Inleiding
FMHaaglanden (FMH) is de professionele dienstverlener voor rijksorganisaties in de Haagse regio. FMH levert werkplekken met faciliteiten die het mogelijk maken dat mensen comfortabel kunnen werken, met aandacht voor service in nabijheid, klanttevredenheid en eenvoud in bekostiging en aansturing. Alle dienstverlening wordt gecontracteerd en geregisseerd en in samenhang op en rond de werkomgeving aangeboden. In 2017 levert FMH dienstverlening voor de kerndepartementen (uitgezonderd het ministerie van Algemene Zaken) en diverse rijksorganisaties in de regio Den Haag. Voor het ministerie van Defensie verzorgt FMH een deel van de facilitaire dienstverlening in het Rijksbedrijvencentrum, terwijl voor het ministerie van Financiën alleen personenvervoer is ingericht.
FMH heeft de volgende meerjarige doelen:
-
• Voorbereid zijn op en uitvoeren van veranderingen verzorgingsgebied;
-
• Vormgeven en intensiveren samenwerking en partnerschap;
-
• Implementeren veranderingen bedrijfsvoering Rijk;
-
• Doorontwikkeling medewerkers en dienstverlening FMH
Ontwikkelingen
De komende jaren staan voor FMH in het teken van nieuwe aansluitingen, waaronder DBFMO (design, build, finance, maintain, operate) constructies, het masterplan huisvesting, de samenwerking met facilitaire concerndienstverleners en de governance en sourcing van de Rijksbrede bedrijfsvoering (project SGO5). Bij DBFMO is een consortium verantwoordelijk voor het ontwerp, de (ver)bouw, de financiën, het onderhoud en de uitvoering.
In het regeerakkoord is vanaf 2016 een taakstelling voor de Rijksdienst opgenomen. Eén van de projecten die door het SGO is geïnitieerd om bij te dragen aan de toekomstige organisatie en sturing van de bedrijfsvoering bij het concern Rijk is het SGO-project 5 «Governance en sourcing binnen de bedrijfsvoering». Als resultaat van SGO-5 zijn de budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) in 2016 overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Hierdoor wordt er niet langer jaarlijks een factuur en dienstverleningsovereenkomst (DVA) opgesteld per departement voor de generieke dienstverlening. Voor de specifieke dienstverlening blijven de budgetten bij de departementen en wordt nog wel jaarlijks een DVA opgesteld. Per 2016 hebben de volgende departementen de budgetten overgeheveld: Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), BZK, Veiligheid en Justitie (V&J), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Economische Zaken (EZ). Vanwege de verhuizing van Buitenlandse Zaken (BZ) en Infrastructuur en Milieu (IenM) naar de Rijnstraat 8 (DBFMO) zijn deze budgetten niet overgeheveld.
Staat van baten en lasten
2015 Stand Slotwet | 2016 Vastgestelde begroting, ontwerpbegroting of in voorkomende gevallen de 1e suppletoire begroting | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 24.716 | 19.747 | 83.103 | 81.878 | 81.355 | 81.249 | 81.192 |
Omzet overige departementen | 99.900 | 89.616 | 24.570 | 24.574 | 24.854 | 24.820 | 24.727 |
Omzet derden | 52 | 0 | |||||
Rentebaten | 0 | 0 | |||||
Vrijval voorzieningen | 27 | 0 | |||||
Bijzondere baten | 0 | 0 | |||||
Totaal baten | 124.695 | 109.363 | 107.674 | 106.452 | 106.210 | 106.069 | 105.919 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 110.509 | 101.401 | 100.647 | 99.448 | 99.182 | 99.042 | 98.932 |
– personele kosten | 34.925 | 36.919 | 32.041 | 30.944 | 30.684 | 30.544 | 30.490 |
– waarvan eigen personeel | 27.155 | 29.909 | 25.538 | 24.948 | 24.997 | 24.993 | 24.990 |
– waarvan externe inhuur | 7.770 | 7.009 | 6.502 | 5.996 | 5.687 | 5.551 | 5.500 |
– waarvan overige personele kosten | |||||||
– materiële kosten | 75.584 | 64.482 | 68.606 | 68.504 | 68.498 | 68.498 | 68.442 |
– waarvan apparaat ICT | 40 | 2.900 | |||||
– waarvan bijdrage aan SSO's | 22.939 | 20.800 | 28.169 | 28.169 | 28.169 | 28.169 | 28.152 |
– waarvan overige materiële kosten | 52.605 | 40.782 | 40.438 | 40.335 | 40.330 | 40.329 | 40.290 |
Rentelasten | 404 | 429 | 357 | 408 | 459 | 408 | 408 |
Afschrijvingskosten | 6.096 | 7.534 | 6.670 | 6.597 | 6.569 | 6.620 | 6.579 |
– materieel | 6.096 | 7.534 | 6.670 | 6.597 | 6.569 | 6.620 | 6.579 |
– waarvan apparaat ICT | |||||||
– immaterieel | |||||||
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– dotaties voorzieningen | 0 | ||||||
– bijzondere lasten | 0 | ||||||
Totaal lasten | 117.009 | 109.363 | 107.674 | 106.452 | 106.210 | 106.069 | 105.919 |
Saldo van baten en lasten | 7.686 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van FMH is een kostendekkende exploitatie.
Begin 2017 zullen BZ en IenM verhuizen naar de Rijnstraat 8. Dit pand met een DBFMO constructie is meegenomen in de ontwerpbegroting. Hierbij is geredeneerd dat de verhuizing enerzijds zorgt voor het wegvallen van kosten (afstoot huidige panden), maar anderzijds zorgt voor nieuwe kosten voor de dienstverlening in het nieuwe pand inclusief het beheer van het DBFMO contract, dat aan het pand verbonden is.
Doordat BZK heeft besloten een deel van Rutte II in te vullen als efficiency taakstelling is de taakstelling Rutte I ad 1,5% per jaar doorgetrokken over de jaren. Deze efficiency is verwerkt over alle kosten met uitzondering van de inkoop-, afschrijvings- en rentekosten. De reden om de inkoopkosten uit te zonderen is dat de inkoopcontracten veelal meerjarig aanbesteed zijn. De prijs is binnen de contractperiode dan ook beperkt of niet beïnvloedbaar.
Omzet
De omzet bestaat uit zowel de generieke als de specifieke dienstverlening. Bij de paragraaf doelmatigheid wordt nader ingegaan op de verschillende omzetgroepen. De grootste wijziging is het gevolg van de budgetoverdracht voor facilitaire dienstverlening van de departementen naar BZK. Hiermee is het grootste deel van de omzet gekoppeld aan het moederdepartement. IenM en BZ zijn de twee grootste afnemers die nog onder omzet overige departementen vallen.
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. In de begroting is rekening gehouden met een externe inhuur, die over de jaren zal dalen. Met name de verhuizing van BZ en IenM zorgen voor een daling van de personele kosten, doordat hierdoor minder werkzaamheden door FMH worden verricht.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening. Deze zijn verantwoord onder de overige materiële kosten.
De kosten voor huisvesting, ICT en de servicekosten BZK vallen onder de post bijdragen SSO. Het gros van de kosten ICT wordt via SSC ICT in rekening gebracht. Daarom zijn deze kosten niet langer onder ICT kosten verantwoord maar onder bijdrage aan SSO's. Verder hebben onder de uitsplitsing naar SSO's de kosten voor Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) een groot aandeel. Dit betreft bijvoorbeeld de kosten voor de Rijksbeveiligersorganisatie in de panden waar FMH de dienstverlening verzorgt. Daarnaast zijn de kosten voor de Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO hier opgenomen, aangezien deze kosten via de RVB bij FMH in rekening worden gebracht.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële en immateriële vaste activa vanuit het ministerie van Financiën.
Afschrijvingskosten
De overgenomen activa van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing. De mutaties in de kosten zijn het gevolg van enerzijds afgeschreven activa en anderzijds investeringen.
Kasstroomoverzicht
2015 Stand Slotwet | 2016 Vastgestelde begroting, ontwerpbegroting of in voorkomende gevallen de 1e suppletoire begroting | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2017 + depositorekeningen | 18.903 | 12.894 | 12.894 | 12.894 | 12.894 | 12.894 | 12.894 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 126.078 | 105.562 | 104.365 | 104.127 | 103.990 | 103.842 | ||
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom | – 119.987 | – 99.875 | – 98.668 | – 98.411 | – 98.312 | – 98.342 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | 6.091 | 4.754 | 5.688 | 5.697 | 5.716 | 5.678 | 5.500 |
–/– totaal investeringen | – 13.526 | 0 | – 1.600 | – 4.200 | – 3.965 | – 2.500 | – 2.500 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 304 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 13.222 | 0 | – 1.600 | – 4.200 | – 3.965 | – 2.500 | – 2.500 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | ||||||||
+/+ eenmalige storting door het moederdepartement | ||||||||
–/– aflossingen op leningen | – 3.724 | – 4.754 | – 5.688 | – 5.697 | – 5.716 | – 5.678 | – 5.500 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 11.300 | 0 | 1.600 | 4.200 | 3.965 | 2.500 | 2.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 7.576 | – 4.754 | – 4.088 | – 1.497 | – 1.751 | – 3.178 | – 3.000 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2017+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 miljoen euro) | 19.348 | 12.894 | 12.894 | 12.894 | 12.894 | 12.894 | 12.894 |
Toelichting
FMH investeert in voornamelijk meubilair en audio/video. In 2018 wordt een piek verwacht door het vernieuwen van de activa in een deel van het verzorgingsgebied.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2015 Slotwet | 2016 Vastgestelde begroting | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Verloop tarieven generieke dienstverlening | 100,0% | 96,7% | 94,4% | 93,6% | 93,5% | 93,4% | |
Omzet per productgroep (pxq) | 124.668 | ||||||
*Generiek | 95.512 | 98.714 | 91.864 | 90.724 | 90.426 | 90.318 | 90.262 |
*Specifiek | 5.525 | 10.649 | 15.809 | 15.728 | 15.784 | 15.751 | 15.657 |
*Maatwerk | 10.554 | ||||||
*Werkelijk | 9.499 | ||||||
*Overig | 3.578 | ||||||
Tarieven/uur | |||||||
Saldo van baten en lasten (%) | 6,2% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Personele kosten als % van de totale kosten | 29,8% | 36,4% | 31,8% | 31,1% | 30,9% | 30,8% | 30,8% |
Materiële kosten als % van de totale kosten | 70,2% | 63,6% | 68,2% | 68,9% | 69,1% | 69,2% | 69,2% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Apparaatskosten (in €)1 | 46.605 | 43.012 | 36.818 | 35.685 | 35.420 | 35.279 | 35.269 |
Kostenbesparing aanbestedingen (5%) 4FM (per 1 april 2012) | |||||||
Klanttevredenheid KTO | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden |
Medewerkerstevredenheid | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. |
FTE-totaal (excl. Externe inhuur) | 426 | 461 | 432 | 432 | 431 | 431 | 431 |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in: |
Toelichting
Vanaf 2016 kent FMH nog twee soorten dienstverlening, generiek en specifiek. Generiek is wat voorheen Basis was, aangevuld met enkele diensten uit de overige voormalige soorten dienstverlening. Hierdoor is het bedrag ook hoger dan voorgaande jaren. Het restant is specifiek. De standaard dienstverlening in de Rijnstraat 8 door het consortium is in deze ontwerpbegroting verantwoord onder generiek.
Als gevolg van het nieuwe werken wordt dezelfde werkplek intensiever gebruikt. Een resultaat hiervan is dat ook de invulling van de dienstverlening wijzigt. De eenheid werkplek krijgt door het nieuwe werken een andere definitie. De aanpassing van de definitie zal invloed hebben op de index «verloop tarieven basisdienstverlening». Omdat hierdoor het verloop van de tarieven een verkeerd beeld zal geven is deze niet meegenomen in de doelmatigheidsindicatoren. De reeks die hierboven is gepresenteerd is gebaseerd op de dalende budgetreeks die per 1-1-2016 is overgedragen.
Het aantal FTE is gebaseerd op de verwachte bezetting conform formatie. Dit is inclusief de verwachte inzet FMH op de Rijnstraat 8.