Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 11 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens
Vastgestelde begroting 2019 | Stand 1e suppletoire begroting | ISB | Stand 1e suppletoire begroting plus ISB | Mutaties 2e suppletoire begroting | Stand 2e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | ||||||
VERPLICHTINGEN | 745.594 | 845.622 | 14.000 | 859.622 | 23.921 | – 62.741 | 820.802 |
Waarvan garantieverplichtingen | 124.627 | 174.627 | 174.627 | – 54.000 | 120.627 | ||
Waarvan overige verplichtingen | 620.967 | 670.995 | 14.000 | 684.995 | 23.921 | – 8.741 | 700.175 |
UITGAVEN | 646.620 | 748.311 | 14.000 | 762.311 | 20.861 | – 28.007 | 755.165 |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 97% | 97% | |||||
Subsidies | 102.869 | 132.404 | 14.000 | 146.404 | 5.591 | – 11.443 | 140.552 |
Agrarisch ondernemerschap | 5.318 | 5.318 | 0 | 5.318 | 121 | 393 | 5.832 |
Duurzame veehouderij | 110 | 2.010 | 10.000 | 12.010 | – 1.900 | – 9.500 | 610 |
Plantaardige productie | 12.647 | 14.147 | 4.000 | 18.147 | 0 | – 6.115 | 12.032 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 79.439 | 100.574 | 0 | 100.574 | 5.526 | 2.072 | 108.172 |
Visserij | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | – 39 | – 1.530 | 3.431 |
Europees fonds voor maritieme zaken en visserij | 5.355 | 5.355 | 0 | 5.355 | 1.883 | – 4.839 | 2.399 |
Storting begrotingsreserve landbouw | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Storting begrotingsreserve apurement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.000 | 5.000 |
Storting begrotingsreserve visserij | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.076 | 3.076 |
Garanties | 6.752 | 56.752 | 0 | 56.752 | 0 | – 4.000 | 52.752 |
Bijdrage borgstelling vermogensversterkende kredieten | 3.627 | 53.627 | 0 | 53.627 | 0 | – 4.375 | 49.252 |
Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit | 3.125 | 3.125 | 0 | 3.125 | 0 | 375 | 3.500 |
Opdrachten | 91.493 | 78.806 | 0 | 78.806 | – 5.491 | – 18.182 | 55.133 |
Agrarisch ondernemerschap | 3.682 | 3.682 | 0 | 3.682 | – 659 | 1.323 | 4.346 |
Duurzame veehouderij | 14.322 | 14.361 | 0 | 14.361 | – 3.303 | – 6.588 | 4.470 |
Plantaardige productie | 8.767 | 9.133 | 0 | 9.133 | – 2.437 | 40 | 6.736 |
Mestbeleid | 13.081 | 12.986 | 0 | 12.986 | 0 | – 7.870 | 5.116 |
Visserij | 70 | 370 | 0 | 370 | 0 | 416 | 786 |
Integraal voedselbeleid | 21.950 | 6.232 | 0 | 6.232 | 847 | 65 | 7.144 |
Plantgezondheid | 5.138 | 5.138 | 0 | 5.138 | 1.118 | – 328 | 5.928 |
Diergezondheid, dierenwelzijn en antibiotica | 10.128 | 11.201 | 0 | 11.201 | – 51 | – 1.502 | 9.648 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 11.401 | 12.755 | 0 | 12.755 | – 1.059 | – 2.847 | 8.849 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid | 2.954 | 2.948 | 0 | 2.948 | 53 | – 891 | 2.110 |
Bijdragen aan agentschappen | 329.100 | 367.859 | 0 | 367.859 | 17.292 | 11.484 | 396.635 |
Rijksrederij | 7.686 | 7.686 | 0 | 7.686 | 641 | 724 | 9.051 |
RIVM | 5.760 | 7.878 | 0 | 7.878 | 149 | 9 | 8.036 |
Bijdrage NVWA | 168.767 | 189.467 | 0 | 189.467 | 12.607 | 2.272 | 204.346 |
Bijdrage RVO | 146.887 | 162.828 | 0 | 162.828 | 3.895 | 8.479 | 175.202 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 101.755 | 96.852 | 0 | 96.852 | 3.369 | – 5.662 | 94.559 |
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 1.291 | 2.489 | 0 | 2.489 | 37 | – 24 | 2.502 |
Centrale Commissie Dierproeven | 750 | – 637 | 0 | – 637 | 637 | 0 | 0 |
Wageningen Research | 92.660 | 92.485 | 0 | 92.485 | 2.484 | – 3.778 | 91.191 |
Zon/Mw dierproeven | 1.876 | 1.311 | 0 | 1.311 | 43 | – 1.354 | 0 |
Medebewind/voormalige productschappen | 5.178 | 1.204 | 0 | 1.204 | 168 | – 506 | 866 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 10.264 | 11.251 | 0 | 11.251 | 0 | – 4 | 11.247 |
FAO en overige contributies | 10.264 | 11.251 | 0 | 11.251 | 0 | – 4 | 11.247 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 4.387 | 4.387 | 0 | 4.387 | 100 | – 200 | 4.287 |
Diergezondheidsfonds | 4.387 | 4.387 | 0 | 4.387 | 100 | – 200 | 4.287 |
ONTVANGSTEN | 39.950 | 55.904 | 0 | 55.904 | 7.263 | 14.544 | 77.711 |
Agrarisch ondernemerschap | 245 | 245 | 0 | 245 | 0 | 755 | 1.000 |
Agroketens | 0 | 6.900 | 0 | 6.900 | 0 | 644 | 7.544 |
Agrarische innovatie en overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 | 35 |
Mestbeleid | 7.209 | 7.209 | 0 | 7.209 | 0 | 5.091 | 12.300 |
Visserij | 6.993 | 7.993 | 0 | 7.993 | 7.263 | – 1.980 | 13.276 |
Garanties | 2.925 | 2.925 | 0 | 2.925 | 0 | – 1.025 | 1.900 |
Plant- en diergezondheid | 0 | 5.200 | 0 | 5.200 | 0 | – 100 | 5.100 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 1.000 | 1.888 | 0 | 1.888 | 0 | 2.442 | 4.330 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 12.157 | 13.723 | 0 | 13.723 | 0 | 924 | 14.647 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid | 5.926 | 5.926 | 0 | 5.926 | 0 | – 2.463 | 3.463 |
Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.625 | 7.625 |
ZBO/RWT’s | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.300 | 2.300 |
Onttrekkingen begrotingsreserves | 3.495 | 3.895 | 0 | 3.895 | 0 | 296 | 4.191 |
Toelichting op de verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met € 38,8 mln. wordt met name veroorzaakt door een verlaging van de garantieverplichtingen. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van het verplichtingenbudget in het kader van de Borgstelling MKB Landbouw (BL). Dit komt omdat het aantal garanties dat dit jaar zal worden verstrekt lager is dan het garantieplafond.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
Duurzame veehouderij
De verlaging van het subsidiebudget met € 11,4 mln. met betrekking tot de duurzame veehouderij wordt met name veroorzaakt door Urgenda middelen die in 2019 niet tot uitgaven leiden. In het kader van de Urgenda uitspraak is door het kabinet besloten om voor de warme sanering van de varkenshouderij extra middelen ter beschikking te stellen. De € 10 mln. die hiervoor beschikbaar wordt gesteld aan de gemeenten waarin saneringsproblematiek speelt, zal dit jaar niet tot besteding komen omdat hierover nog afspraken moeten worden gemaakt. De middelen die hierdoor dit jaar niet nodig zijn worden gestort in de begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie op de begroting van EZK. Zo blijven deze middelen ook in 2020 voor deze doeleinden beschikbaar.
Plantaardige productie
Het subsidiebudget voor plantaardige productie wordt verlaagd met € 6,1 mln. opgehoogd. Het beroep op de regeling energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) is lager dan verwacht. De middelen (€ 2,5 mln.) die hierdoor dit jaar niet tot besteding komen worden gestort in de begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie op de begroting van EZK. Zo blijven deze middelen ook in 2020 voor deze doeleinden beschikbaar. Daarnaast wordt het subsidiebudget verlaagd met € 3,6 mln. omdat het beroep op de subsidieregeling Marktintroductie Energie-Innovaties (MEI) glastuinbouw lager is dan aanvankelijk aangenomen.
Kennisontwikkeling en innovatie
De verhoging van het budget ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met € 7,6 mln. wordt met name veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een overheveling vanuit het opdrachtenbudget voor duurzame veehouderij van € 3,1 mln. voor onderzoek en pilots in het kader van slimmer landgebruik (bodemkoolstof). Vanuit hetzelfde opdrachtenbudget duurzame veehouderij wordt € 2,1 mln. overgeheveld voor de uitvoering van het Programma veehouderij. Vanuit het opdrachtenbudget voor plantaardige productie wordt € 2 mln. overgeboekt voor verschillende projecten in het kader van de energietransitie in de glastuinbouw (Kas als Energiebron). Daarnaast worden Groenpact-middelen overgeheveld (€ –6,5 mln.) naar het Ministerie van OCW. Specifiek gaat het om het programma Praktijkgericht Onderzoek voor Voedsel en Groen. Dit programma betreft een thematische samenwerking tussen LNV, het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en groene hogescholen met betrekking tot grote maatschappelijke opgaven op het vlak van voedsel, kringlooplandbouw en klimaatopgaven.
Storting begrotingsreserve apurement
Er wordt € 5 mln. in de reserve apurement gestort, ter compensatie van eerdere uitnames.
De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is.
Opdrachten
Duurzame veehouderij
De verlaging van het opdrachtenbudget voor de duurzame veehouderij ten opzichte van de eerste suppletoire begroting bedraagt € 9,9 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11. Het betreft onder meer een overheveling naar het subsidiebudget Kennisontwikkeling en innovatie ten behoeve van verschillende klimaatprojecten (€ 5,3 mln.). Daarnaast is er vertraging opgetreden in de besteding van de klimaatmiddelen bodem waardoor deze niet meer tot uitgaven leiden in 2019 (€ 2 mln.). Ook wordt het budget verlaagd door middel van een kasschuif van € 2,7 mln. naar 2020 voor uitgaven aan jaarrondmetingen die gebruikt worden voor de bepaling van seizoensinvloeden op emissies. Tot slot wordt het budget met € 0,7 mln. verhoogd om het eigen vermogen van Skal te versterken. Dit moet de continuïteit van Skal waarborgen en tegelijkertijd investeringsruimte bieden binnen een steeds complexere en relatief snel groeiende diverse biologische markt. Van Skal wordt gevraagd om uit te gaan van een gematigd tarievenbeleid, het risico op financiële tegenvallers te beperken en de egalisatiereserve te versterken.
Plantaardige productie
Het opdrachtenbudget voor plantaardige productie wordt ten opzichte van de eerste suppletoire begroting verlaagd met € 2,4 mln. Dit is met name het gevolg van het overhevelen van middelen voor het programma Kas als Energiebron naar het subsidiebudget voor kennisontwikkeling en innovatie, omdat deze projecten door Wageningen Research worden uitgevoerd.
Mestbeleid
De verlaging van het budget voor het mestbeleid ten opzichte van de eerste suppletoire begroting met € 7,8 mln. wordt veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11. Het betreft onder meer middelen die worden overgeheveld naar Bijdragen aan agentschappen in verband met uitvoerings- en handhavingskosten van het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn van zowel NVWA als RVO (€ 5,7 mln.) en de uitvoeringskosten van RVO voor het fosfaatrechtenstelsel (€ 1,8 mln.). De werkzaamheden voor het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn hebben met name betrekking op slimme ICT-toepassingen, maatwerksamenwerking in de regio en professionalisering van de export van mest. De uitvoeringkosten voor het fosfaatrechtenstelsel, en in mindere mate ook die van het fosfaatreductieplan, vallen hoger uit dan eerder verwacht. Dit komt hoofdzakelijk door het grote aantal juridische procedures over het fosfaatrechtenstelsel en de werkzaamheden rondom vergunning en handhaving van dit stelsel.
Bijdrage aan agentschappen
NVWA
Het budget ten opzichte van de eerste suppletoire begroting wordt per saldo met € 14,9 mln. verhoogd. Dit wordt allereerst veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11, waaronder de eerder genoemde middelen inzake het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn (zie het opdrachtenbudget mestbeleid) (€ 2,1 mln.). Daarnaast wordt de NVWA gecompenseerd voor de hogere uitgaven aan de invoering van Cloud-werkplekken (€ 3,1 mln.).
Verder ontvangt LNV middelen van het Ministerie van VWS voor ICT-kosten die buiten de NVWA-kostprijs worden gehouden (€ 3,8 mln.). Aan loon- en prijsbijstelling is in totaal € 4,6 mln. aan het budget toegevoegd. De NVWA ontvangt een bijdrage voor de kosten die samenhangen met de herbezinningsopgave die voortvloeit uit het stopzetten van Inspect (€ 3 mln.). De belangrijkste componenten van deze kosten zijn uitgaven aan externe inhuur, externe onderzoeken en uitgaven voor het bouwen van een integraal NVWA dashboard voor meldingen. Daarnaast wordt de NVWA gecompenseerd (€ 3,6 mln.) voor onder andere het terugdraaien van de eerder opgelegde frictiekorting en een hogere BTW compensatie. Ook zijn er extra kosten als gevolg van noodzakelijke verbetermaatregelen die de NVWA heeft getroffen naar aanleiding van het 2-Solve rapport over misstanden in de kleine- en middelgrote slachthuizen in Noord-Nederland (€ 1,6 mln.). Het budget wordt daarnaast met € 6,9 mln. verlaagd, met name als gevolg van middelen die in 2019 voor de NVWA beschikbaar zijn gesteld om de gevolgen van de Brexit op te vangen (€ 6 mln.). Gelet op recente ontwikkelingen wordt verwacht dat deze middelen in 2019 niet nodig zijn.
RVO
De verhoging van het budget voor de RVO ten opzichte van de eerste suppletoire begroting met € 12,4 mln. wordt met name veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11, waaronder de eerder genoemde middelen inzake het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn (€ 3,6 mln.) en uitvoeringskosten voor het fosfaatrechtenstelsel (€ 1,8 mln.) (zie mestbeleid). Daarnaast worden de middelen die gereserveerd zijn voor de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) overgeheveld van artikel 51 «Nog onverdeeld» naar de bijdrage RVO (€ 7,1 mln.). Ten slotte is de loon- en prijsbijstelling aan het budget toegevoegd (€ 3,2 mln.).
Toelichting op de ontvangsten
Mestbeleid
De ontvangsten in het kader van het mestbeleid vallen € 5,1 mln. hoger uit. Dit komt doordat er vorig jaar vertraging is opgetreden bij het versturen van facturen voor individuele veehouders die gebruik maken van de derogatie. Dit heeft als gevolg dat er in 2019 voor zowel het jaar 2018 als 2019 derogatieontvangsten zullen volgen.
Visserij
De ontvangsten voor visserij vallen per saldo € 5,1 mln. hoger uit dan voorzien. Als gevolg van een technische correctie op de 1e suppletoire begroting nemen de ontvangsten toe met € 7,2 mln. Daarnaast vallen de ontvangsten € 2 mln. lager uit vanwege minder inkomsten uit de verhuur van mossel- en oesterpercelen en visrechtenverhuur op de binnenwateren.
Agentschappen
Door een verrekening van de LNV opdracht 2018 aan RVO vallen de ontvangsten € 7,6 mln. hoger uit. Dit is met name ontstaan door efficiencyvoordelen en het uitvoeren van minder werk dan aanvankelijk geraamd.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Landbouw
Stand 1/1/2019 | 25.367 |
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | 896 |
Stand (raming) per 31/12/2019 | 24.471 |
De geraamde onttrekking wordt gedaan om uitgaven voor verplichtingen die eerder zijn aangegaan, te kunnen doen. Aanvullend op de raming in de eerste suppletoire begroting wordt er ook € 0,4 mln. geraamd voor de dekking van subsidies met betrekking tot de sloop- en ombouwregeling in het kader van het flankerend beleid pelsdierhouderij.
Begrotingsreserve Visserij
Stand 1/1/2019 | 20.777 |
+ Geraamde storting | 3.076 |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2019 | 23.853 |
De storting is het niet-bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020 die niet tot besteding komen, die door de storting behouden blijft voor toekomstige uitgaven.
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Stand 1/1/2019 | 16.758 |
+ Geraamde storting | 49.162 |
– Geraamde onttrekking | 195 |
Stand (raming) per 31/12/2019 | 65.725 |
Uit de Regeerakkoord envelop Bedrijfsopvolging agrarische sector (in totaal € 75 mln.) is in 2019 € 50 mln. toegevoegd aan de begroting van LNV ten behoeve van de borgstelling vermogensversterkende kredieten, een aparte module binnen de Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) en voor een opleidings- en coachingstraject. Met deze middelen wordt invulling wordt gegeven aan de maatregel uit het Regeerakkoord met betrekking tot het stimuleren van bedrijfsovernames door jonge boeren (zie TK 35 000 XIV, nr. 70). De geraamde storting betreft voor € 45,9 mln. de middelen voor de borgstelling vermogensversterkende kredieten die dit jaar nog niet tot besteding leiden. De overige € 3,2 mln. betreft de jaarlijkse storting voor de «reguliere» Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL). De onttrekking wordt gedaan voor de geraamde verliesdeclaraties eveneens voor de reguliere BL.
Begrotingsreserve Apurement
Stand 1/1/2019 | 92.307 |
+ Geraamde storting | 5.000 |
– Geraamde onttrekking | 3.100 |
Stand (raming) per 31/12/2019 | 94.207 |
De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is. Voor het compenseren van correcties, wordt het budget voor de storting met € 5 mln. opgehoogd. De onttrekking betreft geraamde uitgaven aan opgelegde correcties.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 12 Natuur en biodiversiteit
Vastgestelde begroting 2019 | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 2e suppletoire begroting | Stand 2e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | ||||
VERPLICHTINGEN | 113.864 | 110.333 | – 170 | 526.756 | 636.919 |
Waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||
Waarvan overige verplichtingen | 113.864 | 110.333 | – 170 | 526.756 | 636.919 |
UITGAVEN | 128.010 | 122.818 | 190 | 526.963 | 649.971 |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 90% | 90% | |||
Subsidies | 2.515 | 2.515 | 51 | 33.262 | 35.828 |
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 1.037 | 1.037 | 24 | – 61 | 1.000 |
Natuur en biodiversiteit op land | 693 | 693 | 9 | 86 | 788 |
Beheer Kroondomein | 785 | 785 | 18 | – 13 | 790 |
Regio Deal | 0 | 0 | 0 | 33.250 | 33.250 |
Leningen | 27.345 | 27.345 | – 1.000 | 0 | 26.345 |
Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB) | 27.345 | 27.345 | – 1.000 | 26.345 | |
Opdrachten | 42.364 | 35.241 | – 224 | – 4.816 | 30.201 |
Natuur en Biodiversiteit Grote wateren | 11.311 | 11.001 | – 249 | – 2.461 | 8.291 |
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 5.859 | 3.934 | – 123 | 10 | 3.821 |
Overige stelselactiviteiten | 1.599 | 3.275 | – 108 | 620 | 3.787 |
Internationale Samenwerking | 3.715 | 3.335 | 0 | – 512 | 2.823 |
Natuur en Biodiversiteit op land | 10.961 | 10.877 | 89 | – 2.004 | 8.962 |
Caribisch Nederland | 419 | 1.719 | 450 | – 369 | 1.800 |
Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit | 8.500 | 200 | 0 | 300 | 500 |
Regio Deals | 900 | – 283 | – 400 | 217 | |
Bijdragen aan agentschappen | 27.893 | 29.123 | 711 | – 3.243 | 26.591 |
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland | 18.336 | 18.336 | 1.6811 | – 511 | 19.506 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 9.557 | 10.787 | – 9701 | – 2.732 | 7.085 |
Bijdragen ZBO’s/RWT’s | 26.505 | 26.625 | 652 | 668 | 27.945 |
Staatsbosbeheer | 26.505 | 26.625 | 652 | 668 | 27.945 |
Bijdragen aan medeoverheden | 200 | 200 | 0 | 1.500 | 1.700 |
Caribisch Nederland | 200 | 200 | 0 | 1.500 | 1.700 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 1.188 | 1.769 | 0 | – 408 | 1.361 |
Contributies | 1.188 | 1.769 | 0 | – 408 | 1.361 |
Storting begrotingsreserves | 500.000 | 500.000 | |||
Begrotingsreserve stikstof | 0 | 0 | 0 | 500.000 | 500.000 |
ONTVANGSTEN | 45.861 | 46.660 | – 735 | – 3.386 | 42.539 |
Landinrichtingsrente | 34.940 | 35.940 | – 1.000 | 0 | 34.940 |
Verkoop gronden | 5.000 | 5.000 | 0 | 0 | 5.000 |
Overige | 5.921 | 5.720 | 265 | – 3.386 | 2.599 |
Toelichting op de uitgaven en verplichtingen
Subsidies
Regiodeal
Vanuit het Regeerakkoord zijn middelen ter beschikking gesteld voor regionale opgaven via de Regio Deals. De verhoging van dit subsidiebudget met € 33,2 mln betreft het tweede voorschot van de 2e tranche voor een Regio Deal met Rotterdam-Zuid ten behoeve van het uitvoeringsprogramma Rotterdam-Zuid. Met de uitvoering van een samenhangend pakket van maatregelen, gericht op onderwijs(achterstanden), werk(loosheid), wonen (verpaupering en verduurzaming), (on)veiligheid/ondermijnende criminaliteit en cultuur wordt getracht om Rotterdam Zuid in de periode tot 2030 vanuit een forse achterstandspositie naar het gemiddelde niveau van de G4 te krijgen.
Opdrachten
Natuur en biodiversiteit grote wateren
De verlaging van het budget met € 2,7 mln. wordt voor een deel veroorzaakt door het overhevelen van middelen naar andere begrotingshoofdstukken (€ 0,8 mln.). Het betreft onder meer een overheveling naar het Ministerie van IenW in verband met uitgaven voor de Kaderrichtlijn Marien (€ 0,5 mln.). Ook wordt € 0,4 mln. overgeheveld naar artikel 11 voor een bijdrage aan Wageningen Research met betrekking tot onderzoek naar de bruinvis. Tot slot zijn enkele deelprojecten vertraagd in de uitvoering waardoor er minder is gerealiseerd dan de oorspronkelijke raming.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
De verlaging van het budget van € 2,4 mln. komt met name doordat de uitgaven ten behoeve van activiteiten binnen het natuur-domein bij de NVWA lager uitvallen dan eerder geraamd.
Storting begrotingsreserves
Begrotingsreserve stikstof
Het budget voor de storting in de begrotingsreserve stikstof wordt verhoogd met € 500 mln. Bij de toelichting op de begrotingsreserves wordt deze reserve toegelicht.
Toelichting op de ontvangsten
Overige ontvangsten
De ontvangsten vallen € 3,1 mln. lager uit dan begroot, met name door het vervallen van opbrengsten van taken die gedecentraliseerd zijn naar de provincies, zoals het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP2).
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve stikstof
Stand 1/1/2019 | 0 |
+ Geraamde storting | 500.000 |
– Geraamde onttrekking | 0 |
Stand (raming) per 31/12/2019 | 500.000 |
Het kabinet zal mogelijk bron- en natuurherstelmaatregelen nemen om reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren. Omdat de aard en timing van de eventuele aanvullende maatregelen nog onzeker is, heeft het kabinet besloten om voor deze eventuele maatregelen een tijdelijke begrotingsreserve in te stellen. De reserve loopt tot en met 2021. De reserve wordt in 2019 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van LNV coördineert de set aan maatregelen om stikstof te reduceren.