In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de samenstelling en ontwikkeling van de uitgaven op begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld). In deze paragraaf wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven van de (niet-) beleidsartikelen 1 tot 10 en de beleidsartikelen 11 en 12. Eerst worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2014 toegelicht. Daarna wordt er door middel van grafieken meer inzicht in de uitgaven en ontvangsten gegeven.
Beleidsartikelen Ministerie van Financiën
Art. Nr. | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 | 9.261.668 | 8.402.468 | 8.041.225 | 7.616.679 | 7.338.535 | ||
Mutaties nota van wijziging IABF | 3.748.000 | – 1.575.000 | – 1.342.000 | – 1.153.000 | – 929.000 | ||
Mutaties 1e suppletoire begroting | – 2.501.718 | 46.550 | 47.595 | 42.796 | 101.778 | ||
Belangrijkste mutaties | |||||||
Overboeking P-Direkt | 1 | – 18.120 | – 17.805 | – 17.499 | – 17.106 | ||
IDA betaalschema | 4 | – 26.340 | – 63.659 | 45.000 | 46.778 | ||
Schade-uitgaven EKV | 5 | – 11.900 | – 30.000 | – 30.000 | – 30.000 | – 30.000 | |
DRZ omsleuteling naar kasverplichtingenstelsel | 5 | 28.462 | 24.454 | 26.553 | 24.553 | ||
Bijstelling btw-compensatiefonds | 6 | 80.885 | 84.458 | 84.636 | 84.755 | 84.755 | |
Stelpost begroting IX | 10 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | ||
Overige mutaties incl. extrapolatie | 9.326 | – 2.446 | – 2.896 | – 1.759 | – 1.759 | 6.512.315 | |
Stand ontwerpbegroting 2015 | 10.559.921 | 6.922.713 | 6.900.209 | 6.665.303 | 6.621.756 | 6.512.315 |
Toelichting
Overboeking P-Direkt
Per 1 januari 2015 wordt voor het shared service center P-Direkt gewerkt met centrale bekostiging, waardoor het totale budget identificeerbaar op de begroting van het Ministerie van BZK komt te staan. De structurele budgettaire reeks van het Ministerie van Financiën wordt daartoe overgeheveld naar BZK.
IDA Betaalschema
Het IDA betaalschema is aangepast ten behoeve van het HGIS tekort. Door zo te schuiven met IDA betalingen kan er in de kalenderjaren 2014 en 2015 € 90 mln. worden vrijgespeeld. Dit bedrag zal in de twee daarop volgende jaren als extra betaling worden verricht. Dit betekent wel dat Nederland in 2017 nog een extra betaling van € 1,8 mln. moet doen om de zogeheten netto contante waarde van de overeengekomen bijdrage aan IDA-16 in stand te houden, alsmede verwatering van het Nederlandse aandeel te voorkomen. Dit bedrag zal ten laste komen aan de HGIS-begroting.
Schade-uitkering EKV
De schaderaming is aangepast aan de nieuwe systematiek van de vanaf 2015 op te richten begrotingsreserve. De schade-uitgaven laten een volatiel verloop zien, daarom is een begrotingsreserve geschikt bij deze garantieregeling. Daarnaast hebben zich in 2014 tot op heden minder schades voorgedaan dan geraamd, waardoor de raming naar beneden is bijgesteld.
Bijstelling btw-compensatiefonds
De raming van het fonds is aangepast op basis van de jaarbeschikking over 2013, (geraamde) voorschotten en voorgenomen beleidsmutaties.
DRZ omsleuteling naar kasverplichtingenstelsel
Domeinen Roerende Zaken (DRZ) heeft vanaf 1 januari 2015 geen status als agentschap meer. DRZ gaat over van het batenlastenstelsel naar het kasverplichtingenstelsel op begroting IX. De mutaties, aan zowel uitgaven- als ontvangstenkant, vormen de omzetting van baten/lasten naar kas/verplichtingen. De mutaties zijn budgettair neutraal verwerkt.
Stelpost begroting IX
Er is een stelpost opgenomen voor problematiek binnen de Financiën begroting. Deze middelen zijn onder andere voor de ICT-capaciteit bij de Belastingdienst.
Art. nr. | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 | 6.066.909 | 5.607.007 | 4.111.693 | 3.857.323 | 3.566.493 | ||
Mutaties nota van wijziging IABF | 3.747.000 | – 1.576.000 | – 1.342.000 | – 1.152.000 | – 928.000 | ||
Mutaties 1e suppletoire begroting | – 931.329 | – 8.456 | 144.382 | 168.864 | 193.864 | ||
Belangrijkste mutaties | |||||||
Verkoop vordering Landsbanki/IceSave | 2 | 623.000 | |||||
Overboeking dividend financiële instellingen | 3 | 400.000 | |||||
Superdividend Urenco | 3 | 20.000 | 95.000 | 65.000 | 55.000 | ||
Dividend Staatsdeelnemingen | 3 | 110.000 | |||||
Afdrachten Holland Casino | 3 | – 10.000 | – 10.000 | ||||
Winstafdracht DNB | 3 | 75.000 | – 134.000 | – 145.000 | – 153.000 | ||
Rentebijstelling Griekenland | 4 | – 7.961 | – 31.757 | ||||
Premieontvangsten EKV | 5 | 25.858 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |
Schaderestituties EKV | 5 | 22.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |
DRZ omsleuteling naar kasverplichtingenstelsel | 8 | 28.462 | 24.454 | 26.553 | 24.553 | ||
Overboeking dividend financiële instellingen | 10 | – 400.000 | |||||
Overige mutaties incl. extrapolatie | 2.726 | 502 | – 198 | – 198 | – 198 | 2.717.979 | |
Stand ontwerpbegroting 2015 | 9.608.203 | 4.124.758 | 2.909.331 | 2.840.542 | 2.778.712 | 2.717.979 |
Toelichting
Verkoop vordering Landsbanki/IceSave
In 2008/2009 heeft De Nederlandsche Bank na het faillissement van Landsbanki een bedrag uitgekeerd van € 1,6 mld. aan de depositohouders. Hiervan namen de Nederlandse banken € 208 mln. voor hun rekening en de Nederlandse Staat € 1,4 mln. Door boedeluitkeringen is tot op heden € 811 mln. geïncasseerd. Aan hoofdsom staat derhalve, voor zover het de Nederlandse staat betreft, nog € 617 mln. open. De resterende vordering is verkocht en voorziet in een opbrengst voor de Nederlandse Staat van circa € 623 mln. 4
Overboeking dividend financiële instellingen
De stelpost op artikel 10 in verband met de moeilijk te ramen dividenden van financiële instellingen is voor 2015 overgeboekt naar artikel 3.
Superdividend Urenco
De verwachte dividendontvangsten zijn aangepast aan het businessplan van Urenco. Het is de verwachting dat Urenco tijdelijk meer dan 100% van de winst als dividend zal uitkeren. Het deel dat boven de 100% komt, wordt aangemerkt als superdividend. Superdividend telt niet mee in het EMU-saldo en is daarom niet relevant voor het uitgavenkader.
Dividend staatsdeelnemingen
De dividendontvangsten hebben zich in 2014 beter ontwikkeld dan geraamd, hierdoor kan de raming worden bijgesteld.
Afdrachten Holland Casino
Holland Casino voert een herstructurering door om zo een financieel solide basis te creëren om zelfstandig in een gemoderniseerde kansspelmarkt te opereren. Waarschijnlijk wordt er tot en met 2016 geen winst afgedragen.
Winstafdracht DNB
Dit betreft een bijstelling van de raming van de winstafdracht DNB door de lagere rente en de versnelde afname van de ECB-crisismaatregelen.
Rentebijstelling Griekenland
Dit betreft een bijstelling van de raming van de rente op de lening aan Griekenland naar aanleiding van een nieuwe rekenrente van het CPB.
Premieontvangsten EKV
Door een aantal grote transacties zijn er dit jaar meer premieontvangsten dan geraamd. Er zijn in 2014 tot op heden drie relatief grote verzekeringspolissen uitgereikt, waarbij de maximale schadevergoeding € 200 mln. of hoger bedroeg, op debiteuren in Indonesië, Nederland en Brazilië. Het gaat om exporttransacties in de scheepsbouwsector. Meer specifieke informatie over de afgegeven polissen in 2014, kan worden teruggevonden op de website van Atradius DSB 5.
Schaderestituties EKV
De schaderestituties zijn boven verwachting, daarnaast zijn er meer schaderestituties ontvangen op regelingen buiten de Club van Parijs en is er sprake van een koersrisicopolis met een positief resultaat. De eerste terugbetaling van Argentinië naar aanleiding van het schuldenakkoord is hierin nog niet verwerkt.
DRZ omsleuteling naar kasverplichtingenstelsel
Domeinen Roerende Zaken verliest per 1 januari 2015 zijn status als agentschap en gaat over van het batenlastenstelsel naar het kasverplichtingenstelsel van het Ministerie van Financiën. De mutaties, aan zowel uitgaven- als ontvangstenkant, vormen de omzetting van baten/lasten naar kas/verplichtingen. De mutaties zijn budgettair neutraal verwerkt.
Beleidsartikelen Nationale Schuld
In onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in de rentekosten vanaf de ontwerpbegroting 2014 weergegeven.
artnr. | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2014 | 8.739 | 8.832 | 9.531 | 10.178 | 10.932 | ||
Mutaties: | 11 | ||||||
Renteswaps | 11 | – 214 | – 231 | – 153 | – 318 | – 359 | |
Bijstelling kassaldo | 11 | – 1 | – 83 | – 201 | – 280 | – 383 | |
Bijstelling rekenrente | 11 | – 166 | – 975 | – 1.009 | – 974 | – 932 | |
Effect van schulduitgifte | 11 | – 178 | – 644 | – 612 | – 453 | – 231 | |
Bijstelling rente interne schuldverhoudingen | 12 | 61 | 188 | 440 | 752 | 1.040 | |
Extrapolatie | 10.949 | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2015 | 8.239 | 7.086 | 7.996 | 8.905 | 10.066 | 10.949 |
De rentekosten voor de staatsschuld liggen voor een groot deel vast. Dit komt omdat deze kosten grotendeels het gevolg zijn van de tekortontwikkelingen en daarmee de schuldopbouw in het verleden en de keuzes die toen gemaakt zijn in het financieringsbeleid en het risicomanagement.
Mutaties in de raming worden veroorzaakt door een aantal factoren. In de eerste plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe swaps die afgesloten zijn in de periode na het verschijnen van de vorige begroting. In de tweede plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe ramingen voor het kassaldo. Als de nieuwe saldoraming tegenvalt ten opzichte van de vorige raming, stijgen de rentekosten. Als de saldoraming meevalt, dalen de rentekosten. In de derde plaats leiden bijstellingen in de rekenrente (bron: CPB) tot mutaties in de rentekosten. Ten vierde ontstaan mutaties als gevolg van nieuwe uitgiftes. Als de rente op de uitgiftes afwijkt van de rekenrente wordt de raming aagepast.
Beleidsartikelen Ministerie van Financiën
De totale uitgaven op de artikelen 1 tot en met 10 bedragen in 2015 € 6,9 mld. Hiervan is € 3,0 mld. apparaat, zie grafiek 1). De overige uitgaven zijn programma-uitgaven (€ 3,8 mld., zie grafiek 2). De apparaatsuitgaven van de Belastingdienst worden in artikel 1 toegelicht, de apparaatsuitgaven van het kerndepartement in artikel 8. Domeinen Roerende Zaken (DRZ) gaat per 1 januari 2015 over van het baten-lastenstelsel van een agentschap naar het kas-verplichtingenstelsel. De agentschapstatus vervalt en DRZ wordt een dienstonderdeel van het departement. De apparaatsuitgaven van DRZ worden verantwoord op artikel 8 bij de apparaatsuitgaven van het kerndepartement.
Grafiek 1: apparaat (x € 1.000)
Grafiek 2: programma-uitgaven (x € 1.000)
De programma-uitgaven worden per artikel nader toegelicht. De grootste programma-uitgaven zijn: btw-compensatiefonds (€ 2,8 mld., artikel 6), uitgaven aan de belasting- en invorderingsrente (€ 379,8 mln., artikel 3) en de algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen (€ 339,0 mln., artikel 4)
Grafiek 3: niet-belastingontvangsten (x € 1.000)
In grafiek 3 wordt een overzicht gegeven van de niet-belastingontvangsten op de departementale begroting van Financiën. De grootste programmaontvangsten zijn de winstafdracht DNB (€ 789 mln., artikel 3), de ontvangsten aflossingen en couponbetaling op de kapitaalverstrekkingen aan financiële instellingen (€ 1,0 mld., artikel 3) en de ontvangsten uit de belasting- en invorderingsrente (€ 546,0 mln., artikel 1).
Grafiek 4: verleende garanties (x € 1 mln.)
In grafiek 4 wordt een overzicht gegeven van de verleende garanties op de begroting van Financiën. De grootste garanties zijn verleend aan het EFSF (€ 49,6 mld., artikel 4), DNB – deelneming in kapitaal IMF (€ 45,3 mld., artikel 4) en het ESM (€ 35,4 mld., artikel 4). Voor een uitgebreide toelichting op de verschillende garantieregelingen wordt verwezen naar de paragraaf 2.1.5 Overzicht garanties en achterborgstellingen.
Grafiek 5: overzicht uitgaven en ontvangsten (in € mld.)
Grafiek 5 geeft een overzicht van de uitgaven en ontvangsten op de departementale begroting van het Ministerie van Financiën. De ontvangsten zijn uitgesplitst naar belastingontvangsten en niet-belastingontvangsten. In 2013 waren de uitgaven voornamelijk hoger vanwege de nationalisatie van SNS REAAL.
Beleidsartikelen Nationale Schuld
In deze paragraaf wordt de verwachte staatsschuld aan het einde van ieder jaar weergegeven, alsmede de daarbij behorende rentekosten. Het betreft de staatsschuld. De schuldtoerekening als gevolg van de EFSF (European Financial Stability Facility) is niet meegenomen. Deze wordt verantwoord in artikel 3.
Grafiek 6: Overzicht Staatsschuld en Rentekosten artikel 11 (in € mld.)
De omvang van de staatsschuld (artikel 11) ultimo 2015 bedraagt naar verwachting circa € 393 mld. De raming voor de rentekosten in 2015 bedraagt € 7,4 mld. De onderstaande tabel geeft ook de interne schuldverhouding met aan de schatkist gelieerde instellingen weer, zoals decentrale overheden, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), Sociale Fondsen en Agentschappen.
2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|
EMU-schuld | 441 | 454 | 467 |
Staatsschuld 1 | 368 | 382 | 394 |
Schuldverhouding met ABN AMRO | – 3,8 | – 3,6 | – 3,4 |
Interne schuldverhouding (artikel 12) | – 21,3 | – 25,2 | – 27,2 |
Rentekosten staatsschuld | 9,6 | 8,7 | 7,5 |
Rentekosten schuldverhouding ABNAMRO | – 0,1 | – 0,1 | – 0,1 |
Rentekosten staatsschuld (artikel 11) | 9,5 | 8,6 | 7,4 |
Rentekosten interne schuldverhouding (artikel 12) | – 0,4 | – 0,3 | – 0,3 |
Rentekosten Totaal (artikel 11 en 12) | 9,0 | 8,2 | 7,1 |