Base description which applies to whole site

2.2 Belangrijkste begrotingswijzigingen

De omvangrijkste begrotingswijziging voor deze 1e suppletoire begroting betreft het verhogen van de uitgavenbegroting vanuit de eindejaarsmarge met € 213,4 miljoen, waarvan € 166,2 miljoen voor de artikelen 6 Investeringen krijgsmacht en 12 Nominaal en Onvoorzien en € 67,0 miljoen voor artikel 1 Inzet. Dit betreft voornamelijk uitgaven die oorspronkelijk voor 2016 waren begroot, maar nu voor 2017 zijn voorzien. Ook zijn uitgaven die voor 2017 waren begroot vertraagd naar 2018. De op een na omvangrijkste begrotingswijziging betreft een kasschuif van € 125,0 miljoen van 2017 naar 2018 op artikel 6 Investeringen Krijgsmacht.

Een andere belangrijke begrotingswijziging is het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling. De loonbijstelling van € 73,7 miljoen, de compensatie voor gestegen pensioenpremies bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) van € 33,9 miljoen en de prijsbijstelling van € 49,5 miljoen zijn verdeeld over respectievelijk de loongevoelige en de prijsgevoelige delen van de Defensiebegroting.

Vanuit artikel 1 Inzet is uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) € 60,0 miljoen overgeheveld naar de begrotingen van Buitenlandse Zaken (BZ) en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS). Vervolgens is vanuit BZ € 20,8 miljoen overgeheveld naar Defensie voor inzet van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB). De overige interdepartementale budgetoverhevelingen bedragen per saldo € 12,5 miljoen. Tenslotte verhoogt de stijging van de ontvangstenbegroting het uitgavenkader met € 21,0 miljoen.

Licence