten bedraagt € 2,9 miljoen minder dan was geraamd bij de tweede suppletoire begroting.
Baten-lastendiensten
Defensie Telematica Organisatie, Dienst Vastgoed Defensie en Paresto
In de eerste en tweede suppletoire begroting 2012 zijn bij de baten-lastendiensten geen mutaties opgenomen. Het verschil tussen de raming ten tijde van de tweede suppletoire begroting en de uiteindelijke realisatie, zijnde de zogenoemde slotwetmutaties, is derhalve gelijk aan het verschil tussen het niveau van de begroting en de eindrealisatie. Een nadere verklaring van de slotwetmutaties zou derhalve leiden tot een weergave van het jaarverslag 2012. Om deze reden wordt voor een toelichting op het verschil tussen het beschikbare bedrag na de tweede suppletoire begroting en de eindrealisatie verwezen naar eerder genoemd jaarverslag 2012.