Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2017 | Geraamd te verlenen 2018 | Geraamd te vervallen 2018 | Uitstaande garanties 2018 | Geraamd te verlenen 2019 | Geraamd te vervallen 2019 | Uitstaande garanties 2019 | Garantieplafond 2019 | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen | BMKB | 1.820.578 | 765.000 | 523.069 | 2.062.509 | 765.000 | 470.981 | 2.356.528 | 765.000 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering | 593.083 | 400.000 | 104.299 | 888.784 | 400.000 | 104.059 | 1.184.725 | 400.000 | ||
Groeifaciliteit | 118.916 | 135.000 | 26.805 | 227.111 | 105.000 | 26.126 | 305.985 | 135.000 | ||
MKB financiering | 68.200 | 200.000 | 68.200 | 68.200 | 268.200 | |||||
Qredits | 103.380 | 3.400 | 99.980 | 30.000 | 625 | 129.355 | 130.000 | |||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Aardwarmte | 70.539 | 66.600 | 23.800 | 113.339 | 66.600 | 18.000 | 161.939 | 66.600 | |
Totaal | 2.774.696 | 1.566.600 | 681.373 | 3.459.923 | 1.366.600 | 619.791 | 4.206.732 | 1.366.600 | 398.200 |
Artikel | Omschrijving | Uitgaven 2017 | Ontvangsten 2017 | Stand risicovoorziening 2017 | Saldo 2017 | Uitgaven 2018 | Ontvangsten 2018 | Stand risicovoorziening 2018 | Saldo 2018 | Uitgaven 2019 | Ontvangsten 2019 | Stand risicovoorziening 2019 | Saldo 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen | BMKB | 34.818 | 37.316 | 69.780 | 2.498 | 41.835 | 33.000 | 69.780 | – 8.835 | 36.375 | 33.000 | 69.780 | – 3.375 |
Garantie Ondernemings-financiering | 1.610 | 9.132 | 65.052 | 7.522 | 6.646 | 13.000 | 65.052 | 6.354 | 11.745 | 13.000 | 65.052 | 1.255 | |
Groeifaciliteit | 4.216 | 5.510 | 18.313 | 1.294 | 8.850 | 8.000 | 18.313 | – 850 | 8.972 | 8.000 | 18.313 | – 972 | |
MKB financiering | 41 | 9.041 | 41 | 9.041 | 9.041 | ||||||||
Qredits | |||||||||||||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Aardwarmte | 833 | 22.573 | 833 | 6.000 | 2.291 | 18.864 | – 3.709 | 4.700 | 23.564 | 4.700 | ||
Totaal | 40.644 | 52.832 | 184.759 | 12.188 | 63.331 | 56.291 | 181.050 | – 7.040 | 57.092 | 58.700 | 185.750 | 1.608 |
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).
De gemiddelde eenmalige premie die voor het borgstellingskrediet wordt betaald is 4,8%. De premie is afhankelijk van de looptijd van het bedrijfsborgstellingskrediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen. De premie is niet kostendekkend. Op de begroting is structureel vanaf 2023 € 10,8 mln (inclusief de uitvoeringskosten) beschikbaar ter afdekking van de schades die niet door premie-ontvangsten worden gedekt. In de jaren 2019–2022 is dit ca. € 5,8 mln per jaar.
Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren.
De horizonbepaling voor de BMKB is juli 2022. De volgende evaluatie zal in 2021 plaatsvinden.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De GO-regeling is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO regeling biedt banken de mogelijkheid om nieuwe bankleningen te verstrekken en/of bankgaranties af te geven van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 50 mln met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.
Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De Commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het te lopen risico.
De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de GO is 1 juli 2020. De volgende evaluatie zal in 2019 plaatsvinden.
GO Energie Transitie Financierings Faciliteit
In 2017 is de pilot GO ETFF voor in beginsel twee jaar opengesteld. De GO ETFF heeft als doel bij te dragen aan het (versneld) realiseren van de ambities inzake de energietransitie door het verstrekken van risicodragend vermogen in de vorm van achtergestelde leningen. Voorbeelden zijn geothermie, decentrale opwekking, energiebesparing in de gebouwde omgeving en de circulaire economie. Voor de financieringen vanuit de GO ETFF kan in de pilotfase € 80 mln aan overheidsgarantie worden verstrekt (onderdeel van het totale GO-plafond van € 400 mln). De GO ETFF vormt een aparte subsidiemodule naast de bestaande subsidiemodule Garantie Ondernemingsfinanciering en is kostendekkend van opzet. In de brief van 15 februari (Kamerstuk 28 165, nr. 281) is aangekondigd dat de Energie Transitie Financierings Faciliteit zal worden uitgefaseerd en afgeschaft, omdat de doelen van deze faciliteit ook via de Investeringstak van Invest-NL bereikt kunnen worden. Om marktpartijen genoeg tijd te geven om in te spelen op het uitfaseren en afschaffen van de Energie Transitie Financierings Faciliteit (ETFF) en om een goed alternatief op te zetten bij Invest-NL, zal de regeling van kracht blijven tot de huidige termijn van uiterlijk 1 juli 2020, of zoveel eerder als de doelen via Invest-NL bereikt kunnen worden.
Groeifaciliteit
De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.
Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. De maximumgarantie van de overheid is 50%, dat bij participaties neerkomt op maximaal € 12,5 mln en bij bancaire achtergestelde leningen op maximaal € 2,5 mln.
Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie van 3% over het uitstaande garantiebedrag. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt met ingang van 2014 afgestort in de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is 1 juli 2020. De eerstvolgende evaluatie wordt in 2018 uitgevoerd.
In de brief van 15 februari (Kamerstuk 28 165, nr. 281) is aangekondigd dat de Groeifaciliteit per 1 juli 2020 zal worden uitgefaseerd en afgeschaft, omdat de doelen van deze faciliteit ook via de Investeringstak van Invest-NL bereikt kunnen worden. Om marktpartijen genoeg tijd te geven om in te spelen op het uitfaseren en afschaffen van de Groeifaciliteit en om een goed alternatief op te zetten bij Invest-NL, zal de regeling van kracht blijven tot de huidige termijn van uiterlijk 1 juli 2020, of zoveel eerder als de doelen via Invest-NL bereikt kunnen worden.
MKB-financiering
In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet inmiddels € 68,2 mln aan garanties verstrekt om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding voor deze nieuwe mogelijkheden was echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar gesteld om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. De verstrekte overheidsgaranties zijn kostendekkend en mogen geen staatssteun inhouden. Met een partij wordt nog onderhandeld over een mogelijk garantie. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.
Qredits
Er is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln voor de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd. Daarnaast is een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de COE bank voor de funding van Qredits met een bedrag van € 16,6 mln waarvoor eveneens een premie van 0,4% is verschuldigd.
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Aardwarmte
Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Binnen de SDE+ is het één van de gunstigste opties. Aardwarmte is tevens een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte is een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020. Ook het nieuwe Klimaatakkoord zet fors in op de ontwikkeling van geothermie in Nederland om de klimaatdoelen in 2030 te kunnen halen.
Het doel van de garantieregeling aardwarmte is het afdekken van het geologisch risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte, niet succesvol is. Het gaat om het risico dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warmwaterproductie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd.
Het ontbreken van een (betaalbare) verzekering is nog steeds een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. Door dit risico af te dekken wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd, niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd naar de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is.
Er wordt een premie van 7% gevraagd.
De garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. Met de garantstelling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming).
EZK maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZK neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 12 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.
De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. De horizonbepaling is 2020.
Overzicht uitstaande leningen per ultimo 2017
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd Lening | Rente percentage | Wijze van aflossing |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief ondernemen en beperking van de klimaatveranderingen | Microkrediet Nederland | 46.430 | tot en met 2036 | 0% | vanaf 2031 |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Energieonderzoek Centrum Nederland | 54.152 | tot en met 2026 | 2,85% | Afhankelijk uitkomsten bedrijfsvoering ECN tot en met 2026 |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Pallas | 20.880 | tot en met 2018 | 1,5% | uiterlijk 2019 |
Deze leningen zijn verstrekt in de context van de genoemde beleidsartikelen.