Base description which applies to whole site

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Begroting van baten-lastenagentschap 2019 (bedragen x € 1.000)
 

2017 Stand Slotwet

2018

1e suppletoire begroting

2019

2020

2021

2022

2023

Baten

             

Omzet moederdepartement

239.781

223.619

202.700

198.300

202.200

206.300

210.400

Omzet overige departementen

42.300

41.497

81.200

82.900

84.500

86.200

87.900

Omzet derden

1.262

291

300

300

300

300

300

Rentebaten

             

Vrijval voorzieningen

             

Bijzondere baten

             

Totaal baten

283.343

265.857

284.200

281.500

287.000

292.800

298.600

               

Lasten

             

Apparaatskosten

258.790

239.103

253.450

250.250

255.250

260.350

265.550

– Personele kosten

151.611

142.640

148.550

147.350

150.300

153.300

156.400

waarvan eigen personeel

54.442

69.556

71.000

72.400

73.900

75.400

76.900

waarvan externe inhuur

96.880

73.084

77.550

74.950

76.400

77.900

79.500

waarvan overige personele kosten

289

0

0

0

0

0

0

– Materiële kosten

107.179

96.463

104.900

102.900

104.950

107.050

109.150

waarvan apparaat ICT

40.285

26.476

23.200

23.700

24.100

24.600

25.100

waarvan bijdrage aan SSO’s

12.237

12.467

17.500

17.900

18.200

18.600

19.000

waarvan overige materiële kosten

54.657

57.520

64.200

61.300

62.650

63.850

65.050

Rentelasten

53

50

50

50

50

50

50

Afschrijvingskosten

18.521

25.404

29.200

29.700

30.200

30.800

31.400

– Materieel

7.073

13.332

11.700

11.900

12.100

12.300

12.600

waarvan apparaat ICT

7.073

13.332

11.700

11.900

12.100

12.300

12.600

– Immaterieel

11.448

12.072

17.500

17.800

18.100

18.500

18.800

Overige kosten

1.569

1.300

1.500

1.500

1.500

1.600

1.600

– Dotaties voorzieningen

1.569

1.300

1.500

1.500

1.500

1.600

1.600

– Bijzondere lasten

             

Totaal lasten

278.933

265.857

284.200

281.500

287.000

292.800

298.600

               

Saldo van baten en lasten

4.410

0

0

0

0

0

0

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement per soort dienst (bedragen x € 1.000)
 

2017 Stand Slotwet

2018

1e suppletoire begroting

2019

2020

2021

2022

2023

Applicatiebeheer (applicatieservices)

29.729

31.217

35.800

36.600

37.300

38.000

38.800

Ontwikkelopdrachten

43.199

39.954

40.500

41.300

42.100

43.000

43.800

Infrabeheer

53.491

45.251

41.000

41.800

42.600

43.500

44.400

Werkplekservices

34.825

40.786

35.100

35.800

36.600

37.300

38.000

Overige omzet

30.766

19.170

8.300

0

0

0

0

Generieke eBS

6.912

8.126

6.500

6.600

6.700

6.900

7.000

Indirect

40.859

39.115

35.500

36.200

36.900

37.600

38.400

Totaal

239.781

223.619

202.700

198.300

202.200

206.300

210.400

DICTU levert voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ICT-diensten die zowel de primaire processen als de bedrijfsvoeringsprocessen (zoals werkplekdiensten) ondersteunen. De omzet van het moederdepartement neemt in 2019 ten opzichte van 2018 af omdat het Ministerie van LNV met ingang van 2019 onder overige departementen wordt verantwoord. Vanaf 2020 daalt de omzet van het moederdepartement vanwege het Cloudwerkplek programma dat in 2019 wordt afgerond (Overige omzet).

De omzet van het applicatiebeheer neemt toe vanwege een productverschuiving van Toegangsverleningsservice vanuit Overige omzet.

Omzet overige departementen per soort dienst (bedragen x € 1.000)
 

2017 Stand Slotwet

2018

1e suppletoire begroting

2019

2020

2021

2022

2023

Applicatiebeheer (applicatieservices)

3.977

6.797

6.400

6.600

6.700

6.800

7.000

Ontwikkelopdrachten

2.183

3.108

8.800

9.000

9.200

9.400

9.600

Infrabeheer

11.056

19.522

24.200

24.700

25.200

25.700

26.200

Werkplekservices

123

98

14.600

14.900

15.200

15.500

15.800

Overige omzet

17.562

5.085

11.200

11.400

11.600

11.900

12.100

Generieke eBS

0

0

1.800

1.800

1.800

1.900

1.900

Indirect

7.399

7.337

14.200

14.500

14.800

15.100

15.400

Totaal

42.300

41.947

81.200

82.900

84.500

86.200

87.900

Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

2017

Stand Slotwet

2018

1e suppletoire begroting

2019

2020

2021

2022

2023

Ministerie van BZ

2

Ministerie van BZK

12.976

20.359

16.072

16.408

16.725

17.061

17.397

Ministerie van Fin

378

368

272

278

283

289

295

Ministerie van I&M

11.529

10.644

9.786

9.991

10.184

10.389

10.594

Ministerie van JenV

2.368

881

3.071

3.135

3.196

3.260

3.324

Ministerie van LNV

39.703

40.535

41.316

42.148

42.980

Ministerie van OCW

239

122

150

153

156

159

162

Ministerie van SZW

6.480

7.802

6.542

6.679

6.808

6.945

7.082

Ministerie van VWS

8.105

1.572

4.363

4.454

4.540

4.631

4.722

Ministerie van Defensie

1.041

1.063

1.084

1.106

1.128

Overig

223

200

200

204

208

212

216

Totaal

42.300

41.947

81.200

82.900

84.500

86.200

87.900

De omzet van de overige departementen neemt vanaf 2019 toe omdat de ICT-diensten voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vanaf 2019 onder overige departementen wordt verantwoord. Ook is er een toename door de implementatie van het Zaak Gericht Werken platform («De Rijkszaak») bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Om aan de stijgende vraag naar ICT-dienstverlening te kunnen voldoen stijgen de kosten voor personeel. Vanwege de groei in de ontwikkelportefeuille stijgen de kosten voor het externe personeel harder dan de kosten voor het eigen personeel.

ICT is een zeer specialistisch vakgebied, zeker als het gaat om ontwikkeling van nieuwe applicaties of werkvormen. Zelf alle kennis in huis hebben is dikwijls niet mogelijk en ook niet altijd zinvol, gezien de snelle ontwikkelingen op ICT-gebied en daardoor wisselende expertises.

De dienstverlening van DICTU bestaat voor 20–30% uit variabele omzet (ontwikkeling) en voor 70–80% uit regulier beheer. Gezien de noodzaak om voor ontwikkeling externe inhuur te hanteren, wil DICTU uitkomen op een verhouding tussen ambtelijk personeel (75%) en externe inhuur (25%). Deze verhouding ligt in september 2018 op circa 54/46% (in fte).

Om de verhouding tussen ambtelijk personeel en externe inhuur te verbeteren vervangt DICTU externen voor ambtenaren door middel van werving op de arbeidsmarkt en het in dienst nemen van al bij DICTU werkzame externen waar DICTU een duurzame arbeidsrelatie mee wil aangaan. Daarnaast wil DICTU meer werkzaamheden uitbesteden (d.w.z. wegzetten in resultaatgerichte opdrachten), waarmee het percentage externe inhuur wordt verminderd.

Het realiseren van de doelstelling is sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor ICT-personeel. Vanwege toenemende krapte is DICTU zeer actief op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment en worden creatieve oplossingen gehanteerd waaronder zgn. detavast-constructies (een detacheringsovereenkomst met overname). Daarnaast investeert DICTU in de contacten met het onderwijsveld om instroom van young professionals en zij-instromers te bevorderen en deze intern op te leiden. Daarnaast is DICTU gestart met interne klasjes waarin medewerkers worden opgeleid ten behoeve van het invullen van specialistische, moeilijk te werven, vacatures. Tenslotte doet DICTU zeer actief mee aan het Rijksbrede ICT traineeprogramma. Bij al deze activiteiten haakt DICTU waar mogelijk aan op Rijksbrede initiatieven en campagnes.

Materiële kosten

Binnen de materiële kosten zien we naast een stijging ook een verschuiving, vanwege de overgang van de huidige werkplek naar de nieuwe Cloudwerkplek. De huidige werkplek wordt onderhouden en beheerd door een externe leverancier die onder de post «waarvan apparaat ICT» wordt verantwoord. De Cloudwerkplek wordt door DICTU zelf beheerd en onderhouden, waardoor de eigen materiële kosten en aangeschafte licenties zijn toegenomen. Deze worden verantwoord onder de post «waarvan overige materiële kosten». Als gevolg hiervan neemt de post «waarvan apparaat ICT» af en de post «waarvan overige materiële kosten» toe.

Afschrijvingen

De afschrijvingen nemen toe vanwege hardware en licenties voor de nieuwe Cloudwerkplek.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2019 (bedragen x € 1.000)
   

2017 Stand Slotwet

2018

1e suppletoire begroting

2019

2020

2021

2022

2023

1.

Rekening courant RHB 1 januari + deposito rekeningen

6.971

19.194

19.158

19.158

19.158

19.158

19.158

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

282.997

265.857

284.200

281.500

287.000

292.800

298.600

 

–/– totaal uitgaven operationele kasstroom

– 258.908

– 240.453

– 255.000

– 251.800

– 256.800

– 262.000

– 267.200

2.

Totaal operationele kasstroom

24.089

25.404

29.200

29.700

30.200

30.800

31.400

 

–/– totaal investeringen

– 19.413

– 45.000

– 23.000

– 25.000

– 26.000

– 27.000

– 28.000

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

137

           

3.

Totaal investerings- kasstroom

– 19.276

– 45.000

– 23.000

– 25.000

– 26.000

– 27.000

– 28.000

 

–/– eenmalige uitkering aan moeder departement

             
 

+/+ eenmalige storting door moeder departement

             
 

–/– aflossingen op leningen

– 19.540

– 24.440

– 29.200

– 29.700

– 30.200

– 30.800

– 31.400

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

26.950

44.0001

23.000

25.000

26.000

27.000

28.000

4.

Totaal financierings-kasstroom

7.410

19.560

– 6.200

– 4.700

– 4.200

– 3.800

– 3.400

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand deposito rekeningen (=1+2+3+4)

19.194

19.158

19.158

19.158

19.158

19.158

19.158

1

Van dit leenplafond is een bedrag van € 35,5 mln nog onder voorbehoud van de specifieke invulling.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom geeft de kasstroom weer uit de reguliere bedrijfsuitvoering.

Investeringskasstroom

DICTU verwacht in 2019 en latere jaren minder te investeren aangezien de investeringen voor de Cloudwerkplek dan zijn afgerond.

Financieringskasstroom

DICTU voorziet voor de komende jaren minder financieringsbehoefte, vanwege de verwachte daling van het investeringsniveau. Hierdoor daalt het beroep op de leenfaciliteit.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

2017 Slotwet

2018

Vastgestelde begroting

2019

2020

2021

2022

2023

1. Kostprijzen per product (groep)

             

a. Basistarief werkplek (gemiddeld per stuk x €)

2.531

2.602

3.061

3.122

3.184

3.247

3.312

b. Aantal Werkplekken

11.552

12.216

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

c. Infrastructuur (x € 1.000)

50.342

55.682

56.981

58.120

59.282

60.468

61.677

d. Productieve uren

2.015.246 (88%)

1.998.083 (88%)

2.014.777 (88%)

1.974.138 (88%)

1.974.138 (88%)

1.974.138 (88%)

1.974.138 (88%)

2. Tarieven/uur

             

a. Senior medew. (ontwikkeling)

96

100

101

103

105

107

109

b. Medior medew. (bouw)

76

78

80

82

83

85

87

c. Junior medew. (test en beheer)

65

67

68

69

71

72

74

3. Gemiddelde bezetting fte-totaal (excl. externe inhuur)

643

687

768

768

768

768

768

4. Saldo baten en lasten

1,6%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Ad 1a. De gemiddelde prijs van een werkplek vanaf 2019 wijkt af van voorgaande jaren, aangezien dit een nieuw en ander werkplekconcept (Cloudwerkplek) betreft.

Ad 1c. De kostprijs voor Infrastructuur is vanaf 2018 hoger in verband met loon- en prijsbijstellingen (die in het verleden niet werden doorberekend) en investeringen in netwerkoptimalisatie en datacenters.

Ad 3. In verband met de verambtelijkingsdoelstelling van DICTU en het terugdringen van externe inhuur stijgt de gemiddelde bezetting in fte’s.

Licence