Toelichting
Verplichtingen
De gerealiseerde verplichtingen zijn € 17,5 miljoen hoger dan bij Najaarsnota was geraamd. Hieronder worden de grootste posten genoemd.
De hoge stand van de verplichtingen komt voornamelijk door het vastleggen van de verplichting voor de meerjarige subsidie Waarborgfonds Saneringskredieten (€ 24 miljoen). Hierover is de Kamer geïnformeerd via brief Waarborgfonds saneringskredieten en uitzonderingsjaar ophogingen (Kamerstukken II 2020-2021 24 515 nr 610).
De verplichtingen en de uitgaven voor Bbz en Tozo zijn voornamelijk hoger uitgevallen doordat er onvoldoende rekening was gehouden met nabetalingen op Tozo voorschotten (€ 9 miljoen). Daarnaast is er minder uitgegeven aan nabetalingen op Bbz voorschotten (€ 2 miljoen). De Kamer is hierover geïnformeerd via de veegbrief (Kamerstukken II 2021-2022 35 925 nr 83). Ten opzichte van de veegbrief is de overbesteding € 1 miljoen hoger uitgevallen.
Bij subsidies op artikel 2 is er € 4 miljoen minder aan verplichtingenruimte vastgelegd. Zie bij uitgaven subsidies de verklaring.
Ten slotte kon er op het opdrachtenbudget voor € 8 miljoen aan verplichtingen niet meer worden aangewend.
Uitgaven
Bij subsidies op artikel 2 is er € 4 miljoen minder aan verplichtingenruimte vastgelegd en € 3 miljoen minder uitgegeven. De onderuitputting wordt met name veroorzaakt door latere doorgang van projecten. Zo ging het Sociaal Innovatiefonds (SIF) later van start dan gepland doordat de oprichting juridisch ingewikkelder was dan voorzien. De subsidieregeling SIF van € 1 miljoen wordt daardoor volgend jaar uitgegeven. Ook waren er enkele projecten waar al wel budget voor was overgeheveld die geen doorgang vonden. Daarnaast zijn er drie subsidies van in totaal € 0,7 miljoen verplaatst naar het subsidiebudget crisisdienstverlening van werk naar werk.
Bij de opdrachten zijn er € 2,7 miljoen minder uitgaven dan eerder geraamd. Dit komt met name doordat een aantal kostenposten lager uitviel dan geraamd en doordat een aantal voorgenomen projecten niet doorging of later werd aanbesteed. Dit heeft vooral gespeeld bij de programma's vereenvoudiging beslagvrije voet en Keten derdenbeslag. De raming van de uitvoeringskosten van de betrokken ketenpartijen viel lager uit met een bedrag van € 1,3 miljoen.