Inleiding
Voor u ligt de begroting 2019 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Deze begroting bestaat uit de volgende onderdelen:
-
– Beleidsagenda
-
– Beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen
-
– Begroting baten-lastenagentschappen
-
– Financieel Beeld Zorg
-
– Diverse bijlagen
De beleidsprioriteiten met betrekking tot de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg worden vermeld in het Financieel Beeld Zorg.
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsagenda’s een eigensstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De Europese Commissie heeft geen landenspecifieke aanbevelingen gedaan voor de VWS-begroting.
Groeiparagraaf
-
– Afzonderlijke posten in de budgettaire tabellen in de beleidsartikelen worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de uitgaven en ontvangsten hoger is dan € 2,5 miljoen. Daar waar het kleinere bedragen betreft worden deze alleen toegelicht indien deze politiek relevant zijn.
-
– De structuur van artikel 6 is aangepast. De bestaande artikelonderdelen Passend sport- en beweegaanbod, Uitblinken in sport en Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling worden samengevoegd en vervangen door één nieuw artikelonderdeel: Sport verenigt Nederland. Aanleiding is het eind juni 2018 ondertekende Nationaal sportakkoord. In de nieuwe structuur worden bestaand beleid en nieuwe beleidsvoornemens die uit het Sportakkoord volgen, beter samenhangend gepresenteerd dan mogelijk was in de oude structuur. De algemene doelstelling van het artikel en de taken en verantwoordelijkheden van de Minister veranderen niet wezenlijk.
-
– VWS is in 2018 met de pilot Lerend evalueren gestart. De pilot wordt in goede samenwerking op ambtelijk niveau met het Ministerie van Financiën uitgevoerd. Het doel van de pilot is het verbeteren van het inzicht in de kwaliteit van het beleid door de evaluaties op te nemen in de beleidscyclus en zodoende te leren van de resultaten van de evaluatie. Dit leidt ertoe dat wordt afgeweken van het in de Rijksbegrotingsvoorschriften opgenomen format voor het overzicht van de beleidsdoorlichtingen.