Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII over 2017 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004–2005 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.392.685 | 1.658.260 | 863.989 | 890.399 | 786.966 | 620.238 | 772.501 |
Uitgaven | 861.930 | 895.805 | 964.746 | 1.254.278 | 1.058.242 | 804.249 | 858.366 |
Waarvan juridisch verplicht: | 99% | ||||||
15.01 Verkeersmanagement | 8.428 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 8.428 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 |
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 410.159 | 337.708 | 376.866 | 386.647 | 294.409 | 214.636 | 298.197 |
15.02.01 Beheer en onderhoud | 310.851 | 278.408 | 269.466 | 286.759 | 265.808 | 194.675 | 195.729 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 307.117 | 273.679 | 264.728 | 263.974 | 261.084 | 189.789 | 191.815 |
15.02.04 Vervanging | 99.308 | 59.300 | 107.400 | 99.888 | 28.601 | 19.961 | 102.468 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 25.080 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 |
15.03 Aanleg | 124.309 | 205.758 | 227.570 | 323.205 | 286.411 | 233.580 | 203.242 |
15.03.01 Realisatie | 119.948 | 163.881 | 218.362 | 316.222 | 285.021 | 204.979 | 199.125 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 4.361 | 41.877 | 9.208 | 6.983 | 1.390 | 28.601 | 4.117 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 4.361 | 1.608 | 379 | 331 | 304 | 697 | 1.508 |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 11.565 | 34.716 | 44.839 | 232.771 | 166.789 | 46.912 | 53.284 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 307.469 | 309.098 | 306.946 | 303.130 | 302.108 | 300.596 | 295.118 |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 278.244 | 280.878 | 278.254 | 275.403 | 274.381 | 272.520 | 266.819 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 278.244 | 280.878 | 278.254 | 275.403 | 274.381 | 272.520 | 266.819 |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 29.225 | 28.220 | 28.692 | 27.727 | 27.727 | 28.076 | 28.299 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 29.225 | 28.220 | 28.692 | 27.727 | 27.727 | 28.076 | 28.299 |
15.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
15.09 Ontvangsten | 94.081 | 94.736 | 131.197 | 133.927 | 100.240 | 59.500 | 37.668 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2018 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2018.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2031 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2031.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15 | Hoofdvaarwegennet | Uitgaven | 895.805 | 964.746 | 1.254.278 | 1.058.242 | 804.249 | 858.366 | 734.530 | 693.885 |
15.01 | Verkeersmanagement | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | |
15.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 337.708 | 376.866 | 386.647 | 294.409 | 214.636 | 298.197 | 330.323 | 260.850 | |
15.03 | Aanleg | 205.758 | 227.570 | 323.205 | 286.411 | 233.580 | 203.242 | 57.040 | 85.960 | |
15.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 34.716 | 44.839 | 232.771 | 166.789 | 46.912 | 53.284 | 45.022 | 44.648 | |
15.06 | Netwerkgebonden kosten HVWN | 309.098 | 306.946 | 303.130 | 302.108 | 300.596 | 295.118 | 293.620 | 293.902 | |
15.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
15.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 94.736 | 131.197 | 133.927 | 100.240 | 59.500 | 37.668 | 0 | 7.976 |
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2017–2031 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15 | Hoofdvaarwegennet | Uitgaven | 675.959 | 841.440 | 873.626 | 774.885 | 759.255 | 774.863 | 576.139 | 12.540.268 |
15.01 | Verkeersmanagement | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 8.525 | 127.875 | |
15.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 231.841 | 232.721 | 231.357 | 311.783 | 319.477 | 311.478 | 206.094 | 4.344.387 | |
15.03 | Aanleg | 97.741 | 242.469 | 246.966 | 110.739 | 51.435 | 76.685 | 21.721 | 2.470.522 | |
15.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 44.930 | 44.322 | 43.725 | 42.951 | 42.629 | 42.573 | 42.539 | 972.650 | |
15.06 | Netwerkgebonden kosten HVWN | 292.922 | 293.403 | 294.680 | 297.260 | 297.260 | 297.260 | 297.260 | 4.474.563 | |
15.07 | Investeringsruimte | 0 | 20.000 | 48.373 | 3.627 | 39.929 | 38.342 | 0 | 150.271 | |
0 | ||||||||||
15.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 565.244 |
15.01 Verkeersmanagement
Motivering
De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.
15.01.01 Verkeersmanagement
Producten
Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
-
• Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
-
• Monitoring en informatieverstrekking;
-
• Vergunningverlening en handhaving;
-
• Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:
-
• Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
-
• Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.
Vanaf 2014 wordt in overleg met de sector gewerkt aan het zo goed mogelijk vormgeven van de bediening van sluizen en beweegbare bruggen tegen de achtergrond van taakstellingen. De Kamer is geïnformeerd over de wijze waarop RWS en haar collega vaarwegbeheerders dit vormgeven, via het stuk «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015–2016 34 300, nr. A56). Dit vergezicht wordt gebruikt om nadere maatwerkafspraken te maken of bestaande afspraken waar nodig en mogelijk te optimaliseren.
Met verschillende partijen zijn afspraken gemaakt over de invoering van vraaggestuurd bedienen of bediening op afstand waarbij samenwerking tussen beheerders of gezamenlijk investeren is overeengekomen. Begin 2016 zijn bijvoorbeeld nadere afspraken gemaakt met de provincie Overijssel om met behulp van bijdragen van de regio te komen tot een verbeterd bedieningsregime van de Twentekanalen. Met Limburg en Noord-Brabant zijn eerder al soortgelijke afspraken gemaakt. Alle gemaakte versoberingsafspraken worden in 2018 gemonitord en waar nodig en mogelijk bijgestuurd.
Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang, waarbij rekening gehouden wordt met de sterk toegenomen beschikbaarheid van AIS (Automatic Identification System). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 |
Bediende objecten | stuks | 244 | 245 | 242 |
Toelichting:
Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend. Er worden in 2017 en 2018 geen veranderingen voorzien. Het aantal bediende objecten neemt in 2017 met één toe als gevolg van de ombouw van de Meppelerdiepsluis van keersluis tot schutsluis. Door de ombouw van een schutsluis met twee kolken naar een keersluis en een beweegbare brug naar een vaste brug bij Limmel neemt in 2018 het aantal bediende objecten met drie af.
De indicator passeertijden sluizen is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de begroting Hoofdstuk XII.
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het Hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement, zoals verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie betreffen het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende zijn. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn er kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
Voor zover de activiteiten centraal vanuit RWS worden ingezet, worden de kosten centraal gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage instandhouding bij deze begroting.
In bijlage 4 Instandhouding is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot Beheer en Onderhoud en Vervanging.
15.02.01 Beheer en Onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder Beheer en Onderhoud.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.
De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en schepen, vliegtuigen en helikopters van het Ministerie van Defensie.
De Minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 aan deze begroting toegevoegd.
Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe, haven Oudeschild en wegen en paden Texel verantwoord.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken oevers, bodems en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Eenheid | Omvang 2018 | Budget x € 1.000 2018 | |
---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 7.089 | 269.466 |
Toelichting
Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die voor de binnenvaart in beheer zijn bij RWS en die per 1 januari 2017 in totaal 3.460 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal 3.544 kilometer.
In 2017 stelt Rijkswaterstaat vaste scheepvaartroutes voor de Belgische en Nederlandse Noordzeekust vast. Hierdoor nemen de zeecorridors met ongeveer 85 km toe. De totaal lengte vaarwegen komt daarmee op 7.089 km. Voor 2018 worden geen veranderingen voorzien. De overdracht van de Noordervaart zal naar verwachting na 2018 plaatsvinden.
Indicator | 2015 | 2016 | streefwaarde 2017 | streefwaarde 2018 |
---|---|---|---|---|
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,9% | 0,2% | 0,8% | 0,8% |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,2% | 0,1% | 0,2% | 0,2% |
Toelichting:
De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten.
15.02.04 Vervanging
Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de jaren 60 van de vorige eeuw is de vervangingsopgave toegenomen. De projecten behorende bij deze opgave zijn opgenomen in het MIRT Overzicht4. Het totaal van de opgave wordt in de instandhoudingsbijlage toegelicht.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Het resterende deel van het programma Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) is niet in het programma Vervanging en Renovatie opgenomen maar wel onderdeel van 15.04.02. Daarom staat in onderstaande tabel een overzicht van objecten NoMo AOV-onderdelen die niet voor 2018 zijn afgerond.
Vaarweg | Objecten/maatregel | gereed |
---|---|---|
Oost-Nederland | Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water | 2018 |
Zeeland | Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ, deel 1) | gereed |
Zeeland | Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland | gereed |
Noord-Holland | Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken | gereed |
15.03 Aanleg
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.
15.03.01 Realisatie
Producten
In 2018 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Openstelling | |
Projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens | |
Maasroute | |
Sluis Limmel (als onderdeel van Maasroute) | |
Start realisatie | |
Nieuwe Sluis Terneuzen | |
De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• De Zaan: Er is sprake van een vertraging op het project door een arbitragezaal tussen provincie en aannemer.
-
• Nieuwe sluis Terneuzen: de toename van € 12 miljoen betreft de indexatie naar prijspeil 2017.
-
• Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden–Lek: de toename van het projectbudget komt deels voort uit de indexatie naar prijspeil 2017.
-
• Wilhelminakanaal Tilburg: de budgettoename van € 14 miljoen is het gevolg van geohydrologische problematiek waardoor er tussentijdse ingebruikname van de nieuwe Sluis III en het kanaalpand voor klasse II scheepvaart benodigd is.
Totaal | Budget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
61 | 61 | 60 | 1 | 2009–2017 | 2009–2016 | |||||||
Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen | 97 | 97 | 86 | 9 | 2 | 2015 | 2015 | |||||
25 | 25 | 20 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2018 | 2018 | |
Beter Benutten | 18 | 18 | 14 | 1 | 3 | |||||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
13 | 13 | 10 | 3 | 2019 | 2017 | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding | 2 | 2 | 1 | 0 | 2016 | 2016 | ||||||
1.010 | 999 | 22 | 36 | 99 | 218 | 223 | 174 | 192 | 47 | 2022 | 2022 | |
13 | 12 | 1 | 1 | 6 | 5 | 2019 | 2019 | |||||
3 | 3 | 3 | 2017 | 2017 | ||||||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
96 | 82 | 72 | 24 | 0 | na 2017 | ntb | ||||||
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 430 | 430 | 420 | 2 | 0 | 2 | 6 | 2015 | 2015 | |||
629 | 628 | 539 | 28 | 28 | 22 | 13 | 2018 | 2018 | ||||
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||
Vaarweg Meppel–Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 65 | 64 | 43 | 11 | 1 | 10 | 2017 | 2017 | ||||
93 | 92 | 2 | 14 | 47 | 29 | 2 | 2019 | 2019 | ||||
132 | 131 | 2 | 20 | 13 | 17 | 39 | 33 | 7 | 2019–2021 | 2019–2021 | ||
Projecten Noord-Nederland | ||||||||||||
284 | 284 | 253 | 25 | 7 | 2017 | 2017 | ||||||
30 | 30 | 12 | 9 | 5 | 4 | 0 | 2017 | 2017 | ||||
Overige projecten | ||||||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 2 | 3 | 2 | 0 | 1 | |||||||
Afrondingen | – 1 | – 1 | – 1 | – 3 | – 1 | |||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 3.003 | 2.974 | 1.557 | 187 | 211 | 300 | 285 | 205 | 199 | 58 | ||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking | – 1 | 2 | ||||||||||
Programma Realisatie (IF 15.03.01) | 186 | 213 | 300 | 285 | 205 | 199 | 58 | |||||
Budget Realisatie (IF 15.03.01) | 164 | 219 | 316 | 285 | 205 | 199 | 58 | |||||
Overprogrammering (–) | – 22 | 6 | 16 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Vaarweg Lemmer–Delfzijl, fase 2: Vanwege de onderhoudstoestand van een van de bruggen binnen dit project is binnen de beperkte kasmiddelen van het rijk ruimte gevonden om die eerder aan te pakken door een kasversnelling van € 19 miljoen.
-
• Toekomstvisie Waal: Het project Toekomstvisie Waal/deelproject Lobith (Beijenwaard) is in deze begroting van planuitwerking naar de realisatiefase gegaan.
-
• Lichteren buitenhaven IJmuiden: dit project zal worden vertraagd, aangezien een aanpassing van de scope mogelijk noodzakelijk is als gevolg van herbezinning op de functie van de Averijhaven.
-
• Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes: een partieel uitvoeringsbesluit voor voorbereiding van de realisatie (€ 1.3 miljoen) is genomen.
-
• Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel: aanpassing van de scope van het project leidt tot een latere openstelling.
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Openstelling |
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 1 | – 24 | nvt | |
Projecten Nationaal | ||||
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen | 9 | 9 | ||
Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud | 205 | 150 | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
6 | 6 | 2025–2027 | ||
65 | 65 | nnb | nnb | |
36 | 36 | 2023 | ||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
20 | 20 | 2019 | 2021 | |
10 | 10 | 2010 | 2025–2027 | |
152 | 152 | 2024–2026 | ||
Projecten Oost-Nederland | ||||
36 | 36 | 2026–2028 | ||
28 | 28 | 2018 | 2021–2022 | |
Projecten Noord-Nederland | ||||
102 | 102 | 2017 | 2023–2025 | |
Overige projecten en reserveringen | 357 | 342 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
Kreekraksluizen | 2026–2028 | |||
Projecten Oost-Nederland | ||||
Verkenning IJssel fase 2 | 2028 | |||
Reservering garantstelling Twentekanalen | 2018–2020 | |||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde risico's | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 1.025 | |||
Begroting 15.03.02 | 1.025 |
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen en huisvestingsprojecten boven de € 25 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private Opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private Opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.
De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven.
In de DBFM(O)-Voortgangsrapportage 2016–2017 zijn indicatoren opgenomen om de prestaties van (het contractmanagement van) DBFM te monitoren. Het gaat daarbij om prestatie indicatoren zoals tijdigheid (openstelling van het project), beschikbaarheid, wijzigingen en kortingen. Het kabinet heeft daarbij de ambitie geformuleerd om de KPI’s verder uit te breiden en te ontwikkelen, de komende jaren te monitoren en de trendontwikkeling te analyseren.
In de Voortgangsrapportage is ook aangegeven dat de risicoverdeling in het standaardcontract mogelijk op een aantal punten zal worden bijgesteld ten aanzien van enkele specifieke risico’s, zoals het management van stakeholders, waarmee marktpartijen in het verleden op moeilijkheden stuitten. Eerder was al besloten om niet langer gebruik te maken van lijstrisico’s. Op deze wijze wordt proactief gezocht naar een betere verdeling van de risico’s, waarbij alle betrokkenen hun mogelijkheden inbrengen om risico’s zo veel mogelijk te beperken.
De Brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II 2010–2011 32 500 A, nr. 83) bevat een lijst van in totaal tien potentiële DBFM-projecten op het hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op langere termijn (meest recente voortgangsrapportage DBFM(O): Kamerstukken II 2016–2017 28 753, nr. 43).
Producten
Op dit moment zijn er nog geen DBFM-projecten op het hoofdvaarwegennet gerealiseerd. In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld, waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond. Het contract voor de Sluis Limmel is het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma en is in 2014 afgesloten en openstelling wordt verwacht in 2018.
Het DBFM-contract voor de Zeetoegang IJmond is in september 2015 getekend, dat voor de 3e Kolk Beatrixsluis in 2016 en dat voor de sluis bij Eefde begin dit jaar. Deze projecten verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Zeetoegang IJmond: betreft een indexatie naar prijspeil 2017 van € 10 miljoen.
Totaal | Budget | Openstelling | Eind | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | later | huidig | vorig | contract |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 409 | 405 | 22 | 8 | 4 | 21 | 68 | 13 | 13 | 260 | 2019 | 2019 | 2046 |
927 | 917 | 46 | 17 | 32 | 201 | 67 | 26 | 26 | 511 | 2019 | 2019 | 2045 | |
Projecten Zuid-Nederland | |||||||||||||
Keersluis Limmel | 90 | 89 | 6 | 3 | 6 | 3 | 18 | 2 | 2 | 48 | 2018 | 2018 | 2048 |
153 | 9 | 5 | 3 | 8 | 14 | 6 | 12 | 96 | 2020 | 2020 | 2047 | ||
Totaal | 1.579 | 83 | 33 | 45 | 233 | 167 | 47 | 53 | 915 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Bij DBFM projecten worden na de openstelling de beschikbaarheidsvergoedingen betaald, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Rijksrederij
De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals het Ministerie van EZ, Financiën (Douane), IenM en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:
-
• Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;
-
• Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;
-
• Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.
15.07 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2031 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en (toekomstige) ambities.
De in de begroting 2017 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2030 bedroeg € 163 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de begroting 2018 nu € 150 miljoen tot en met 2031.
-
• Middels het instrument strategisch capaciteitsmanagement (SCM) kijkt RWS meerjarig (tenminste vijf jaar) naar de productie en de daarbij benodigde capaciteit. Daarbij is op basis van rekenregels de benodigde capaciteit voor de verschillende RWS producten berekend. Hieruit volgt een capaciteitsbehoefte als gevolg van areaalgroei (bediening van sluizen, tunnels en stuwen). Vanuit de investeringsruimte Hoofdwegennet en Hoofdvaarwegennet worden middelen overgeboekt naar netwerkgebonden kosten op desbetreffende modaliteiten. Voor Hoofdvaarwegennet betreft dit – € 17,8 miljoen.
-
• Met de regionale partners provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam is overeenstemming bereikt over de afrekening van de bijdragen aan het project Zeetoegang IJmond. Hiervoor wordt € 12,8 miljoen uit de investeringsruimte Hoofdvaarwegennet onttrokken ten behoeve van de afrekening. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de vrijval van € 81 miljoen die al in de vorige begroting is verwerkt.
-
• Verwerking van het saldo mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma Hoofdvaarwegennet (– € 9,9 miljoen), waarvan de omvangrijkste tegenvaller zich voordoet bij Wilhelminakanaal Tilburg (– € 14 miljoen).
-
• Naar aanleiding van het MIRT overleg met de provincie Zeeland wordt maximaal € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de verdieping van de Wielingen voor verbetering van de nautische toegang van de Westerschelde (Kamerstukken II 2016–2017 34 550 A, nr. 9).
-
• De bijdrage aan de pilot Langsdammen Waal vanuit het Hoofdvaarwegennet bedraagt € 2 miljoen. Dit bedrag is overgeheveld naar het Deltafonds.
-
• Bijdrage in de kosten voor het functioneel en gebruikersbeheer van Maritime Single Window (– € 1,9 miljoen).
-
• Een herallocatie van het Infrastructuurpakket Wegen op verzoek van St. Eustatius voor de verharding en verbetering van een opstelplek voor goederen en containers met behulp van een EU subsidie (– € 0,4 miljoen)
-
• Bijdrage IenM in verband met bestuurlijke afspraken over recreatietoervaart met de provincies aan de financiering van coördinerende activiteiten van de Stichting Waterrecreatie Nederland (– € 0,3 miljoen).
-
• Bijdrage aan een verbeterde bediening op afstand Twentekanalen (– € 0,3 miljoen)
-
• De reservering voor Bereikbaarheid Zuidoost-Brabant (BERZOB) komt te vervallen (€ 35 miljoen).
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2017–2031 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 20.000 | 48.373 | 3.627 | 39.929 | 38.342 | 0 | 150.271 |
Totaal | 0 | 20.000 | 48.373 | 3.627 | 39.929 | 38.342 | 0 | 150.271 |