Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Subsidieoverzicht

In deze bijlage zijn de subsidies van EZK opgenomen. De subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht wordt hierin gebruikt. Deze wet definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21 Awb):

«De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten».

Per beleidsartikel zijn de subsidie(-regelingen) opgenomen. Het subsidieoverzicht sluit zoveel mogelijk aan op de Verantwoord Begroten-categorie «subsidies» in de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen uit de begroting.

In lijn met Verantwoord Begroten zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s niet vermeld als subsidies. De bijdragen aan ZBO’s en RWT’s zijn terug te vinden in de bijlage «ZBO’s en RWT’s».

Voor een aantal subsidies is (nog) geen volgende evaluatie gepland. In veel gevallen gaat het om nieuwe subsidies die nog worden vormgegeven of subsidies die al enige tijd geleden zijn gestopt, waardoor alleen nog sprake is van uitfinanciering. Waar mogelijk is de geplande beleidsdoorlichting opgenomen als volgende evaluatiemoment. In dat geval is een jaartal opgenomen met de aanduiding «B».

De einddatum geeft het moment aan dat de laatste verlening plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Voor een aantal subsidies, waarbij sprake is van een structurele subsidierelatie met een jaarlijkse verlening, is als einddatum «Jaarlijks» opgenomen. Als periodiek besluitvorming plaatsvindt over de verlening, bijvoorbeeld over een volgende programmaperiode, is dit aangeduid als «Periodiek».

Begrotings-artikel

Naam subsidie(-regeling) met hyperlink naar vindplaats

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Laatste evaluatie (jaartal + hyperlink naar vindplaats)

Volgende evaluatie (jaartal)

Einddatum subsidie- (regeling) (jaartal)

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

                   

Subsidies

                   

1

Digitalisering regionale radio

488

112

           

Zie toel. 1

2011

1

Cybersecurity

 

400

400

200

       

2020

2020

 

Subtotaal

488

512

400

200

0

0

0

     
                       

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief & duurzaam ondernemen

                   

Subsidies

                   

2

Nationaal Programma Luchtvaart

1.587

           

2010

Zie toel. 1

2013

2

MKB Innovatieregeling Topsectoren (MIT)

15.818

28.080

34.747

38.517

40.317

40.317

40.317

2017

2022

2018

2

Eurostarsprojecten

13.325

17.808

17.958

17.958

17.958

17.958

17.958

2014

2019

2021

2

Bevorderen ondernemerschap

7.465

9.782

14.301

16.637

11.475

10.746

13.546

2015 B

2020 B

Jaarlijks

2

Groene Groei en Biobased Economy

1.147

1.023

         

2014

2019

2018

2

Cofinanciering EFRO

9.302

           

2017

Zie toel. 1

2013

2

Cofinanciering EFRO 2014–2020 (zie toelichting 2)

28.054

32.401

25.775

21.676

22.812

23.031

23.177

Geen

2024

2020

2

Interreg Twee zeeën NIEUW EFRO

 

1.402

1.689

1.685

1.278

504

 

Geen

2024

2020

2

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

5.375

5.507

5.507

5.507

5.507

5.507

5.507

2016

2021

Periodiek

2

Verduurzaming industrie

 

28.066

         

Geen

Zie toel. 1

2018

2

Nederland Maritiem Land

250

255

255

255

255

255

255

2009

Zie toel. 1

Jaarlijks

2

Innovatieve onderzoeksprogramma’s (IOP’s)

923

512

512

512

12

12

12

2010

Zie toel. 1

2012

2

Innovatieprestatiecontracten (incl.verkenningen)

3.848

           

2010

2021

2022

2

Smartmix

275

           

2012

Zie toel. 1

2007

2

Stichting Toekomstbeeld der Techniek.

168

168

159

159

159

159

159

2015 B

2020 B

Jaarlijks

2

Valorisatie

1.756

2.494

1.516

36

36

36

36

2015

2018

2012

2

Subsidieregeling Innovatieve Scheepsbouw

1.995

           

2014

Zie toel. 1

2014

2

Pieken in de Delta

5.917

           

2010

Zie toel. 1

2011

2

Overige

138

   

50

     

   

2

Internationaal Innoveren (Eurekaclusters en JTI’s)

36.499

40.451

41.336

40.836

40.536

39.936

38.857

2014

2019

2021

2

PPS-Toeslag

100.804

125.416

142.950

162.040

169.040

172.040

172.040

2016

2021

2022

 

Subtotaal

234.646

293.365

286.705

305.868

309.385

310.501

311.864

     

Artikel 3 Toekomstfonds

                   

Subsidies

                   

3

Smart Industries

168

2.506

281

199

183

184

158

 

2020 B

2020

3

VFF Haalbaarheidsstudies STW

56

1.544

800

800

800

     

2018

2021

 

Subtotaal

224

4.050

1.081

999

983

184

158

     

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

                   

Subsidies

                   

4

Topsector Energie tenderregeling energie-innovatie (TSE)

38.791

73.380

36.490

36.490

36.490

36.490

36.490

2017

2022

2022

4

Topsector Energie SDE+ projecten (Hernieuwbare Energie-Regeling, HER)

30.934

30.320

50.000

50.000

17.500

5.000

2.500

2017

2022

2022

4

Meerjarenafspraken Energie (MJA-E)

3.053

2.308

2.368

2.368

2.368

2.368

2.368

2016

2021

2018

4

Energie-innovatie (Groene grondstoffen, Wind op zee, Smart grids, Wind op land, Zon-PV, duurzaamheid energiebesparing)

4.045

2.604

0

0

0

0

0

2014B

2018

2015

4

Green Deals

4.997

1.330

500

500

500

500

500

2016

2021

Geen

4

Demonstratieregeling Energie Innovatie (DEI)

21.931

24.300

41.200

39.600

34.500

36.300

37.300

2017

2022

2022

4

Regeling Duurzame Scheepsbouw

0

500

2.900

2.000

1.900

1.700

600

Geen

2019

2018

4

Energieakkoord

733

8.157

0

0

0

0

 

2016

Zie toel. 1

2017

4

Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie (MEP)

149.960

23.633

47.025

40.025

     

2010

Zie toel. 1

2007

4

Stimulering Duurzame Energie (zie toelichting 3)

1.251.460

1.642.584

2.202.885

2.883.951

3.021.609

3.206.178

3.311.943

2016

2021

Geen

4

Aardwarmte

 

21.458

         

Geen

Zie toel. 1

2018

4

ISDE-regeling

50.927

75.000

100.000

100.000

25.000

0

0

Geen

2020

2020

4

Subsidieregeling Indirecte emissiekosten ETS (zie toelichting 4)

53.477

45.000

61.000

72.800

13.995

0

0

2017

2022

2021

4

Carbon Capture Storage

865

1.530

3.080

4.080

3.380

2.480

3.480

Geen

2018

2022

4

Regeling sportaccommodaties

6.170

8.000

         

Geen

2020

2020

4

Programma Hoge Flux Reactor

14.500

7.250

7.651

7.651

5.401

5.401

5.401

Geen

Zie toel. 1

Periodiek

4

Elektrische mobiliteit

538

200

0

0

0

0

 

2015

Zie toel. 1

2017

4

Duurzaam Caribisch Nederland

478

2.222

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Geen

 

2016

4

Beperking tariefstijging energietarieven Caribisch Nederland

95

97

         

Geen

 

Jaarlijks

4

TransitieManagement

2.517

           

2011

Zie toel. 1

2015

4

Incidentele subsidies Klimaat

 

634

         

Geen

2018B

2018

 

Subtotaal

1.635.472

1.970.507

2.558.099

3.242.465

3.165.643

3.299.417

3.403.582

     

Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

                   

Subsidies

                   

5

Waardevermeerderingsregeling

33.916

16.417

10.273

16.418

16.417

9.399

0

Geen

2020

 

5

Fonds achterstallig onderhoud en inzet woningmarkt NCG

2

5.134

5.000

       

Geen

   

5

Regeling energiebesparing woning bouwkundig versterkingsprogramma Groningerveld

0

10.600

10.517

10.510

10.500

0

0

Geen

2020

 
 

Subtotaal

33.918

32.151

25.790

26.928

26.917

9.399

0

     
                     
 

Totaal

1.904.748

2.300.585

2.872.075

3.576.460

3.502.928

3.619.501

3.715.604

     

Jaarlijks = Er is jaarlijks een beschikkingsmoment

Periodiek = Er is periodiek een beschikkingsmoment

Toelichtingen:

1 Regeling is beëindigd of het betreft een incidentele subsidie en wordt niet meer geëvalueerd. Een aantal regelingen is nooit geëvalueerd omdat het of kortlopende regelingen betrof met weinig financieel belang of incidentele subsidieverleningen.

2 De subsidie wordt verleend uit hoofde van Europees Beleid.

3 De subsidieregeling wordt uitgevoerd conform het Nationaal Energie Akkoord.

4 De subsidie heeft betrekking op een compensatieregeling.

Topconsortia Kennis en Innovatie

Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) zijn stichtingen die ten behoeve van de diverse topsectoren de kennis- en innovatieagenda vormgeven en laten uitvoeren. Hiertoe voeren de TKI’s programma-ondersteunende activiteiten uit gericht op het samen met de relevante bedrijven en kennisinstellingen voor hun thema programmeren van activiteiten, bouwen van PPS-consortia om innovatie vorm te geven, informeren, coördineren en enthousiasmeren van partijen om een bijdrage te leveren aan de kennis- en innovatieagenda. Eén van de instrumenten hiervoor betreft de PPS-toeslag.

De PPS-toeslag is bedoeld om privaat-publieke samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) te stimuleren. Voor de PPS-toeslag komen TKI’s in aanmerking die zijn opgenomen in de begrotingswet van het jaar waarop de aanvraag voor de PPS-toeslag betrekking heeft. In de begrotingswet voor 2019 zijn 12 TKI’s erkend die elk betrekking hebben op één van de innovatiecontracten van de topsectoren of een onderdeel daarvan (zie onderstaande tabel). De topsectoren zijn Agrifood, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Energie, Logistiek, Creatieve industrie, Life Sciences & Health, Chemie en Water; voor ICT en Biobased Economy (BBE) zijn onder regie van respectievelijk HTSM en Chemie ook Innovatiecontracten opgesteld. Het TKI BBE werkt voor drie topsectoren (Agrifood, Chemie en Energie).

Om als TKI opgenomen te worden in de begroting moet het aan de volgende criteria voldoen:

  • Het TKI is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die bestemd is voor het tot stand brengen en doen uitvoeren van een meerjarig onderzoeksprogramma, waarin ondernemers, publiekrechtelijke rechtspersonen en onderzoeksorganisaties participeren.

  • Het onderzoeksprogramma vindt plaats voor gezamenlijke rekening en risico van bedrijven en onderzoeksorganisaties.

  • De minimale omvang van het jaarlijkse onderzoeksprogramma bedraagt € 5 mln.

  • Het onderzoeksprogramma dat het TKI voorstaat voorziet in een behoefte en is nog niet afgedekt door andere TKI’s.

  • Bij een TKI zijn minimaal 3 ondernemingen en 3 publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties betrokken.

  • Het is transparant en onder redelijke voorwaarden mogelijk voor bedrijven en kennisinstellingen om aansluiting te krijgen bij een TKI.

  • Binnen een TKI is een goede vertegenwoordiging van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Een TKI wordt dan ook geacht betrokkenheid van het MKB actief te bevorderen.

  • De kwantitatieve inzet van private partijen binnen de TKI’s bedraagt in 2015 en verder 40%.

Periodiek wordt bezien of de TKI’s aan de voorwaarden voldoen om in de begroting opgenomen te blijven.

In 2013 is de PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) geïntroduceerd. De kenmerken van de regeling zijn:

  • De toeslag is een generiek vormgegeven instrument: grondslag van de toeslag is de private bijdrage (waarvan een beperkt aandeel in natura) aan onderzoeksorganisaties voor privaat-publieke samenwerkingsprojecten uit het meerjarig onderzoeksprogramma van de TKI en de cash-bijdrage van bedrijven aan onderzoeksopdrachten die voor het TKI onderzoeksprogramma relevant zijn.

  • Het toeslagpercentage is 30%, voor de eerste € 20.000 per bedrijf is het percentage 40%.

  • De PPS- toeslag wordt ingezet in publiek private samenwerkingprojecten van het onderzoeksprogramma van het TKI.

  • Het onderzoek voor zowel grondslag als de inzet van PPS-toeslag betreft fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.

Hieronder volgen de TKI’s die in aanmerking komen voor PPS-toeslag. Al deze TKI’s kunnen bovendien subsidie aanvragen voor hun programma-ondersteunende activiteiten tot maximaal € 400.000 per topsector (indien er meerdere TKI’s per sector zijn, wordt dit bedrag dus verdeeld tussen de TKI’s; dit speelt bij topsector Water). De programma-ondersteunende activiteiten moeten direct verband houden met de jaarlijkse onderzoeksprogramma’s die met de PPS-toeslag worden ondersteund of moeten bijdragen aan de voorbereiding van die programma’s dan wel het aanvragen, besteden of verantwoorden van de PPS-toeslag. Deze subsidie wordt verstrekt voor zover in de subsidieaanvraag voldoende onderbouwd met activiteiten, voor zover deze activiteiten passen binnen de staatssteunkaders en voor zover voor deze activiteiten niet uit andere hoofde reeds een vergoeding van de overheid wordt verkregen.

De drie TKI’s genoemd onder 10 a, b en c vormen een bij elkaar horend cluster ten behoeve van de topsector Water.

Overzichtstabel TKI’s
 

Statutaire naam

1

Stichting TKI Agri&Food

2

Stichting TKI Biobased Economy (BBE)

3

Stichting TKI Chemie

4

Stichting TKI CLICKNL

5

Stichting TKI Energie

6

Stichting TKI HTSM

7

Stichting Life Sciences Health – TKI

8

Stichting TKI Logistiek

9

Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen

10a

Stichting TKI Maritiem

10b

Stichting TKI Deltatechnologie

10c

Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology

TKI Energie

De Topsector Energie hanteert een dubbele doelstelling: zowel versterking van de energiesector als ook versnelling van de energietransitie. Daartoe zijn op grond van begrotingsartikel 14 specifieke energie-innovatiemiddelen beschikbaar. Het TKI Energie dat voor de Topsector Energie de programma-ondersteunende activiteiten uitvoert, doet ook de voorstellen voor de inzet van de energie-innovatiemiddelen. Omdat hiermee subsidiegeld gemoeid is, worden aan deze TKI hoge eisen gesteld op het punt van onafhankelijkheid, transparantie en zorgvuldigheid. Dit impliceert dat deze activiteiten niet door partijen kunnen worden uitgevoerd die (direct) baat hebben bij de uitkomsten van die activiteiten – dat zou immers de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken. Om het TKI goed te laten functioneren en ook een stimulerende rol te laten vervullen in het betrekken van bedrijfsleven en kennisinstellingen bij de innovaties benodigd voor de energietransitie wordt een nader te bepalen, aanvullend subsidiebedrag beschikbaar gesteld bovenop de bijdrage vanuit artikel 2. Die extra financiering komt uit de beschikbare energie-innovatiemiddelen op artikel 4. De hoogte van die bijdrage wordt op advies van het Topteam Energie nader vastgesteld.

Licence