Base description which applies to whole site

11. Uitvoering

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid voorziet de uitvoeringsorganisaties van financiële middelen voor een rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering van sociale zekerheidsregelingen, binnen de kaders die de overheid stelt.

De uitvoering van de sociale zekerheidswetten vindt mede plaats door ZBO’s en RWT’s. De Minister van SZW bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoering tot stand komt en stelt uitvoeringsbudget ter beschikking aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Inlichtingenbureau (IB). Hij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;

  • De vormgeving van het stelsel van sociale zekerheidswetten die het UWV en de SVB uitvoeren;

  • De vaststelling van de budgetten die aan het UWV, de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;

  • De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door het UWV, de SVB en het IB en de verantwoording daarover;

  • De vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld.

Prestatie-indicatoren UWV en SVB

In onderstaande tabel zijn indicatoren voor het UWV en de SVB weergegeven die de doelmatigheid, rechtmatigheid en klantgerichtheid van de uitvoering weergeven. Het afgelopen jaar hebben het Ministerie van SZW en de ZBO’s gezamenlijk nieuwe prestatie-indicatoren ontwikkeld (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 448, nr. 591).

Tabel 11.1 Indicatoren uitvoering UWV
 

Realisatie 20161

Streef-waarde 20172

Streef-waarde 20183

Doelmatigheid: Percentage realisatie uitvoeringskosten binnen budget

100

⩽ 100

⩽ 100

Rechtmatigheid: Percentage rechtmatigheid

99,0

99,0

99,0

Klantgerichtheid: Cijfer klanttevredenheid uitkeringsgerechtigden

7,1

7,0

7,0

1

Jaarverslag 2016 UWV.

2

Jaarplan 2017 UWV.

3

Deze streefcijfers worden opgenomen in het jaarplan van het UWV.

Tabel 11.2 Indicatoren uitvoering SVB
 

Realisatie 20161

Streef-waarde 20172

Streef-waarde 20183

Doelmatigheid: Reële efficiency-groei4

n.b.

n.b.

1,5

Rechtmatigheid: Percentage rechtmatigheid

99,9

99,0

99,0

Klantgerichtheid: Cijfer klanten

7,7

8,0

8,0

1

Jaarverslag 2016 SVB.

2

Jaarplan 2017 SVB.

3

Deze streefcijfers worden opgenomen in het jaarplan van de SVB.

4

Norm is 1,5% efficiency-groei (kostenbesparing los van volume- en beleidswijzigingen) voor de grote wetten, uitzonderingen op specifieke wetten.

Beleidswijzigingen

Voor de beleidswijzigingen per wet wordt verwezen naar de overige beleidsartikelen.

Rapport Algemene Rekenkamer «UWV, balanceren tussen ambities en middelen»

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het UWV en geconstateerd dat het UWV haar taken de afgelopen jaren adequaat heeft uitgevoerd. Om het UWV toekomstbestendig te maken wordt een zakelijker aansturing tussen het Ministerie van SZW en het UWV aanbevolen. Om de zakelijke relatie rondom het vaststellen van het budget van het UWV te bevorderen werken UWV en SZW samen aan het verbeteren van het inzicht in de verhouding tussen prestaties en kosten en wordt de financiële (meerjarige) situatie actief gemonitord. Ook de normtijden van de producten van het UWV worden regelmatiger herijkt (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 448, nr. 587).

Prestatie-indicatoren ZBO’s

Er zijn nieuwe prestatie-indicatoren voor de ZBOs opgesteld, die vanaf 2018 ingaan (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 448, nr. 591). De opzet voor de indicatorenset voor het UWV en de SVB is in de kern gelijk, al zijn er kleine verschillen in de uitwerking omdat beide organisaties hun eigen karakteristiek kennen. De indicatoren sluiten zoveel mogelijk aan op de strategische doelen van de ZBO’s. Beide organisaties zullen in hun jaarplan 2018 de prestatie-indicatoren met normering opnemen. De jaarplannen worden in december aan de Tweede Kamer aangeboden.

Artsencapaciteit UWV

Om de benodigde capaciteit bij verzekeringsartsen voor 2017 in evenwicht te brengen zijn aanvullende maatregelen genomen en de prioriteit is verlegd van herbeoordelingen naar andere beoordelingen. Er blijft sprake van een tekort aan verzekeringsartsen dat niet snel in te lopen is. Elk tertaal wordt over de voortgang een monitor opgesteld. Voor 2018 is € 25 miljoen incidenteel beschikbaar gesteld om de artsencapaciteit te vergroten. Voor 2019 en verder is bovenop de reeds toegekende basismiddelen € 44 miljoen extra beschikbaar (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 448, nr. 592).

Afspraken dienstverlening WW

In het najaar van 2016 is het UWV gestart met een nieuw WW-dienstverleningsmodel. De nieuwe dienstverlening combineert de algemene online dienstverlening met een meer persoonlijke benadering. Bij de start van de WW-periode vult de WW-gerechtigde de Werkverkenner in, een online vragenlijst. De uitkomsten van de verkenner bepalen welke aanvullende dienstverlening wordt ingezet. In 2017 zal een onderzoek starten naar de effectiviteit van de nieuwe dienstverlening. De eerste resultaten uit het onderzoek zullen in de eerste helft van 2019 bekend worden (Tweede Kamer, 2016–2017, 33 566, nr. 99).

Veranderagenda SVB

De SVB werkt in 2018 verder aan de drie pijlers uit de Veranderagenda, gericht op een betrouwbare dienstverlening voor de burger, het verhogen van de continuïteit en wendbaarheid van de uitvoering en het intensiveren van de ketensamenwerking. Bij aanvang van het project vAKWerk (Vernieuwing AKW) is richting de Kamer aangegeven dat afronding was voorzien in 2017 (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 448, nr. 579). Sinds maart 2017 is duidelijk dat in verband met het aangepaste implementatietraject het project vAKWERK uiterlijk in het 2e kwartaal 2018 zal worden afgerond. Deze actualisatie past binnen de planning en budgettaire kaders zoals aangegeven op het Rijks ICT-dashboard. Dit project levert een bijdrage aan goede dienstverlening en toekomstbestendige ICT-infrastructuur.

Innovatielab

Verder is de SVB in 2017 gestart met het Innovatielab Novum. In dit lab worden nieuwe concepten ter verbetering van de dienstverlening ontwikkeld en uitgeprobeerd. Succesvolle innovaties krijgen een plek in de staande organisatie.

UWV Informatieplan

Het UWV werkt aan het vernieuwen en moderniseren van de interne ICT-systemen om ook in de toekomst betrouwbaar en kwalitatief goede dienstverlening te kunnen bieden. De manier waarop dit wordt gerealiseerd staat vastgelegd in het UWV informatieplan 2017–2021 (Tweede Kamer, 2016–2017, 26 448, nr. 587). Een belangrijk project hierbinnen is «één uniforme betaalomgeving» (1UBO), waarbij alle betaalfunctionaliteiten vanuit de verschillende werknemersverzekeringen samen worden gebracht in één systeem (Tweede Kamer, 2015–2016, 26 448, nr. 573). Naar verwachting wordt het deeltraject met betrekking tot arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in 2018 afgerond. De ingreep op de betalingssystemen van de WW vindt plaats in de periode 1 april 2018 tot en met 1 januari 2020. In deze periode is een freeze voorzien op de WW-systemen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11.3 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 11 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Verplichtingen

433.006

486.550

468.574

388.492

371.349

373.190

371.452

Uitgaven

433.006

486.550

468.574

388.492

371.349

373.190

371.452

waarvan juridisch verplicht (%)

   

100%

       
               

Bijdrage aan ZBO’s/RWT's1

432.328

485.902

467.931

387.849

370.706

372.547

370.809

Uitvoeringskosten UWV

324.638

372.077

357.383

285.070

269.606

274.014

273.291

Uitvoeringskosten SVB

100.687

107.116

104.099

96.375

94.696

92.129

91.114

Uitvoeringskosten IB

7.003

6.709

6.449

6.404

6.404

6.404

6.404

               

Bijdrage aan nationale organisaties

678

648

643

643

643

643

643

Landelijke Cliëntenraad

678

648

643

643

643

643

643

               

Ontvangsten

16.367

15.627

0

0

0

0

0

1

Deze bedragen hebben alleen betrekking op de uitvoering van het SZW-beleid door de ZBO’s.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s:

Budgetflexibiliteit

De bijdragen aan ZBO’s zijn 100% juridisch verplicht. Het betreft de uitvoeringsbudgetten van het UWV, de SVB en het IB. Deze budgetten worden bij de goedkeuring van de jaarplannen vastgesteld.

Bijdrage aan nationale organisaties:

De bijdrage aan nationale organisaties is 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de LCR. Het budget wordt bij goedkeuring van het jaarplan vastgesteld.

Tabel 11.4 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 11 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Uitgaven

1.527.338

1.543.523

1.476.729

1.553.557

1.601.797

1.638.780

1.690.567

               

Bijdrage aan ZBO’s/RWT's1

1.527.338

1.543.523

1.444.738

1.482.966

1.491.709

1.489.955

1.499.219

Uitvoeringskosten UWV

1.411.327

1.428.044

1.326.265

1.370.785

1.384.620

1.380.591

1.389.704

Uitvoeringskosten SVB

116.011

115.479

118.473

112.181

107.089

109.364

109.515

               

Nominaal

0

0

31.991

70.591

110.088

148.825

191.348

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1

Deze bedragen hebben alleen betrekking op de uitvoering van het SZW-beleid door de ZBO's.

A. Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Toelichting op de financiële instrumenten

De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor het UWV, de SVB en het IB, waarbinnen deze organisaties hun jaarplannen dienen op te stellen. Deze financiële kaders hebben alleen betrekking op de uitvoering van SZW-taken door genoemde ZBO’s. In de jaarplannen nemen het UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet en/of fonds op. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitvoeringskosten van het UWV en de SVB wijzigen gedurende de jaren als gevolg van beleidswijzigingen en van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten. De opgelegde taakstellingen zijn in de uitvoeringsbudgetten van de ZBO’s verwerkt. Per saldo dalen de uitvoeringskosten (begrotings- en premiegefinancierd) in 2018 met circa € 76 miljoen. Na 2018 stijgen de uitvoeringskosten licht, met name door de nominale loon- en prijsontwikkeling.

In de tabellen 11.5 en 11.6 zijn de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten en regelingen. Deze toedeling is extracomptabel.

Tabel 11.5 Extracomptabel overzicht uitvoeringskosten begrotings- en premiegefinancierde uitgaven UWV (x € 1.000)1
 

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

UWV (incl. BKWI)

1.735.965

1.800.121

1.683.648

1.655.855

1.654.226

1.654.605

1.662.995

               

Begrotingsgefinancierd

324.638

372.077

357.383

285.070

269.606

274.014

273.291

IOW

1.907

2.000

2.259

2.986

3.465

3.995

3.717

Wajong

108.170

156.788

154.522

97.653

95.137

95.912

95.481

Re-integratie Wajong2

86.631

85.000

82.863

80.322

67.042

70.108

70.111

Basisdienstverlening

80.053

84.478

86.014

71.954

71.954

71.954

71.954

Uitvoeringskosten WW 50+

13.600

240

0

0

0

0

0

Beoordeling gemeentelijke doelgroep

19.340

18.100

17.900

20.000

20.000

20.000

20.000

Wsw indicatiestelling

5.313

4.120

4.099

3.949

3.980

4.017

4.001

Scholingsvouchers kansberoep

900

4.100

0

0

0

0

0

Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit

0

9.210

1.740

220

0

0

0

BKWI

8.724

8.050

7.987

7.987

8.028

8.028

8.028

               

Premiegefinancierd

1.411.327

1.428.044

1.326.265

1.370.785

1.384.620

1.380.591

1.389.704

WAO

80.358

68.637

65.986

64.005

62.815

61.262

59.530

IVA

98.874

92.149

95.581

98.671

101.581

104.399

107.011

WGA

244.844

177.708

175.711

211.707

215.486

217.970

216.895

WAZ

3.744

3.360

3.175

3.047

2.951

2.845

2.751

WW

649.324

740.372

641.959

682.498

685.929

671.206

679.2077

ZW

270.853

265.781

264.537

241.927

245.472

251.116

251.411

WAZO

10.484

13.158

12.815

11.704

11.824

11.900

11.827

Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW2

56.312

66.879

66.501

57.226

58.563

59.894

61.073

Onttrekking uit bestemmingsfonds/egalisatiereserve

– 3.466

0

0

0

0

0

0

1

SZW-administratie.

2

Dit zijn uitvoeringskosten. Re-integratie in de vorm van voorzieningen en/of trajecten staan op het desbetreffende beleidsartikel.

Tabel 11.6 Extracomptabel overzicht uitvoeringskosten begrotings- en premiegefinancierde uitgaven SVB (x € 1.000)1
 

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

SVB

216.698

222.595

222.572

208.557

201.785

201.493

200.629

               

Begrotingsgefinancierd

100.687

107.116

104.099

96.375

94.696

92.129

91.114

AKW

67.722

75.310

71.920

70.152

70.468

67.791

66.998

TAS

821

1.023

1.023

1.023

1.023

1.023

1.023

KOT/WKB

4.375

4.355

4.333

4.333

4.333

4.333

4.333

AIO

22.647

22.350

23.299

17.817

15.923

16.054

16.331

Bijstand buitenland

270

268

265

265

265

265

265

OBR

2.652

1.575

1.066

600

503

489

0

Remigratiewet

2.200

2.236

2.193

2.186

2.181

2.174

2.164

               

Premiegefinancierd

116.011

115.479

118.473

112.181

107.089

109.364

109.515

AOW

105.674

104.490

107.706

101.496

96.465

98.785

98.989

Anw

10.337

10.989

10.767

10.685

10.624

10.579

10.526

1

SZW-administratie.

B. Bijdrage aan nationale organisaties

De LCR is een overlegorgaan ingesteld bij Wet SUWI waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van de SVB en het UWV zitting hebben. De LCR heeft tot taak periodiek te overleggen met het UWV, de SVB, de gemeenten en de Minister van SZW over onderwerpen op het terrein van werk en inkomen. De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor de LCR, waarbinnen de LCR een jaarplan dient op te stellen.

Licence