Inleiding
RvIG is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van persoonsgegevens en reisdocumenten voor het Koninkrijk der Nederlanden en is verantwoordelijk voor de volgende stelsels:
-
• de Basisregistratie Personen (BRP);
-
• de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);
-
• het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;
-
• de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA).
Verder beheert RvIG de volgende registers:
-
• het register Paspoortsignalering (RPS);
-
• het Basisregister Reisdocumenten (BRR);
-
• het Verificatieregister Reisdocumenten (VR).
Begin 2014 is een geheel vernieuwde technische infrastructuur in gebruik genomen bij het Rijksdatacenter (Overheidsdatacenter Noord). Dit heeft als doel te komen tot een generieke infrastructuur waarbij housing, hosting en technisch beheer voor alle stelselsystemen op eenduidige wijze ingericht wordt. Met deze vernieuwde infrastructuur is RvIG ook in de toekomst in staat op een zeer hoog niveau van informatiebeveiliging, performance en schaalbaarheid diensten te leveren. In 2017–2018 worden nieuwe investeringen en implementaties gedaan, gerelateerd aan nieuwe ontwikkelingen binnen het takenpakket van RvIG. In het kader van de gekozen sourcingsstrategie zal er gebruik worden gemaakt van dienstverlening binnen de rijksoverheid.
Basisregistratie Personen
Op 6 januari 2014 is de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP) in werking getreden. De Wet BRP heeft de Wet Gemeentelijke Basisadministratie (Wet GBA) vervangen, waardoor het GBA-stelsel opgevolgd wordt door het BRP-stelsel. Deze overgang betekent niet dat alle onderdelen van het GBA-stelsel vanaf dat moment vervangen zijn. De invoering vindt gefaseerd plaats. Met de inwerkingtreding van de Wet BRP zijn de loketten voor de registratie van niet-ingezetenen (RNI) geopend.
Onderstaand de speerpunten van RvIG werkzaamheden in het kader van de BRP.
-
• RvIG participeert met kennis en expertise en levert ondersteuning bij de voorbereiding op de implementatie en integratie van opgeleverde producten van het Programma Operatie BRP. Met de komst van de Operatie BRP vinden er aanpassingen plaats binnen het systeemlandschap waaronder het uitfaseren van bestaande systemen. Ook moeten er voorbereidingen getroffen worden voor de overname van de beheertaken. Door de opdrachtgever (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) is RvIG aangewezen als beoogd beheerder van de nieuwe voorzieningen voor de BRP.
-
• De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het deel van de BRP dat de registratie van niet-ingezetenen betreft (de RNI). Het beheer van de RNI is in 2015 ondergebracht bij RvIG.
-
• In 2017 voorziet RvIG een transitie van verschillende applicaties en zullen de werkzaamheden aan de aanpalende systemen worden voortgezet. Met «aanpalende systemen» worden de systemen aangeduid die afhankelijk zijn van GBA-Verstrekkingsvoorziening (GBA-V) of het GBA-berichtenverkeer. Gedurende de migratie van de GBA-voorzieningen naar de nieuwe BRP-voorzieningen zal eerst GBA-V uitgefaseerd worden, op een later moment gevolgd door het gehele GBA-stelsel. Ook de aanpalende systemen moeten hierop worden afgestemd.
-
• Na 2017 vind de duale beheerperiode plaats. In deze periode zullen de nieuwe BRP-voorzieningen en de huidige systemen naast elkaar uitgevoerd worden.
-
• In 2014 is de kwaliteitsmonitor BRP in gebruik genomen. Dit is een jaarlijkse kwaliteitsmeting die deels uit een zelfevaluatie en deels uit een bestandscontrole bestaat. Ook in 2017 dienen alle gemeenten deze kwaliteitsmeting onder aansturing van RvIG en onder toezicht van de Autoriteit Persoonsgegevens uit te voeren. In 2017 zal de Kwaliteitsmonitor worden aangevuld en geactualiseerd om fraude bij Burgerzaken van de gemeenten in kaart te brengen.
Reisdocumenten
In 2017 werkt RvIG verder aan een toekomstbestendig reisdocumentenstelsel dat zowel robuust als flexibel is. Hiervoor gaat RvIG verscheidene wensen van paspoort uitgevende instanties in het aanvraag- en uitgifteproces uitwerken en testen.
Het reisdocumentenstelsel omvat de volgende onderdelen:
-
• de productie van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten (NIK);
-
• het toezicht op het aanvraag- en uitgifte proces van paspoorten en NIK’s bij uitgevende instanties;
-
• het beheer van drie registers;
-
• het voeden van de egalisatierekening ter opbouw van een reserve voor de jaren waarin de aanvragen reisdocumenten sterk zullen teruglopen, vanwege de 10 jaar geldigheid van de documenten.
Onderstaand de speerpunten van de RvIG werkzaamheden in het kader van de reisdocumenten:
-
• in 2015 is de aanbesteding gestart van de biometrische aanvraagstations en is een begin gemaakt met de nieuwe infrastructuur voor reisdocumenten. Deze werkzaamheden worden in 2017 voortgezet;
-
• gemeenten zijn verplicht een jaarlijkse kwaliteitsmeting over hun reisdocumententaak uit te voeren. Daar waar gemeenten beneden de gestelde norm scoren oefent RvIG een verscherpt toezicht uit;
-
• het inspelen op innovaties binnen het reisdocumentendomein en de strategische visie hierop.
Caribisch gebied
In 2017 wordt door BZK verder ingezet op versterking van het ambtelijk apparaat bij de afdelingen Burgerzaken in Caribisch Nederland. De versterking is ondermeer noodzakelijk om de beoogde overgang van PIVA naar BRP vorm te geven. Het gezamenlijk doel van BZK en de openbare lichamen is vooralsnog duurzame kwaliteitsverbetering van de afdelingen Burgerzaken waarbij de Nederlandse standaard zo dicht mogelijk wordt benaderd. In 2017 wordt aandacht geschonken aan de bestuurlijke verankering, organisatorische-, technische- en kwalitatieve verbeteringen. Tevens wordt in 2017 gezamenlijk met het Caribisch gebied gewerkt aan een strategische agenda waarin concrete stappen worden opgenomen om te komen tot een gezamenlijke infrastructuur binnen het Koninkrijk.
Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI)
Het CMI begeleidt slachtoffers van identiteitsfraude. Tevens begeleidt het CMI burgers met fouten in hun persoonsgegevens. Het aantal meldingen neemt jaarlijks gestaag toe. Er is een plan opgesteld voor doorontwikkeling van het Meldpunt. In 2015 is besloten het CMI definitief bij RvIG onder te brengen.
RvIG vervult een belangrijke rol in de strategische Digitale agenda Rijksdienst (Digitaal 2017 en dergelijke). Hierbij wordt samengewerkt met betrokken overheidsinstanties en koepelorganisaties. Daarnaast functioneert RvIG als de uitvraag organisatie voor de identiteitsinfrastructuur.
2015 Stand Slotwet | 2016 Vastgestelde begroting, ontwerpbegroting of in voorkomende gevallen de 1e suppletoire begroting | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 30.128 | 27.673 | 24.990 | 24.990 | 24.990 | 24.990 | 24.990 |
Omzet overige departementen | |||||||
Omzet derden | 120.852 | 129.487 | 138.749 | 125.944 | 72.882 | 51.307 | 53.950 |
Rentebaten | 30 | ||||||
Vrijval voorzieningen | 10.831 | 23.754 | 25.103 | ||||
Bijzondere baten | 1.738 | ||||||
Totaal baten | 152.748 | 157.160 | 163.739 | 150.934 | 108.703 | 100.051 | 104.043 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 121.637 | 135.144 | 137.035 | 127.526 | 104.803 | 96.151 | 100.143 |
– personele kosten | 14.989 | 12.291 | 16.221 | 15.669 | 15.423 | 15.681 | 15.945 |
– waarvan eigen personeel | 8.828 | 8.074 | 12.421 | 12.669 | 12.923 | 13.181 | 13.445 |
– waarvan externe inhuur | 6.161 | 4.217 | 3.800 | 3.000 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
– waarvan overige personele kosten | |||||||
– materiële kosten | 106.648 | 122.853 | 120.814 | 111.857 | 89.380 | 80.470 | 84.198 |
– waarvan apparaat ICT | 176 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 |
– waarvan bijdrage aan SSO's | 208 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 |
– waarvan overige materiele kosten | 106.264 | 122.553 | 120.514 | 111.557 | 89.080 | 80.170 | 83.898 |
Rentelasten | 55 | 264 | 270 | 300 | 300 | 300 | 300 |
Afschrijvingskosten | 3.445 | 2.400 | 2.200 | 2.900 | 3.600 | 3.600 | 3.600 |
– materieel | 3.406 | 2.400 | 2.200 | 2.900 | 3.600 | 3.600 | 3.600 |
– waarvan apparaat ICT | |||||||
– immaterieel | 39 | ||||||
Overige kosten | 26.688 | 19.352 | 24.234 | 20.208 | 0 | 0 | 0 |
– dotaties voorzieningen | 26.688 | 19.352 | 24.234 | 20.208 | |||
– bijzondere lasten | |||||||
Totaal lasten | 151.825 | 157.160 | 163.739 | 150.934 | 108.703 | 100.051 | 104.043 |
Saldo van baten en lasten | 923 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Op dit moment worden de kosten voor het beheren van de BRP doorberekend aan de gebruikers met een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden in de huidige systematiek gedekt uit het tarief dat RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Toelichting op baten en lasten
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van RvIG is een kostendekkende exploitatie. Voor het jaar 2017 zijn de lasten van de voorzieningen die in beheer zijn gelijk aan de beschikbare begroting. Als gevolg hiervan is eerder een rem gezet op zowel het beheer en de doorontwikkeling van de huidige voorzieningen (RNI, CNL), als op nieuwe ontwikkelingen.
De baten en lasten bedragen in 2017 € 164 mln. De fluctuatie in de aanvraag van reisdocumenten heeft invloed op de opbrengsten van derden en de (overige) materiële kosten. Het grootste gedeelte van de lasten betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten, het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoorziening van de BRP (GBA-V en RNI) en de beheervoorziening BSN, CMI, PIVA-V en Sedula. De personele lasten bedragen circa € 16 mln. in 2017. De stijging van de personele kosten heeft te maken met de geaccordeerde verambtelijking. Het betreft een aanvulling op het O&F rapport uit 2012. Tevens is in de personele kosten rekening gehouden met de rijksbrede doelmatigheidskorting van 1,5%, de additionele taakstelling van € 0,1 mln. De taakstelling Rutte-II zal door de opdrachtgevers worden ingevuld en is meegenomen in de cijfers. Op de materiële activa wordt in 2017 € 2,2 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de RvIG-infrastructuur. Vanaf 2018 verwacht RvIG weer herinvesteringen in de infrastructuur te doen.
De omzet van het moederdepartement (€ 25 mln.) bestaat uit:
-
– de abonnementen voor het gebruik van de BRP door de afnemers die met ingang van 1 januari 2008 onder de budgetfinanciering vallen;
-
– de bijdrage in de kosten van de BV-BSN;
-
– de bijdrage in de kosten voor de voorziening PIVA-V en Sedula;
-
– de bijdrage CMI.
De omzet van derden (€ 139 mln. in 2017) bestaat voornamelijk uit:
-
• de leges voor de reisdocumenten die de uitgevende instanties aan RvIG afdragen.
-
• de opbrengsten van de afnemers van de BRP die niet onder budgetfinanciering vallen;
Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de 10-jarige geldigheid, maakt RvIG gebruik van een egalisatierekening. Dit maakt realisatie van kostendekkendheid over 10 jaar mogelijk. Het vullen van deze rekening vindt plaats in de jaren voor 2019.
Kasstroomoverzicht
2015 Stand Slotwet | 2016 Vastgestelde begroting, ontwerpbegroting of in voorkomende gevallen de 1e suppletoire begroting | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2017 + depositorekeningen | 51.590 | 51.590 | 51.590 | 72.324 | 92.532 | 78.202 | 50.948 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 27.707 | 163.739 | 150.934 | 97.872 | 76.298 | 78.940 | ||
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom | – 787 | – 132.505 | – 127.826 | – 105.103 | – 96.451 | – 100.443 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | 26.920 | 0 | 31.234 | 23.108 | – 7.230 | – 20.154 | – 21.503 |
–/– totaal investeringen | – 1.943 | – 8.605 | – 6.500 | – 7.000 | – 3.500 | – 3.500 | – 3.500 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 1.943 | – 8.605 | – 6.500 | – 7.000 | – 3.500 | – 3.500 | – 3.500 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | – 4.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door het moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
–/– aflossingen op leningen | – 2.500 | 1.694 | – 2.200 | – 2.900 | – 3.600 | – 3.600 | – 3.600 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 3.000 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 2.500 | 1.694 | – 4.000 | 4.100 | – 3.600 | – 3.600 | – 3.600 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2017 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 74.067 | 51.590 | 72.324 | 92.532 | 78.202 | 50.948 | 22.345 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Het operationele kasstroomoverzicht toont de meerjarige ontwikkeling van de rekening courant. De kasstroom wordt bepaald door het jaarlijkse bedrijfsresultaat, de investeringen, aflossingen op leningen en overige financiële transacties.
Investeringskasstroom
Voor 2017 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 6,5 mln. Het grootste deel van de investeringen betreft investeringen ten behoeve van de technische infrastructuur. Desinvesteringen worden niet verwacht. Omvang van de investeringen aan de technische infrastructuur zullen ook afhankelijk zijn van de keuzes die we moeten maken ten aanzien van dienstverlening van andere organisaties binnen het Rijk, bijvoorbeeld Dienst ICT Uitvoering (DICTU) Cloud services.
Aflossingen op leningen
Deze bedragen betreffen de aflossingen van de aangegane leningen om investeringen te financieren.
Beroep op leenfaciliteit
Het beroep op de leenfaciliteit omvat de door RvIG bij het Ministerie van Financiën geleende bedragen. Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan ter financiering van een deel van investeringen. Het restant kan naar verwachting worden gefinancierd met eigen liquide middelen.
Doelmatigheid (indicatoren)
2015 Slotwet | 2016 Vastgestelde begroting | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Kostprijzen per product: | |||||||
Abonnementsstructuur (B) in € | 1.100 | 1.700 | 2.430 | 2.430 | 2.430 | 2.430 | 2.430 |
Reisdocumenten: Paspoort 5 jaar (in €) | 21,20 | 21,20 | 21,56 | 21,93 | 22,30 | 22,68 | 23,06 |
Reisdocumenten: Paspoort 10 jaar (in €) | 37,11 | 34,44 | 35,03 | 35,62 | 36,23 | 36,85 | 37,47 |
Identiteitskaart (in €) 5 jaar | 5,30 | 5,30 | 5,39 | 5,48 | 5,57 | 5,67 | 5,77 |
Identiteitskaart (in €) 10 jaar | 29,89 | 27,22 | 27,69 | 28,16 | 28,63 | 29,12 | 29,62 |
Omzet per productgroep: | |||||||
*BRP | 23.672 | 25.995 | 28.037 | 28.598 | 29.170 | 29.753 | 30.348 |
*Reisdocumenten | 114.017 | 118.537 | 103.719 | 90.354 | 36.720 | 14.562 | 16.609 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 116 | 109 | 166 | 166 | 166 | 166 | 166 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
ICT diensten | |||||||
Kwaliteitsindicatoren | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Beschikbaarheid GBA netwerk | 99,9% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Beschikbaarheid GBA -V | 100,0% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Responstijd GBA-V | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec |
Beschikbaarheid Basisregister | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Beschikbaarheid Verificatieregister | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Beschikbaarheid BSN | 99,6% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Klanttevredenheid | 7,4 | nvt | 7,4 | nvt | 7,4 | nvt | 7,4 |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in: 2020 |
Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren
De doelmatigheid van RvIG wordt inzichtelijk gemaakt door het opnemen van de tarieven voor de reisdocumenten en de BRP en indicatoren met betrekking tot de kwaliteit van deze producten.
Kostprijs per product
De hoogte van de leges die RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba), is gelijk aan de kostprijs van de documenten. De gepresenteerde kostprijs is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen. In de stijgingen van de kosten voor de komende jaren is rekening gehouden met een prijsindexcijfer.
Het BRP-tarief is onder andere door doelmatigheidsresultaten uit efficiëntere inkoop en aanbesteding stabiel. Het maximale tarief opgenomen in de abonnementen voor 2017 is € 0,24 per bericht. Gebruik binnen de bandbreedte van het abonnement leidt tot een lagere prijs per bericht (staffel). De bandbreedte van het meest gebruikte abonnement B bedraagt 10.000 – 100.000 berichten (maximale tarief).
FTE-totaal
De stijging van het aantal fte van RvIG in 2017 heeft te maken met een goedgekeurd addendum op het O&F rapport. Het O&F rapport van RvIG wordt in 2016 verhoogd en in 2016–2017 vindt opvulling van de openstaande formatieplekken plaats. De impact van het in beheer nemen van de BRP en andere opdrachten kan leiden tot een nadere aanpassing van de benodigde fte de komende jaren.
Beschikbaarheid
De doelstelling in 2017 voor de beschikbaarheid van de netwerken is het halen van de gestelde normen.
Klanttevredenheid
Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats, deze staan gepland voor 2017 en 2019.