Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de begroting Hoofdstuk XII.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 254.312 | 831.724 | 840.560 | 1.030.136 | 423.108 | 440.226 | 481.053 |
Uitgaven | 715.458 | 705.763 | 536.678 | 572.139 | 559.623 | 504.981 | 846.107 |
Waarvan juridisch verplicht | 92% | ||||||
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 546.895 | 448.990 | 373.919 | 323.350 | 267.896 | 245.997 | 43.914 |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten | 141.642 | 211.837 | 226.304 | 161.152 | 97.637 | 87.905 | 42.782 |
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten | 7.822 | 5.130 | 13.536 | 61.347 | 55.646 | 28.300 | 1.132 |
1.01.03 Ruimte voor de rivier | 376.855 | 199.867 | 111.035 | 77.807 | 91.569 | 36.836 | 0 |
1.01.04 Maaswerken | 20.576 | 32.156 | 23.044 | 23.044 | 23.044 | 92.956 | 0 |
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid | 165.228 | 245.307 | 153.751 | 247.809 | 290.807 | 258.054 | 801.693 |
1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma | 4.802 | 19.969 | 41.168 | 45.943 | 55.515 | 52.385 | 34.101 |
– waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 4.802 | 1.757 | 401 | 401 | 401 | 401 | 401 |
1.02.02 Realisatieprogramma | 160.426 | 225.338 | 112.583 | 201.866 | 235.292 | 205.669 | 767.592 |
1.03 Studiekosten | 3.335 | 11.466 | 9.008 | 980 | 920 | 930 | 500 |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten | 3.335 | 11.466 | 9.008 | 980 | 920 | 930 | 500 |
1.03.02 Overige studiekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.04 GIV/PPS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 207.416 | 198.559 | 186.805 | 192.608 | 150.433 | 177.389 | 153.406 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 207.416 | 198.559 | 186.805 | 192.608 | 150.433 | 177.389 | 153.406 |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2 | 172.078 | 153.819 | 159.058 | 115.113 | 4.492 | 54.613 | 191 |
1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2 | 114 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.09.03 Ontvangsten waterschappen nHWBP | 9.042 | 29.051 | 22.443 | 57.457 | 135.922 | 115.863 | 149.470 |
1.09.04 Overige ontvangsten nHWBP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten | 26.182 | 15.689 | 5.304 | 20.038 | 10.019 | 6.913 | 3.745 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten, worden de budgetten in 2017 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2017. Voor de mate van verplichting van het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma tot en met 2030 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2030 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2030 toegelicht.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 Investeren in waterveiligheid | 705.763 | 536.678 | 572.139 | 559.623 | 504.981 | 846.107 | 713.095 | 547.351 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 448.990 | 373.919 | 323.350 | 267.896 | 245.997 | 43.914 | 72.234 | 76.497 |
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid | 245.307 | 153.751 | 247.809 | 290.807 | 258.054 | 801.693 | 640.861 | 470.854 |
1.03 Studiekosten | 11.466 | 9.008 | 980 | 920 | 930 | 500 | 0 | 0 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 198.559 | 186.805 | 192.608 | 150.433 | 177.389 | 153.406 | 149.734 | 149.628 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2016–2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 Investeren in waterveiligheid | 499.136 | 426.733 | 430.138 | 542.732 | 413.029 | 400.150 | 374.070 | 8.071.725 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 175.082 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.027.879 |
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid | 324.054 | 426.733 | 430.138 | 542.732 | 413.029 | 400.150 | 374.070 | 6.020.042 |
1.03 Studiekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 23.804 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 149.628 | 149.628 | 149.628 | 149.628 | 149.628 | 149.628 | 149.628 | 2.405.958 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, die door de Tweede Kamer de status van groot project zijn toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2017 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT 2017, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2017.
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Producten
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door RWS en de keringbeheerders dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties zijn aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde Prioritaire Zwakke Schakels Kust. Deze maken ook onderdeel uit van HWBP-2. Met de oplevering van Zwakke Schakels Noord-Holland is de kustverdediging van Noord- en Zuid-Holland voor de komende 50 jaar weer op orde. Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald. Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering. Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het HWBP. In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s (HWBP-2 en HWBP) opgenomen.
De procedureregeling Grote Projecten is op 22 maart 2011 op het HWBP-2 van toepassing verklaard. Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een Voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2017 Voortgangsrapportage 11 en vóór 1 oktober 2017 Voortgangsrapportage 12.
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 87 projecten, inclusief de Zwakke Schakels. Dit is het resultaat van de overdracht van het project Marken in 2015 naar het HWBP. Per 31 december 2015 voldoen 70 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Vier projecten bevinden zich in de planstudiefase en dertien projecten in de realisatiefase. Eind 2015 hebben diverse projecten prijzen in ontvangst mogen nemen (de Waterinnovatieprijs voor Dijken op Veen, prijs voor «Beste Openbare Ruimte van Nederland» en de «Rijnlandse Architectuurprijs» voor kustversterking Katwijk).
In de basisrapportage (Kamerstukken II 2011/2012 27 625, nr. 237) is aangegeven dat de meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien. Dit beeld is in de 9de voortgangsrapportage (peildatum 31 december 2015) niet gewijzigd.
Het lagere taakstellend budget ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard door de voorgestelde vrijval van € 327 miljoen, zoals aangegeven in de aanbiedingsbrief van de negende VGR van het HWBP-2 (Kamerstukken II 2015/2016 32 698, nr. 26) aan de Tweede Kamer. In het kader van de financiering van de nieuwe waterveiligheidsnormen is op 18 juni 2014 met de Unie van Waterschappen afgesproken dat de vrijval uit het programmabudget HWBP-2 voor 2/3e toegevoegd wordt aan het programmabudget voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma en 1/3e aan de programmaruimte op het Deltafonds, ten behoeve van de waterveiligheidsopgave.
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
2021 | 2021 | |||||||||||
Projecten Nationaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||
HWBP-2 Rijksprojecten | 199 | 199 | 30 | 1 | 11 | 57 | 53 | 27 | 0 | 20 | ||
HWBP-2 Waterschapsprojecten | 2.467 | 2.810 | 1.341 | 212 | 226 | 161 | 98 | 88 | 43 | 299 | ||
Overige projectkosten (programmabureau) | 45 | 45 | 24 | 4 | 3 | 4 | 3 | 2 | 1 | 5 | ||
Afrondingen | 1 | – 1 | – 1 | |||||||||
Programma | 2.712 | 1.395 | 217 | 240 | 222 | 153 | 116 | 44 | 324 | |||
Begroting (DF 1.01.01/02) | 217 | 240 | 222 | 153 | 116 | 44 | 324 |
Ruimte voor de Rivier
Producten
De PKB (Planologische Kernbeslissing) Ruimte voor de Rivier is in 2006 door de beide Kamers vastgesteld. Uitgangspunt voor de PKB is de waterveiligheidsnormen die voorschrijven dat het Nederlandse rivierensysteem een piek in de waterafvoer, die statistisch eens per 1.250 jaar kan voorkomen, veilig kan verwerken. Dit is de maatgevende afvoer. Deze norm is in 2001 voor de Rijn vastgesteld op 16.000m3/s bij Lobith. De Maas benedenstrooms van Hedikhuizen moet uiterlijk in 2015 een maatgevende afvoer van 3.800m3/s bij Borgharen veilig kunnen verwerken. Voor de IJssel wordt de maatgevende afvoer gesteld op verwerking van een gezamenlijke toestroom van 250m3/s vanuit de zijrivieren.
De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. De PKB geeft bovendien een doorkijk naar de langetermijnopgave voor waterveiligheid. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak.
De procedureregeling Grote Projecten is op 15 mei 2001 op het programma Ruimte voor de Rivier van toepassing verklaard. Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2016 voortgangsrapportage 27 en vóór 1 oktober 2016 voortgangsrapportage 28.
Meetbare gegevens
Naar huidige inzichten is de stand per 31 december 2016 als volgt:
-
• 5 van de 39 maatregelen zijn geschrapt. Voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling bleken ze niet nodig;
-
• Voor 100% van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. Alle maatregelen zijn uitgevoerd dan wel in uitvoering;
-
• De waterveiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier is voor 25 van de 34 projecten in 2015 gehaald. In 2016 halen zes projecten de waterveiligheidsdoelstelling. Er volgen nog drie projecten in de latere jaren.
Het hogere taakstellend budget ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard door het toevoegen van de prijsbijstelling 2016.
Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
Project RvdR | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
2.362 | 2.386 | 1.845 | 200 | 111 | 78 | 92 | 37 | 2019 | 2019 | |||
Programma Realisatie | 2.362 |
| 1.845 | 200 | 111 | 78 | 92 | 37 | 0 | 0 |
|
|
Begroting (DF 1.01.03) | 200 | 111 | 78 | 92 | 37 | 0 |
Maaswerken
Producten
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Sinds 2003 valt Maaswerken met de deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas onder de procedureregeling Grote Projecten en ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage: vóór 1 april 2017 voortgangsrapportage 31 en vóór 1 oktober 2017 voortgangsrapportage 32.
Voor de Zandmaas ligt de focus in 2017 op het feitelijk afronden van alle werkzaamheden. De hoogwaterdoelstelling is in 2016 gerealiseerd. Voor de Grensmaas ligt de nadruk in 2017 op de verdere realisatie van de zogeheten «11 locaties» (rivierverruiming door grindwinning).
Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Het prioritaire deel van dit werk dient in 2020 gereed te zijn. De rest van de werkzaamheden loopt via het HWBP mee. Planuitwerking en realisatie van deze «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt door de twee Limburgse waterschappen en er is hiervoor vanuit het budget van Maaswerken € 75 miljoen beschikbaar gesteld. De aanpak voor de Grensmaas en de afspraken over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011. De overige afgekeurde dijkringen langs de Maas worden op basis van urgentie geprogrammeerd in het HWBP.
Meetbare gegevens
Indicator | Grensmaas |
---|---|
Hoogwaterbeschermingsprogramma | 100% in 2017 |
Natuurontwikkeling | 1.208 ha |
Grind | ten minste 35 mln. ton |
Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling
De aanpassing van de scope Grensmaas en Zandmaas is bij brief van 5 maart 2013 aan de Tweede Kamer gemeld (Kamerstukken II 2012–2013 18 106, nr. 216).
De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
In het kader van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur door Rutte I is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstofwinning.
In de Grensmaas is de scope nagenoeg gelijk gebleven. Alleen de verwerving van natuurgronden bij de locatie Roosteren (44 ha) is komen te vervallen. Deze locatie valt buiten de uitvoeringsovereenkomst met het Consortium Grensmaas. De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas wordt daarmee 1.208 ha. Het Ministerie van EZ neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamerstukken II 2014–2015 18 106, nr. 230).
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
Project Maaswerken | ||||||||||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
151 | 150 | 71 | 2 | 3 | 3 | 3 | 69 | 2017/2024 | 2017/2024 | |||
407 | 407 | 293 | 30 | 20 | 20 | 20 | 24 | 2017/2020 | 2017/2020 | |||
Programma Realisatie | 558 | 364 | 32 | 23 | 23 | 23 | 93 | 0 | 0 | |||
Begroting (DF 1.01.04) | 32 | 23 | 23 | 23 | 93 | 0 |
Toelichting
-
1. Grensmaas: het bereiken van de hoogwaterdoelstelling wordt voorzien in 2017. De grindwinning loopt door tot eind 2023. Naar verwachting wordt het project in 2024 afgerond.
-
2. Zandmaas: de hoogwaterdoelstelling is bereikt in 2016. De feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode tot 2016 en de prioritaire sluitstukkaden in de periode tot 2020.
Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van lenM die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s. In de begroting van het Deltafonds wordt nader ingegaan op de uitvoering van deze projecten.
1.02 Overige aanlegprojecten
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Huidig | vorig | PB of TB | Openstelling |
Verplicht | ||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
EPK Planuitw. en verkenningen Waterveiligheid (mn Afsluitdijk) | 7 | 7 | ||
14 | 18 | |||
Gebonden | ||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||
121 | 120 | 2016 | ||
Projecten Oost-Nederland | ||||
121 | 121 | na 2020 | na 2020 | |
Projecten Noord-Nederland | ||||
3 | 3 | 2016 | 2017 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
Zandhonger Oosterschelde (Roggenplaat) | 6 | 6 | 2016 | 2018 |
Bestemd | 14 | 14 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Reservering areaalgroei | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 285 | |||
Begroting DF 01.02.01 | 285 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
De belangrijkste mutaties zijn:
-
• Ooijen–Wanssum: In de Najaarsnota 2015 is bijdrage van IenM aan de planstudiefase van € 2,7 miljoen overgeheveld naar de provincie Limburg. Naar verwachting start de realisatie in het najaar 2016 na het projectbesluit én ondertekening van de bestuursovereenkomst «realisatiefase gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum» door alle betrokken partijen.
-
• Legger Vlieland en Terschelling: Gebleken is dat er meer onderzoek nodig is dan verwacht. Hierdoor vertraagt de oplevering van de Legger Vlieland en Terschelling en daarmee het budget (€ 2,5 miljoen) voor de uitvoering van het project met een jaar naar 2017.
-
• IJsseldelta fase 2: Begin 2016 is de Minister akkoord gegaan om de voorbereiding te starten om fase 2 van IJsseldelta (Bypass Kampen) versneld uit te voeren in de periode tot en met 2022. Hiermee wordt eerder invulling gegeven aan de deltabeslissing om extra waterstandsdaling te realiseren en worden tijdelijke investeringskosten in fase 1 vermeden. Daarom is het budget naar voren gehaald van de jaren 2021–2023 naar de jaren 2017–2022. Door uitvoering van het project wordt de beoogde waterstandsdaling ruim gehaald, als gevolg van het nemen van maatregelen waardoor de in fase 1 gerealiseerde bypass vaker mee kan stromen (amoveren Roggebotsluis, versterken Drontermeerdijk, realiseren van een schutsluit in de in fase 1 gerealiseerde dam, aanpassen inlaatregime en nemen van hoogwatermaatregelen). De projectbeslissing is voorzien in 2018.
-
• Ambitie Afsluitdijk: In 2016 is € 3,5 miljoen betaald aan de provincie Friesland voor enkele energieprojecten (Blue Energy en Off Grid Test Centre). Er resteert een budget van € 14,1 miljoen in de bijdrageregeling voor regionale ambities op de Afsluitdijk. Conform regeling is 2016 het laatste jaar dat de betrokken regionale partijen bij IenM verzoeken kunnen indienen voor bijdragen. Na 2016 kunnen nog wel toezeggingen en betalingen plaatsvinden. Verwacht wordt dat de regio in 2016 voor het gehele resterende budget verzoeken voor bijdragen zal indienen, waarvan € 9,5 miljoen voor de Vismigratierivier. Het grootste deel van dit bedrag (€ 6,0 miljoen) blijft op de begroting van IenM voor (een deel van) de financiering van de zogenaamde Coupure in de Afsluitdijk. Deze Coupure zal onderdeel uitmaken van het DBFM-contract voor de versterking van de Afsluitdijk. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief over «Projecten die spelen op en rondom de Afsluitdijk» van 9 juni jl. (Kamerstukken II 2015–2016 34 300-A, nr. 67).
-
• Rijkswaterstaat heeft een MIRT-verkenning uitgevoerd naar de meest effectieve maatregelen voor de aanpak van de zandhonger in de Oosterschelde. De uitkomst is dat de effecten van de zandhonger bestreden kunnen worden met het suppleren van zand op de Roggenplaat (voorziene uitvoeringsperiode 2017–2018). De aanpak van andere locaties is minder urgent. Deze locaties zijn ondergebracht in het bredere MIRT-onderzoek Integrale Veiligheid Oosterschelde, dat op grond van het Deltaprogramma in 2015 is gestart. In het BO MIRT Zeeland van 13 november 2014 is over de financiering van de zandsuppletie op de Roggenplaat afgesproken dat regio en Natuurmonumenten € 5 miljoen bijdragen, EZ € 1 miljoen en IenM € 6,3 miljoen. In de bijdrage van de regio is een nog te verkrijgen Europese subsidie van € 3,5 miljoen meegeteld. Het risico hiervan komt voor rekening van de regio.
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2016–2030 weergegeven voor aanleg onderzoek, planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2030.
Realisatieprogramma
Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de rijkswateren.
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011, en de daaropvolgende toetsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. De rest is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.
Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.
De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Daarnaast zijn met het oog op de nieuwe normering waterveiligheid de 13 meest urgente «nieuwe» opgaven opgenomen in het programma 2017–2022. Hiermee wordt geanticipeerd op de inwerkingtreding van de nieuwe normen. Concreet betekent dit dat er van de totale veiligheidsopgave voor het programma 2017–2022 943 kilometer aan primaire waterkeringen en 468 kunstwerken is aangemeld bij het HWBP. Hiervan komt 803 kilometer voort uit de LRT3+ en 140 kilometer uit de nieuwe beoordeling. Deze opgave is verdeeld over 194 projecten. Ten opzichte van de opgave in 2016 is dat een toevoeging van 195 km (140 km uit nieuwe beoordeling en 55 kilometer door toename van het aantal aanmeldingen van de waterschappen) en 193 kunstwerken, waarvan er 170 zijn toegevoegd door Waterschap Peel en Maasvallei als gevolg van verdere scope-uitwerking.
De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2017–2022 wordt gelijktijdig met deze begroting op Prinsjesdag als onderdeel van het Deltaprogramma 2017 (paragraaf 3.3) gepresenteerd.
In 2014 is de financieringsregeling HWBP vastgesteld en is de uitvoering gestart. Eind 2017 zijn naar verwachting 43 projecten in de verkenningsfase, 5 projecten in de planuitwerkingsfase en 7 projecten in realisatie. Daarnaast lopen er 4 projectoverstijgende verkenningen.
Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Dijkversterking en Herstel steenbekleding Oosterschelde en Westerschelde
Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland is in 2015 gereed gekomen. In totaal is langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer aan steenbekledingen vervangen. In 2016 vindt de financiële afwikkeling van het deel steenbekledingen plaats. In dit project wordt ook de vooroeververdediging van deze dijken aangepakt. Dit deel loopt nog door tot in 2019.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt samen met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) uitgevoerd en draagt naast veiligheid ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied door de aanleg van nieuwe natuur. Een aantal NURG-projecten is ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier. Het programma is grotendeels afgerond. Op dit moment loopt nog een beperkt aantal projecten, waaronder het project Afferdense en Deestse Waarden waarvan oplevering voorzien is in 2019.
Afsluitdijk
Het project Afsluitdijk omvat opgaven op het gebied van waterveiligheid en waterafvoer. Het betreft de versterking van het dijklichaam volgens het principe van de overslagbestendige dijk, met behoud van de groene (vegetatie) uitstraling, het versterken van de schut- en spuicomplexen en het vergroten van de waterafvoercapaciteit door het aanbrengen van pompen in het spuicomplex Den Oever. In het rijksinpassingsplan is de oplossingsruimte voor de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de waterveiligheid en de waterafvoer begrensd. Ook worden in het Rijksinpassingsplan diverse regionale ambities (planologisch) mogelijk gemaakt, zoals de vismigratierivier, de opschaling van de Blue Energy centrale op Breezanddijk en de plaatsing van stromingsturbines in de spuicomplexen. Voor de ambities heeft het Rijk een budget van € 20 miljoen beschikbaar gesteld op basis van co-financiering met de Regio. In 2016 start de aanbesteding van het project Afsluitdijk. Start realisatie is voorzien in 2018 en oplevering in 2022.
Overige onderzoeken en kleine projecten
Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is de Flakkeese Spuisluis. In het najaar van 2013 zijn afspraken gemaakt over het Tidal Test Centre (TTC): een centrum waar innovatieve turbines kunnen worden getest voor het opwekken van duurzame energie uit de getijdenbeweging. De regio en private partijen financieren de bouw van het TTC en het Rijk stelt de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam in werking. Met de inwerkingstelling van deze sluis komt beperkt getij terug in het meest oostelijke deel van de Grevelingen. Daardoor verbetert de waterkwaliteit. Daarnaast biedt het een proeflocatie voor het TTC. De werkzaamheden zijn in 2016 gestart. Oplevering is voorzien in 2017.
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
Projecten Waterveiligheid | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
2020 | 2020 | |||||||||||
HWBP Rijksprojecten | 601 | 552 | 2 | 4 | 7 | 16 | 21 | 15 | 23 | 513 | ||
HWBP Waterschapsprojecten | 4.171 | 3.272 | 143 | 106 | 112 | 114 | 228 | 204 | 384 | 2.880 | ||
HWBP Overige projectkosten (programmabureau) | 71 | 71 | 12 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 32 | ||
Deltafaciliteit Deltares | 26 | 26 | 25 | 0 | 0 | 2013 | 2013 | |||||
191 | 191 | 140 | 10 | 13 | 10 | 13 | 6 | 2018 | 2018 | |||
Overige onderzoeken en kleine projecten | 1.166 | 1.166 | 1.140 | 15 | 6 | 3 | 1 | 1 | 2 | |||
Wettelijk BeoordelingsInstrumentarium 2023 | 25 | 3 | 5 | 5 | 5 | 4 | 3 | |||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
Dijkversterking en Herstel steenbekleding Oosterschelde en Westerschelde | 815 | 815 | 761 | 5 | 2 | 34 | 0 | 13 | 2018 | 2015 | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
869 | 831 | 1 | 6 | 5 | 80 | 150 | 210 | 180 | 236 | 2022 | 2022 | |
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||
18 | 3 | 5 | 6 | 4 | 2019 | |||||||
Afrondingen | 2 | 4 | 1 | – 1 | ||||||||
Programma Realisatie | 7.953 | 6.924 | 2.224 | 156 | 162 | 274 | 427 | 459 | 598 | 3.663 | ||
Begroting (DF 1.02.02) | 226 | 113 | 203 | 236 | 207 | 768 | 3.986 | |||||
Overprogrammering (–) | 70 | – 49 | – 71 | – 191 | – 252 | 170 | 323 |
In lijn met de werkwijze op het Infrastructuurfonds wordt vanaf de 1e suppletoire wet 2015 op het Deltafonds de over- en onderprogrammering op een centrale plek op het fonds verantwoord, namelijk het realisatiedeel van artikelonderdeel 1.02 overige aanlegprojecten Waterveiligheid. De reeks «overprogrammering» in deze tabel geeft derhalve inzicht in de over- en onderprogrammering van het Deltafonds als geheel.
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting over deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2016.
Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.
-
• Het Nationaal Watermodel is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen, die oorspronkelijk is ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Het model is gebruikt om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2017 blijft het Deltamodel in gebruik voor het beantwoorden van vragen die richting de uitvoering van het Deltaprogramma spelen. De doorontwikkeling van het model heeft als doel de waterhuishoudkundige basis ervan ook in andere rekentoepassingen te gebruiken om zo de onderlinge vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van die toepassingen te garanderen. Daarnaast wordt het model gebruikt bij het toetsingsinstrumentarium voor waterveiligheid en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.
-
• MIRT-Onderzoek Integrale Veiligheid Oosterschelde (IVO): Dit onderzoek richt zich op een toekomstbestendige aanpak van de waterveiligheidsopgave voor de Oosterschelde, vanuit een optimale combinatie van een aangepast beheer van de Oosterscheldekering, (innovatieve) dijkversterkingen en zandsuppleties op intergetijdengebieden. De inzet is om de veiligheidsopgave te verbinden met de opgaven die voortvloeien uit de andere (gebruiks)functies van de Oosterschelde. Dat sluit aan bij de strategie van het Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta voor een duurzaam herstel van de balans tussen belangen van een veilige, een economisch vitale en aan ecologisch veerkrachtige delta. IVO is in 2015 gestart. Het onderzoek wordt door Rijkswaterstaat uitgevoerd, samen met de provincie Zeeland en Waterschap Scheldestromen. Afronding van IVO is eind 2016 voorzien.
-
• Systeemstudie IJsselmeergebied: Dit betreft een studie naar de samenhang tussen waterafvoer, peilbeheer en de benodigde sterkte van de dijken in het gebied. De voorkeursstrategie bij de deltabeslissing IJsselmeergebied is mede gebaseerd op een optimalisatie van de samenhang tussen de infrastructuur van waterkeringen (Houtribdijk, Ramspolkering en Afsluitdijk) en het beheer van de watersystemen van het IJsselmeer, Markermeer, randmeren, Amsterdam-Rijnkanaal, Eem en IJssel-Vechtdelta. Doel van de studie is het inzichtelijk maken van het gehele, complexe watersysteem van het IJsselmeergebied ten behoeve van huidige en toekomstige vraagstukken rondom waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Een belangrijke te beantwoorden vraag is wat de effecten zijn van de verschillende opties in het peilbeheer op de kosten van de benodigde dijkversterkingen. Tijdshorizon is 2050 en verder, mede met het oog op keuzes die dan zullen spelen bij de vervanging van spuicomplexen in de Afsluitdijk.
-
• MIRT-onderzoeken naar de waterveiligheid in de Rijn-Maasdelta: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn langetermijnstrategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij worden de strategieën en maatregelen voor waterveiligheid en sociaaleconomische ontwikkeling in synergie met elkaar en met oog voor ruimtelijke kwaliteit ontwikkeld. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied. Hierbij valt te denken aan onderzoek naar de Adaptatiestrategie waterveiligheid buitendijks, Meerlaagsveiligheid Dordrecht en de gebiedsgerichte uitwerking van de Alblasserwaard
-
• Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie: In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen afgesproken waterveiligheid en klimaatbestendigheid integraal mee te gaan wegen bij ruimtelijke ontwikkelingen. De ambitie daarbij is dat in 2020 klimaatbestendig handelen en waterrobuust inrichten een integraal onderdeel van hun beleid en handelen is, zodat Nederland in 2050 ook daadwerkelijk klimaatbestendig is ingericht. Dat vereist een verandering in denken en doen: klimaatbestendig en waterrobuust inrichten moet in Nederland een vanzelfsprekend onderdeel bij ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Van 2015 t/m 2017 zijn vanuit het Deltafonds middelen beschikbaar gesteld voor het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie om deze transitie te ondersteunen met diverse activiteiten en producten. Denk aan kennisportaal4, het organiseren van themabijeenkomsten, ondersteuning van voorbeeldprojecten en faciliteren van kennis- en leernetwerken. In 2017 vindt een tussentijdse evaluatie plaats.
-
• Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: De veiligheidsnormen voor de regionale waterkeringen die bij het Rijk in beheer zijn, zijn in 2016 in het Waterbesluit opgenomen. In 2016 en 2017 wordt voor het eerst getoetst of deze regionale keringen aan de gestelde normen voldoen. Uit deze toetsing zal blijken of en in welke mate versterkingsmaatregelen noodzakelijk zijn. In het Deltafonds is voor noodzakelijke versterkingsmaatregelen tot en met 2028 een reservering van € 200 miljoen opgenomen in de programmaruimte.
-
• MIRT-onderzoek Rivierverruiming: In 2017 wordt het onderzoek naar rivierverruiming voortgezet. Doel is om, voor de Rijn in 2017 en voor de Maas in 2018, samen met de regionale partijen te komen tot een totaalvoorstel met een concrete vertaling van de voorkeursstrategie, zoals voorgesteld in het DP2015, inclusief financiële consequenties. Daarvoor is het onder andere nodig om de effecten van rivierverruiming op overstromingskansen en de nieuwe normering beter te kennen en een betere inschatting te hebben van de kosten, de baten en de financiële haalbaarheid. Daarbij zijn potentiële besparingen op versterking van belang evenals concrete meekoppelkansen.
-
• Nieuwe normering: De huidige normen voor de primaire waterkeringen stammen grotendeels uit de jaren ’60 van de vorige eeuw. Sindsdien zijn de omstandigheden in Nederland sterk veranderd. Er wonen meer mensen achter de dijk en er is meer economische waarde te beschermen. Met de laatste kennis en inzichten zijn daarom nieuwe normen voor de primaire waterkeringen ontwikkeld op basis van de risicobenadering. Er wordt zowel gekeken naar de kans op een overstroming als de mogelijke gevolgen hiervan. Eind 2015 is deze stap beleidsmatig verankerd in het Nationaal Waterplan 2016–2021. Ook de juridische verankering van de normen in de Waterwet ligt op koers: de gewijzigde Waterwet is naar verwachting vanaf 1 januari 2017 van kracht na parlementaire behandeling in 2016. De bijhorende regeling voor de beoordeling van de veiligheid van primaire waterkeringen, een wijziging van het Waterbesluit en aanpassing van de subsidieregeling voor de versterking van de primaire keringen treden dan ook in werking.
-
• Een parallel proces is de aanpassing van het beoordelings- en ontwerpinstrumentarium. Hiermee kan de vierde ronde beoordelen op veiligheid in 2017 starten op basis van het nieuwe waterveiligheidsbeleid en kan tussentijds al met de nieuwste inzichten ontworpen worden. Om dit mogelijk te maken wordt extra ingezet op diverse sporen, zoals een impuls aan grondonderzoek. Daarmee wordt aanvullende bodeminformatie gegenereerd om beter gesteld te staan voor de beoordelingronde van de primaire waterkeringen die januari 2017 start. Daarnaast wordt gewerkt aan de stroomlijning van de informatievoorziening voor het gehele toetsproces, inclusief de rapportage over de resultaten van de uitgevoerde toetsing.
-
• Aangezien sprake is van een geheel vernieuwde wijze van normering dient extra inzet te worden geleverd ten behoeve van opleidingen en trainingen op het gebied van risicobenadering en het omgaan met overstromingskansen. Dit geldt zowel voor de wettelijke beoordeling op veiligheid als bij het ontwerpen van noodzakelijke verbetermaatregelen in het HWBP.
1.04 GIV3/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samenwerking (PPS) bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM (Design, Build, Finance and Maintain) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar systeem te realiseren.
In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II 2010–2011 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. Aangezien op dit moment nog geen geïntegreerd project bij het hoofdwatersysteem in uitvoering is, worden er op dit artikel (nog) geen uitgaven verantwoord. RWS is bezig met de voorbereiding van de realisatie van het project Afsluitdijk dat als DBFM-contract wordt aanbesteed. Start van de aanbesteding is eind 2016 voorzien.
1.09 Ontvangsten
Ontvangsten waterschapsprojecten
Conform de Spoedwet (Stb. 2011, nr. 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief project gebonden aandeel). Vanaf 2016 worden deze bedragen geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën en wordt het € 186 miljoen per jaar.
De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II 2012–2013 33 465) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP gaan betalen.
In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken voor het HWBP opgenomen.