Beleidsartikelen
In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierd (common funded) Navo- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. Tevens worden vanaf 2015 de middelen van het Ministeries van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) en Buitenlandse Zaken (BZ) in het kader van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op dit artikel geraamd.
In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. In beleidsartikel 6 zijn de investeringen opgenomen voor de krijgsmacht, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, ICT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de Navo-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.
In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Commando DienstenCentra (CDC) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.
Niet-beleidsartikelen
In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder voor de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen apparaatsuitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte worden in de niet-beleidsartikelen 11 en 12 de Geheime uitgaven respectievelijk de ramingen voor Nominaal en onvoorzien opgenomen.
Overig
In de begroting worden ook de ramingen voor de baten-lastenagentschappen Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de mutaties, het financieel overzicht wapensystemen, overzicht maatregelen intensivering motie-Van der Staaij, het budget internationale veiligheid, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, cyber, subsidies, evaluaties, de toezichtrelaties en ZBO/RWT’s alsmede moties en toezeggingen.
De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.
Defensie Materieelprojectenoverzicht
Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, evenals de politiek gevoelige projecten. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden daarom alleen de grotere projectwijzigingen verder toegelicht. Defensie werkt momenteel aan een herziening van het Defensie Materieel Proces (DMP).
Groeiparagraaf
In de begroting 2016 zijn ten opzichte van de begroting 2015 de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
• In reactie op de motie Eijsink (Kamerstuk 34 200-X, nr. 12) zijn de doelstellingenmatrix in Artikel 2 t/m 5 aangepast. In een doelstellingenmatrix wordt nu de doelstelling ten aanzien van operationele gereedheid in 2016 afgezet tegen de lange termijn normdoelstelling die hiervoor is vastgesteld als afgeleide van de inzetbaarheidsdoelstellingen. Dit om een beter inzicht te geven in de operationele gereedheid van de verschillende operationele eenheden in 2016.
-
• In reactie op de motie Hachchi (Kamerstuk 34 200-X, nr. 11) zijn in artikel 6 de volgende toevoegingen gedaan:
-
○ Een tabel opgenomen waarin de historische en toekomstige investeringsquote (IQ) wordt weergegeven. Tevens is in de grafiek ook de gemiddelde IQ weergegeven.
-
○ De materieel- infrastructurele en IT-projecten zijn voorzien van mogelijke risico’s die van invloed kunnen zijn op de projecten en het realiseren van het investeringsbudget.
-
○ Bij de projecten voorzien in materieel zijn de aan te gane verplichtingen voor 2016 opgenomen.
-
-
• In reactie op de motie Knops (Kamerstuk 34 200, nr. 9) en de motie Knops/Teeven (Kamerstuk 27 830, nr. 154) wordt in eerste instantie een onderzoek uitgevoerd om de gevolgen van de valutawisselingen en de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen te bezien. De uitkomsten zullen gereed zijn ten tijde van de Voorjaarsnota 2016.
-
• Op 1 juli 2014 is het baten-lastenagentschap Dienst Vastgoed Defensie (DVD) onderdeel geworden van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Hierdoor is de agentschapsparagraaf van de DVD komen te vervallen.